De grote omslag – 6 – geld

Dit is de 6e blog uit de serie van 20 over de grote omslag. De auteur is Jean-Paul Close, initiatiefnemer van de Stad van Morgen, een stichting waarin de grote omslag al maatschappelijke werkelijkheid is geworden.

Blog 6 – Geld

Toen er nog geen geld was
Toen er nog geen geld was

Geld is op dit moment alles bepalend in de wereld. Het is een standaard om “waarden” uit te wisselen (transactie economie) volgens afgesproken regels. Geld bestaat alleen op die manier anders zou het in ons dagelijks leven niet voorkomen. De natuur kent ook geen geld. Geld is een menselijk bedenksel, een handelsinstrument dat uit is gegroeid tot dominant en riskant machtsbolwerk.

Geld heeft een evolutie doorgemaakt
Geld was ooit een middel om diensten te honoreren die niet op een andere, directere manier te compenseren waren met gunsten. Geld ontstond als muntwaarde in eigen gewicht van edele metalen. De graad van metaal-zeldzaamheid maakte het een ideaal compensatie middel. Het was transportabel, standaard, overdraagbaar en relatief waardevast. Dit waren kwaliteiten die andere waarde-instrumenten niet tegelijk hadden. Grond en huisvesting zijn niet transportabel, voedsel is niet houdbaar noch waardevast of standaard. Geld wel. Dit heeft gaandeweg geld zo populair gemaakt als instrument en dat is het nog steeds. Het heeft ons als mens in de gelegenheid gesteld om op geldbasis rijkdom te creëren, ook al is het concept “geld” grotendeels fictief geworden. De onderliggende metaalwaarde van het geld zelf is verdwenen. Waar is de waarde van modern geld dan op gebaseerd? Op macht! En dat is precies wat uiteindelijk heeft geleid tot grote problemen die de basis vormen van de grote omslag.

Geld ging tussen mens en behoeften staan
In vroegere tijden had men geen geld en was men vooral afhankelijk van de rechtstreekse relatie met de natuur voor de invulling van basisbehoeften. De natuur was geen gemakkelijke partner. Aan de “onzichtbare hand” die de natuur regeerde zijn vele gezichten gegeven omdat het voortbestaan van de mens er afhankelijk van was. Men vereerde de goede gunsten van overvloed en had intense angst voor de torn die armoede, dood en verderf veroorzaakte. Ruilen werd een manier om de vele tekorten aan te vullen wanneer de nood aan de man kwam. De opkomst van geld als standaard groeide uit tot innovatief alternatief op de normale ruilhandel. De groei van de wereldbevolking bevorderde de ruilhandel en de groei van het belang van geld.

Later werd daar ook de industriële arbeidsrelatie op gebaseerd waardoor geld synoniem kwam te staan voor toegankelijkheid tot behoefte invulling. De marktconcentraties van handel werden tevens de groeigebieden van geldbelang. Gaandeweg ging geld volledig tussen de mens en natuur staan. Zonder geld was er geen toegang meer tot waarden (huisvesting, zekerheden, voeding, mobiliteit, grondstoffen, enz). Zo werd geld het ultieme machtsinstrument voor degenen die ermee konden manipuleren en speculeren.

Geld en Macht staat tussen de mens en de natuur
Geld en Macht staat tussen de mens en de natuur

Er ontstonden twee werelden:

  • de economische relatie met de natuur voor grondstoffen en levensbehoeften
  • de economische relatie met de mens als consument.

Beide relaties zijn onderhevig aan economische regels van efficiëntie, winst en kostenoptimalisatie, maar ook van beschikbaarheid van geld. Zo ontstond ook het schuldensysteem dat mensen en instanties in staat stelde geld te gaan gebruiken in allerlei processen waar men zonder geld geen toegang kon krijgen. Het beschikbaar stellen van geld was ooit in handen van koning of keizerrijken die goud als onderpand gebruikten maar kwam uiteindelijk in private handen terecht zonder enige vorm van onderpand.

Geld is nu machtig en speculatief

Door het weghalen van de metaalwaarde is de waarde van geld variabel geworden en afhankelijk van allerlei omstandigheden. Waar vroeger de hoeveelheid geld in circulatie gerelateerd was van de hoeveelheid edelmetalen die erin verwerkt waren of, in later stadium, als onderpand dienden, is het nu mogelijk dat de geldvoorraad groeit zonder dat er geld bijgedrukt wordt. Dat is natuurlijk vreemd voor iets dat niet meer bestaat als fysieke ruileenheid maar als macht instrument. Het middel is dus fictief geworden, afhankelijk van de speculatie die eraan verbonden wordt en de emotionele waarde (noodzaak gedreven) die wij er zelf aan geven.

Als voorbeeld kunnen we huizen noemen. Een huis in 1970 was 70.000 gulden waard als we het zouden willen kopen. Dat is zo’n 33.000 euro. Een bank verstrekte een hypotheek met 7% rente in die tijd waardoor de kostprijs die opgebracht moest worden in 10 jaar verdubbelde. Men had na 10 jaar (7% over 33K€ a 10 jaar = 33K€, een verdubbeling) het hele huis via de rente al een keer betaald maar de lening zelf niet. Een hypotheek van 30 jaar zorgde voor nog eens 20 jaar verplichtingen. Uiteindelijk zou men zich eigenaar mogen noemen na 30 jaar en het huis 4 x betaald hebben!! Al die tijd diende het huis als onderpand voor de bankbelangen. Door de bank was dus 3 x 33.000 euro schijnbaar uit het niets gecreëerd, uitsluitend door het inlegbedrag te faciliteren en rente met garanties te vragen.

