Rijkdom aan inzichten
Het is algemeen bekend dat de Rooms Katholieke Paus Franciscus I zich openlijk, direct, hard en uiterst menselijk uitspreekt over de uitdagingen en misstanden van deze tijd. Zijn tweede encycliek “Laudato Si” is veel besproken en raakt veelal dezelfde snaren die wij als piepkleine STIR stichting (vergeleken bij het bereik van de RK kerk) al jaren bespelen en gebruiken om tot een maatschappelijke transitie te komen. Het is niet vreemd dat de kerkelijke vader en wijzelf tot vergelijkbare analyses komen over wat ons te doen staat. We kijken per slot van rekening naar de mens in de lange termijn context van het bestaan in plaats van de korte termijn politieke en economische stromingen die ons dagelijks beïnvloeden.
Wat veel lastiger is dan het constateren van problemen, misstanden en uitdagingen is de echte weg bepalen naar daadwerkelijke verandering. De Paus probeert met de theologisch context en heldere taal de bewustzijnsbalans te herstellen die gaandeweg in het doorgeslagen geldgedreven kapitalisme verloren is gegaan. Daarbij schroomt hij niet om wegen te bewandelen die zelfs in de kerk ongekend vernieuwend zijn en waar ook theologische wetenschappers over struikelen in hun beeldvorming over de werkelijkheid die zich aftekent. De mens blijft daarbij natuurlijk afgebeeld als bewuste creatie van God (Paus: “de mens bezit een uniciteit die niet volledig verklaard kan worden door de evolutie of andere open systemen”) die echter zich als zondaar misdraagt in de algehele schepping. De Paus en kerk nodigen uit tot gewetensvolle beschouwing en bijbehorende ontwikkeling van onze verantwoordelijkheidszin, die volgens de Paus behoort tot deze theologische opvatting van geschapen uniciteit.
Daar valt veel voor te zeggen en komt grotendeels overeen met de evolutionaire bewustwording-doorbraken die vanuit andere beeldende invalshoeken worden beschreven, inclusief die van mijzelf in de fasering van de historische menselijke ontwikkeling “op zoek naar zichzelf” (zie plaatje hieronder).

Hier sluit ik het scheppende Godsbeeld niet uit, in tegendeel, maar beschrijf het grootser en “al het universele leven omvattend” waarin inderdaad de mens een unieke positie op Aarde inneemt waar we in geweten en bewustwording steeds mee worden geconfronteerd. Het mooie van de stellingname van de Paus en de Kerk is dat er zo een nieuwe, aanvullende spiegelende kracht en basis van reële reflectie is ontstaan van wereldformaat, naast:
- de onhoudbare speculatieve machtspositie van banken en overheden over de rug van hun bevolking (Paus: ” iedere mens beschouwen als een subject dat nooit kan worden gereduceerd tot de status van een object”)
- de positionering van de Verenigde Naties als bewezen onmacht in de handen van de territoriale machthebbers rond de zogeheten “gouden driehoek” of “triple helix” van het gemanipuleerde materialisme (overheid, bedrijfsleven en wetenschap),
- de vele gefragmenteerde verenigingen, stichtingen en coöperaties zoals de Club van Rome, Euro-SPES, Greenpeace, Stad van Morgen, enz die werken aan alternatieven vanuit het menselijke of ecologische en holistische belang.
De mogelijke verschillen van mening die allerlei mensen er op na houden worden door de Paus erkend in een uiteenzetting van het begrip “epistemologie“. Hierin aanvaardt hij openlijk het debat wat kennis en geloof nu werkelijk is, hoe het tot stand komt en dat daarin vele verschillende interpretaties mogelijk zijn. Daarmee legitimeert hij juist de leer van kerk als krachtige optie in een wereld van discussie, verwarring, angst en onwetendheid. Ook hierin sluiten we ons aan bij de openheid van deze Paus die verschillende opvattingen niet uitsluit maar vooral uitnodigt ze te benutten naar dat hogere gemeenschappelijke verduurzamingsdoel van het leven en mens-zijn dat we delen met elkaar.
Waarom is de kerkelijke stellingname belangrijk?
De theologische leer kijkt heel anders tegen de werkelijkheid aan dan het korte termijn karakter van politieke en economische hiërarchische belangen. Lange tijd heeft deze kerk zich echter vastgehouden aan haar oude belerende dogma’s die door de huidige individualistische samenleving matig tot niet werden geaccepteerd. Dat had tot resultaat dat de kerk afbrokkelde en steeds minder steun kreeg in de “rijke landen” waarbij het heilige bestaansrechtelijke begrip van God en Geloof was vervangen door Geld en Genoegen. Alleen in de armere landen toonde de kerk zich nog invloedrijk door de boodschap van verlossing, hoop, steun en troost.
