De kerk en verduurzaming

Rijkdom aan inzichten
Het is algemeen bekend dat de Rooms Katholieke Paus Franciscus I zich openlijk, direct, hard en uiterst menselijk uitspreekt over de uitdagingen en misstanden van deze tijd. Zijn tweede encycliek “Laudato Si” is veel besproken en raakt veelal dezelfde snaren die wij als piepkleine STIR stichting (vergeleken bij het bereik van de RK kerk) al jaren bespelen en gebruiken om tot een maatschappelijke transitie te komen. Het is niet vreemd dat de kerkelijke vader en wijzelf tot vergelijkbare analyses komen over wat ons te doen staat. We kijken per slot van rekening naar de mens in de lange termijn context van het bestaan in plaats van de korte termijn politieke en economische stromingen die ons dagelijks beïnvloeden.

Wat veel lastiger is dan het constateren van problemen, misstanden en uitdagingen is de echte weg bepalen naar daadwerkelijke verandering. De Paus probeert met de theologisch context en heldere taal de bewustzijnsbalans te herstellen die gaandeweg in het doorgeslagen geldgedreven kapitalisme verloren is gegaan. Daarbij schroomt hij niet om wegen te bewandelen die zelfs in de kerk ongekend vernieuwend zijn en waar ook theologische wetenschappers over struikelen in hun beeldvorming over de werkelijkheid die zich aftekent. De mens blijft daarbij natuurlijk afgebeeld als bewuste creatie van God (Paus: “de mens bezit een uniciteit die niet volledig verklaard kan worden door de evolutie of andere open systemen”) die echter zich als zondaar misdraagt in de algehele schepping. De Paus en kerk nodigen uit tot gewetensvolle beschouwing en bijbehorende ontwikkeling van onze verantwoordelijkheidszin, die volgens de Paus behoort tot deze theologische opvatting van geschapen uniciteit.

Daar valt veel voor te zeggen en komt grotendeels overeen  met de evolutionaire bewustwording-doorbraken die vanuit andere beeldende invalshoeken worden beschreven, inclusief die van mijzelf in de fasering van de historische menselijke ontwikkeling “op zoek naar zichzelf” (zie plaatje hieronder).

De 3 fasen van de menselijke evolutie. De transitie tussen fase 2 en 3 is nu gaande
Mijn interpretatie van 3 fasen van de menselijke evolutie. De transitie tussen fase 2 en 3 is nu gaande

 

Hier sluit ik het scheppende Godsbeeld niet uit, in tegendeel, maar beschrijf het grootser en “al het universele leven omvattend” waarin inderdaad de mens een unieke positie op Aarde inneemt waar we in geweten en bewustwording steeds mee worden geconfronteerd. Het mooie van de stellingname van de Paus en de Kerk is dat er zo een nieuwe, aanvullende spiegelende kracht en basis van reële reflectie is ontstaan van wereldformaat, naast:

  • de onhoudbare speculatieve machtspositie van banken en overheden over de rug van hun bevolking (Paus: ” iedere mens beschouwen als een subject dat nooit kan worden gereduceerd tot de status van een object”)
  • de positionering van de Verenigde Naties als bewezen onmacht in de handen van de territoriale machthebbers rond de zogeheten “gouden driehoek” of “triple helix” van het gemanipuleerde materialisme (overheid, bedrijfsleven en wetenschap),
  • de vele gefragmenteerde verenigingen, stichtingen en coöperaties zoals de Club van Rome, Euro-SPES, Greenpeace, Stad van Morgen, enz die werken aan alternatieven vanuit het menselijke of ecologische en holistische belang.

De mogelijke verschillen van mening die allerlei mensen er op na houden worden door de Paus erkend in een uiteenzetting van het begrip “epistemologie“. Hierin aanvaardt hij openlijk het debat wat kennis en geloof nu werkelijk is, hoe het tot stand komt en dat daarin vele verschillende interpretaties mogelijk zijn. Daarmee legitimeert hij juist de leer van kerk als krachtige optie in een wereld van discussie, verwarring, angst en onwetendheid. Ook hierin sluiten we ons aan bij de openheid van deze Paus die verschillende opvattingen niet uitsluit maar vooral uitnodigt ze te benutten naar dat hogere gemeenschappelijke verduurzamingsdoel van het leven en mens-zijn dat we delen met elkaar.