Waar kwam die enorme geldcreatie vandaan? Die werd door de hypotheekbetaler opgebracht middels 30 jaar arbeid en door de belastingdienst verspreid over de gehele bevolking door de hypotheekaftrek. Geldcreatie ging ten kosten van arbeidsdynamiek. Lucratief voor de banken én de overheid die zo de bevolking dwong om in het gereguleerde arbeidsproces deel te blijven nemen. De overheid inde erover inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Geld werd het ultieme macht en sturingsinstrument door het creëren van schuld en afhankelijkheid, een samenzwering tussen overheid en banken. Natuurlijk werd dit getolereerd door de bevolking die mee kon doen in het speculatieproces dat een gigantische groei vertoonde die de schijn van rijkdom als worst voor de neuzen van iedereen hield.

De overheid ging over tot het openstellen van de grenzen voor goedkope arbeid-krachten die allemaal huisvesting nodig hadden. Een tekort zorgde voor een waardestijging van alle huizen. De hypotheekrente daalde naar 3,5% maar de prijs per woning vertienvoudigde in 30 jaar tijd. Het pand van 33.000 euro in 1970 kostte in 2000 al 330.000 euro zonder dat er iets aan was toegevoegd, behalve slijtage en ouderdom. De banken vierden hoogtij en de belastingstructuur ook. Zelfs de huiseigenaren waren tevreden want zij zagen dat een kostprijs van 4 x 33.000 euro uitmondde in een gigantische winst (10 x 33.000 euro).

Het is niet vreemd dat de focus op stenen belangrijker werd dan de oude industriële focus op ondernemerschap. Stenen bleken waardevast en economisch groeiend onder de juiste manipulatieve voorwaarden terwijl innovatie een ondernemersrisico omvatte dat in ons kleine, logistieke landje beter elders kon worden genomen (bijv. in ondernemersland USA). Zo werd Nederland geldgedreven, speculatief met huizen, logistiek, handel en goedkope arbeid. De economische luchtballonnen groeiden tot het schijnbaar oneindige en zo ook de macht van geld waar maatschappelijke zorg aan werd ontleend.

Alles uitgedrukt in geld
Door de druk van geld in ons dagelijks leven werd het alles bepalend voor ons gedrag en ons denken. Wonen, verzekeringen, voeding, kleding, luxe, recreatie, zorg, enz wordt vertaald in geld en geld kon alleen verdiend worden door arbeid in institutionele structuren die in de wereldwijde logistiek, speculatie, bureaucratie en semi-overheid (zorg, onderwijs, defensie, enz) functioneren. Als men het niet kon verdienen door arbeid dan was een uitkering een tijdelijk vangnet, de stijgende huizenprijs een garantie voor de toekomst en het schuldsysteem een constante druk om te presteren uit angst het welzijn van wonen en consumeren kwijt te raken. Geen wonder dat de overheid veel huiseigenaren wilde.

Recent gaf premier Rutte nog de aloude maatschappelijke instructie “koop een huis en een auto, dan helpt u de noodlijdende economie”. Die stelling is echter achterhaald door de grote omslag.

Gaandeweg begon de onbalans zich te manifesteren door verschillende crisissen. De economische luchtballonen schoten lek. Arbeidsduurverkorting, vervroegde pensioenen, verhoging van belastingen en steeds gemakkelijkere leningen zorgen voor tijdelijke pleisters op de macro-economische lekkende wonden maar bleken vooral uitstel van executie. De overheid kon niet anders dan focussen op groei-economie, koopkracht, controle instrumenten (bureaucratie) en stimulans van de consumptie economie omdat het daar haar groeiende lasten uit kon compenseren. BTW werd gaandeweg de grootste inkomstenbron, met gezondheid en ouderenzorg de grootste kostenpost. De menselijke complexiteit van hebzucht, gemakzucht, macht, speculatie en eigenbelang had zijn werk gedaan en deed de rest.

Geld speelde een verschillende rol over tijd
Geld speelt een verschillende rol over tijd. Nu is het almachtig maar nep

De situatie is onhoudbaar geworden. Voorheen werd geld weggeven in ruil voor bewezen diensten. Tijdens het industriële tijdperk was het een middel om circulair waarde te creëren en arbeid te compenseren. Maar nu is geld zelf een doel geworden voor alle betrokken partijen waardoor de consequenties op wereld niveau enorm zijn. Geldbelangen staan tegenwoordig boven menselijkheid, duurzame menselijke vooruitgang en de natuur.

Voorbeeld: De analyse van een hoogleraar van de Universiteit van Utrecht toont het effect van bepaalde pesticiden op de bijenstand, de bijbehorende consequenties voor onze voedselvoorziening, insectenetende vogelsoorten (30% verminderd in enkele jaren) en de afgeleide risico’s voor het voortbestaan van de mensheid door de ecologische schade van de zenuwstoffen. De reactie van het landsbestuur was dat de economische belangen van tuinders en onze export boven het verbieden van de pesticide gaat en het daarbij juridisch niet ondersteund zou worden. 

Onze prioriteiten zijn dodelijk geworden door de afhankelijkheid van geld. De catastrofes dienen zich wereldwijd en lokaal aan, niet alleen direct zicht en voelbaar maar ook als sluipmoordenaars in de vorm van ziektes.

Geld zelf is niet het probleem.

Als alle geld dat voor handen is in de wereld verdeeld zou worden over de wereldbevolking van 7 miljard mensen dan zou iedereen meervoudig miljonair zijn. Waarom is er dan zoveel ongelijkheid, armoede, oorlog, crisis en vervuiling? Dat komt door de manier waarop geld als product, doel en machtsinstrument is georganiseerd. Het is in handen van enkelingen die het geld als schuldsysteem hanteren om macht uit te oefenen uit eigenbelang. De evolutie van de mens, en zelfs het leven op Aarde, is in handen gekomen van deze immorele speculanten en hun eisen.

Tijd voor de grote omslag

Maar hoe? De staat is gegijzeld door het geldsysteem uit eigen machtsbelangen, de beursgenoteerde bedrijven eveneens en de schuld-lijdende, geldafhankelijke bevolking ook. Er is maar één manier. Door het fictieve geld dat in de jaren 70 is ontstaan de rug toe te keren en te aanvaarden dat schuld niet bestaat, alleen duurzame menselijkheid en vooruitgang.

Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, ondanks het feit dat het een eenvoudige keuze is. De moeilijkheid is niet het zelfbewust kiezen maar het gebrek aan een systeemalternatief om de behoefte invulling van de mens gaande te houden. We hebben onderlinge afhankelijkheden gecreëerd op basis van geld tussen alle instellingen en mensen op Aarde. We zijn in steden gaan wonen waarin overvloed via winkels beschikbaar is maar men geen enkele andere keuze heeft dan middels geld er zich toegang toe verschaffen. Los van de loslaat keuze is er daarom een spanningsveld tussen de oude wereld die de geldafhankelijkheid kost wat kost in stand wenst te houden, met het gangbare immorele wetboek in de hand, en een nieuwe wereld die op zoek is naar functionele alternatieven. De grote omslag verkeert slechts in een pioniersfase met allerlei experimenten zonder nog een eenduidige route. Ondertussen stapelen de problemen zich op.

De greep van het geld
De greep van het geld

Het model van de menselijke complexiteit helpt

Geldbelangen positioneren zich in gemanagde groei terwijl de omslag zich in de leiderschapsfase van cocreatie positioneert
Geldbelangen positioneren zich in management van groei terwijl de grote omslag zich in de leiderschapsfase van cocreatie positioneert

In de wereld van verandering zijn er allerlei stromingen zichtbaar. Deze zijn te plaatsen binnen de context van elk van de vier velden (groei, chaos, verandering, symbiose) van het model van de menselijke complexiteit of op de transitie tussen de velden (angst, bewustwording, cocreatie, gemakzucht). Elke stroming heeft potentieel, afhankelijk van de manier waarop ons (morele) bewustzijn, visie en noodzaak het concept “geld” ter discussie durft te stellen en er waardige alternatieven voor bedenkt.

Stroming 1 – Groei

Deze positie in het model omvat niet alleen groei maar ook de op gemak gebaseerde afhankelijkheid van de bevolking, zoals we dat nu kennen. Het gemak wordt niet alleen gediend vanuit voldoende geldmiddelen (koopkracht) maar ook de automatisering en robotisering van menselijke handelingen zodat we op termijn niets meer hoeven doen. Er zijn stemmen die meer controle, meer overheid, meer automatisering en meer kunstmatige intelligentie zien als oplossing voor alles wat de mens nodig heeft.

Zo zien we dat wereldmachten met elkaar samenspannen om een soort nieuwe wereldorde te stichten met een nieuwe overkoepelende munteenheid die op termijn de dollar en euro zouden kunnen overtreffen als macht instrument.

We zien ook veel stemmen opgaan om de bevolking een standaard basisinkomen te verschaffen om vrede te bewaren, de consumptie patronen te handhaven en de productieprocessen verder te optimaliseren.

Al deze initiatieven gaan uit van een wereldmarkt van 7 – 9 miljard consumenten binnen de greep van geldbelangen. Speculatie op basis van tekorten zorgt voor een groeispurt in economische belangen waardoor de rijken enorm rijk kunnen worden.

Angst regeert omdat men bang is de controle en macht kwijt te raken aan de blokken die de grootste hoeveelheid grondstoffen beheersen en de hand op de knip kunnen leggen en de groeiprocessen laten verstoren.  Men verkeert permanent in een spagaat tussen de concurrentie, diplomatie en groeibelangen met crisis als een gemene adder onder het gras. Men denkt met kapitaalinjecties, regulering en technologische innovatie de zaken op te kunnen lossen. Deze stroming is machtig en sterk ontkennend als het gaat om verantwoordelijkheden en consequenties voor mens en planeet.

Een andere groeistroming zijn bepaalde religieuze groeperingen die hun hiërarchische godsleer op willen dringen als alternatief op het kapitalisme. Men heeft het heft in handen in delen van de wereld en zoek dezelfde uitbreiding als het kapitalisme. Het valt ook onder de immorele positionering van groei omdat men geen harmonie zoekt maar dood en verderf zaait onder andersdenkenden. Deze groepen gaat het niet om geld maar godsdienstige macht en onderdrukking. Door de crisissen in de geldwereld vinden deze groepen ruimte voor groei.

Stroming 2: Chaos en opstand

Deze stroming geeft weer dat als we doorgaan vanuit het groeiperspectief de mensheid in 2050 gedecimeerd is door oorlogen, hongersnood, catastrofes, enz. Op internet zijn programma’s te zien waarin de spanningen in de wereld sinds 1970 staan weergegeven. Er is een explosieve trend zichtbaar van vele lokale conflicten die opbouwen naar wereldproblemen.

Sommige economische stromingen staan achter de oplopende spanningen uit economische belang rond oorlogvoering en wederopbouw. Deze worden echter tegengesproken door de opvattingen dat de huidige status van technologie rond oorlogsvoering uiteindelijk alles vernietigend zou zijn. De vele gemengde belangen op wereldschaal met de huidige bevolkingsdichtheid zou oorlog tot de grootste en meest dramatische ontwikkeling maken van de wereldgeschiedenis. De vele filmpjes en foto’s op social media over dat waar de mens toe in staat is in de religieuze conflicten in het midden oosten zorgen al voor een algemene publieke opinie dat dit ten alle tijden voorkomen dient te worden.

We zien een tendens van groeiende criminaliteit, zelfs in de wereld van risico kapitaal waar een salaris en bonuscultuur aantoont dat men alleen tegen de hoogste beloning als systeem huurling wil fungeren en het geweten afkoopt.

In chaos en ellende speelt geld geen rol. Bij een gedecimeerde wereldbevolking stort de economie in elkaar en daarbij de machtsposities van de huidige belangenpartijen. Na de chaos kan een nieuwe wereldorde, met de overgebleven bevolking, opgebouwd worden die de geldmanipulatie en macht opbouw van deze tijd tracht te voorkomen door maatschappelijke maatregelen te introduceren zoals na WWII sociale zekerheden werden veralgemeniseerd als vredesinstrument.

