Geluk is maakbaar

In onze huidige maatschappij zijn er zoveel financiële verplichtingen ontstaan waar bar weinig persoonlijke wederkerigheid tegenover staat dat vele mensen er radeloos, boos en ongelukkig van worden. Ons gangbare rechtssysteem is gebaseerd op solidariteit met financiële verplichtingen en steunt daarbij de contractuele inhoud van dienstverleners, banken, belastingen en verzekeringen die als monopolie-structuren opgelegd worden aan de bevolking. Als we niet aan de wettelijk opgelegde verplichtingen voldoen dan worden we middels incasso-bureau’s achtervolgt tot in den treuren met bijbehorende extra incasso en rente kosten, bij voorbaat verloren rechtszaken en onethisch machtsvertoon door inbeslagname van boedel, huisvesting of uit huis plaatsing.

Keuzevrijheid is systeemgericht. Dat wil zeggen dat we bijvoorbeeld mogen kiezen tussen verzekeringsmaatschappijen die allen precies hetzelfde functioneren, maar niet tussen verschillende vormen van voorzieningen zoals zorg voor elkaar zonder betalen. We mogen formeel democratisch kiezen tussen politieke kleuren maar niet paradigma’s (democratie of sustainocratie). Dat is een belangrijke tekortkoming en beknotting in onze natuurlijke vrijheden in onze maatschappij. Wij voelen ons gevangen als slaaf in een netwerk van verplichtingen zonder alternatieven.

Als biologische mens zijn wij vrij om zelf onze maatschappij in te richten. Uiteindelijk is een maatschappij een groepsvorm die de deelnemende individuen van zekerheden moet voorzien door als groep te functioneren. Als de maatschappelijke sturing een eigen vorm aanneemt, waardoor de groep niet meer als zodanig functioneert uit betrokkenheid maar verplicht bijdraagt aan uitsluitend het systeembelang, dan is er geen sprake meer van een maatschappij maar van een bedrijf, slavernij of dictatuur. Wij dienen ons dan te bevrijden van dit bedrijf om samen weer een echte maatschappij te gaan vormen. Dat is ons natuurlijke evolutionaire recht. Als het rechtssysteem van de mens de natuurlijk evolutie in de weg staat dan moet het menselijke rechtssysteem wijken. Zo niet dan is het verwijtbaar voor moord of chaos want evolutie gaat uit van leven door aanpassing aan de omstandigheden. Als de evolutie geblokkeerd wordt dan ontstaat er dood of spanningen die leiden tot opstand of afzondering. Zij die zich hier geen raad mee weten voelen zich al snel angstig, radeloos en diep ongelukkig.

Stad van Morgen nodigt sinds 2009 uit om vreedzaam en zelfbewust over te stappen naar een nieuw maatschappijmodel, Sustainocratie genaamd. Het is een vorm van samenredzaamheid door met elkaar de kernwaarden van het evolutionaire leven tot stand te brengen en te onderhouden. Zo nemen wij door natuurlijke keuzevrijheid afstand van de maatschappijvorm die de mens heeft ingelijfd als slaaf en zelf als bedrijf onterecht in plaats van onze maatschappij is gaan functioneren. Binnen een echte maatschappij draait alles om de deelnemende mens en niet om geld. Zodra het andersom is dan is er sprake van hiërarchische bedrijfsvoering.

Stad van Morgen nodigt de mens procesmatig uit om kennis te maken met de bevrijding, de waarden-gedreven cocreatie en de maakbaarheid van geluk. We zetten kernwaarden-gedreven coöperaties op en nodigen iedereen geheel democratisch uit om een keuze te maken, eerst op mens niveau en dan toe te passen op de functie die men bekleedt in het creëren van toegevoegde waarde in onze Sustainocratie. Als men, ook bestuurders, samen met ons werkt dan voelt men zich gelukkig, is men zinnig bezig en deelt in de waardecreatie. Daarom groeit het alternatief terwijl het oude steeds noodlijdender wordt.

Stad van Morgen organiseert ook geluksbelevingen, coaching en begeleiding van bestuurders en organisaties die zich gevangen voelen en graag de maatschappelijke werkelijkheid willen ervaren. Geluk is maakbaar maar dan dienen we als men en maatschappij de functioneren, niet als bedrijf.

Wanneer is het tijd voor leiderschap?

In onze menselijke reactie op omstandigheden zien we over het algemeen 4 fasen. Pas de laatste fase omvat het besef dat iets structureel dient te veranderen. Elk van de fasen heeft geheel eigen kenmerken. We zien ze in onze privé sfeer, in het bedrijfsleven en zelfs nu ook de hele maatschappij

Fase 1: Het waait wel over
Dit is de fase waarin we bewust zijn dat er iets is gebeurd maar dat wordt gezien als incident dat niet voor herhaling in aanmerking komt en derhalve niet verder aandacht verlangt. Als voorbeeld kunnen we de tiener aanwijzen die thuiskomt en vraagt “Pap, wanneer heb jij je eerste sigaret gerookt?”. Je kunt er donder op zeggen dat de tiener met een sigaret heeft geëxperimenteerd. Dat wil nog niet zeggen dat ie meteen nicotine verslaafd is. Het hoort bij de zoektocht naar de eigen identiteit en met een beetje geluk neemt de tiener zelfstandig afstand van een vieze mogelijke verslaving.

In het bedrijfsleven merken een omzet dipje. Als we echter de verhalen horen van de commerciële afdeling dan is er geen enkele reden tot paniek. Het is een tijdelijk dipje.

De luchtvervuiling die voortkomt uit onze levensstijl en politiek economische sturing ligt onder de door de politiek economische gestelde norm. Uiteindelijk gaan er meer mensen vroegtijdig dood aan roken, teveel eten en een ongezonde levensstijl. Lokale activisten over luchtvervuiling kunnen eenvoudig vanuit de politieke nuance en ontkenning worden gebagatelliseerd.

Fase 2: Reactief
Wanneer een probleem zich herhaalt dan gaan we erop reageren met maatregelen. Ons kind wordt herhaaldelijk gepest op school. Eerst lieten we het z’n beloop als incident maar bij herhaling gaan we toch in gesprek met de ouders van de pestende kinderen, de kinderen zelf en de school. Hetzelfde geldt voor de rokende tiener. Als deze ineens met pakjes sigaretten thuiskomt gaan we toch even in gesprek of dit allemaal wel zo verstandig is? Misschien stellen we wel eisen zoals “thuis wordt niet gerookt!”.

Binnen het bedrijfsleven is het terugvallen van de omzet aanleiding tot reactieve maatregelen in de vorm van extra marketing campagnes, kortingen en de zoektocht naar nieuwe marktgebieden voor dezelfde producten. De commerciële afdeling komt onder druk te staan. De directie gaat extra letten op de performance en zich bemoeien met het personeel en de klanten.

Het luchtvervuilingsprobleem blijkt hardnekkig en we nemen regulerende maatregelen vanuit de overheid om het probleem te bestuderen. Wetenschappelijke studies worden opgezet om vooral aan te tonen dat we iets serieus nemen. De gezondheid zorg ontwikkelt medicijnen en kostbare programma’s voor de mensen die lijden onder long of hart en vaat problemen. De maatschappij blijft gewoon functioneren maar het probleem wordt erkend en opgenomen in een reactief beleid.

Fase 3: Preventief 
De volgende stap in bewustwording is aan de orde wanneer het besef komt dat een probleem bedreigend is voor de stabiliteit en ontwikkeling van de mens, het gezin, het bedrijf of de maatschappij. Men gaat over tot het nemen van preventieve maatregelen. Voor onze voorbeelden geldt dan zoiets als:

  • De tiener krijgt minder zakgeld om te voorkomen dat ie sigaretten koopt. Het kleinere zusje wordt eerder aan banden gelegd om te voorkomen dat deze ook gaat vroegtijdig gaat experimenteren door het voorbeeld van de tiener.
  • De gepeste kleine wordt omringd door mensen die toezicht trachten te houden om te voorkomen dat er toch weer gepest wordt.
  • Het bedrijf ziet zich in een verliesgevende situatie terecht komen en reageert met preventieve maatregelen door kosten te gaan besparen. De directie gaat heisessies doen om te redden wat er te redden valt. De commerciële organisatie wordt gehalveerd maar moet toch proberen dezelfde omzet te blijven halen.
  • De overheid gaat preventieve maatregelen nemen die luchtvervuiling dienen te voorkomen of aanpakken. Regelgeving wordt geïntroduceerd met bijbehorende controle mechanismes en bureaucratie. Kosten lopen op.

