Salaris en (gebrek aan) vertrouwen

De hoogte van het salaris van bestuurders is altijd een punt van publieke discussie zeker als deze exorbitante proporties aanneemt.  Er zijn drie psychische criteria die we in ogenschouw kunnen te nemen als we om wat voor reden dan ook omgaan met organisaties waar beloningen sterk stijgen.

1. Gebrek aan vertrouwen
Hoe twijfelachtiger de legitimiteit van een organisatie des te riskanter het is om er leiding aan te geven. Kijk naar de banksector als voorbeeld. Toen de bank nog een vertrouwensbolwerk was waar men netjes omging met de spaargelden en middelen van de rekeninghouders was de positie van de bankdirecteur er een van aanzien en eer. Het salaris mocht er wezen maar was netjes in verhouding tot de betrouwbaarheid maatstaf. Toen echter de banken vrij gingen speculeren met middelen werd de betrouwbaarheid gaandeweg aangetast en gokte men er op los. De salarissen stegen tot in de wolken omdat het aan criminaliteit grenzende speculatieve leiderschap beloond moest worden als een soort schadeloosstelling vooraf. Je wist per slot van rekening nooit wanneer de onbetrouwbaarheid en risicos aan het licht zouden komen en men de laatste bestuurder zou zijn die alle wanprestaties voor de kiezen krijgt.

In het grote bedrijfsleven heeft lange termijn visie al lang plaats gemaakt voor korte termijn materialisme en opportunisme. Dat zijn twee verschillende specialisaties waarbij de korte termijn een prestatieloon krijgt uitgekeerd terwijl de lange termijn oriëntatie zich een kwaliteitloon toebedeelt. Heel verschillend en in het dagelijks leven duidelijk herkenbaar.

Kijk dus naar de salarissen met uw eigen kijk op ethiek en u zult een omgekeerd evenredig beeld zien. Hoe ethischer en inhoudelijk betrokken hoe minder men verdient. Hoe meer men verdient des te argwanender u met de organisatie om dient te gaan.

En…wie met pek omgaat…..

2. Graad van talentvolle specialisatie
Deskundigheid dient natuurlijk beloond te worden. Als een bestuurder een moeilijke herorganisatie of nieuw positioneringsklus moet doorvoeren dan mag daar best een premie voor betaald worden. De veel voorkomende problematiek die wij zien in de praktijk is dat de echte veranderaars amper beloond worden, hooguit in aandelen voor hun toekomstige prestaties. De verandering en bijbehorende successen kunnen pas erkend worden als ze eenmaal zijn doorgevoerd. Voor die tijd wordt de veranderaar vooral gewantrouwd door al degenen die geen visie hebben en vooral bouwen op het veilige, vertrouwde verleden. Idealisme en visie wordt dus nooit beloond tenzij de veranderaar zelf touwtjes in handen houdt als de waarden van zijn of haar werk zichtbaar worden. Dit zijn de werkelijke ondernemers die zich door een innerlijke kracht laten duwen in plaats van extern blinkend goud. Voor hen is succes meetbaar volgens andere criteria.

De echte rechtstreekse financiële beloning krijgen dan weer de bestuurders die waardecreatie uit gaan vergroten middels groei en speculatie. In het begin gaat dat volgens de normen van deskundig groeiondernemerschap tot en met de volwassenheid van de organisatie. Daarna wordt het weer ingehaald door de externe werkelijkheid van verandering en blijft speculatie over om de oude waarden nog als melkkoe leeg te melken (zie 1).

Kortom,  in de visionairs fase van verandering of pionieren is de beloning minimaal en onbetwistbaar redelijk. Daarna groeit men met talentvolle managers naar volwassenheid met bijbehorende navenante (nooit exorbitante) beloning, totdat het moment van speculatie is aangebroken. Dan knalt de salaris verhoging en bonus cultuur er op los waarna er een vod overblijft van vroegere glorie dat vervolgens overgenomen wordt door een nieuw groeibedrijf. U ziet dus zelf redelijk gemakkelijk wanneer de overgangen plaats vinden.

Veel huidige beursgenoteerde bedrijven zitten in die fase van speculatie en zijn de fase van volwassenheid voorbij. Zij worden leeggehaald waarbij verandering en bijbehorend leiderschap wordt geweerd. Het is erg moeilijk om zomaar van buitenaf het kaf van het koren te scheiden die door de waas van mooie verhalen wordt verdoezeld. Wie zit in het veranderproces met vertrouwen in het leiderschap? Wat groeit ethisch verantwoord en wat wordt leeggemolken? Kijk daarom alleen naar de ontwikkeling van de beloningsstructuur van de bestuurders en dan is precies zichtbaar hoe betrouwbaar of onbetrouwbaar de organisatie is. Door uw eigen keuzes (consumptie, aandelen, franchise keuze, inkoop) af te stemmen op deze peiling helpt u mee om de kwaliteit en duurzaamheid van de omgeving te saneren. Als u erin meegaat dan helpt u de chaos in de hand. Het is dan een kwestie van tijd tot deze u ook bereikt.