Deze stroming toont meerdere gezichten. Enerzijds zijn er de mensen die vanuit de chaos terug proberen te komen tot de oude standaards van structurele welzijn. Zij organiseren zich rond oude opvattingen, helaas vaak tegen beter weten in maar onderworpen aan de conservatieve druk van een volk. Ook zijn er die criminaliteit tot een standaard maken. Men maakt misbruik van oude rijkdom om zich die toe te eigenen middels agressie en misdaad. Terroristische stromingen werpen zich op tegen het kapitalisme en zoeken verstoring van de wereldorde zonder zich te bekommeren om de consequenties of alternatieven.

Tot slot is er een groep die uit de chaos opstaat vanuit zelfbewustzijn dat het ook anders kan. Zij vormen de basis van de 3e stroming.

Stroming 3: Bewustwording

Het is natuurlijk uiterst verwerpelijk dat miljarden mensen het onderspit dreigen te delven omdat een maatschappelijke structuur zich kost wat kost in stand tracht te houden en daarbij de mens en Aarde kapot maakt door het eigenbelang van (relatief) enkelingen afgespiegeld op de onbewuste, afhankelijke massa. Bewustzijn is een groot goed maar als de afhankelijkheid van de machtscultuur zo groot is dan kan men er weinig mee. In deze categorie zijn ook weer verschillende stromingen te zien:

  • Religieuze stromingen verwijzen naar het uit elkaar trekken van de Godsdienst en Geldbelangen in de Staatshuishouding en wensen een staat die gebaseerd is op religieuze maatstaven. Men ziet de mens en natuur als Gods werk dat gerespecteerd dient te worden onder de sturende autoriteit van de Kerk, godsleer en oude geschriften.
  • Moderne oermensen zoeken weer de directe relatie op met de natuur en zelfvoorziening door de oude maatschappelijke orde, verstedelijking en geldafhankelijkheid de rug toe te keren. Sommigen zoeken mogelijkheden om als commune een soort Utopia op te bouwen.
  • Nieuwe waardesystemen zijn al vele decennia actief om de ruilhandel in ere te herstellen en lokaal te verbinden. De huidige wereldwijde geldeenheden voeden de lokale cohesie niet en verdampen naar de schuldeisers en machtsinstellingen. Nieuwe, lokale waardesystemen zorgen voor het behoud van lokale waardecirculatie en hernieuwde productiviteit met nieuwe voorwaarden.
  • Doomdenkers leggen de verantwoordelijkheid bij een hogere universele macht en stellen dat wat we ook doen, uiteindelijk een meteoriet of ander verschijnsel uit de ruimte ons zal vernietigen of tot de orde roepen.

Deze groeperingen en stromingen formuleren de meest concrete veranderingsmodellen ook al wil men twee onderdelen van de stroming identificeren die putten uit hun eigen energie:

  • geloof georiënteerd en religie gestuurd
  • kennis georiënteerd en samenwerking gestuurd

Stroming 4: co-creatie en harmonie

Een boeiende suggestie in deze context is de zogeheten “monetaire reset”. Het stelt de machtspositie van de schuldeisers ter discussie en stelt voor om deze middels een administratieve tussenstap op te lossen. De reset haalt de schuldangel uit de economie waardoor we weer op “nul” komen te staan. Hierdoor is de druk van de ketel om te focussen op groei en schuldaflossing terwijl men stil kan gaan staan bij de aanpak van de wereldproblemen.

Tabula Rasa van Werner van Ginneken
Tabula Rasa van Werner van Ginneken

Los van geld staan we in deze stroming stil bij de situatie van 7 miljard mensen en de consequenties van ons oude model. We gaan op zoek naar een nieuwe samenhang waarin de mens, de natuur en onze complexe samenleving leidt tot duurzame stabiliteit. Een bekend voorbeeld van deze algemene wens is de PPP (People, Planet, Profit) die rond de millennium wisseling de intrede deed. Helaas vatten veel oude instellingen de P van Profit nog op als het oude winstmodel van de groei-economieën in plaats van de betekenis van “waardecreatie”.

Samenhang georiënteerde initiatieven plaatsen geld wederom als een van de beschikbare middelen en zijn de mens, natuur en onze doelgerichte productiviteit de basis voor duurzame (menselijke) vooruitgang. Deze stroming is de omgekeerde spiegeling van de huidige, geldgedreven complexiteit. Het is de stroming die de Stad van Morgen zich eigen heeft gemaakt en van waaruit wij de maatschappelijke herpositionering organiseren. We gebruiken daarbij de veranderingsgezindheid van bepaalde elementen uit alle drie de voorgaande stromingen.