Waarom is de kerkelijke stellingname belangrijk?
De theologische leer kijkt heel anders tegen de werkelijkheid aan dan het korte termijn karakter van politieke en economische hiërarchische belangen. Lange tijd heeft deze kerk zich echter vastgehouden aan haar oude belerende dogma’s die door de huidige individualistische samenleving matig tot niet werden geaccepteerd. Dat had tot resultaat dat de kerk afbrokkelde en steeds minder steun kreeg in de “rijke landen” waarbij het heilige bestaansrechtelijke begrip van God en Geloof was vervangen door Geld en Genoegen. Alleen in de armere landen toonde de kerk zich nog invloedrijk door de boodschap van verlossing, hoop, steun en troost.

Paus Franciscus I is Jezuïet. Dat wil zeggen dat hij normaliter afziet van een machtspositie en zich vooral concentreert op kennisvergaring en hulpverlening. Het feit dat hij het ambt van Paus heeft aanvaard kan gezien worden als uitzonderlijk en een uiting van een persoonlijke pastorale hulpopdracht voor de wereldbevolking én de kerk om zich in te zetten voor de eisen van deze tijd. Door deze opdracht helder en met modern taalgebruik te verwoorden, niet nadrukkelijk verwijzend naar kerkelijke dogma’s maar inspiratie leverend vanuit inzicht en argumentatie, sluit de Paus weer aan bij de gigantische beweging die in de wereld plaats vindt. Hierin treffen we veel passie en gedrevenheid met veel menselijk leed dat onmiddellijk onze aandacht verdient, inclusief de aanpassing of integrale vervanging van het stelsel dat nu zoveel leed en onbalans veroorzaakt. De Paus en zijn wetenschappelijk gefundeerde onderbouwing legt zo een vernieuwend theologische basis gebaseerd op moderne inzichten en empathische betrokkenheid bij de huidige tijd. De kerk transformeert zo weer van een dogmatische hiërarchie die een bepaalde moraal oplegt naar een hulpstructuur die middels kennis en inzichten uitnodigt tot het ethische leer en aanpassingsproces dat zo hard nodig is en van binnenuit de bevolking zelf dient te ontstaan. De oude masculine macht die de kerk vertegenwoordigde en ook tot zoveel misstanden heeft geleid (zoals het veel besproken misbruiken van kinderen, of de uitsluiting van de vrouw in de kerkelijke hiërarchie) lijkt nu te worden doorbroken om de weg vrij te maken naar de beoogde faciliterende en dienstbare autoriteit die een bepaalde kijk op de evolutie en de gedragsontwikkeling van de mens beschrijft en uitnodigt tot permanente reflectie. Daarmee lijkt de kerk weer aansluiting te vinden bij de moderne bevolking, ook in de “materieel rijke en moreel arme” delen van de wereld.

In die context heb ik vorig jaar al een uitnodigende brief geschreven naar de Paus om de wereldwijde infrastructuur en het pastorale kennisnetwerk van de RK kerk te benutten als potentiële, redelijk onafhankelijke (niet onderdeel van de gouden driehoek) sustainocraten in lokale complexe missies. De reactie middels een encycliek, in algemene zin, schept een verwijzingsbasis voor de groei van initiatieven van de Stad van Morgen, net zoals we kunnen verwijzen naar andere gefundeerde inzichten die onze missie onderbouwen. Samenwerking blijft moeilijk omdat de Paus uitnodigt tot reflectie en verantwoordelijkheid name, net zoals wij dat deden met onze congressen in 2009 en 2010, o.a. door de partijen die nu “onderdeel van het probleem in plaats van de oplossing” hierop te wijzen. Hij positioneert de kerk nadrukkelijk als spiegelende kennis-instantie en hulpverlener maar niet als kartrekker van de transitie zoals wij dat hebben verkozen in 2010 met de start van AiREAS en STIR Academy.

