Waarom verandering leiderschap verlangt en groei niet

Veranderen is het moeilijkste wat er is. Toch is het noodzakelijk in een bedrijf, gezin of maatschappij voor de continuïteit in een veranderende omgeving. Laten we aan de hand van simpele tekeningen er een gevoel bij creëren.

Status quo

Dit is wat we hebben vandaag. Iedereen is blij. Wat we hebben is bekend en vertrouwd. Het geeft een gevoel van zekerheid. Waarom zouden we wat willen veranderen?

Dit is vandaag. Iedereen happy!
Dit is vandaag. Iedereen happy!

Groei

Om verschillende redenen willen we groeien. Denk aan het bedrijf, ons inkomen, de economie, enz.

Groei wordt algemeen aanvaard, als we maar mee groeien
Groei wordt algemeen aanvaard, als we maar mee groeien

Om te groeien hebben niet veel nodig. Iedereen snapt de vorm en de context. Groei hoort nu eenmaal bij onze oer gevoelens van concurrentie en winst. Groter is nu eenmaal altijd “beter”. Het geeft een gevoel van meer zekerheid. Het kost misschien moeite om te groeien maar het is een moeite die niet veel uitleg nodig heeft.

Crisis en krimp
Lastiger wordt het als we moeten krimpen. “Kleiner” raakt onze psychische gemoederen dat we wat kwijtraken.

Krimp is niet leuk meer
Krimp is niet leuk meer

En als we iets los moeten laten geeft dat een gevoel van onzekerheid, minder macht of kracht. Om te minderen moet er overtuiging of noodzaak tegenover staan. We minderen als we crisis ervaren. Door de krimpen ontstaat een nieuwe situatie die misschien beheersbaarder is dan voorheen. Denk aan het voorstel om voor minder geld te gaan werken.

Verandering
Er zijn ook veel situaties wanneer een oude situatie onhoudbaar is geworden en ingrijpend dient te veranderen.

Hoe ziet het nieuwe nu er uit? En is het echt wel nodig?
Hoe ziet het nieuwe nu er uit? En is het echt wel nodig?

Maar “verandering” roept veel meer op dan krimp. Waarom anders? En wat is “anders”? De oude vorm is niet meer houdbaar als het niet meer kan groeien, krimpen ook niet en ook niet hetzelfde blijven. Het moet dus anders.

Een consensus rond verandering is in een mensenwereld moeilijk te krijgen. Het verval van de oude situatie moet zo groot zijn of de “nieuwe nu” zo veelbelovend, dan wil men wel overstappen. Maar overstappen waarheen? Voordat het zover is vraagt men zich eerst af of de oude werkelijkheid wel echt ophoudt te bestaan? En hoe moet die nieuwe werkelijkheid er dan uitzien?

Welke keuze?
Welke keuze?

In plaats van een grote nieuwe werkelijkheid zien we de oude versnipperen in allerlei allerlei nieuwe, experimentele vormen. Ondertussen probeert de oude vorm zich nog in stand te houden. Deze is vertrouwd, ondanks het verval, omdat het toch nog zekerheden blijft bieden aan allerlei mensen.

Elke nieuwe vorm zoekt weer groei door de omgeving te overtuigen. De winnaar is de vorm die sneller groeit dan de anderen.

Risico of uitdaging?
Het oude vertrouwde loslaten en erkennen dat iets nieuws nodig is gaat vaak gepaard met pijnlijke gebeurtenissen die de ogen openen. Niet iedereen laat onmiddellijk los. Als het dan toch moet ervaren wij verandering al snel als risico, vooral als we zien hoeveel verschillende nieuwe vormen uiteindelijk het onderspit delven ten opzichte van de ene die door pakt. De angst om bij de verliezers te horen neemt gemakkelijk de overhand waardoor we verandering uit de weg gaan of bediscussiëren vanuit de “veiligheid” van een oude vertrouwde maar onhoudbare vorm.

Een speciale slag mensen overwint die angst door de verandering als uitdaging te gaan zien. Zij zien de verliezers niet in het proces maar alleen de overwinning door zelfvertrouwen, overtuiging, innerlijke drijfveren en passie. Dat noemen we leiderschap. Zonder leiderschap ontstaat de diversiteit niet en ook niet de nieuwe groeikans. Het leiderschap werkt aanstekelijk op de andere mensen die er ook vertrouwen uit putten.