  • Stroming 1: Veel bestuurders in de geldgedreven systemen zijn zich bewust van de risico’s die men loopt als men op die voet voortzet. Men zoekt mee naar alternatieven en gaat graag in op de uitnodiging om een soort maatschappelijke R&D aan te gaan met de Stad van Morgen in het cohesie en cocreatie gebied. Men put daar innovatieve inspiratie uit en doet mee aan verandering door zelf de chaos voor de instelling beheersbaar te maken via een nieuwetijdse bezieling.
  • Stroming 2: Chaos is nodig om van het ene paradigma te transformeren naar het volgende. Maar dit kan ook door het verstand te gebruiken en deze chaos multidisciplinair aan te gaan. Als we weten wat we willen bereiken dan is chaos geen dreiging maar een uitdaging met zonneschijn  als belofte na een regenbui. Het is de zonneschijn die motiveert om de regenbui te trotseren. Voor veel gefragmenteerde belangpartijen betekent de deelname ook weer een nieuwetijds groeipotentieel dat waarde toevoegt aan de wereldse ontwikkelingen, in plaats van onttrekken.
  • Stroming 3: Bewustwording biedt innovatieve aandacht aan de meest uiteenlopende uitdagingen. Sociale, technische en zelfs bestuurlijke en religieuze innovaties ontwikkelen zich voor inspiratie en algemene aanvaarding. Door ons open te stellen voor de positief gestelde cocreatieve veranderingen en deze al kaderend te positioneren in de wereld van grote hotspots en knelpunten ontwikkelen we draagvlak voor vernieuwing. Ook godsleer speelt hier een rol maar dan vanuit de vernieuwende gecombineerde opvattingen van kennis en geloof. Daar zal ik het in een van de blogs nog specifiek over hebben.
  • Stroming 4 is uitnodigend en confronterend tegelijkertijd. Het toont de wereld vanuit een nieuwe complexiteit waarin autoriteit en verantwoordelijkheid op een andere manier wordt gedeeld dan we gewend zijn. De monetaire reset is een mentaal en technisch instrument om de oude tijd structureel, rationeel en emotioneel los te laten. Voor de sustainocratische coalities is dat van geen belang omdat deze zich geldloos positioneren. Het zijn geen handels maar waarde-creatie coalities gebaseerd op multidisciplinaire verantwoordelijkheid in plaats van transactie. Deelname spiegelt zowel het positieve als negatieve waardoor de deelnemers in een spagaat komen van persoonlijke en professionele chaos die noopt tot keuzes. Het voordeel is dat men er niet alleen voor staat en vanuit een concreet hoger doel argumenten ontwikkelt en steun ontvangt om de chaos te overbruggen. Er ontstaat dan een nieuwe werkelijkheid waarin ook geld op een nieuwe wijze is gepositioneerd. Ook de alternatieve, uiterst lokaal gedreven waardesystemen krijgen een plek om de lokale economie te sterken, los van de wereldwijde manipulaties.

De keuze om deel te nemen op basis van verantwoordelijkheid en ethiek

Conclusie
Geld blijkt cultuur gevoelig. De cultuur van macht en afhankelijkheid is heel anders dan de cultuur van waarde schepping en cocreatie. De verschillen hebben wij keihard ervaren in de Stad van Morgen toen wij de Sustainocratische projecten vorm gaven. Een sfeer van wantrouwen, afhankelijkheid en concurrentie maakte plaats voor professionaliteit, vertrouwen en samenhorigheid. Cultuurverandering is dus goed mogelijk als de juiste context wordt gecreëerd. Ze kunnen zelfs naast elkaar bestaan en elkaar aanvullen zoals de transformatie economie ons heeft getoond. Geld dient daarbij als middel gekaderd te zijn, net als specialiteiten, kennis en inzet.

De manier waarop wij met geld om zijn gegaan en er onszelf afhankelijk van hebben gemaakt, zonder het te kaderen volgens morele verantwoording, zal de geschiedenis ingaan als een duistere periode in het bestaan van de mens. Nog nooit heeft zo’n grote groep mensen het zo goed gehad ten kosten van zichzelf, de mensheid en onze leefomgeving. Nog nooit heeft een zo kleine groep mensen zoveel alles vernietigende macht gehad over onze evolutie als soort en die van onze omgeving. Binnen de menselijke complexiteit zijn er echter voldoende mogelijkheden voor handen om veranderingen aan te brengen, zoals hierboven wordt weergegeven. Alle mogelijke uitingen van de mens om hier het hoofd aan te bieden zullen voorkomen, net zoals we alle stromingen in de wereld kunnen zien gebeuren. Welke uiteindelijk blijvend doorslaggevend zal zijn moeten we nog bezien. Dat we op dit moment een groot risico lopen is genoeg aanleiding om de oude macht-structuren vanuit natuurlijke krachten, inclusief de massale bewustwording van de mens, te vervangen.

AiREAS is gericht op de "gezonde stad"die door burger ondernemerschap wordt gerealiseerd, ongeacht de professionele functie van de burger
AiREAS is gericht op de “gezonde stad”die door burger ondernemerschap zonder geldbelang wordt gerealiseerd

Sustainocratie vs Democratie

Verslag avondcollege 16 april – alternatieve waardesystemen

Wat is waarde?

Op de vraag van “wat is eigenlijk waarde?” kwam een grote diversiteit aan antwoorden. Jean-Paul legde de link met de evolutie van het leven op Aarde. De allereerst waarde is natuurlijk “het leven” zelf dat door de unieke omstandigheden op onze planeet tot stand is gekomen door de harmonieuze verbintenissen tussen moleculen. Die harmonieuze, energetische verbanden zijn ook de eerste materiële dragers van de waarde van het leven. Dit zien we ook in de onderlinge relaties tussen onszelf, binnen in ons lichaam met miljarden minuscule wezens, met onze relaties onderling en met onze natuurlijke omgeving.

Jean-Paul vraagt "wat is waarde"?
Jean-Paul vraagt “wat is waarde”?

Vanuit dat perspectief toont hij de vier gebieden die elk uit gaan van eigen waardesystemen: groei (hebzucht), concurrentie (chaos, overleven), bewustwording (leiderschap, verandering) en nieuwe harmonie (gemeenschap, samenleving, cohesie). Binnen de context van harmonie gelden andere waarden dan in groei of concurrentie. Wanneer wij samen een maatschappij vormen dan zoeken wij harmonieuze waarden binnen die gemeenschap. Waarom zouden we anders een stabiele, gebied gebonden groep vormen? De waarden die een stabiele gemeenschap waarborgen zijn volgens de Sustainocratische leer: voeding (incl drinkwater), gezondheid, veiligheid (incl. huisvesting, respect), zelfbewustzijn en zelfredzaamheid (als groep door de inzet van de individuen).