Fasen 1 tot en met 3 gaan uit van de beheersbaarheid van een bestaande situatie waarin, door middel van maatregelen de oude bekende situatie weer stabiel en normaal gemaakt kan worden. We zien echter gaandeweg dat er een crisis ontstaat. De hoeveelheid aandacht voor het probleem groeit en gaat op een gegeven moment de hele situatie overheersen. Het is relatief gemakkelijk te duiden dat er een moment komt dat de situatie onhoudbaar is geworden. Dan gaat men over tot drastische proactieve verandering.

Fase 4: Proactieve verandering
De proactieve verandering gaat uit van een hoger doel dat de integrale situatie overziet en een transitie weergeeft tussen een oude en nieuwe werkelijkheid. Dit is een intense situatie waarin men risico’s gaat nemen door de oude situatie te verlaten en een nieuwe op te bouwen. Waar fase 1 tot en met 3 nog in de sfeer van management lag doen we nu aanspraak op ons leiderschapsvermogen.

Het gepeste kind veranderen we van school en omgeving. De rokende tiener sturen we 3 weken op kampt waar niet gerookt mag worden.

Het bedrijf introduceert een totaal nieuwe innovatieve productlijn of her-positioneert zich in een totaal nieuwe marktomgeving, veelal met de verandering van de directie.

De overheid stapt over op een nieuw maatschappij model waarin luchtvervuiling niet getolereerd wordt en men proactief stuurt op zorg voor gezondheid en innovatie in plaats van reactief op gezondheid-zorg en regelgeving rond behoud.

Constant in ons leven aanwezig
In een gezinssituatie met opgroeiende kinderen zien we dat we met enige regelmaat de fasen doorlopen. In het bedrijfsleven is deze cyclus minder snel maar toch zeker eens in de 7 jaar te constateren. In de algehele maatschappij zien we dat de cyclus zo’n 50 jaar in de slag neemt. Telkens zijn er overduidelijke signalen dat we over dienen te stappen op een proactieve benadering maar conservatieve management culturen drijven vaak de situatie op de spits waardoor crisissen langer duren en soms een nieuw paradigma niet mogelijk blijkt zonder eerst een enorme chaos te moeten doorstaan. Hoe langer of trager het duurt des te moeilijker het is om aanspraak te maken op leiderschap als het nodig is. In de maatschappij van geldafhankelijke consumptie ontstaan ook nog eens veel belangen rond kostbare reactieve en preventieve maatregelen die ook bij gaan dragen aan het verzet tegen verandering.

Met de kennis van nu over deze cyclussen is het helemaal niet meer nodig dat er crisissen ontstaan. We kunnen met enige eenvoud de fasen meetbaar maken en tijdig management en leiderschap met elkaar afstemmen. Stad van Morgen heeft deze kennis geborgen in onze STIR Academy waarmee we bedrijven, overheden, gezinnen en individuen kunnen helpen met bewustwording en acties in hun leiderschap processen in een vroegtijdig stadium en op een gestructureerde wijze.

 

Prioriteit gebiedsontwikkeling, wat kiest u?

Rijk Dommel en Aa (400.000 inwoners)

Op 18 April kwamen een 60 tal mensen bij elkaar in het Designhuis van Eindhoven om met elkaar fase 2 van gebiedsontwikkeling “groen – blauwe ruit”, ook Rijk Dommel en Aa genoemd, in te vullen volgens de Sustainocratische werkwijze. Fase 1 hadden we op 2 maart gedaan door met elkaar vanuit het hoger doel van gezondheid naar het gebied te kijken en ideeën te opperen.

De uitdaging werd extra complex omdat ook de bestuurlijke agenda van het gebied met de werkwijze werd gecombineerd. Daardoor werden de aandachtsgebieden die op 2 maart sustainocratisch werden gekozen uitgebreid met de dossiers waar de overheid mee werkt. Omdat we voor onszelf geen enkele uitdaging uit de weg gaan werd ook nog eens het Visie 2070 onderzoek van de TU/e studenten eraan toegevoegd. Dit gaat niet over kernwaarden noch dossiers maar over trends. Drie verschillende onderbouwingen en manier van kijken naar de werkelijkheid in één middag. Uniek, complex, verwarrend en dynamisch tegelijkertijd. Inspirerend voor de één, totaal onmogelijk voor de ander. Helemaal volgens de tijdgeest waarin we leven.

20160418_161232
Tafels in multidisciplinair gesprek over project mogelijkheden

Stap 3

Vanuit Stad van Morgen perspectief werden 5 tafels gecreëerd die 2 keer met elkaar konden zoeken naar innovatieve projectvoorstellen die breed multidisciplinair gedragen konden worden. Stap 3 is dat iedereen in het beoogde gebied meedoet door samen prioriteiten te kiezen tussen de voorstellen. Het voorstel of de voorstellen die het grootste multidisciplinaire draagvlak krijgt wordt uitgewerkt tot project met investering van middelen, commitments en mensen. Doet u mee? Het gaat er om dat u keuzes maakt voor projectvoorstellen waar u een persoonlijke of professionele bijdrage aan kunt leveren. Dit is de stand van zaken dat uit 18 april is gekomen:

1. Mobiliteit en gezondheid
Projectvoorstel a: gegevens verzamelen in de regio over positieve en negatieve mobiliteit in relatie tot gezondheid.

Projectvoorstel b: meetinfrastructuur ala AiREAS (www.aireas.com) uitrollen om het onzichtbare zichtbaar te maken.
2. Natuur en recreatie
Projectvoorstel a: scholen en jongeren actief betrekken via studie, sport en andere programma’s
Projectvoorstel b: uitnodiging tot het uitproberen van innovaties die bij bewezen resultaat als export product gaan dienen.
Projectvoorstel c: Brabant beweegt gezond in gezonde lucht https://www.youtube.com/watch?v=DH9snH_azOk
3. Wonen en gezondheid
Projectvoorstel a: Proefgebied creëren waar experimenteren met sociaal contactontwikkeling prioritair is
Projectvoorstel b: Wonen/werken en mobiliteit dichter bij elkaar brengen, op elkaar afstemmen
Projectvoorstel c: Piramide Stad icoonproject http://www.piramidestad.nl/
4. Voedsel en Landbouw
Projectvoorstel a: Proeftuinen creëren waarmee we met voedseltransitie kunnen experimenteren
Projectvoorstel b: Bewustwordingsprogramma organiseren (misschien met voorstel a)
5. Water en Energie
Projectvoorstel a: Verticaal verloop water in Rijk Dommel en AA creëren en benutten voor opvang water, energie opslag en opwekking,
Projectvoorstel b: De verticale ruimte van de stad benutten voor water/energie en levend groen.

Meedoen kan eenvoudig door te reageren op deze blog met:

  • Uw keuze(s) – bijvoorbeeld 2a  en 5b…..
  • Uw naam   
  • Wat uw concrete bijdrage zou kunnen zijn?
  • Wat u terug verwacht (wederkerigheid) uit uw deelname en inzet?
  • Uw motivatie

Bij een nieuwe maatschappijvorm horen andere instrumenten

Van arbeid naar participatie
De omschakeling van een arbeid naar participatie maatschappij verlangt tevens dat de bestuurlijke instrumenten die we hanteren zich aanpassen. Gesalarieerde arbeid was bijvoorbeeld een uitstekende basis voor een reguleerbare, controleerbare en belastbare ambtelijke financiële wereld binnen een gesalarieerde en contractuele arbeidscultuur. Ongeveer een derde van de Haagse schatkist is ervan afhankelijk. Het vangnet instrument van sociale uitkeringen, die de financiële overbrugging van een arbeidscontract naar een ander dient te faciliteren als ertussen een periode van werkloosheid zit, heeft prima werk verricht. Maar het systeem is vooral geschikt als er voor de hele maatschappij voldoende contractuele werkgelegenheid is en werkloosheid een uitzondering, niet de regel. Zo niet dan wordt het voor de bestuurders een enorme kostenpost die zowel bureaucratisch als belastingtechnisch de pan uitgroeit. Voor de deelnemers aan de vangnetprogramma’s wordt het een frustrerend knellend dwangbuis van oude regels die allerlei nieuwe sociaal innovatieve opties in de weg staan en het menselijke creatieve reactievermogen teniet doet met alle gevolgen van dien.