Iedereen heeft dit leiderschap in zich. Het zijn de omstandigheden die de prikkels van behoud en angst of zelfverzekerdheid en moed doen opbloeien. Soms is het gewoon goed om eraan toe te geven en eraan te beginnen, of iemand te volgen en te helpen die het meeste vertrouwen geeft. Dan is de nieuwe werkelijkheid een feit, of er nu 1 is of 100, de keuze is gemaakt. En dan begint het proces weer opnieuw tot de volgende verandering zich aankondigt.

Angst regeert

Angst is een democratische drijfveer, maar niet voor altijd

De grote waarde van een democratie is dat de bevolking eens in de zoveel tijd haar volksvertegenwoordiging mag kiezen. Ondertussen is er de vrijheid van meningsuiting en het rechtssysteem om de orde een beetje te bewaken. In principe is dit een grote winst van onze organisatorische evolutie. De bevolking lijkt het voor het zeggen te hebben terwijl de regering vooral moet voldoen aan de wensen van de massa om herkozen te worden.

Maar werkt dat echt?

In Nederland leven wij in een van de rijkste landen ter wereld. Dat hebben wij voor elkaar gekregen door een sterke handelscultuur en de voorzichtigheid om voldoende sociale zekerheden op te bouwen voor als het een keer minder gaat of als we door leeftijd kunnen gaan genieten van een verzorgde oude dag. Als we dan naar de stembus gaan dan stemmen we vooral op de belofte om die luxe situatie te behouden.

We zijn namelijk bang. Bang om ons werk te verliezen, bang om de hypotheek niet te kunnen betalen, bang dat we niet meer twee keer per jaar op vakantie kunnen, bang dat we geen nieuwe meubels meer kunnen kopen, bang dat onze auto het begeeft en we niet meer kunnen rijden, bang dat we niet meer naar de dokter kunnen als we ziek zijn, bang om ons pensioen te verliezen, bang dat de buren meer hebben dan wij, bang dat de kinderen niet het beste van het beste krijgen,…… bang bang bang.

We zijn vooral bang omdat wij zelf niets in de hand hebben. We zijn voornamelijk afhankelijk van het functioneren van een economie die in handen is van allemaal onzichtbare mensen. Zolang dat goed gaat zijn we tevreden. Dan klagen we misschien dat het misschien ook beter kan maar in essentie zijn we blij dat we het allemaal nog hebben. We hoeven maar op televisie te kijken om te weten dat het ook anders kan. Maar dat is gelukkig ergens anders in de wereld, niet bij ons.

Als we dan naar de stembus gaan dan stemmen we op behoud. We zijn bang dat we onze situatie kwijt kunnen raken dus luisteren we naar de beloftes van mensen die zeggen dat ze alles in stand kunnen houden en zelf verbeteren. Sinds 2000 hebben we 6 regeringen gehad die allemaal via de stembus het mandaat van behoud kregen maar telkens dat niet konden waarmaken. Zij gingen vroegtijdig ten onder om plaats te maken voor de volgende die ons overstelpte met beloftes. Sinds 2008 is er ook nog de kredietcrisis die ons heeft aangetoond dat degenen die wij het meeste wilden vertrouwen, de banken, dit en ons spaargeld hadden verkwanseld aan allerlei twijfelachtige buitenlandse handeltjes die men financierde door onze huizenmarkt kunstmatig op te drijven en ons via de hypotheek 25 jaar lang kaal te plukken en nog banger te maken.

Ook de regering laat zien dat zij alleen maar haar beloftes waar kan maken door de rekening bij ons zelf neer te leggen. Jaren lang speelden ze onder een hoedje met de banken. In 10 jaar tijd zijn de lasten via de belastingen verdubbeld. Hoeveel kan onze angst nog verduren?