Er wordt veel moeite gedaan om de RK kerk niet over te laten komen als een politieke of economische structuur. Ook daarin herkennen wij ons daar de initiatieven van de Stad van Morgen zich plaatsen boven korte termijn politieke en economische belangen vanuit integrale universele menselijkheid en verduurzamende lange termijn ontwikkeling met korte termijn prioriteiten. Het is gebleken dat uit de multidisciplinaire co-creatie activiteiten van de Stad van Morgen nieuwe houdbare politieke en economische stromingen ontstaan waar de deelnemers dankbaar gebruik van maken. Dat maakt de Stad van Morgen tot een zichzelf opheffende katalysator, verbonden aan wereldwijde op te lossen issues, iets wat de RK kerk niet kan en mag doen wegens haar lange termijn reflecterende karakter en positionering. Als we dit zelfbewuste onderscheid verder doorvoeren kunnen we kijken naar de 3 niveau’s die theologische worden beschreven als “de architectuur van het menselijke samen-leven” van waaruit de encycliek ook is beschreven.

De 3 niveaus:
De gelaagdheid die wordt aangedragen bestaat uit drie kernprincipes van de menselijke samenleving:

  1. Het fundamentele niveau van de motiveringen. Dit niveau geeft een beeld van het dagelijkse functioneren van de mens om zich te voorzien in de basisbehoeften door zelfbewuste interactie met de omgeving. De vraag komt in ons op “waarom doen we wat we doen?” en “wat levert het op?”
  2. Het bestuurlijke niveau van de afspraken die we maken over het samen leven in een maatschappij.
  3. Het overwegende niveau van de reflectie over gewetens-vraagstukken.

Door te praten over niveaus wordt een hiërarchie gesuggereerd waarin het fundamentele niveau vooral “doe” gerelateerd is (bevolking), het bestuurlijke niveau dit “doen” relativeert binnen een maatschappelijke context (bureaucratie) en het overwegende niveau topdown het “zijn” spiegelt voor evolutionaire aanpassing van vooral de tussenliggende bestuurlijke laag. Dat is in ieder geval één van de interpretaties die ik eraan geef ook al sluit dit de andere mogelijkheden, waar ikzelf de voorkeur aan geef, zeker niet uit. De hiërarchie vanuit deze benadering legt een reflecterende verantwoordelijkheid bij het bestuurlijke niveau, uitgaande van een maatschappelijke werkelijkheid waarin zowel het overwegende als bestuurlijke niveau dienstbaar is aan het fundamentele. De consequenties van het doen leveren met terugwerkende kracht een reflectie op over het zijn met aanpassing tot gevolg.

Door de niveau’s op deze manier te plaatsen in maatschappelijke context kunnen we relatief gemakkelijk de analogie doortrekken naar de huidige remediale duale maatschappijstructuur (economisch belang van -over-consumptie en het belasten van consumptie voor het bestrijden van de effecten ervan). Het mogelijke theologische ideaalbeeld van een zelf-reflecterende en zichzelf corrigerende maatschappij vanuit de 3 niveaus behoort niet meer tot deze (huidige) werkelijkheid. Dit toont de Paus ook door onder andere de nadruk te leggen op de zinsnede ” iedere mens te beschouwen als een subject dat nooit kan worden gereduceerd tot de status van een object”.

Door de mens als object (consument) te beschouwen wordt het dienstbaar aan de hiërarchie in plaats van andersom. De bestuurlijke middenlaag heeft de overhand genomen, blokkeert het gewetensniveau en ontneemt de menselijke basis haar levensfundament, allemaal uit materialistisch eigenbelang. Dit is een “omgekeerde wereld” die we weer terug dienen te draaien willen we de balans terugvinden die we wereldwijd zijn kwijtgeraakt.

Daarin ligt nu juist de moeilijkheid.
Het “fundamentele” is uit het bewustzijns-totaalplaatje van het huidige georganiseerde materialisme verdwenen en wordt alleen nog beleefd door de groeiende hoeveelheid noodlijdende mensen die hun basisbehoeften niet meer in kunnen vullen door de verloren bestuurlijke en overwegende verbinding met de essentie van het leven. Degenen die in de wereld van schijnzekerheden (volle supermarkten, energie uit het stopcontact, water uit de kraan, uitkeringen en pensioenen) hun leven invulling geven zijn het contact met het fundament kwijt geraakt. Zij leven veelal in angst dat men juist de schijnzekerheden kwijt raakt waardoor men zich via geldafhankelijkheid laat manipuleren door macht en gewetenloosheid. Zo ontstaat een maatschappij zonder ziel, zonder fundament, zonder geweten. In feite is deze maatschappij al dood.