Paus Franciscus I is Jezuïet. Dat wil zeggen dat hij normaliter afziet van een machtspositie en zich vooral concentreert op kennisvergaring en hulpverlening. Het feit dat hij het ambt van Paus heeft aanvaard kan gezien worden als uitzonderlijk en een uiting van een persoonlijke pastorale hulpopdracht voor de wereldbevolking én de kerk om zich in te zetten voor de eisen van deze tijd. Door deze opdracht helder en met modern taalgebruik te verwoorden, niet nadrukkelijk verwijzend naar kerkelijke dogma’s maar inspiratie leverend vanuit inzicht en argumentatie, sluit de Paus weer aan bij de gigantische beweging die in de wereld plaats vindt. Hierin treffen we veel passie en gedrevenheid met veel menselijk leed dat onmiddellijk onze aandacht verdient, inclusief de aanpassing of integrale vervanging van het stelsel dat nu zoveel leed en onbalans veroorzaakt. De Paus en zijn wetenschappelijk gefundeerde onderbouwing legt zo een vernieuwend theologische basis gebaseerd op moderne inzichten en empathische betrokkenheid bij de huidige tijd. De kerk transformeert zo weer van een dogmatische hiërarchie die een bepaalde moraal oplegt naar een hulpstructuur die middels kennis en inzichten uitnodigt tot het ethische leer en aanpassingsproces dat zo hard nodig is en van binnenuit de bevolking zelf dient te ontstaan. De oude masculine macht die de kerk vertegenwoordigde en ook tot zoveel misstanden heeft geleid (zoals het veel besproken misbruiken van kinderen, of de uitsluiting van de vrouw in de kerkelijke hiërarchie) lijkt nu te worden doorbroken om de weg vrij te maken naar de beoogde faciliterende en dienstbare autoriteit die een bepaalde kijk op de evolutie en de gedragsontwikkeling van de mens beschrijft en uitnodigt tot permanente reflectie. Daarmee lijkt de kerk weer aansluiting te vinden bij de moderne bevolking, ook in de “materieel rijke en moreel arme” delen van de wereld.
In die context heb ik vorig jaar al een uitnodigende brief geschreven naar de Paus om de wereldwijde infrastructuur en het pastorale kennisnetwerk van de RK kerk te benutten als potentiële, redelijk onafhankelijke (niet onderdeel van de gouden driehoek) sustainocraten in lokale complexe missies. De reactie middels een encycliek, in algemene zin, schept een verwijzingsbasis voor de groei van initiatieven van de Stad van Morgen, net zoals we kunnen verwijzen naar andere gefundeerde inzichten die onze missie onderbouwen. Samenwerking blijft moeilijk omdat de Paus uitnodigt tot reflectie en verantwoordelijkheid name, net zoals wij dat deden met onze congressen in 2009 en 2010, o.a. door de partijen die nu “onderdeel van het probleem in plaats van de oplossing” hierop te wijzen. Hij positioneert de kerk nadrukkelijk als spiegelende kennis-instantie en hulpverlener maar niet als kartrekker van de transitie zoals wij dat hebben verkozen in 2010 met de start van AiREAS en STIR Academy.
Er wordt veel moeite gedaan om de RK kerk niet over te laten komen als een politieke of economische structuur. Ook daarin herkennen wij ons daar de initiatieven van de Stad van Morgen zich plaatsen boven korte termijn politieke en economische belangen vanuit integrale universele menselijkheid en verduurzamende lange termijn ontwikkeling met korte termijn prioriteiten. Het is gebleken dat uit de multidisciplinaire co-creatie activiteiten van de Stad van Morgen nieuwe houdbare politieke en economische stromingen ontstaan waar de deelnemers dankbaar gebruik van maken. Dat maakt de Stad van Morgen tot een zichzelf opheffende katalysator, verbonden aan wereldwijde op te lossen issues, iets wat de RK kerk niet kan en mag doen wegens haar lange termijn reflecterende karakter en positionering. Als we dit zelfbewuste onderscheid verder doorvoeren kunnen we kijken naar de 3 niveau’s die theologische worden beschreven als “de architectuur van het menselijke samen-leven” van waaruit de encycliek ook is beschreven.
De 3 niveaus:
De gelaagdheid die wordt aangedragen bestaat uit drie kernprincipes van de menselijke samenleving:
- Het fundamentele niveau van de motiveringen. Dit niveau geeft een beeld van het dagelijkse functioneren van de mens om zich te voorzien in de basisbehoeften door zelfbewuste interactie met de omgeving. De vraag komt in ons op “waarom doen we wat we doen?” en “wat levert het op?”
- Het bestuurlijke niveau van de afspraken die we maken over het samen leven in een maatschappij.
- Het overwegende niveau van de reflectie over gewetens-vraagstukken.
Door te praten over niveaus wordt een hiërarchie gesuggereerd waarin het fundamentele niveau vooral “doe” gerelateerd is (bevolking), het bestuurlijke niveau dit “doen” relativeert binnen een maatschappelijke context (bureaucratie) en het overwegende niveau topdown het “zijn” spiegelt voor evolutionaire aanpassing van vooral de tussenliggende bestuurlijke laag. Dat is in ieder geval één van de interpretaties die ik eraan geef ook al sluit dit de andere mogelijkheden, waar ikzelf de voorkeur aan geef, zeker niet uit. De hiërarchie vanuit deze benadering legt een reflecterende verantwoordelijkheid bij het bestuurlijke niveau, uitgaande van een maatschappelijke werkelijkheid waarin zowel het overwegende als bestuurlijke niveau dienstbaar is aan het fundamentele. De consequenties van het doen leveren met terugwerkende kracht een reflectie op over het zijn met aanpassing tot gevolg.