De maatschappelijke lasten via de belastingen zijn verdubbeld in 10 jaar tijd
De maatschappelijke lasten via de belastingen zijn verdubbeld in 10 jaar tijd

Van angst naar moed is een kleine stap

Het wordt duidelijk gaandeweg dat de oplossing niet ligt bij angst maar bij moed. Die afhankelijkheid van allerlei onzichtbaar personen is geen optie meer als uit die onzichtbaarheid alleen maar incasso’s verschijnen waar we zelf geen enkele schuld aan hebben maar die ons via de stembus wél worden toegerekend. Wie kunnen we vertrouwen als de banken en de regering alleen maar zichzelf in stand houden en geen enkele zekerheid meer bieden voor onze toekomst? Hoe lang accepteren we nog dat de rekening om onze angst te sussen aan onszelf en onze kinderen ver in de toekomst wordt gepresenteerd? Hoe lang duurt het nog voordat het allemaal als een plumpudding in elkaar zakt en we inderdaad niets meer hebben?

Het democratische systeem is uitstekend maar evenzeer een last als het achterliggende systeem niet meer voldoet. Verandering kan dan niet zomaar organisch via de stembus omdat de massa nooit ineens geconfronteerd wordt met het inzicht van de noodzaak tot verandering. Daarvoor is men te bang. Het verleden terug verlangen is veilig en bekend. Veranderen is instemmen met het onbekende. Wie krijgt de democratische massa zover dat men ingaat op verandering als de problemen nog maar pas echt bij de deskundigen bekend zijn? Zodra de massa er mee eens is dan is de plumpudding allang in elkaar gezakt.

De oplossing moet dus van buiten de gangbare werkelijkheid komen maar wel op een nette manier. De “onnette” manier is die van de gefragmenteerde opstand zoals staking, barricadewerk en zelfs vormen van terrorisme of activisme.

In de moderne tijd is er ook een andere optie. Dat noemen wij het opzetten van de “transformatie economie”, een verandersysteem dat werkt op basis van ethiek en verantwoordelijkheid. Sustainocratie is zo’n verander economie. Men kiest in een democratie voor de afhankelijkheid en welzijn. In de Sustainocratie neemt men verantwoordelijkheid door deel te nemen aan duurzame zelfredzaamheid. Men werkt dus mee aan veranderingen die het duurzame welzijn in gevaar brengen vanuit een inzicht dat door de massa nog niet wordt gedragen.

Vertrouwen in onszelf

De enige die we kunnen vertrouwen dat zijn wij zelf. Als we vertrouwen willen uit besteden via de democratische weg dan weten we al bij voorbaat dat er niets van terecht komt zoals de situatie er NU voor staat. Daar hoeven we dan al niet meer bang voor te zijn. De angst verplaatst zich dan naar onszelf. Hoe betrouwbaar en talentvol ben ikzelf om richting te geven aan de toekomst en zekerheden te creëren waar ik en mijn omgeving wat aan heeft? Ook dat is beangstigend maar die pijn schept wel mentale ruimte om na te denken over mijn eigen rol in dit geheel? Wat doe ik eigenlijk? Hoe zelfredzaam ben ik? Hoe zelfbewust ben ik over de werkelijkheid? Als ik zo afhankelijk ben hoe zorg ik dat ik weer wat controle krijgt over mijn eigen leven?

In kringen van menselijk ontwikkeling wordt dat proces “bewustwording” genoemd. “Alles wat ik heb kan ik verliezen” en dat schept angst waar anderen gebruik of misbruik van maken. “Alles wat ik ben neemt niemand van mij af” en is de basis van het scheppen van zekerheden en zelfvertrouwen.

Wanneer wij in de Stad van Morgen praten over de “transitie economie” dan hebben we het allereerst over de verandering van mentaliteit van angst voor het onbekende naar vertrouwen in jezelf. Pas met dat zelfvertrouwen kan men de verbintenis aangaan met anderen en samen gaan werken aan hernieuwde zekerheden. Soms dient dat zelfvertrouwen op zoek te gaan naar nieuwe talenten die men vaak wel heeft maar in de afhankelijkheid wereld niet werden benut maar in die nieuwe wereld juist enorm van toepassing zijn. Die oude vaardigheden die men loslaat waren veelal kunstjes die door de omgeving werden verlangd, de nieuwe vaardigheden komen meestal van binnenuit en worden geboren uit de passie van de mens zelf. Men staat er dan ook veel authentieker mee in het leven.