Geen hiërarchie maar levensproces
Een andere kijk op de 3 niveaus is die van het levensproces in plaats van hiërarchie. Net als de Paus ziet de Stad van Morgen het gezin als de basis uiting van een maatschappijvorm. Hierin komen alle generaties en belangen evolutionair tot uiting, inclusief de overdracht van leerprocessen, samenlevingsnormen en het spanningsveld van de permanente aanpassingsbehoefte aan een transformerende omgevingswerkelijkheid. Hier bestaat wel een verdeling van verantwoordelijkheden maar geen hiërarchie. De kern van de gezinssamenleving is sociale cohesie, taakverdeling en productiviteit rond het in stand houden van het menselijke levensfundament. Het bestuurlijke én beschouwelijke (overwegende) is onderdeel van de invulling van het fundament, een permanente feedback over welzijn, risico’s en keuzes voor harmonie en vooruitgang. In deze kern komt tot uiting wanneer men met anderen concurreert of met elkaar een hoger doel formuleert dat noopt tot samenhang en co-creatie. Het fundament is leidend, wordt gevoed door het geweten en beschermt door het bestuurlijke, zonder hiërarchie, uitsluitend gedeelde verantwoordelijkheden. Dit zijn de levende communities, zelfbewuste, duurzaam vooruitstrevende samenlevingen die de uitdagingen van deze tijd kunnen beschouwen, aanvaarden en meenemen in de levensprocessen.

Conclusie
Uit bovenstaande blijkt dat het leven en levensfundament is verdwenen uit de maatschappijvorm gebaseerd op materialisme en kapitalisme. De 3 theologische niveaus bestaan niet meer omdat het fundament van het leven is vernietigd door de mens als object te plaatsen in een geldgedreven wereld. Het is daarom ook geen maatschappij, geen samen-leving meer. Om een werkelijke maatschappij terug te krijgen dienen we op zoek te gaan naar het fundamentele niveau van de subjectieve motivatie en individueel weer te ontdekken waar het écht om gaat. Dan zijn we in staat om ook het geweten te raadplegen en onszelf te besturen door normering gebaseerd op verantwoordelijkheid, reflectie en gefundeerde, bestaansrechtelijke keuzes. De Paus geeft dit alles een theologische basis, de Stad van Morgen geeft het praktische handen en voeten door gedrag, kennis, bestuur, innovatie en geweten met elkaar te verbinden en projectmatig een levensvatbare maatschappij te vormen rond concrete thema’s die er fundamenteel toe doen. Iedereen die vindt dat ie leeft en wil leven kan eraan meedoen.

Wiet van Meel – volhoudbare initiatieven

Het STIR avondcollege van 5 november 2013 stond in het teken van complexe verduurzamingsprocessen. Gastdocenten zijn Wiet van Meel (Pontifax) en Patrick van der Voort (Kleurrijke stad).

image
Wiet van Meel – Pontifax

Wiet van Meel is opgegroeid in Esbeek, een plattelandsgemeenschap nabij Hilvarenbeek. Als jonge knaap wilde hij al op een eerlijke manier dingen voor elkaar krijgen in een gemeenschap waar tegenstrijdigheden en onrechtvaardigheden meer de regel dan de uitzondering waren. Wiet leerde dat binnen de tegenstrijdigheden ook gemeenschappelijke belangen te vinden waren die partijen tot elkaar konden brengen. Al experimenterend ontwikkelde hij voor zichzelf een beeld dat met de tijd evolutioneerde tot een aanpak om complexe uitdagingen aan te pakken. De moderne People, Planet, Profit ideologie maakt het compleet.

Hij raakte verwikkeld in grote maatschappelijke trajecten in de Kempen en later ook heel Europa waar veel verschillende partijen en grote bevolkingsgroepen bij betrokken zijn. Zijn verduurzamingsmodel heeft hij vandaag uitgelegd.