Van democratie naar Sustainocratie
De “participatie maatschappij” kan vanuit vele gezichtspunten worden uitgelegd. De mens als burger participeert namelijk altijd. De context van participatie is echter belangrijk. Doet men mee als bezoldigd deelnemer of deelneemster aan arbeidsprocessen? Of als vrijwilliger die onbezoldigd iets bijdraagt? Of door maandelijks verplicht op een uitkering te wachten om dan weer een lading postzegels te kunnen kopen voor de nieuwe ronde verplicht CV’s versturing?

Of doet men mee als pionier door te werken aan een maatschappelijke transitie naar iets nieuws?

De participatie maatschappij in de context is van de Stad van Morgen geeft betekenis aan een evolutionair nieuw maatschappijmodel dat resoneert met menselijke kernwaarden in plaats van geld en belastingen. De maatschappelijke belasting is inzet en talent, niet geld of schuld. Er ontstaat een samenwerking tussen de belangrijke pilaren van de mens aangestuurd door de mens, niet het systeem. Deze pilaren die samenwerken met dit evolutionair burgerschap zijn de overheid, het innovatieve ondernemerschap en onderwijs. Het is nieuwe wereld van waardecreatie en de onderlinge verdeling ervan.Het blijkt een geheel andere maatschappij waarin men participeert dan de oude. Er ontstaat een spanningsveld tussen twee werelden.

De deelnemende werknemers en bestuurders van participerende instellingen zijn bezoldigd in een beloningsstructuur. Ze krijgen van hun instelling de ruimte om (experimenteel) mee te kunnen doen aan de vernieuwingsprocessen en waardecreatie. Daarmee zit men in twee werelden.

Voor de participerende burgers ligt dat anders. Die zijn niet bezoldigd. We doen mee vanuit wederkerig eigenbelang, uitgedrukt in geld en-of waarde. Men heeft de vrijheid om mee te doen omdat men in de oude maatschappijvorm geen enkele kans meer heeft om zichzelf nuttig te maken. De sturing van geld is geblokkeerd en het vangnet is ontoereikend of de bijbehorende druk onmenselijk. Men zoekt een nieuwe weg door zich te laten sturen door iets anders, een bezieling waar wél mogelijkheden in te vinden zijn. Zich laten sturen door menselijke kernwaarden kan dan vanuit de mens maar ook vanuit het institutionele systeem. Hoe vinden we een juiste balans zonder dat de vernieuwing geschaad wordt terwijl de pioniers zowel institutioneel als persoonlijk daarin zich kunnen ontwikkelen? Dat doen we door instrumenten aan te passen.

Nieuwe of aangepaste instrumenten
We kunnen stellig een aantal aannames nu hard maken:

  • Door de nieuwe psycho-sociale bewustwording vindt een enorme gedrag en keuze omslag plaats op zowel bestuurlijk institutioneel niveau als bij de burgers.
  • Deze omslag resulteert in een nieuwe sociaal innovatieve benadering rondom de invulling van de daadwerkelijke kernwaarden van ons menselijk bestaan. De toepassing van wetenschap en technologie in deze aangepaste maatschappelijke context zorgt voor geheel nieuwe pionierswereld en bijbehorende emerging market impuls.
Dood of leven
De échte participatie maatschappij is een evolutie, geen revolutie, met een nieuwe economische cyclus mits deze kan doorbreken.
  • Deze opkomende markten en innovaties verlangen een andere samenstelling van de sociaal economische werkelijkheid, de beloning en bestuurlijke betrokkenheid.
  • Deze opkomende markten hebben ook de inzet van mensen nodig dat veel verder gaat dan vrijwilligerswerk. Er is een geheel nieuw leerproces bij van toepassing voordat deze ontwikkeling ook gaat behoren tot de economische handelswereld. De inzet is voorhanden maar vooralsnog geblokkeerd.

De oude vangnetinstrumenten kunnen omgezet worden als brug voor de maatschappelijke transitie tussen werkelijkheden, inclusief aanpassing van het bestuur en het instrumentarium, in plaats van persoonlijke transitie tussen arbeidcontracten.

Enkele oplossingen

Multidisciplinaire cocreatie
Het aanvaarden van Sustainocratie als beter sturingsinstrument dan de gangbare geldafhankelijke democratie is niet altijd even gemakkelijk. Maar sturing vanuit een kernwaarde zoals “gezondheid” is moeilijk te negeren door de belangenpartijen als we vervuiling zien die de mens beschadigt. Bestuurders zijn ook mensen en vaak voldoende opgeleid en op leeftijd dat het psychosociale bewustzijn ook hen heeft geroerd. Maar de gangbare overheersende geldafhankelijke democratie heeft argumenten van buiten nodig om te komen tot nieuw structuren. Samenwerking vanuit deze nieuwe kernwaarden levert zowel de vooruitgang op als de argumentatie voor een geweldloze transitie en aanpassing tussen systeeminstrumenten.

Participatie Fonds
Samen met het regio bestuur van een gebied creëren we een Participatie Fonds. We definiëren `participatie´ dan vanuit het sustainocratische gedachtegoed van menselijke kernwaarden. Dit fonds is gericht op de inzet en het ontwikkelen van talent in de nieuwe, zich ontpoppende bewustwording en innovaties. Vanuit dit fonds trekken we geschikte én beschikbare mensen. Bijvoorbeeld mensen die nu in de Bijstand zitten. De Bijstand wordt door hetzelfde bestuur gemanaged. Het vangnet blijft voor de deelnemers hetzelfde qua maandelijkse steun maar de omringende afspraken zijn geheel anders. Men wordt meegenomen in unieke processen waar men een nieuwe professionele identiteit mee op kan bouwen. De zogenaamde emerging markets, binnen de kaders van de maatschappelijk transitie op gebied van structurele verduurzaming, worden gaandeweg opgebouwd en geconsolideerd in de opkomende economie waardoor de deelnemers op termijn uit het Participatie Fonds verdwijnen en opgenomen worden in de reguliere bezoldigde of ondernemende maatschappij.

Het opzetten van een Participatie Fonds is niet zo moeilijk als we overeenstemming krijgen over de onderbouwing. Uiteindelijk hevelen we mensen én middelen over uit de Bijstand naar het Participatie Fonds. Het geld blijft hetzelfde alleen de omringende factoren niet. De enige weerstand die we ontmoeten is van bestuurders die tijdelijk belang hechten aan hun Bijstand dossier en de bijbehorende wetgeving in plaats van het scheppen van de (experimentele) ruimte scheppen voor de vernieuwende fondsvorming en uitvoering.

Het Participatie Fonds kan zich daarbij ontwikkelen tot een regionaal multidisciplinair Innovatie Fonds als eenmaal ook die dynamiek aanvaard wordt door ondernemerschap als vaststaande aanpak van permanente, waarden-gedreven innovatie. Daar participeren straks ook de pensioenfondsen in, ondernemers via Royalty’s, Europees geld voor regionale verbinding, enz. Men aanvaardt verandering als constante zonder groeiprocessen te schaden zolang die niet schadelijk zijn.

Nieuwe waarde-eenheid
Het huidige geldsysteem zit verweven in een dynamiek die nog stamt uit het industriële tijdperk. Daarom wordt een schroefjes aandraaiende arbeider wel beloond en een zorgzame alleenstaande moeder met kleine kinderen niet. Binnen de context van “waarden” is de een actief in het geldsysteem en de ander binnen de natuurlijke menselijke kernwaarden. Het begrip “waarde” is toe aan herziening, net als het bijbehorende waardecreatieproces en beloningssysteem. Veel mensen houden zich bezig met uiterst professioneel vrijwilligerswerk omdat er geen beloningsstructuur aan is verbonden. Of omdat geldbeloning eenzijdig is gestructureerd.