Maar dat is allemaal een proces. Ondertussen gaan we naar de stembus weer in Maart 2014 voor de raadverkiezingen. Nu regeert angst nog in heel Nederland. Als we naar de raadverkiezing gaan laten dan vooral stemmen op die mensen die in staat zijn om ons de ruimte te geven om onszelf weer te ontwikkelen. De nieuwe gemeentelijke besturen kunnen faciliterend lid worden van burgerinitiatieven (géén participatie want we participeren nergens in maar nemen zelf verantwoordelijkheid) en samen gaan werken aan de transitie.

Laat Maart 2014 een stapje zijn in de omslag van een cultuur van angst naar een van zelfverzekerdheid. We willen geen rekeningen meer hebben van onze overheden maar zelf waarden creëren zodat we onze maatschappij zonder schulden zelf kunnen dragen.

Sustainocratie, de transformatie economie

U kunt ook desgewenst gratis (niet vrijblijvend) lid worden van Sustainocratie (de transformatie economie). Dat is geen politiek partij maar een verander initiatief dat helpt de maatschappelijke onbalans saneren die door angst is ontstaan, door collectieve angst blijft regeren en de zaak democratisch alleen maar verergerd. Als u lid wordt van Sustainocratie dan nodigen wij u regelmatig uit om mee te doen met de transformatie via vreedzame veranderprojecten in speciale coöperaties waar paradoxaal ook de overheid, wetenschap en het bedrijfsleven zich bij aansluit. Kijk naar bijvoorbeeld AiREAS

Waarom wij spiritualiteit zweverig vinden

Wij vinden spiritualiteit zweverig omdat het ons confronteert met ons geweten in een tijd dat doorgeslagen materialisme hoogtij viert. Bij hebzucht is het gemakkelijk af te geven tegen datgene dat spiegelt met ons gedrag. We horen liever niet dat wij mede schuldig zijn aan de dood van vele miljoenen mensen, de uitdroging van de aarde veroorzaken en de toekomst van onze kinderen voorspelbaar vullen met vervuiling en verderf. Natuurlijk is het zweverig als we praten over bewustzijn en verantwoordelijkheid wanneer we voor de zoveelste keer met geleend geld onze koelkast en huis volstoppen met tastbare rommel, alleen omdat “de buren het ook hebben” en we toch minsten gelijkwaardig moeten zijn, liefst met net een beetje meer. “Waarde” is dan niet bestaansrechtelijk maar wat een ander van ons zou kunnen vinden. Dat er tegenwoordig mensen zijn die met net zoveel afkeer kijken naar merkproducten als destijds tegen dierenleed veroorzakend bont kan er bij velen van ons nog niet in. Status wordt nog voornamelijk ontleend aan het huis en de soort auto die we hebben, niet de manier waarop we onze kinderen opvoeden of omgaan met onze ouderen en buren bijvoorbeeld. Afgunst regeert door de angst een bezit kwijt te raken omdat we alleen zekerheid ontlenen aan dat wat we hebben, zelfs zonder het te hoeven gebruiken.

Spiritualiteit kun je niet tellen op een bankrekening, een boodschappentas mee vullen of te koop mee lopen al flanerend op de promenade.”Waar ben jij dit jaar op vakantie geweest?” is een veel interessanter onderwerp dan “hoeveel ellende heb ik met mijn geld of statusgedreven werk nu weer weten te veroorzaken in de wereld?”. Dat wil men toch niet weten, als men maar genoeg geld verdiend voor het volgende rondje boodschappen. Met een halve euro in de bus tegen armoede, kanker of dierenleed zijn we toch ook verlost van ons schuldgevoel? Bewustwording is ongemakkelijk, zeker als de omgevingscultuur net zo materialistisch is georganiseerd als wijzelf en ons politiek en commercieel aanstuurt op hebzucht wegens institutioneel eigen en landsbelang. Dan wijzen we dat ongemak af, ontkennen het en verwijzen naar de verantwoordelijkheid van politieke of industriele leiders, niet onze eigen consumptiedrang, zelf denkvermogen noch betrokkenheid bij de teloorgang van alles.

“Wie ben ik?” is dan een gemakkelijke minimiserende dooddoener. Maar dan stellen we ons toch onbewust een boeiende spirituele vraag, ook al stellen we het met een toon van “ik kan in mijn eentje toch niets doen”, terwijl we weer een mond volstoppen met fair trade chocolade.