Wiet verdeelt de werkelijkheid in twee horizontale gebieden:

  • Sociaal – De mens en de menselijke omgangsvormen
  • Materiaal – De manier waarop we omgaan met materialen om dingen te bouwen en maken

Als je die twee gebieden toepast op de People, Planet, Profit ideologie van bijvoorbeeld een harmonieuze gebiedsontwikkeling dan ontstaat het volgende model:

Verduurzamingsmodel
Verduurzamingsmodel van Wiet van Meel

In elk van de velden van het verduurzamingsmodel (“Duurzaamheid bestaat niet”, aldus Wiet, “het is een mooi streven”) zijn bedrijven en instanties actief die vaak muren hebben opgeworpen rondom hun eigen beperkte kijk op de wereld. Door partijen te vinden in elk van de 6 velden rondom een concrete uitdaging, en deze samen aan tafel te zetten, ontstaat er een mogelijke dynamiek die bruggen slaat tussen de velden. Men kan samen gaan werken in waardecreatie waar allen wat aan hebben. Het hele gebied gaat er op vooruit.

“Overal zijn mensen te vinden die fatsoenlijk (definitie van Wiet: met respect voor mens en omgeving) om willen gaan met elkaar en de ontwikkeling van hun belangen”, zegt Wiet met passie en overgave. Die mensen zijn het die samen vooruitgang boeken.

Verschillende voorbeelden werden aangehaald die u in de presentatie van Wiet (Presentatie wiet verduurzaming 5-11-2013 stir)  kunt terugzien. Boeiend waren de projecten in Haarlemmermeer (ganzen en Schiphol), manege in de Kempen en coöperatief Esbeek zelf, allemaal gebaseerd op waardengedreven samenwerking. Wiet biedt zich aan om anderen te helpen die ermee aan de slag willen gaan. Als voorbeeld en case werden de plannen van Patrick van der Voort gebruikt.

Patrick van der Voort

image
Patrick van der Voort – Kleurrijke Stad Eindhoven

Patrick is actief als initiatiefnemer van de “Kleurrijke Stad Eindhoven” op sociaal maatschappelijk vlak met de positieve multiculturele beleving van de maatschappij. Hij vertelt hoe hij vele projecten initieert met multiculturele jongeren en betrokkenheid van onder andere de scholen. Zo viert hij binnenkort het 10 jarig bestaan van multicultureel sporten waarin alle nationaliteiten van Eindhoven samen een lokaal “wereldkampioenschap” spelen. Per slot van rekening is de hele wereld vertegenwoordigd in de stad.

image
De case “World Plaza” werd ter plekke uitgewerkt

Patrick wil graag een stap verder gaan en een World Plaza opzetten voor de multiculturele ontmoeting en sociaal ondernemerschap met een inspirerend en aantrekkelijk multicultureel programma. De moeilijkheidsgraad is groot door de afhankelijkheid en mogelijke betrokkenheid van vele partijen. Daarom is het interessant om het plan als case te gebruiken met het model van Wiet als leidraad.

image
De case “World Plaza” door Wiet en Patrick

Al snel werd duidelijk dat het professionele netwerk van Patrick erg sterk zich heeft ontwikkeld op sociaal maatschappelijk vlak (het veld rechtsboven in de tekening op de foto) maar er een onbalans is in de andere velden. Het lijkt moeilijk om dat op te lossen maar na een uitdagend vraag en antwoordspel van Wiet blijkt dat het netwerk van Patrick vele malen groter is dan hij professioneel benut. Dat geldt natuurlijk voor iedereen. We hebben toeleveranciers, klanten, privé relaties, bankrekeningen, vrienden, enz. En al deze relaties hebben weer een netwerk van relaties.

Door het hele spectrum van menselijke relaties en verbintenissen te raadplegen konden een aantal vakjes al ingevuld worden met positieve intenties. In het avondcollege zitten ook weer mensen met een professioneel en privaat netwerk die meteen aangesproken werden voor de opbouw van een band.

De boodschap was duidelijk. Als je wat groots wilt bereiken dan breek je eerst je eigen muren af en kijkt integraal naar je relatienetwerk. Die ga je dan betrekken met het model als gids. Al doende vullen de gaten zich en ontstaan er verrijkende verbanden van waardecreatie. Zo kan de World Plaza een kloppend hart worden met veel interactie met de omgeving en betrokkenheid van allerlei directe en indirecte belangen die elkaar structureel en “volhoudbaar” aanvullen.

NB Volhoudbaar is een mooi woord uit de vocabulair van Wiet, zijn eigenwijze maar doeltreffende en inspirerende benadering van verduurzaming.