Door de niveau’s op deze manier te plaatsen in maatschappelijke context kunnen we relatief gemakkelijk de analogie doortrekken naar de huidige remediale duale maatschappijstructuur (economisch belang van -over-consumptie en het belasten van consumptie voor het bestrijden van de effecten ervan). Het mogelijke theologische ideaalbeeld van een zelf-reflecterende en zichzelf corrigerende maatschappij vanuit de 3 niveaus behoort niet meer tot deze (huidige) werkelijkheid. Dit toont de Paus ook door onder andere de nadruk te leggen op de zinsnede ” iedere mens te beschouwen als een subject dat nooit kan worden gereduceerd tot de status van een object”.
Door de mens als object (consument) te beschouwen wordt het dienstbaar aan de hiërarchie in plaats van andersom. De bestuurlijke middenlaag heeft de overhand genomen, blokkeert het gewetensniveau en ontneemt de menselijke basis haar levensfundament, allemaal uit materialistisch eigenbelang. Dit is een “omgekeerde wereld” die we weer terug dienen te draaien willen we de balans terugvinden die we wereldwijd zijn kwijtgeraakt.
Daarin ligt nu juist de moeilijkheid.
Het “fundamentele” is uit het bewustzijns-totaalplaatje van het huidige georganiseerde materialisme verdwenen en wordt alleen nog beleefd door de groeiende hoeveelheid noodlijdende mensen die hun basisbehoeften niet meer in kunnen vullen door de verloren bestuurlijke en overwegende verbinding met de essentie van het leven. Degenen die in de wereld van schijnzekerheden (volle supermarkten, energie uit het stopcontact, water uit de kraan, uitkeringen en pensioenen) hun leven invulling geven zijn het contact met het fundament kwijt geraakt. Zij leven veelal in angst dat men juist de schijnzekerheden kwijt raakt waardoor men zich via geldafhankelijkheid laat manipuleren door macht en gewetenloosheid. Zo ontstaat een maatschappij zonder ziel, zonder fundament, zonder geweten. In feite is deze maatschappij al dood.
Geen hiërarchie maar levensproces
Een andere kijk op de 3 niveaus is die van het levensproces in plaats van hiërarchie. Net als de Paus ziet de Stad van Morgen het gezin als de basis uiting van een maatschappijvorm. Hierin komen alle generaties en belangen evolutionair tot uiting, inclusief de overdracht van leerprocessen, samenlevingsnormen en het spanningsveld van de permanente aanpassingsbehoefte aan een transformerende omgevingswerkelijkheid. Hier bestaat wel een verdeling van verantwoordelijkheden maar geen hiërarchie. De kern van de gezinssamenleving is sociale cohesie, taakverdeling en productiviteit rond het in stand houden van het menselijke levensfundament. Het bestuurlijke én beschouwelijke (overwegende) is onderdeel van de invulling van het fundament, een permanente feedback over welzijn, risico’s en keuzes voor harmonie en vooruitgang. In deze kern komt tot uiting wanneer men met anderen concurreert of met elkaar een hoger doel formuleert dat noopt tot samenhang en co-creatie. Het fundament is leidend, wordt gevoed door het geweten en beschermt door het bestuurlijke, zonder hiërarchie, uitsluitend gedeelde verantwoordelijkheden. Dit zijn de levende communities, zelfbewuste, duurzaam vooruitstrevende samenlevingen die de uitdagingen van deze tijd kunnen beschouwen, aanvaarden en meenemen in de levensprocessen.
Conclusie
Uit bovenstaande blijkt dat het leven en levensfundament is verdwenen uit de maatschappijvorm gebaseerd op materialisme en kapitalisme. De 3 theologische niveaus bestaan niet meer omdat het fundament van het leven is vernietigd door de mens als object te plaatsen in een geldgedreven wereld. Het is daarom ook geen maatschappij, geen samen-leving meer. Om een werkelijke maatschappij terug te krijgen dienen we op zoek te gaan naar het fundamentele niveau van de subjectieve motivatie en individueel weer te ontdekken waar het écht om gaat. Dan zijn we in staat om ook het geweten te raadplegen en onszelf te besturen door normering gebaseerd op verantwoordelijkheid, reflectie en gefundeerde, bestaansrechtelijke keuzes. De Paus geeft dit alles een theologische basis, de Stad van Morgen geeft het praktische handen en voeten door gedrag, kennis, bestuur, innovatie en geweten met elkaar te verbinden en projectmatig een levensvatbare maatschappij te vormen rond concrete thema’s die er fundamenteel toe doen. Iedereen die vindt dat ie leeft en wil leven kan eraan meedoen.