Als we naar onze huidige maatschappij kijken kunnen we ons afvragen of we wel maatschappij zijn? De onderlinge relatie tussen burgers, instanties en de omgeving is op basis van geld uitgedrukt in Euros, een groei-economie en vele concurrerende consequenties die haaks staan op de duurzame principes van harmonie. We kunnen dus stellen dat wij geen harmonieuze samenleving hebben, meer een gebaseerd op groei (hebzucht) en concurrentie. Hierdoor ontstaan crisissen die te maken hebben met “points of singularity”, ofwel de onhoudbaarheid van exponentiële groei. Het natuurlijke resultaat is dat het systeem instort. Dat kan de vernietiging van het systeem tot gevolg hebben of het fractaal opdelen van het systeem in kleinere eenheden. Dat laatste gebeurt dan weer in het veld van chaos door de onderlinge concurrentie tussen de kleinere, eenzijdig op geld gebaseerde eenheden. Dit is een normaal, natuurlijk proces dat alleen doorbroken kan worden door een nieuwe fase van bewustwording (verandering en aanpassing) en differentiatie op weg naar harmonieuze verhoudingen.

De grote vraag is in deze maatschappij van vandaag hoe wij van een euro-afhankelijke hebzucht maatschappij van onzekerheden kunnen transformeren naar een waarden-gedreven harmonie maatschappij van zekerheden?

Waar we staan, waar we naartoe willen maar NIET via collectieve chaos
Waar we staan, waar we naartoe willen, maar NIET via collectieve chaos

Loes van Zuijlen

Loes van Zuijlen
Loes van Zuijlen

Website Loes: http://www.verantwoordanders.nl/

Loes is van huis uit maatschappelijk werkster maar heeft besloten zich te gaan oriënteren op de nieuwe maatschappelijke verhoudingen die nodig zijn om weer een fase van harmonie te brengen. Haar werkgebied is Tilburg waar zij met allerlei waardesystemen heeft geëxperimenteerd. Zij heeft kennis van de ruilhandel, LET’s, enz maar heeft steeds gemerkt dat de nieuwe systemen maar een versnipperde of eenzijdige vorm van ontwikkeling doormaakten. Dat werd veroorzaakt door de menselijkheid van de betrokken partijen. Voor materiële zaken zoals ruilen van voedsel of technische middelen is de waardebepaling redelijk te beheersen maar bij immateriële zaken, zoals zorg is dat veel lastiger. Het onderlinge contact, de vertrouwensbasis en kwaliteit zijn ook maatstaven die aandacht behoeven en niet in de sfeer van vrijblijvendheid dienen te hangen. Zij presenteert een, voor haarzelf revolutionair systeem op basis van punten en spreekt de intentie uit om dit in Tilburg uit te rollen. Daarbij komt ze, net als iedereen, dezelfde beren op de weg tegen. Ze heeft haar hoop gevestigd op Europese steun en vraagt aan Jean-Paul waarom bepaalde Eindhovense zaken niet ook in Tilburg gedaan worden? Het antwoord is eenvoudig. Alle pioniersinitiatieven zijn mensenwerk en nog geen systeem. Het is erg netwerk intensief om dit van de grond te krijgen. Wij (Stad van Morgen) hebben wel een netwerk in Tilburg maar nog geen mensen die zich volgens de Sustainocratische kaders verbinden en lokaal uit willen dragen. Ook in Eindhoven hebben we heel veel tijd nodig gehad om de lokale waardeprocessen te bewijzen en te borgen.

In het college zitten mensen met ervaring op gebied van alternatieve waardesystemen
In het college zitten mensen met ervaring op gebied van alternatieve waardesystemen

Naar aanleiding van de presentatie van Loes kwam de interactie op gang met de ervaringsdeskundigen die vanuit de zaal hun eigen ervaringen deelden. Zo kwam men al snel de conclusie dat waardesystemen gebaseerd dienen te zijn op onderling vertrouwen. Dit kan vooral zich ontwikkelen als de participanten elkaar kennen. De lokale context is daarom belangrijk als ook de diversiteit van de ruilmogelijkheden. Zodra materiële zaken zich mengen met menselijke dan komen er meer dingen bij kijken dan alleen de beschikbaarheid van vraag en aanbod via een website.

Vertrouwen is pas de 4e laag in de waardekolom

De discussie over menselijk talent en vertrouwen was aanleiding voor Jean-Paul om twee kernzaken ter inspiratie mee te geven aan de aanwezigen:

1. De waardekolom in de context van harmonieuze relaties (in tegenstelling tot hebzucht en concurrerende relaties)

  • Basis – Talent (“Ik Ben” = de som van de ethische, empathische normen en waarden waarmee iemand zich verbindt met de groep)
  • Veiligheid (het onderlinge respect waarmee men met elkaar omgaat)
  • Gelijkwaardigheid (niemand is meer of minder. Men schakelt op basis van menselijk waarden en hogere doelen)
  • Vertrouwen (zonder empathie, veiligheid of gelijkwaardigheid is vertrouwen NIET mogelijk)
  • Samenwerking (resultaat, waarde of hoger doel gedreven)

2. De waardeformule

Talent x Inzet x Hoger Doel = Meerwaarde x Wederkerigheid

Als voorbeeld wordt AiREAS Eindhoven genoemd waarin het hogere doel “gezonde stad vanuit luchtkwaliteit” is en de meerwaarde wordt bepaald door de multidisciplinaire stappen die de leden zetten. Bovenstaande waardecreatieproces wordt er integraal in toegepast. De Euro speelt erin amper een rol, hooguit als investeringsmiddel. Hieronder de recente verslagen van de AiREAS bijeenkomsten die altijd publiekelijk bekend worden gemaakt (vertrouwen)

Zo ook de AiREAS munt die als “zijn”munt gericht wordt op gedragsverandering in plaats van materialisme.

De colleges worden bezocht door mensen die zich ook inzetten voor de veranderingen in de maatschappij
De colleges worden bezocht door mensen die zich ook inzetten voor de veranderingen in de maatschappij

Volgend college: 6 mei 2014

Het volgende college gaat weer over bewustwording.

Wonen, veiligheid, toegevoegde waarde en geld

Na het zoveelste conflict met een woningbouwcorporatie, bank of overheid over woonruimte, betalingen, geldbelangen van instanties en uitingen van macht en onmenselijkheid is het tijd dat ook het aspect “duurzame maatschappelijke veiligheid” in relatie tot woonruimte en maatschappelijke waardecreatie projectmatig aandacht krijgt in de Stad van Morgen (naast gezondheid, zelfredzaamheid, voedsel en bewustzijn).