Het huidige geld is veelal gebaseerd op een transactiemodel, de uitwisseling van producten of diensten waarbij ook geld als dienst wordt neergezet, altijd als schuld niet als middel. Producten noch diensten zijn het onderpand, tenzij het om vastgoed gaat, maar je arbeidsvermogen in de oude gesalarieerde werkelijkheid wél. In een arbeidsrelatie krijg je een salaris als beloning. Je kunt dan een schuld aangaan ten opzichte van toekomstige beloningen, mits deze contractueel gegarandeerd zijn. In de nieuwe participatie maatschappij gaat het echter om waardecreatie. Bij creatie van de waarde bestaat deze waarde dus nog niet  want anders zou je het kunnen kopen. Zo ontstaat door de participatie in plaats van handel.  Het is daarom een ander soort economie, de Transformatie Economie. Een waardecreatie proces kost moeite, talent, inzet en verwacht een resultaat. Dat resultaat is een winst die niet altijd economisch is zoals in het geldsysteem maar een echte tastbare waarde vertegenwoordigt in maatschappelijke, menselijke of milieu begrippen. In de Sustainocratie van de Stad van Morgen hanteren we zelfs het 4 x winst principe. 3 x winst in waardecreatie en 1 x winst in het economische handelsverkeer of de kostenbesparing als de waarde eenmaal bestaat. De waarden die gecreëerd worden zijn dan niet meteen uit te drukken in geld maar wel in verdeelbare belangen. Een waarde-eenheid die we aan waardecreatie koppelen kan dan gepositioneerd worden als verdeelsleutel in plaats van handelsmunt. Een voorbeeld.

Denk even aan voedselproductie. Het bewerken en bemesten van de grond, het zaaien en verzorgen van het voedsel en de groei ervan heeft gewoon tijd nodig voordat de waardecreatie in de vorm van voeding kan worden geoogst en verdeeld. Men kan de gerelateerde arbeid economiseren en verrekenen met de toekomstige afzet van het voedsel in de handelsdynamiek. Men kan ook de arbeid waarderen als inzet en vervolgens een verdeelsleutel toepassen wanneer het voedsel beschikbaar is.

Hetzelfde geldt voor de Piramide Stad. Door er samen aan te bouwen met een overvloed aan woningen kan de deelnemer een woning krijgen door inzet en deelnemen aan het bouwproces en verdeling van de overvloed van verkoopbare extra woningen.

Stad van Morgen heeft de filosofie al vaker uitgedragen middels de AiREAS, de Gunst en andere initiatieven. Als instanties niet meedoen vanuit overtuiging dan komt het niet van de grond. Kortom, het blijft belangrijk dat er over waarde en waardeverdeling consensus komt die buiten de macht van banken, verzekeringen en centrale overheden vallen.

Van gezondheid-zorg naar zorg voor gezondheid
Dit is ook zo´n enorme omslag waarin bewustwording en transitie van ons instrumentarium tot spanningen maar ook enorme kansen leidt. Gezondheid-zorg is reactief. We tolereren vervuiling en een levensstijl die ongezondheid bevorderd en zetten er een kostbaar systeem tegenover die de problemen dient op te lossen als ze zich voordoen.  Met het gevolgd dat de mens en haar omgeving zodanig is aangetast dat we het met geld niet meer op kunnen lossen en we het risico lopen als biologische soort te verdwijnen of hele zware schade op te doen waardoor al ons welzijn verdwijnt.

Zorgen voor gezondheid is een proactief vernieuwende en innovatieve aanpak waarbij wij als mens en maatschappij ons het vooralsnog abstracte begrip van gezondheid moeten leren eigen maken en vormgeven ten behoeve van onze evolutie en overlevingsmechanisme vanuit bewustwording.

Conclusie
Als onze oude instrumenten niet meer de gewenste resultaten opleveren dan moeten we bereid zijn ze aan te passen. Dat gaat niet meteen maar stap voor stap door twee systemen, oud en nieuw, naast elkaar te aanvaarden en de transitie zich organisch te laten voltrekken door zelfbewust keuzes te maken. De belangrijkste transitie van het instrumentarium is de bestuurlijke. Deze is georiënteerd rond oude politiek economische belangen die de vernieuwende transitie volledig in de weg staan door conservatieve krachten. Het aanvaarden van een nieuwe, om te beginnen externe sturing, kunnen nieuwe politieke en economische belangen ontstaan waaraan men governance gaat relateren en het proces gaandeweg overneemt. Behoud en verandering gaan alleen samen als ze elkaar aanvaarden als belangrijke bouwstenen die met elkaar in balans dienen te zijn. De motivatie van behoud en die van verandering levert een permanent en noodzakelijk spanningsveld op dat als ecosysteem zorgt voor elkaar. Stad van Morgen staat aan de kant van waarden-gedreven verandering en helpt het bestuurlijke zich te vernieuwen door instrumentverandering en transities te onderbouwen voor bestuurlijk behoudontwikkeling van waarden die er toe doen.

Sustainocratie is geen politieke partij maar een maatschappijvorm

Natuurlijk komt alweer de vraag naar voren of “ik” mij verkiesbaar wil stellen voor burgermeesterschap Eindhoven? Enerzijds komt dit door het schijnbare onvermogen van de gemeenteraad van Eindhoven om te komen tot een raadscommissie die de opvolger van burgemeester Rob van Gijzel moet selecteren en de kandidaten voorstellen. De politieke verdeeldheid die dit tijdperk kenmerkt is geen enkele basis voor consensus. De huidige burgemeester komt uit een oud politiek nest maar heeft zich ontpopt tot iemand die met nieuwetijds denken zich populair heeft gemaakt maar zich vaak sterk belemmerd lijkt te voelen in het keurslijf van de Haagse en partij verzuiling. De Eindhovense gemeenteraad is slechts een weerspiegeling van een situatie die onhoudbare proporties heeft aangenomen. Hoe kan daaruit nog een burgemeester voortkomen?

Anderzijds komt de vraag uit kringen die in Sustainocratie een oplossing zien voor de vele uitdagingen waar we als stad en wereldwijde gemeenschap voor staan. Aangezien ik in Eindhoven veelal het voortouw neem als ervaringsdeskundige in een maatschappelijke werkwijze die ikzelf al experimenterend heb doen ontstaan, samen met de inzet van zoveel stadsgenoten en bestuurders, ziet men in mij ook een vorm van democratische optie van volksvertegenwoordiging. Aangezien men denkt in termen van de oude democratie, met haar partijprogrammas en belangen leiders, is het niet zo moeilijk om Sustainocratie ook als “partij” te zien en het leiderschap naar voren te schuiven.

Wezenlijke verschillen
Sustainocratie is net als Democratie gebaseerd op de vrijheid van meningsuiting en keuze. Het zijn twee overkoepelende begrippen die een soort levensformule vertegenwoordigen. Democratie is ook geen politieke partij hooguit de basis voor politieke stromingen. Wat Sustainocratie juist karakteriseert is dat niet het democratisch eigenbelang stuurt maar de wetenschappelijk onderbouwde duurzame natuurlijke kernwaarden van ons menselijke bestaan en evolutie. In Sustainocratie debateren we niet over politieke economische belangen of richting maar over kernwaarden gedreven prioriteiten in multidisciplinaire cocreatie.

Het huidige bestuurlijke stelsel is volledig gebaseerd op het democratisch clusteren van het individuele eigenbelang in partijprogramma’s. Elke individue in een democratie kan zo kijken welke partij het eigenbelang het beste behartigt. Daar wordt men lid van om ook in de mogelijke bestuursverdeling mee te delen. Of men kiest erop tijdens verkiezingen. Partijbelang staat boven het menselijke belang. Toen er nog een twee partijen stelsel was pingpongde de maatschappij tussen deze uitersten, populair rechts of links gedoopt. Nu is men echter zo genuanceerd geworden dat er gefragmenteerde belangen via allerlei partijen hun eigen versnipperde stem laten horen. Consensus is steeds vaker onmogelijk. De tijd is aangebroken dat er weer bestuurlijke cohesie komt. Dat verlangt een evolutie in onze denkwijze en structuren. Vrijheid is te vrijblijvend geworden waardoor eigenbelang het hoogste woord voert met het gevolg dat er een enorme hiërarchie is ontstaan rond de enige oudtijdse kernwaarde die ons nog bindt: geld. Maar geld is een onnatuurlijk gemanipuleerd menselijk principe en bedenksel zonder echte waarde. Het wordt door beperkte kringen gemanaged via een schuldsysteem waar macht aan wordt ontleend. Gekoppeld aan eigenbelang ontstaat de huidige situatie van verschillen, morele blindheid, structurele afhankelijkheid en despoten-gedrag op geldgedreven leiderschap niveau.

Sustainocratie is wezenlijk anders
Binnen Sustainocratie clusteren wij niet rondom democratisch eigenbelang maar multidisciplinair rondom universeel onderbouwde kernwaarden van de mens. Wij hebben geen partijen maar project en resultaat gedreven multidisciplinaire clusters rondom het regionale en algemene belang van de duurzame ontwikkeling en het welzijn van de mens. De evolutionaire richting staat vast, de democratische multidisciplinaire clusters gaan over prioriteitstelling in het cocreëren en waarborgen van de kernwaarden in een aldoor veranderende omgeving.