VE2RS en GroZ in AiREAS

Het model van Wiet werd ook in verband gebracht met de gezonde stad ontwikkeling via AiREAS. Het blijkt een mooie praktische benadering tussen Sustainocratie en gebiedsontwikkeling. We gaan het dan ook experimenteel toepassen in VE2Rs en GroZ.

Wij danken Wiet en Patrick voor hun inspirerende woorden en interactie, en natuurlijk alle aanwezigen voor hun commitment aan een boeiend leerproces.

Volgend college:

Het volgende avondcollege is op 3 December met het thema “de 5 bewustzijnsniveaus van Dabrowski”

Reactie op noodbrief Jan Rotmans

Op 8 oktober stuurt Jan Rotmans een brief “Samen uit de crisis” naar de heren Rutte en Samson die in onderhandeling zijn om een coalitie te vormen voor de (on)regeerbaarheid van Nederland de komende 2 a 4 jaar. De brief is een op het eerste gezicht bewonderenswaardig open intentie om aandacht en verantwoordelijkheid te vragen voor duurzaamheid in Nederland. Allerlei bekende namen uit de institutionele wereld van bedrijven en wetenschap zijn er aan toegevoegd.

Als men echter wat beter kijkt dan lost de brief helemaal niets op, is het een weeklacht van institutioneel eigenbelang in crisis en draaien de aangedraagde oplossingen uitsluitend om een aangepaste vorm van productiviteit en een focus op energieneutraliteit. Dit laatste is ook al de gemakkelijke lobby van Urgenda (Jan Rotmans) dat door “onafhankelijke media in crisis” als VPRO Tegenlicht is opgepikt omdat het vanuit een paniekscenario de onbewuste bevolking raakt met argumenten over huishoudkosten, olievoorraden en klimaatvervuiling – tenzij men daken volstouwt met zonnepanelen via Urgenda. Ondertussen dendert de crisis lekker door, wordt de armoede alleen maar groter in Nederland en draait Rotmans gezellig met zijn clubje om de werkelijkheid heen.

Er zijn twee dingen die opvallen aan de brief van Rotmans:

1. Waar is de mens?

Het gaat in de brief alleen om externe zaken, zoals energie, bouwen, enz.

Dat zijn thema’s die zwaar ge-economiseerd zijn. Deze vergroenen is natuurlijk prima maar in een geldgedreven wereld zal altijd geld en niet groen de prioriteit krijgen. De Haagse overheid stuurt niet op landsbelang maar “noodgedwongen” op rijksbegroting en daarin zit geen enkele emotionele drijfveer, alleen incassodrang. Subsidies in vergroening leveren in principe geen extra belastinginkomsten op, alleen onkosten. Den Haag heeft andere prioriteiten, zoals export, koopkracht en werkgelegenheid (allemaal belastbaar).

Voorbeeld: Stad van Morgen was gestart in Eindhoven met een coöperatie van “kwaliteit van het leven” waarin energiezelfvoorziening door de mens zelf opgebracht wordt en winst teruggeïnvesteerd in woningverbetering. Den Haag belde om het af te blazen omdat het project niet om geld ging maar leefbaarheid en daarom “niet belastbaar” was. Stad van Morgen ging door maar verloor de ondersteuning van andere institutionele partijen die uit angst voor hun Haagse geldafhankelijkheid zich terug trokken uit het initiatief.

In de brief wordt de factor “mens” in zijn geheel niet genoemd. Toch draait verduurzaming over de continuiteit en inhoudelijk waarde van onze maatschappij, niet van onze economie, zelfs niet in eerste instantie om energie, hoe urgent het ook is om onafhankelijk te worden van olie en gas. Maar dan gaat het over hele andere zaken dan alleen de huishoudens.

Duurzaamheid gaat om de mens niet het geld. De mens eerst, dan samenwerken aan welzijn en dan pas kijken hoe we waarde eventueel vertalen naar waardesystemen. Rotmans redeneert uitsluitend vanuit geld en systemen terwijl de aanhef van zijn brief daar juist afstand van zou willen nemen.

