Een bos sleutels in je zak, wie denkt er nog over na? Het is de normaalste zaak van de wereld. Maar is dat zo? Realiseren we ons de luxe van “onze sleutels”?
Tijdens een van onze COS3I bijeenkomsten, samen met Vluchtelingenwerk, kwam een Syrische vluchteling met zijn verhaal. Hij was gevlucht uit een oorlogsgebied met angst voor zijn eigen leven. Alles wat hij bij zich had waren enkele schamele bezittingen, de kleding die hij droeg en niet veel meer. Voor het eerst in zijn leven moest hij in opvangruimtes slapen tussen enkele honderden andere vluchtelingen.
Hij werd meerdere keren verplaatst naar nieuwe opvangcentra. In een ervan kreeg hij een sleutel in zijn handen geduwd. Het gaf toegang tot een kastje waar hij persoonlijke spullen in kon opbergen. Iets wat wij als onbenullig en vanzelfsprekend ervaren werd voor hem na lange tijd zijn eerste plekje van intimiteit. Die vierkante centimeters waren ZIJN rijk en rijkdom. De sleutel werd een relikwie, een symbool van de beveiligde “Ik” in een agressieve, onbetrouwbare wereld.
Hij werd naar Nederland getransporteerd en kwam in een asielzoekerscentrum terecht. Daar kreeg hij weer een sleutel, dit keer voor een eigen kamer. Voor het eerst kon hij weer zijn persoonlijke privacy ervaren en zich terugtrekken in zijn eigen kleine domein. Dankbaarheid overviel hem. Een eigen kamer bevestigde zijn identiteit, zijn innerlijke en uiterlijke ik. Een erkenning waar hij zijn eigenwaarde aan kon ontlenen.
Hetzelfde gebeurde met een Palestijn die eerst vluchtte naar Syrië en daar statenloos moest verblijven. Ook uit Syrië moest hij vluchten en kwam in na veel omwentelingen in Nederland terecht. Vol trots en dankbaarheid laat hij zijn (tijdelijke) ID kaart zien. Zijn eerste ID kaart!!!! Het is een symbool van “bestaansrecht” voor velen. Een symbool dat je ergens bij hoort.
Uiteindelijk liet onze hoofdpersoon de een a laatste sleutel zien. Hij had een huis toegewezen gekregen. Van niks naar kast, toen naar kamer en uiteindelijk naar eigen huis! Dat was emotioneel een openbaring. “Als ik naar de hemel ga wil ik een groot plakaat maken bij God met daarop in grote letters DANKJEWEL NEDERLAND” vertelt hij met tranen in zijn ogen en een bosje sleutels in zijn hand.
De laatste sleutel is een fietssleutel. Hij komt uit een berggebied in Syrië en had nog nooit gefietst. Hier fietst iedereen. Om het te leren ging hij midden in de nacht oefenen om niet op te vallen en zich niet te hoeven schamen. Hij leerde fietsen, werd een paar keer bijna aangereden omdat hij verkeersregels verkeerd haf begrepen, maar voelt zich rijk door de grote actieradius nu van zijn bereik. Zijn fietssleutel heeft voor hem de Eindhovense wereld geopend.
De volgende keer als we onze eigen sleutel pakken laten we eens stilstaan bij de luxe en betekenis ervan. Niet iedereen in de wereld heeft dit helaas. Dank aan onze Syrische nieuwe buren realiseren we ons hoe dankbaar we mogen zijn.
In veel landen is het heel normaal om woning maar ook.slaapkamer delen met
Anderen. Ik heb mijn hele leven niet anders gedaan. Nog nooit een kamer of kast voor mijzelf gehad.