“De overheid” in een democratie is een uitvoeringsorganisatie binnen een politiek economisch gefragmenteerde werkelijkheid. In Sustainocratie is het gezaghebbend rondom het faciliteren van optimale infrastructuur en buitengewone diensten vanuit gemeenschapskapitaal in een concreet territorium. Uit datzelfde kapitaal worden prikkelende innovaties bekostigd die meetbaar bijdragen aan de regionale ontwikkeling van de kernwaarden samen met innovatieve ondernemers, sociaal betrokken wetenschap en scholen, en een nieuwe versie van participatief burgerschap.

Als de stad Eindhoven integraal zou overstappen op Sustainocratie dan zou de positie van de burgemeester zich manifesteren als kaderbewaker van het menselijk belang vanuit de Sustainocratische kernwaarden. Dat is iets wat ik nu al doe als tafelvoorzittende Sustainocraat in AiREAS en de andere sustainocratische clusters. De gemeenteraad zou omgezet worden tot vertegenwoordiging van de dynamische clusters van multidisciplinaire waardecreatie middels samenwerking. Sustainocraten vormen een overleg commissie om onderling de processen af te stemmen en versterken. De raadsvergaderingen gaan dan over het evalueren van de bereikte resultaten en de mogelijkheid om deze uit te vergroten. Er wordt gestuurd vanuit participatie, kernwaarden, gelijkwaardigheid, doelgerichtheid en waardeverdeling.

De juridische samenhang transformeert van controle en reguleringsmechanisme naar een solidariteit principe vanuit inzet en talent, gebaseerd op de waardekolom van cocreatie en verdeelsleutels. Schuld houdt op te bestaan. Overvloed is de basis. Het basisvermogen van de gemeente is haar gemeenschap. Door samen de kernwaarden te waarborgen en verdelen ontstaat cohesie, betrokkenheid en harmonie. In deze situatie is zelfs een participatiefonds denkbaar waaruit iedereen een basisinkomen geniet maar ook structureel bijdraagt aan de gemeenschap. Talent, Inzet en Resultaat bepaalt de Wederkerigheid, niet macht, belastingen, schuldbekentenissen en georganiseerd eigenbelang.

Aangezien Sustainocratie nog niet algemeen aanvaardt is als alternatief voor de democratie is burgemeesterschap een schijnbare utopie ook staan beide werkelijkheden naast elkaar in de maatschappij en wordt Sustainocratie steeds meer gesteund, ook in bestuurlijke kringen. Het wordt zelfs gezien als evolutionair. Het zal daarom niet vreemd zijn dat gaandeweg het niveau 4 gebiedsontwikkeling, het participatie model van Sustainocratie zich uitvergroot totdat het algemeen in het gebied van toepassing is. Het is slechts een kwestie van tijd en het goede voorbeeld.

Icoon project sustainocratisch wonen en werken

Piramidestad

In regio Brabant zijn we steeds op zoek naar icoon-projecten, ofwel betekenisvolle projecten met pit, karakter, uitstraling en aantrekkingskracht. Dit dient passend te zijn in het gedachtegoed van co-creatie rond kernwaarden zoals bijvoorbeeld de Health Deal die we samen aan het formuleren zijn.

20160310_151818.jpg

Een van de grootste uitdagingen waar ook deze regio voor staat is huisvesting binnen de context van samen-redzaamheid. Stad van Morgen kan zich goed vinden in de filosofie van 75 jarige architect Aad Breed. Deze bestaat uit fundamenteel een aantal algemeen aanvaardde principes:

  1. De wereldbevolking groeit nog steeds en deze groei (en bestaande bevolking) heeft behoefte aan een woning, voeding, water, en gezonde leefomgeving.
  2. De mensen trekken naar steden wegens de schijnovervloed die een aantrekkingskracht heeft, maar ook omdat in ruimtelijk opzicht de stad de beste mogelijkheden biedt tot efficiënte samenleving en diensten.
  3. De mens heeft echter ook betrokkenheid nodig bij de invulling van de eigen behoeften.
  4. Het speculatieve kapitaalsysteem is uit de tijd en veroorzaakt gigantische vervuiling, armoede, vluchtelingen en vele andere problemen. De steden die uit dit systeem zijn ontstaan of doorontwikkeld zijn asociaal, duur, kwetsbaar, gevaarlijk en niet (meer) bestand tegen de eisen van deze tijd.
  5. In de Stad van Morgen is het basisvermogen in een gebied de mens met haar de inzet, bewustzijn en creativiteit
  6. De Stad van Morgen wordt dan ook door multidisciplinaire cocreatie, Sustainocratie, gebouwd of getransformeerd, niet door projectontwikkelaars of banken.
  7. We zijn steden aan het transformeren maar gaan er nu ook een bouwen!

De Piramide Stad
Deze heeft inderdaad de vorm van een piramide maar wordt ook gerealiseerd vanuit het Piramide Paradigma van 4 x winst (maatschappelijke, ecologische, gebruikers en economische winst).

20160310_151810.jpg

Vier van deze vierkantjes kunnen worden gecreëerd op een oppervlakte van 200 m2 en huisvesten 1000 mensen per vierkant in ruime 4 persoons-woningen. Men kijkt altijd uit over een veld zo groot als een voetbalveld waar men zelfvoorzienend producten kan verbouwen of recreatie kan beoefenen. Verderop kijkt men naar de immense natuur van enkele kilometers die de piramide omringt.

Binnen in de piramide zitten de algemene voorzieningen, zoals afvalverwerking, energieopwekking, zorgsystemen, verbindende transport elementen, enz. Op de laagste laag wordt voedsel volgens de modernste technieken verbouwd. Daar bevinden zich ook winkeltjes en diensten. De hele gemeenschap is betrokken bij de waardecreatie en verdeling ervan onderling. De hele stad is samenvoorzienend in een circulaire economie en waardesysteem.

Deze piramidestad wordt opgebouwd door de huidige lokale werklozen en eventuele vluchtelingen. In 3 jaar tijd is het gereed en krijgt elke deelnemer 1 lastenvrije woning volgens eigen specificatie en positie. Maar men heeft 3 keer zoveel gebouwd. Die overvloed wordt verkocht of verhuurd en de extra middelen zorgen voor de aflossing van de investering en een basisinkomen voor de oorspronkelijke bouwers die tegelijkertijd zorgen voor de productiviteit in en rond de piramide.

Op een oppervlakte van Eindhoven kunnen zo 12 Miljoen mensen worden gehuisvest in cohesie en samenhorigheid met minimale ruimtelijke belasting en overvloed aan natuurlijke bronnen erom heen.

Beginnen met een kleine piramide op een oppervlakte van enkele 100den vierkante meters kan een icoon worden voor de regio, een proof of principle voor een nieuwe manier van huisvesting en participatie maatschappij.

Houten is een Stad van Morgen

Op 5 maart werd ik gevraagd om tijdens Proeftuin Houten uit te leggen hoe Sustainocratie functioneert door middel van de Stad van Morgen voorbeelden FRE2SH en  AiREAS. De middag was multidisciplinair co-creatief opgezet door betrokken Houtense mensen van verschillende achtergrond. Persoonlijk voel ik mij bij het Houtense proces van verduurzaming betrokken dankzij de warme ontmoeting met Houtense wethouder Jocko Rensen vorig jaar toen hij de moeite nam om naar Eindhoven te komen om de energie te proeven van de multidisciplinaire co-creatie van ons. Marc Faber is burger in Houten en is al sinds het prille begin betrokken bij de processen van de Stad van Morgen. Door het bestuurlijk contact kon ook een link worden gelegd met Marc als potentiële lokale sustainocraat. Uiteindelijk kan ik zelf onmogelijk verantwoordelijkheid nemen voor sustainocratische processen in Houten. Dat dient lokaal te gebeuren, door mensen uit Houten zelf en volgens de prioriteiten van en energie in de regio. Sustainocratisch Eindhoven en ikzelf kunnen hooguit inspireren en onze ervaring ter beschikking stellen over de kaders en werkwijze van het niveau 4 eco-systeem maar de inkleuring en innovatie moet 100% lokaal ontstaan.