“Wie ben ik?” is een gewetensvraag die men kan beantwoorden vanuit het genoemde perspectief van onkennende afhankelijkheid en ondergeschikheid aan “het almachtige systeem”. Dan is het klatergoud van externe franje van belang om jezelf enige vorm van identiteit te geven waar men naar kan verwijzen. Mensen die vanuit eenzelfde ondergeschikte positie naar hun omgeving kijken kunnen alleen maar een drang ontwikkelen naar meer van het zelfde om zichzelf enig aanzien te blijven verschaffen. Wat men eigenlijk laat zien is de innerlijke leegte die men probeert te verdoezelen door zich te omringen met spullen. Daar heeft men veelal een dagtaak aan en met de drang naar onverzadigbaar meer is het een weg naar een burnout, agressie of zelfminachting zodra men merkt dat men niet aan de eigen verwachtingen kan blijven voldoen. De wereld draait door en de consument draait dol.

Of als men erop wordt aangesproken, zoals nu steeds meer gedaan wordt door te verwijzen naar de olieprijs, de voetafdruk, de crisissen en de miljarden aan andere landen en niet aan onszelf…….Men gaat eerst de splinter zien van de politiek en het bedrijfsleven voordat men de balk in eigen ogen begint te zien. Dat geldt niet alleen voor de individu maar vooral ook voor de institutionele wereld die zich verschuilt achter het nietsontziende aandeelhoudersbelang en een oude merkidentiteit die tegenwoordig meer moreel en praktisch verwijtbaar is dan waarde toevoegt aan de menselijkheid.

Een andere benadering rond “wie ben ik?” is dan de weg naar binnen. Het is de weg van de reflectie, bewustwording en het leren van de uitdaging van het leven door er positief vorm aan te geven. De innerlijk kracht is dan zo sterk in ontwikkeling dat het geen uiterlijk vertoon meer nodig heeft en men blij is met een glimlach, een goed gesprek of een boterham met zelfgeteelde tomaten. Men heeft geen drang naar meer alleen een wens voor rechtvaardigheid die niet overeenkomt met die van de ontwikkelde menselijke rechtspraak maar die van moreel natuurrecht. Dan spreekt spiritualiteit keihard, helemaal niet zweverig en enorm tastbaar. Dan zijn ouderen geen kostenpost meer maar een eerbaar verleden en de jongeren onze toekomst die gekoesterd dient te worden met aandacht en liefde. Dan is geld hooguit een middel en gaat de aandacht naar de onderlinge relaties, de eenheid met de natuur en de principiele rol die men speelt in het leven samen. Dan vormt zich een spiegel met die andere hebzuchtige werkelijkheid die de wereld van spiritualiteit zweverig noemt maar zichzelf kenmerkt door oppervlakkigheid en gebrek aan inhoud. De angst voor het geweten houdt het bewustzijn buiten de deur door het te barricaderen met een nepleven. Zodra een crisis de barricades weg slaat en de werkelijke emoties bereikt dan komt men in aanraking met zichzelf en is er een kans dan de rivier van spirituele warmte de innerlijke mens gaat roeren en men de werkelijkheid van zichzelf durft te gaan erkennen. Dan is een verwijt overbodig omdat men beseft dat de tastbaarheid van het staan niet in de hoeveelheid van bezit te vinden is maar in de vleeswording van de nederigheid en samenhorigheid. Spiritualiteit blijkt dan de kracht van de eeuwigheid te bevatten die een rijk alternatief blijkt voor de tijdelijkheid en beperking van het goud dat alleen blinkt als je het niet hebt. Het werkelijke licht blijkt men zelf te zijn dat blijft branden door passie, zelfreflectie, zelfleiderschap en samenwerking. Dan laat men de afhankelijkheid en ondergeschiktheid los om als hergeboren mens de universele werkelijkheid te omarmen. “Ik ben” hoeft dan niet ge-etaleerd te worden aan niemand, het uit zich in daadkracht zonder dat er iets tegenover hoeft te staan. Men wordt dan geprezen voor wat men is, niet achter de rug versmaad voor wat men al dan niet heeft.

Spiritualiteit blijkt dan veel concreter en zekerder dan de materialisten de wereld in hun ontkennende tegenstelling willen doen geloven. Gelukkig komen steeds meer mensen daar achter en bouwen aan een nieuwe wereld, spiritueel verdiepend, niet oppervlakkig ordinair materialistch.