In de huidige publieke discussie over de economische en praktische verduurzaming in Nederland komt het begrip “wonen” nauwelijks voor. In het private debat is het echter aan de orde van de dag door de angst die men heeft om huis en haard kwijt te raken. We leven in een tijdperk waarin huisvesting ondergeschikt is gemaakt aan financiële scenario’s die een beperkend, dominant leven zijn gaan leiden onder overheid, woningbouwcorporaties en bancaire geldgedreven belangen. Het maatschappelijke duurzaam menselijke perspectief is eruit verdwenen. Er is een spanningsveld ontstaan dat ons leidt naar een chaos als we geen maatregelen nemen. Stad van Morgen introduceert voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid een werkwijze die gebaseerd is op bewustwording, verantwoordelijkheid name en samenwerking (sustainocratie). Zo kunnen we de “traditie” van een volksopstand of oorlog voorkomen. Het vergt echter de zelfbewuste deelname van mensen met autoriteit en maatschappelijke besef. En die zijn vaak moeilijk te vinden in de leidinggevende functies van de betreffende instanties. Maar daar komt langzaam verandering in, door crisissen én de uitnodiging van de Stad van Morgen.

Menselijke complexiteit

Onze samenleving, net als de natuur om ons heen, evolueert altijd en aantoonbaar op een cyclische manier via de fasen van groei (hebzucht), verval (crisis), aanpassing (bewustwording) en harmonie (samenwerking) zoals weergegeven in onderstaande tekening.

Traditionele maatschappelijke ontwikkeling (2 miljoen jaar lang)
Traditionele maatschappelijke ontwikkeling (2 miljoen jaar lang)

In het plaatje zien we de traditie van de cyclus die maatschappijen al zo vaak hebben doorlopen. Onze huidige lokale situatie zien we op de lijn van groeiproblemen. We zijn “groei” ruimschoots voorbij, zitten op een dieptepunt van ethische werkwijzen en zijn “op weg naar verval”. Machthebbers manipuleren al enkele decennia de economische groei die men zoveel mogelijk tracht voort te zetten. Al geruime tijd toont dit beleid grote signalen en uitingen van verval die men tracht te ontkennen en tegen te gaan met instrumenten die men ter beschikking heeft. Personeel in leidinggevende functies missen de kennis, het bewustzijn of de moed om het beleid ter discussie te stellen. Men voert het blindelings uit, vaak ondersteund door incassobureaus, deurwaarders en juridische steun met de opmerking “regels zijn regels”. De kredietcrisis van 2008 heeft de onhoudbaarheid van deze onethische ontwikkeling al aangetoond maar in essentie is er niets veranderd. Het ergste moet nog komen hetgeen zich laat voelen in een negatief spanningsveld.

Hoe manifesteert zich het spanningsveld?

De typische negatieve tekenen in een gebied op weg naar verval zijn (algemeen en zeker binnen de context van huisvesting):

  • verharding van de incassocultuur
  • onmenselijk gedrag van beleidsmedewerkers (het systeem en de regels zijn dominant)
  • werkloosheid
  • men kan niet meer aan de verplichtingen voldoen
  • voelbaar onbalans tussen vernieuwing en conservatieve belangen
  • angst
  • eerste tekenen van opstand
  • agressie tegen het systeem
  • verhoogde bureaucratie
  • belastingverhoging
  • stijgende lasten
  • uit huisplaatsingen
  • stijging van de schulden
  • vastgoed en geldbelang boven menselijk belang
  • geld is doel, mens is middel
  • schuldsanering
  • verhoogde bijstand
  • migratie van goedkope arbeidskrachten
  • stijging criminaliteit
  • huisvesting is macht

“Wonen” is van huis uit een regionaal dwangmiddel om volgens vooropgestelde criteria deel te nemen aan een maatschappij. Al in tijden van de Romeinen werden mannen gedwongen deel te nemen aan veldtochten in ruil voor een landgoed bij terugkeer. Nu is het “economie”. Als men geld verdient dan heeft men toegang tot allerlei voorzieningen. Zonder geld niet. Geld wordt echter vanuit macht gereguleerd. Huisvesting is dan macht met “het recht huisvesting te ontzeggen”. Als zowel collectieve als gefragmenteerde belangen zich positioneren in “groei” dan is de cyclus van toepassing en crisis/verval onvermijdelijk.

Het kan ook anders.

Stad van Morgen positioneert zich in “harmonie”

Als stichting plaatsen we ons in het gebied van harmonie. Van daaruit nodigen wij mensen en instanties uit om multidisciplinair mee te doen aan integrale, regionale verduurzamingsprocessen. Hierin is huisvesting een belangrijk onderwerp, niet vanuit vastgoed maar vanuit “veiligheid” en vooruitstrevendheid.  Om de fasen van collectieve chaos en bewustwording te omzeilen introduceert Stad van Morgen de holistische benadering, Sustainocratie genaamd, gecombineerd met het begrip “Transformatie economie“. Bestuurders worden uitgenodigd naar deze samenwerking waar complexe waardecreatie plaats vindt, zoals wijkvernieuwing en projecten.  Instanties die huisvesting faciliteren laten dan specifiek voor dit proces projectmatig het groeiprincipe los op zoek integrale lokale harmonie middels experimentele veranderingen. Men draagt de verantwoordelijkheid niet alleen maar collectief, sustainocratisch gekaderd door een of meerdere sustainocraten.

Huisvesting in dit geval is geen economisch vastgoed management instrument maar een stimulans voor maatschappelijke toegevoegde waarde ontwikkeling. Men biedt dan veiligheid als maatschappelijke motivator, niet tegen geld maar lokale toegevoegde waarde ontwikkeling. Stad van Morgen zoekt 6 woningen in wijken van Eindhoven om ze 5 jaar lang beschikbaar te stellen aan onze teams.