3. De “betrouwbare” publieke organisatie
De overheid is in dienst van de bevolking niet andersom. De graad van dominantie van de overheid is proportioneel aan de graad van opgebouwde gemakzucht van de bevolking. In een democratie natuurlijk. In een dictatuur zien we dat uiteindelijk de confrontatie bereidheid van de bevolking doorslaggevend is. Dat gebeurd alleen bij grote onvrede. In beide gevallen draait het om de bereidheid tot actie. Als men “het goed heeft” dan houdt de macht stand, zoniet dan gaat de macht altijd onderuit. Dat is het natuurlijke sturingsinstrument van de macht en bevolking.

Het land mogen regeren in een moderne tijd is een hele eer. Zolang men regeert is men machtig, een macht die de bevolking in vertrouwen en eigenbelang via de stembus heeft toegekend.

Hoe zit dat dan met salarissen van bestuurders? Daarin zijn twee verschillende soorten in te onderscheiden:

* Rechtstreekse verantwoordelijken.
Dat zijn de ministers en kamerleden. Deze dienen altijd “vertrouwen” uit te stralen ook al weten ze zelf vaak beter. Dat doen ze door de eer van de macht ook publiekelijk te waarderen met een salaris dat niet stuitend is. Maar schijn bedriegt. De macht zelf zorgt voor een netwerk van bestuurders die goed voor de eigen belangen zorgen. Kijk waar oud ministers en kamerleden terecht komen in de duur betaalde politieke lobbyfuncties in overheid en geld afhankelijke sectoren. Terwijl men macht uitoefent creëert men een kussen van eigen rijkdom middels gebruik van publieke middelen en het netwerk van voorgangers. Ooit zal men ook zelf afhankelijk zijn van dat netwerk als men in het kielzog van de macht vertoeft. De semi overheid en wereld van geld is dus de speculatie wereld van het publieke domein dat eropuit is zichzelf in stand te houden. Democratisch stemmen is dan een farse die de schijn opwekt van betrokkenheid maar op geen enkele manier dit netwerk beïnvloedt.

* Semi overheid
Dit zijn de organisaties die door de regering worden gevoed door beleid en middelen. Het is tevens het gebied van hoog betaalde functies waar oud regeringsmensen in terecht komen. Bestuurders van deze organisaties zijn veelal onzichtbaar en regelen hun belangen via de interne ondoorzichtige overheidcultuur en netwerk structuur. De overheid werkt met middelen van de bevolking door belastingen, monopolistische staatsbedrijven en staatsschuld. Het zijn dus schijnbaar onbeperkte middelen waarover men beschikt en waar al snel een wildgroei in kan ontstaan die zich aan het blikveld van de bevolking onttrekt, al dan niet bewust. Alleen de belastingdruk is een maatstaf waaraan men kan zien hoe ver men af is komen te staan van de menselijkheid. En ook de salarissen van de laag aan het overheid infuus.

Kijk dus niet naar de salarissen van de regeerders maar naar die in de semi overheid en adviesorganen om de graad van interne overheidcorruptie en gebrek aan ethiek te peilen. Hoe hoger de beloningen van de bestuurders des te slechter het gesteld is met het land en stevent men af op depressies en onrust. Nederland staat op deze manier zichtbaar op de rand van de afgrond als we kijken naar de hoeveelheid zichzelf in stand houdende instanties en bijbehorende beloningen van bestuurders.

Conclusie
Het is niet zo moeilijk om de graad van betrouwbaarheid in een maatschappelijke organisatie te peilen. Gaan de bestuurlijke beloningen buiten proportioneel omhoog dan is de afgrond nabij. Veel moeilijker is om er wat aan te doen. De hele zaak dient in te storten voordat er weer een nieuwe ethische cyclus kan beginnen. Het ligt allemaal aan de menselijke psychologie van gemakzucht (en angst) en hebzucht (ook angst gedreven). Er zijn stromingen die dit aan banden leggen en reguleren volgens moderne inzichten, zoals Sustainocratie. Het kost echter nogal wat tijd voordat dit soort stromingen doordringen tot het maatschappelijke bewustzijn en onderdeel worden van de dagelijkse werkelijkheid. Door de psychologie achter beloningen te doorzien kunnen we ook meewerken aan onze integraal duurzame stabiliteit door onze dagelijkse keuzes erop af te stemmen.