20160305_120249.jpg
Burgemeester Wouter de Jong van Houten en een van de organisatoren doen de aftrap
20160306_104738.jpg
Een intensief programma vol Houtens initiatieven

Tot mijn verrassing was een intensief middagprogramma georganiseerd met betrokkenheid van het voltallige bestuurlijk team van Burgemeester en Wethouders die de hele middag aanwezig waren. Heel transparant en openhartig werd met elkaar de verbindende dialoog opgezocht met boeiende presentaties van een grote diversiteit aan vernieuwing.

Mijn eerste opvolg contact met Houten, na het bezoek van de wethouder aan Eindhoven, was de Krachtfabriek geweest en kennismaking met Houten Kantelt, de eerste een initiatief om mensen met een arbeidsprobleem een plek te geven om zich weer zelfstandig en onder begeleiding te ontplooien middels workshops, gefaciliteerde creatieprocessen, enz. Deze krachtfabriek bevond zich ergens in een verlaten schooltje in een wijk en had nog geen prominente plek in Houten maar gaf wel de positieve energie weer van een ontkiemende beweging die op gang kwam. Houten Kantelt was initiatief van Hendrik Jaap Batenburg die allerlei verduurzamingslijnen samen trachtte te laten smelten, een beetje zoals Stad van Morgen dat trachtte te doen in 2009.

Nu, een jaar na die kennismaking, constateer ik tot mijn grote genoegen én verrassing dat die beweging uitgegroeid was tot een bruisende diversiteit van initiatieven op alle fronten van aandacht. Het enige wat ik nog miste was die duidelijk verbindende rol van multidisciplinaire cocreatie richting natuurlijke kernwaarden. De kernwaarden waren in gefragmenteerde vorm alom aanwezig maar vormden nog geen geheel. Dat is ongetwijfeld de volgende stap. De proeftuin fase gaf ruimte aan het ontstaan van een diversiteit aan initiatieven, de zogeheten bewustzijn-gedreven creatie, allemaal op zichzelf staand, kwetsbaar maar ook allemaal even passievol en gedreven neergezet.

20160305_160857.jpg
Hendrik-Jaap, initiatiefnemer van Houten Kantelt presenteert de portal HIP van Houten waar alle initiatieven zich kunnen verzamelen

Dat bleek ook tijdens de sessie van Annette de Vries die de uitdaging poneerde dat in 2018 20% van alle voedsel dat in Houten wordt geconsumeerd ook lokaal wordt geproduceerd. De meningen waren meteen verdeeld. De spanning tussen benodigde massaproductie om een stad te bedienen en de kleinschaligheid van samen-redzaamheid leidde al snel tot veel discussie en stellingnames die niet tot verbinding kwamen.  Op het einde kwam rust toen ik de FRE2SH aanpak verbond met multidisciplinair samenwerken vanuit het hogere doel van samen-redzaamheid in een breder perspectief dan alleen de gefragmenteerde werkelijkheid van voedsel. Door verschillende belangen te combineren onder een regional cocreatie paraplu konden ook investeringen worden geoptimaliseerd en energie worden gebundeld dat elkaar niet bijt (bijvoorbeeld voedsel productie en recreatie met mobiliteit). De gedachten om dit alles met alle stakeholders samen in een coöperatieve vereniging te organiseren rondom een Sustainocraat en met directe betrokkenheid van de 4 x O’s: overheid, onderwijs, ondernemers en omgeving (mens en natuur) bleek de groep te inspireren.

20160305_131618.jpg
De weg van de goede intenties naar een zichzelf voedend gebied

Dit multidisciplinaire proces kwam ook weer ter sprake tijdens de ontmoeting met de burgemeester en wethouder. De zorgpunten waar de bestuurders mee worstelen zijn vaak gebiedsoverstijgend waardoor de vraag gesteld wordt waar de verantwoordelijkheid in eerste instantie genomen dient te worden? Ik vertelde hen dat we dit in Eindhoven ook hadden doorgemaakt toen het over luchtkwaliteit ging. Zelf verantwoordelijkheid nemen op stadsniveau voor het aandeel van het probleem dat de stad toekomt maakt de onderhandeling met de omgeving veel krachtiger. Die opvatting was in Eindhoven doorslaggevend geweest om bestuurlijke steun te krijgen voor AiREAS. In feite zien we dat maatschappelijke innovaties ergens in de maatschappij ontstaan en pas doordringen tot de lokale bestuurlijke werkelijkheid als tastbaar bewijs zichtbaar wordt. De stad is daarom vaak de eerste graadmeter van structurele verandering waarna de hoger gelegen hiërarchie pas aan de beurt komt. Voor passievolle bestuurders is het vaak lastig om de balans te vinden hierin, zeker als men posities in alle bestuurslagen heeft bekleed. Zo wilde de wethouder mijn positie als verbindend Sustainocraat op niveau 4 gebiedsontwikkeling verwarren met “ego” in plaats van initiatiefnemer. Dat is een logische redenatie van iemand die gewend is om een bestuurlijke rol in een hiërarchie te spelen en nu bewust moeite doet om op de achtergrond te treden waardoor er maatschappelijke ruimte ontstaat voor zaken zoals de proeftuin. Zo’n ruimte heeft echter alle tendens om uit te monden in chaos als er geen nieuwe richting de ruimte in beslag neemt. Die richting wordt in Sustainocratie bepaald door de natuurlijke kernwaarden: gezondheid, veiligheid, samenredzaamheid, basisbehoeften (voedsel, water en lucht) en zelfbewustzijn. Deze kernwaarden zijn een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van allemaal samen. Daarom ontstaan de dynamische clusters die voorgezeten worden door de lokale Sustainocraat om zo het noodzakelijke gevoel van gelijkwaardigheid te krijgen.

De wethouder wordt zo partner aan de cocreatie tafel en niet de sturende factor. Het is dan gemakkelijk de Sustainocraat te verwarren met een nieuwe bestuurlijke rol in plaats van vertegenwoordiger van een kernwaarde als hoger gemeenschappelijk doel. Dat is een leerproces van loslaten en het laten ontstaan van een nieuwe rolverdeling waar we allemaal doorheen gaan, overal.

Houten is rijp voor een fundamentele keuze vanuit innerlijke waarden die de robuustheid en onderbouwing van de identiteit van Houten de komende decennia gaat bepalen. De Sustainocratische kernwaarden geven richting waar bijvoorbeeld Gezond Houten een geheel eigen invulling aan geeft dat proeftuin overstijgend is. Binnen dat kader constateerden we samen twee innovatiestromen waar multidisciplinair innovatief op kan worden ingezet:

  • Houtense AiREAS: Luchtkwaliteit, gezondheid en mobiliteit
    • Basisinfrastructuur voor meten lokale luchtkwaliteit
    • Incubator Houtense innovaties voor betere lucht en mobiliteit
    • Verbinden van Houtens initiatieven op gebied van sport, roeiwedstrijd, activiteiten met ouderen
    • Het nieuwe werken, flexplekken, distributie, enz
  • Houtense FRE2SH: Samen-redzaamheid in integrale productiviteit basisbehoeften en kwaliteit van leven (water, voedsel)
    • Voedselbehoefte verbinden aan lokale productiviteit
    • Betrokkenheid creëren met kwaliteit
    • Cirkelgedachten uitwerken – centraal Lokaal Houten, dan omtrek fietsafstand (15 km), elektrisch vervoer afstand (50km) enz
    • Ruimtelijke organisatie afstemmen op basisbehoeften voedsel, water
    • Innovatie richten op circulair gebruik (afval) enz

Houten is ook klaar om met elkaar een of meerdere icoon-projecten te starten die de uitstraling van Houten bepalen voor de toekomst en de cohesie onderling smeedt door het creatievermogen dat ontstaat te verbinden aan een inspirerende ruimtelijke structuur. Daarom vind ik Houten een echte Stad van Morgen met alle ingrediënten die nodig zijn om kwetsbaarheid om te zetten in eigen kracht.

