Cultuur en politiek in Eindhoven

Vandaag waren we in Eindhoven getuigen van een manifestatie omtrent cultuur. Het spanningsveld is ontstaan door de focus van het Eindhovense beleid op economie terwijl de bevolking juist de vrijheid, ruimte en middelen wil in eigen expressie via kunst, manifestatie en ongeplande toegevoegde waarde. Het aansluitende “debat” was geen debat omdat het alleen mensen betrof uit de Eindhovense politiek en niet de maatschappelijke diversiteit die de stadscultuur vertegenwoordigt. Dit geeft tevens de zin en onzin weer van cultuur en politiek.

img_20180318_142736649803479.jpg

De definitie van cultuur volgens wikipedia is “dat wat de mens schept”, in analogie met “natuur: dat wat de natuur voortbrengt”. Cultuur is de mix van gedrag, rituelen, gewoontes, erfgoed, creativiteit, geloofsuitingen, taal, kunst…..De “cultuur van Eindhoven” is zoiets als “de samenhang van alles wat we als mensen samen doen en hebben gedaan in de stad”. De Eindhovense politiek kan daarom worden gezien als onderdeel van de cultuur, niet andersom. In de Nederlandse werkelijkheid is de overheid vooral faciliterend als beschermer van ons materiële en immateriële erfgoed. Politiek en overheid dient cultuur nooit in de weg te staan en juist meer dan voldoende ruimte te bieden voor de vrije ontwikkeling van cultuur waarin creatieve en kritische expressie, tolerantie en menselijke kernwaarden zoals gezondheid en veiligheid, voorop staan.

De klacht die we in Eindhoven horen is dat publieke middelen voor cultuur door overheidbeleid vooral worden gebruikt om de recreatie en design economie te stimuleren via marketing en evenementen. Dat is onterecht gebruik van de middelen. De overheid gedraagt zich zo als handelshuis met maatschappelijk geld in plaats van ruimtescheppende volksvertegenwoordiging voor de vrije ontwikkeling van cultuur en samenhang.

De vraag rijst dan wie het debat moet voeren? Dat is zeker niet de politiek maar juist de stadsbevolking zelf. Waarin voelt deze zich beperkt door de politiek of andere factoren en welke ruimte heeft men nodig om zich volledig te kunnen uiten? Hoe creëren we voor onszelf de ruimte? En hoe eisen we die op van onze volksvertegenwoordiging als we het gevoel hebben daarin in de weg te worden gestaan? Hoe willen we dat ons gemeenschapsgeld voor cultuur stimulans en bescherming van cultureel erfgoed wordt besteed?

Met de democratische invulling van deze vragen zijn we bezig met cultuur, niet door de politiek te vragen wat zij onder cultuur verstaan. Stad van Morgen voegt daar nog een ander cultuurthema aan toe waar de overheid ook een belangrijke ruimte scheppende rol in speelt, vooral door zichzelf in de huidige vorm ter discussie te stellen. Dat is namelijk de cultuurverandering van kapitalistisch consumisme en vastgoedspeculatie naar een circulaire, vanuit menselijke kernwaarden gedreven, integrale participatie. De overheid kan in de huidige maatschappelijke context verweten worden dat ze geen volksvertegenwoordiging is maar een geld gedreven vertegenwoordiging van het kapitaal.  De onderstroom van de manifestatie vandaag ging vooral om het verlangen naar een volksvertegenwoordiging waarin cultuur weer de vrijheid van menselijke creativiteit krijgt in plaats van een dominante politieke doodvonnis wegens geldbelangen.

img_20180318_1536121140919596.jpg