2. Zelf verantwoordelijkheid nemen?

De brief is een open vraag voor aandacht bij het (toekomstige) kabinet voor verduurzaming, een soort toestemming om iets te doen, een vingerwijzen om verantwoordelijkheid te nemen. Waar haalt Rotmans die vraag vandaan? In het hele electorale programma is dit niet aan de orde geweest omdat alle politieke partijen die de media wisten te halen de prioriteiten anders hebben gelegd. Dat komt omdat de politiek verantwoordelijkheid wil nemen voor het verleden, want dat is electoraal te verkopen, de huidige crisis en groeiende chaos in de toekomst kun je aan de straatstenen niet kwijt. Die krijg je dus ook niet in een coalitie-akkoord waar rechts meer wegen wil voor distributie van goederen en mensen, en links meer oude geldelijke zekerheden zoals pensioenen en uitkeringen. Beide zijn alleen te verenigen als ze akkoord gaan met verder speculeren met geld. En dat is precies waarom Den Haag geen vergroening op de agenda heeft staan en de brief rechtstreeks in de prullebak gooit.

Waar het echter om gaat is dat wij als maatschappij zelf verantwoordelijkheid nemen. En dat vraagt Rotmans niet.

Het bedrijfsleven vergroent uit eigenbelang niet gemeenschapsbelang en daar hoeft dus ook geen subsidie aan verleend te worden. Waar het bedrijfsleven goed aan zou doen is om haar positionering aan te passen van volume productiviteit en geldgedrevenheid naar werkelijke toegevoegde maatschappelijke waarde door toegepaste innovatie. Iets waar we met veel moeite stappen in maken bij de Stad van Morgen juist omdat je duurzaamheid niet koopt of verkoopt maar samen creert, óók met het bedrijfsleven! Delen van het bedrijfsleven beginnen dat te snappen maar zijn nog erg gebonden aan aandeelhouders die de dienst uitmaken in plaats van echt vernieuwend ondernemerschap. Het multinationale bedrijfsleven wil intern de transitie misschien aangaan maar moet dat doen met behoud van korte termijn omzet en winst. Dat laatste is onmogelijk want in de werkelijke verduurzaming zullen de verhoudingen tussen omzet, winst en verantwoordelijkheden juist heel anders eruit gaan zien. De crisissen zullen daarom de meeste grote bedrijven in en onderuit halen voordat het bewustzijn van de transformatie hen heeft doen veranderen. Nu overleeft men nog bij gratie van enkele groeigebieden in de wereld, maar dat is voor korte duur. China toont ook al scheuren. Overleven is niets anders dan op kosten van subsidies transformeren in een wereldbeeld dat nog steeds geld en niet verantwoordelijkheid nastreeft. Maar wie spreekt de ondernemingen aan op hun verantwoordelijkheid. Zeker als men niet eens weet wat verantwoordelijkheid is in een tijd dat wereldbeelden ter discussie staan en ethiek nog onderaan in de lijst van strategische overwegingen staat?

Het wetenschappelijk onderwijs heeft vooralsnog geweigerd om nieuwe paradigmas, die haaks op die van kapitalistische geldstructuren staan, te aanvaarden in het academische lesprogramma. Stad van Morgen vraagt al jaren “welke verantwoordelijkheid nemen jullie? Het in stand houden van een geldgedreven (Amerikaans) paradigma via een gemanipuleerd leeraanbod? Of het ontwikkelen van een objectieve, open wetenschappelijke benadering rond verschillende maatschappijvormen en de keuze aan de leerling laten?”.  Uitzonderingen op hoogleraarniveau daargelaten, die op persoonlijke titel wél verantwoordelijkheid willen nemen, geven de institutionele universiteiten geen antwoord en blinken uit door gebrek aan verandering. Niets doen lijkt “veiliger” dan wetenschappelijk kleur bekennen.

Dat komt o.a. door de afhankelijkheid van de academische wereld van de bereidheid van het bedrijfsleven en de overheid om als hoogstbiedenden de dure MBa, Phd’s enz af te nemen. Men is in de academische wereld net zo geldgedreven en afhankelijk geworden als bij de overheid en het bedrijfsleven. Wetenschappelijke onderzoeken die dit gedrag structureel ter discussie stellen vinden weinig ondersteunend support om tot een promotie te komen. Iedereen in deze is institutioneel risicomijdend. Nieuwetijdse intellectuelen breken niet door met een titel achter of voor hun naam, maar zij leveren wel degelijk de vernieuwende inzichten die door het materialisme niet worden erkend.