Brabantse Health Deal

Keuze 2
Keuzes maken

In Brabant en de rest van de wereld is een psychosociale transitie gaande die het algemene begrip “gezondheid” sturend op de agenda zet van gebiedsontwikkeling. Deze transitie is steeds sterker zichtbaar op vele fronten waar mensen en instanties zich ondernemend inzetten met gezondheid als leidraad. Het raakt alles wat betekenisvol is in onze samenleving, van tastbare dingen zoals voeding, voedselproductie, gebruik van grondstoffen, landschapsbenutting, productiviteit, verdeling van producten, financieringsmodellen, waardesystemen en de herontwikkeling van de stedelijke vormgeving maar ook de vernieuwende relatie stad en platteland. Tot de ontastbare zaken zoals het bewustzijn, (multi)cultuur, gedrag, onderwijs en omgangsvormen. Het is een trend die zich in sneltreinvaart ontwikkelt en niet te stoppen is. Dit wordt gekenmerkt als een maatschappelijke “evolutie”, een nieuwe economische Kondratiev cyclus, een niveau 4 gebiedsaanpak, een Sustainocratie.

Deze breed gedragen evolutie is spectaculair want het geeft betekenis aan het herformuleren van onze zekerheden. De vorige fase van onze maatschappelijke en bestuurlijke manier van doen stamt uit het begin van de 18e eeuw, geformaliseerd in het begin van de 19e eeuw, nadat we Napoleon hadden verslagen. Het heeft ons veel vooruitgang gebracht maar tekent zich nu af op weg naar een afgrond. Deze algehele bewustwording vertaalt zich in de verlegging van onze route door keuzes te maken. Gaan we door als vanouds? Dan storten we in een afgrond. Zetten we de wissel om? Dan bouwen we aan nieuwe zekerheden maar wel via een gemeenschappelijk gedragen keuze en commitment. Het bestuur van onze maatschappij kan daarin niet achterblijven. Initiatief wordt nu ook bestuurlijk genomen om deze transitie te borgen in een nieuw beleid-elan. Dat maakt de tijd waarin we leven een van de meest uitdagende en boeiende ooit.

Dood of leven 0
Deze keuze hebben we in Brabant al gemaakt. We gaan voor leven vanuit bewustzijn en creativiteit. Gezondheid is daarin sturend. Dit moeten we alleen nog formaliseren.

Daarom beklinken wij op 22 maart nogmaals onze Brabantse Health Deal, deze keer door ook het regionale bestuur uit te nodigen zich bewust en met hun toebedeelde autoriteit in te gaan zetten voor deze nieuwe werkelijkheid en routeplan. Dat doen we door samen en met alle belangenpartijen de commitment uit te spreken om alle onze sociale, economische en politieke keuzes primair te gaan toetsen aan innovatie met gezondheid als doel. Dit commitment doen we samen.

Dood of leven 3
Dit doen we allemaal samen (burgers, overheid, onderwijs en ondernemers)

Betrokken zijn de vele gemeentes in Brabant, de provincie, de vele waarden gedreven ondernemers, zorg voor gezondheid instellingen, betrokken burgers, onderwijs en wetenschap. De gezonde maatschappij is per slot van rekening een multidisciplinaire cocreatie.

De volgende mijlpalen zijn:

  • 22 Maart – Health Deal gemeenschappelijk erkennen en formaliseren als wisselkeuze met bijbehorende transitie en inzet van beschikbare middelen. Geef aan beneden als u mee wilt committeren.
  • 28 juni – BrabantStad – verbinden van beleidstafel overleg (mobiliteit, voedseltransitie, enz) met deze multidisciplinaire vooruitgang
  • 22 juli – De Brabantse Health Deal wordt getekend
  • Oktober 2016 – Dutch Design Week – podium en feest voor alle mooie voorbeelden vanuit gezondheid en gezonde gebiedsontwikkeling en ondernemerschap die in Brabant zichtbaar zijn en zich krachtig manifesteren.

Meedoen?  Mail even: jean-paul.close@stadvanmorgen.com

De gunst als waarde-eenheid

Stel u nu eens voor dat we de gunst aan elkaar als waarde van samenredzaamheid gaan beschouwen en dit structureren in een wijk, buurt, straat of dorp. Hoe zou dat kunnen werken?

We gaan ervan uit dat iedereen in een gemeenschap wel wat kan bijdragen aan anderen in diezelfde gemeenschap. Een gunst verlenen. Er zijn heel veel gunsten denkbaar. Van het zetten van koffie voor wat oudere, eenzame mensen, een praatje houden met een zieke, boodschappen doen voor die jonge moeder die op de baby moet passen, een zelf verbouwde krop sla weggeven, of een handvol sperzieboontjes, aardappels, een bosje bloemen. De hond uitlaten, even op de kinderen passen, helpen met witten, de tuin doen, de auto wassen, hondenpoep opruimen of zwerfafval inzamelen en weggooien in de container. We zouden iets kunnen helpen schouwen of dat moeilijke fornuis aan de achterkant een keer schoon komen maken. Allemaal van die kleine dingen die het leven voor de ander én onszelf zoveel aangenamer of gemakkelijker maakt.

Maar we zijn zelf ook mens en kunnen ook wel eens een gunst gebruiken. Als we nu eens gemiddeld uitgaan van 3 gunsten per dag voor iedereen in de wijk, die door iedereen op hun eigen manier worden opgebracht en aan elkaar wordt gegund. Dan hebben we het over zo’n 100 gunsten per persoon per maand. In een buurt waar 200 mensen wonen is dat een vermogen van 20.000 gunsten. Meestal is dat vermogen onzichtbaar, onbenut en ook nog eens slecht verdeeld. Er zijn mensen die altijd voor een ander klaarstaan terwijl anderen niet eens om een gunst durven vragen maar er enorm veel behoefte aan hebben. Vele anderen zijn zo druk en in de stress dat ze af en toe wel eens een beroep op een ander zouden willen doen maar niet weten hoe. Als de gunst echter gemeenschappelijk gedragen wordt dan kan men er ook zonder gene mee om gaan.

Als we de “Gunst” tastbaar en zichtbaar maken dan hebben we een grote pot van 20.000 Gunsten elke maand beschikbaar in de buurt. Die verdelen we onder de 200 buurtbewoners, ieder 100 Gunsten. Elke keer als men een gunst ontvangt van een andere wijkbewoner, spontaan of door erom te vragen, geeft de gunstgever 1 van zijn 100 Gunsten terug aan de grote pot. Daarna kan men hij of zij nog 99 gunsten geven. Degene die de gunst heeft weggegeven mag natuurlijk zelf ook gunsten ontvangen op precies dezelfde manier. Zo behouden we gelijkwaardigheid en gelijke verdeling van de beschikbare gunsten. En de gunst blijft in de sfeer van de geefcultuur. Het is de kunst om alle gunsten aan het einde van de maand weer terug te hebben in de pot zodat de volgende maand de cyclus weer door kan gaan. Dan zijn er 20.000 gunsten verstrekt in de buurt en is de buurt erdoor verrijkt vanuit samenredzaamheid.

Buurtproductiviteit kan op deze manier gestimuleerd worden door tastbare en ontastbare zaken met elkaar te combineren. Denk bijvoorbeeld aan het samen verbouwen en verdelen van voedsel in de buurt. Het beschikbaar stellen van de tuin voor voedselteelt is een gunst, het meehelpen planten, wieden, oogsten of verwerken is ook een gunst. Het samen koken en opeten ook. Zo zou het gunstvermogen in de wijk het geldvermogen voor een deel kunnen ontlasten (wat we samen kunnen creëren hoeven we niet te kopen) zodat ook het besteedbare geldvermogen in de buurt groter wordt. Het zelfregulerende vermogen van de gunsten kan basisvoorzieningen zodanig beschikbaar maken dan behoeftige mensen in hun belangen worden voorzien via de gunstpatronen die afgestemd kunnen worden op dat wat leeft in de buurt. Iedereen doet mee. Als iemand Gunsten over houdt aan het einde van de maand kunnen we ons afvragen waarom deze persoon onvoldoende gunsten heeft weggegeven? Misschien te druk, afgezonderd, eenzaam of ziek? Misschien weet de persoon niet eens wat hij of zij als gunst bij zou kunnen dragen terwijl iedereen zoveel talent heeft om te delen.

Er ontstaat een vorm van buurt-medeleven of empathie in de vorm van zorg voor elkaar. Zelfs de Gunstadministratie kan als gunst worden beschouwd. Als er veel behoefte is aan voedselgunsten dan zal er meer aandacht aan voedselproductie en verdeling worden besteed. Als er meer gunsten nodig zijn op gebied van ouderenhulp of eenzaamheid bestrijding dan zal het gunstenpakket zichzelf daar naar toe reguleren.

Zo wordt de Gunst circulair vermogen en een token van mensgerichte waardecreatie met zelfregulerende kwaliteit van leven en sociale cohesie als hoogste doel. Belangrijk in het proces is dat de Gunst eenheid in een afgebakend gebied zich laat kenmerken en organiseren zodat de gemeenschap zich eromheen gaat identificeren. Het gebied dient zo klein te zijn dat er een persoonlijke band kan ontstaan die het onpersoonlijke individualisme doorbreekt. Maar ook groot genoeg dat er voldoende diversiteit aan inzetbaar gunsttalent en vermogen is om zich gaandeweg te structureren rond de verschillende behoeften die het gebied en bevolking kenmerken. Aangezien de Gunst een intermenselijke daad is van liefde en betrokkenheid kan deze overal worden uitgevoerd alsof het een basisinkomen betreft van barmhartigheid en maatschappelijke cocreatie.

Kiezen tussen leven en dood

Het STIR avondcollege van 17 februari ging over fundamentele keuzes maken. De mens karakteriseert zich door haar creativiteit en zelfbewust intelligentie. Daardoor zijn we geworden wat we zijn, een levende soort die zich omringt met spullen die ons welzijn aan aanzien verschaffen. We zijn in feite een soort wonder van de natuur omdat in dat creatievermogen wij niet worden overtroffen door andere soorten. Daarom willen wij ook wel geloven dat we geen natuurlijke evolutie zijn maar dat er ergens een hogere macht ons deze krachten heeft gegeven.

Tegelijkertijd zijn we tegenwoordig ook erkend als de 6e oorzaak van massavernietiging van leven, inclusief onszelf, sinds het ontstaan van de Aarde. Dit tijdperk van vervuiling, misbruik van grondstoffen en onze natuurlijke bronnen, de concurrentieoorlogen en manipulatie rond geldgedreven belangen, deze algehele vernietiging van leven door de mens, heeft een eigen naam: het Anthropocene.

Dood of leven 0

Alles verwijst naar het industriële tijdperk dat sinds het introduceren van de stoommachine ons in staat heeft gesteld massaal gebruiksartikelen te gaan produceren. Die artikelen hebben grondstoffen nodig die vaak voortkomen van levende soorten (planten en dieren) die we daarvoor dood moeten maken. Doordat de beloningsstructuur van arbeid in de fabrieken niet in natura maar met geld werd afgehandeld ontstond een geldgedreven cultuur van economische groei enerzijds en economische afhankelijkheid anderzijds. Binnen die economie werd consumeren van dode producten een belangrijke drijfveer maar ontwikkelde ons bewustzijn en creatievermogen zich niet meer om balans te houden met onze natuurlijke omgeving.

Het industriële tijdperk ontwikkelde sterk vanuit bijvoorbeeld de textiel industrie met groot gebruik van katoen, een natuurlijke grondstof. De enorme toename van behoefte aan katoen en de verwerking ervan ging gepaard met een gigantische toename van landschapsvernietiging en vervuiling.

Een ander voorbeeld is de vleesindustrie die ons in onze voedselbehoefte voorziet. Nederland is een van de grootste vleesproducten ter wereld en heeft er een intensieve industriële productie van gemaakt. Voer voor de beesten komt veelal uit Zuid Amerika waar belangrijke bosgebieden worden gekapt om plaats te maken voor veevoer productie. De massaproductiviteit en consumistische levensstijl, zonder algemeen bewustzijn over de consequentie, heeft ons een gevoel van rijkdom gegeven ten kosten van het leven op Aarde. Dit gebrek aan bewustzijn zien we ook terug in de voedselverspilling.

Als we de economische pieken aanschouwen die we sinds dit industriële tijdperk hebben meegemaakt dan constateren we dat de pieken vooral werden veroorzaakt door nieuwe vormen van mobiliteit die de handelsbelangen in bereik deden groeien. Globaliseren was het gevolg. Gecombineerd met een enorme groei van de wereldbevolking werd de geldgedreven economie rond handel in dode spullen de oorzaak van onze massavernietiging. Verstedelijking is slechts een afspiegeling van deze drang naar consumptie van de dood. Steden zijn bolwerken van cement, asfalt en glas met een beeld van overvloed in winkels en supermarkten zonder de zelfvernietiging zichtbaar te maken. Wat de mens niet ziet of voelt hoort niet tot onze werkelijkheid waardoor we geestesdood raken zoals het cement dat ons omringt.

Dood of leven

Maar de introductie van internet en persoonlijke computersystemen hebben ons massaal toegang gegeven tot kennis. De vele verstoringen van de wereld, die zich uiten via massale migraties van vluchtelingen, grondstofschandalen, uitingen van financiële hebzucht en macht, enz. bereiken het collectieve bewustzijn. Gaandeweg bouwt de massavernietiging zich verder op maar ook een nieuw psychosociaal bewustzijn.

De onterechte kapitaalinjecties na de kredietcrisis heeft de wereldwijde cyclus van de dood gerekt en de massale omslag afgehouden. Bijbehorende positieve consequentie was dat initiatieven zoals Sustainocratie (niveau 4 gebiedsontwikkeling) zich in argumentatie en bewijsvoering verder konden verstevigen. Hoe robuuster het antwoord op het stimuleren en heractiveren van ons creatieve zelfbewustzijn en vermogen tot een evolutionaire aanpak des te sneller de ommekeer wereldwijd tot stand komt, zonder de bijbehorende traditionele tussenfase van wereldoorlogen of volkerenmoord.

Dood of leven 2

In de Stad van Morgen hebben we de evolutionaire keuze dus al gemaakt en focussen met succes of de winst van kernwaarden van het leven zelf die we niet kunnen kopen maar wel creëren en onderling verdelen in echte en veilige overvloed. Tijdens het tweede deel van de avondinspiratie maken we een lijstje van de multidisciplinaire co-creatieprojecten waar we mee bezig zijn:

  • AiREAS – gezonde stad Eindhoven, Breda en Helmond
  • AiREAS – gezonde airport – airport dicht 2 weken
  • AiREAS Turkije via Erasmus+ en BdT
    • Ankara – kindvriendelijke stad
    • Soma – luchtvervuiling van deze mijnstad
    • Izmir – gezonde havenstad
  • FRE2SH Turkije
    • Malatya – voedsel en energie
  • SAFE Turkije
    • Grensgebied met Syrië vrij maken van landmijnen
  • FRE2SH Eindhoven – Son en Breugel/Gemert
    • Consumptie / Productie – Aristo
    • Gemert kruidengebied
  • STIR
    • Sustainocratische ontwikkelingen Interreg V (Aken, Leuven, Genk, Luik, Maastricht)
    • India Sustainocratie
    • China LOI
    • Health Deal Brabant
    • Groen/blauwe ruit Eindhoven – Helmond
    • 23 Mei – Regionaal bezoek Europa Smart City
    • Brainport participatief leren
    • Sustainocraten opleiding
    • Erasmus+ Spanje
  • FRE2SH Deventer – regionale samenredzaamheid en resilience
  • FRE2SH Houten – regionale samenredzaamheid en productiviteit
  • FRE2SH Eindhoven – transformatie wijken
    • Energie coöperatie

Twee gebeurtenissen in 2015 hebben ons geconsolideerd in de wereld van zelfbewuste evolutie:

  1. De formele erkenning van Sustainocratisch AiREAS als peer 4 gebiedsontwikkeling zoals door het Presencing Institute beschreven als co-creatief ecosysteem.
  2. Het VINCI innovatie award dat aantoont dat waardecreatie ook economische waarde heeft. AiREAS fase 1 heeft aangetoond dat elke geïnvesteerde euro een return geeft van vele malen die euro. Maar omdat AiREAS belang hecht aan gezonde verstedelijking en niet aan het geld wordt het geld een middel voor verdere ontwikkelingen.  Het loslaten van geld als doel en aanvaarden van kernwaarden als creatieve richtlijn en verdeelsleutel is wellicht de moeilijkste keuze voor mensen en instantie. Toch is het één met de keuze tussen leven en dood.

Uiteindelijk vatten we de aanpak van de STIR en aanverwante cocreatie tafels en coöperatieve verenigingen samen in 4 stappen, te beginnen met de waardengedreven keuze.

Dood of leven 3

Zo eren wij de uitspraak van Socrates: “Je kunt je leven lang vechten tegen het systeem of al je energie steken in het creëren van iets nieuws”. Wij steken onze energie in de creatie van iets nieuws en laten ons prikkelen door ons zelfbewustzijn en het drama van zelfvernietiging dat we ombuigen tot de kracht en pracht van het leven.