De vraag is straks welk waardeoordeel aan een titel van deze instellingen verbonden wordt. In een tijd van paradigma verandering zou dat wel een heel verrassend uit kunnen pakken.

Dit is zo ingeworteld gebleken dat de Stad van Morgen haar eigen academie voor toegepast hoger bewustzijn heeft opgezet voor gratis onderwijs (dus niet geld maar waardegedreven) verbonden aan sustainocratische processen. Uiteindelijk zullen wij ook mensen gaan promoveren onder onze eigen vlag waarbij juist het gebrek aan erkenning van de gevestigde orde tot de kwaliteit van de promotie gaat behoren. Dat hoort bij een transformatie. Men neemt afstand van iets dat onhoudbaar is, moreel, ethisch en praktisch intellectueel.

Conclusie

Brieven schrijven aan Den Haag om toestemming en geld te vragen voor eenzijdige schijnoplossingen met een manipulerende titel “samen uit de crisis” is net zo onduurzaam als immoreel. Den Haag kan eenzijdig niets oplossen behalve veel belastinggeld innen en stoppen in gesubsidieerde innovaties maar dat geld is er niet. Belastinginkomsten zitten vastgespijkert in bureaucratie en oude geldgedreven opvattingen zoals het dicht blijven plakken van een lekgeslagen economische luchtballon. Daarnaast is het onmogelijk dat de exponentiele groei van de miljoenennota opgebracht kan worden door een noodlijdende maatschappij die zelf geldafhankelijk is. Den Haag is economisch, maatschappelijk en moreel failliet maar wil dat (nog) niet erkennen. Het is geen verwijt aan Rotmans dat hij zo’n brief schrijft. Zijn gezichtsveld is ook maar beperkt door het wereldje waarin hij verkeert. Hij vertegenwoordigt dan moedig de oude wereld van eigenbelang.

We zullen het zelf moeten doen, niet de overheid.

We moeten daarnaast de overheid helpen haar zaakje op orde te krijgen, iets wat ze zelf niet kan puur door de manier waarop ze is gestructureerd. Volgens eigen Haagse onderzoeken is gebleken dat de Haagse werkelijkheid en die van de maatschappij al decennia lang uit elkaar zijn gegroeid en eigenlijk het land onregeerbaar maakt. Dat Den Haag zich profileert als een groot incassobureau is de macht van de onmacht.

Als wij een duurzame maatschappij willen dan zal de mens weer centraal moeten komen te staan. Deze mens zal dan zelf ook verantwoordelijkheid moeten gaan nemen. Het enige wat wij Den Haag kunnen en moeten vragen is om dit niet in de weg te staan want dat zou historisch verwijtbaar zijn op ethisch vlak. Een nieuwe maatschappij wordt parallel geboren aan de oude, met toepassing van de leerweg die we met elkaar hebben doorlopen de laatste eeuwen. Op termijn zal het de oude achter zich laten, niet omdat deze weggeconcurreerd wordt maar omdat deze in haar eigen crisissen wegkwijnt of onderweg overstapt op werkelijke vernieuwing. Overheden, onderwijsinstellingen, bedrijven die de transitie aan willen gaan kunnen het voortouw nemen, zoals velen dat ook doen door bijvoorbeeld experimenteel samen te gaan werken in sustainocratie met alle consequenties van een transformatie. Dan verbinden zij zich aan de mens, niet andersom.

Huidige maatschappij zit nog steeds in de ontkennende fase terwijl de chaos zich opbouwt

Om tot verandering te komen is maatschappelijke moed nodig om de angst te overwinnen van het verdwijnen van oude (geld) zekerheden. Die angst kan pas overwonnen worden als men bereid is het oude paradigma los te gaan laten. Crisis is daarbij een hulpmiddel. Brieven zoals die van Rotmans zijn dan ook een wanhopige kreet om het oude in een nieuw jasje te steken maar lossen niets op omdat hun oude zekerheden weggevallen zijn. De brief creert wel openingen voor dit dit soort reacties, en dat is natuurlijk ook al heel wat.

Ondertussen bouwen we gewoon door met de mensen (ook institutioneel actief) die het wél inzien.