Het regionaal collectieve dient zich altijd te positioneren in "harmonie"
Het regionaal collectieve dient zich altijd te positioneren in “harmonie”

De diversiteit van duurzame belangen op gebied van gezondheid, veiligheid, zelfredzaamheid, bewustwording, voeding, enz is zo groot dat een grote hoeveelheid specialisaties de traditionele cyclus kunnen doorlopen en daarmee de harmonie voeden in een regio.

Stad van Morgen coördineert deze processen door met vastgoedbedrijven afspraken te maken voor het bieden van veiligheid en geborgenheid aan de kleine groep hoogbewuste Sustainocraten die zich daarvoor inzetten, of het leerproces aangaan. Maar 1% veroorzaakt de permanente zoektocht naar stabiliteit en duurzame vooruitgang. Deze levert 100% groeipotentieel voor de partners. De compensatie die men levert is niet economisch maar op basis van “wederkerigheid”. Zo verstoort men het proces van passie en motivatie niet door het te verwarren met dat van groei.

Voorbeeld projecten
Het moge duidelijk zijn dat de aanpak van de Stad van Morgen zo nieuw is dat we in de steden (bolwerk van economische belangen) nog geen steun hebben ontvangen van woningbouwcorporaties. Toch ontwikkelen we in Eindhoven met uiterst bekwame “vrijwilligers” de permanent beta dagen om gaandeweg te laten zien wat we bedoelen. Door het zichtbaar en tastbaar te maken verwachten we het bewustwordingsproces van bestuurders te raken. Met support in wederkerigheid in plaats van alleen geld kunnen wij in de wijken de lat steeds hoger leggen.

  • In Eindhoven willen wij zo de 6 wijken aanpakken, te beginnen met Gestel (Tongelre, Woensel, Stratum, Strijp en Centrum). Wij zoeken een woning (gesponsord voor 5 jaar) in elke wijk voor onze sustainocratische mensen.
  • In Vught hebben wij een voorstel gedaan voor Fort Isabella (zie plaatje helemaal onderaan waarin het Fort ook de basis wordt voor regionale ontwikkelingen)
  • We zoeken op dezelfde manier een pand (oud kasteel of klooster) waarin wij het hele principe van veiligheid, huisvesting en toegevoegde waarde zichtbaar kunnen maken en tegelijkertijd als leerschool op kunnen bouwen voor wereldwijde kennisdeling.
Regionale invloed ontwikkeling Sustainocratie
Regionale invloed ontwikkeling Sustainocratie

Rijk, rijker, arm, armer, onzin, onzinniger

In dit filmpje ziet u waarom rijken rijker worden en de massa alleen maar armer en “schuldiger”.

En in dit introductiefilmpje van Kassa ziet u hoe dit ook in Nederland toegepast wordt.

Om dit te doorbreken zijn er twee inzichten dingen nodig:

Onzin 1: Schuld
* schuld bestaat niet, geconditioneerde bruikleen wel (van de natuur, niet mensen onderling)

Onzin 2: Koopkracht
* vermogen is niet wat men consumeert maar wat men creëert (gericht op leven en vooruitgang).

U kunt beide onzinnigheden weg nemen door persoonlijke keuze. Moeilijk? U staat niet alleen. U kunt zich verenigen en samenwerken zoals een echte maatschappij betaamt. Als we de keuze niet vrijwillig maken dan gebeurt het wel een keer onverwacht.

Geld, schuld en macht

Schuldenprobleem opgelost?

Vooruitlopend op de boeiende STIR avondcolleges in Eindhoven (en binnenkort ook in Antwerpen) over geld, schuld en macht (na de zomer) wil ik u nu alvast deelgenoot maken van een aantal documenten van onze nieuwe STIR partner en Sustainocraat in wording in Antwerpen, Werner van Ginneken.

De interessante conclusie is dat

“Schuld niet echt bestaat. Het is een pressiemiddel”

Er zijn alvast twee pdf-documenten van Werner kunt u hier downloaden

Technische oplossing voor schuldencomplex

mijlpalen en praktische bezwaren

Werner gebruikt elke principes van Fisher en Einstein in rekenkundige vergelijkingen die op papier natuurlijk erg logisch zijn maar in de werkelijkheid opboksen tegen een niet wiskundig fenomeen: de menselijke complexiteit. Dat laatste verdient natuurlijk onze STIR aandacht. Hoe gaan we hier mee om? Daarvoor gebruik ik liever even mijn eigen woorden. Die van Werner kunt op papier lezen en na de zomer persoonlijk met hem in het college bespreken.

Berg geld

Pak al het geld van Nederland (of België) en gooi het op een hoop. Maak een foto van die hoop en geef nu al het geld aan de Nederlanders (of Belgen) om er wat mee te doen. Als men klaar is dan gooien we al het geld weer op de hoop en maken er nog een foto van. Er is niets veranderd. Beide foto’s zijn gelijk.

Hoop van Geld
Een hoop geld

Geld is dus een stabiele factor, het blijft altijd hetzelfde. Het is een tastbaar middel. Schuld heeft niets met het geld te maken want schuld is niet tastbaar, het is een onderlinge afspraak rond het wegnemen van geld van de hoop om het te gebruiken en te zorgen dat het weer op de hoop komt. De hoop blijft zo intakt en kan keer op keer gebruikt worden in de processen waar het voor bedoeld is. Dat laat Werner zien aan de hand van vergelijkingen die aantonen dat Schuldeiser en Schuldenaar tegen elkaar weggestreept kunnen worden. Zolang de hoop compleet is dan is er ook geen schuld.

Bewustwording door even te roeren in wat begrippen

Vanaf hier ga ik in de beeldvorming blijven roeren om duidelijk te maken dat de crisissen waar we mee te maken hebben geen enkele betekenis hebben, in tegenstelling tot wat machthebbers ons willen doen geloven. We gaan terug naar die twee gelijke hopen geld. Tussen de eerste en tweede berg van hetzelfde geld is wel degelijk wat veranderd. Namelijk datgene wat men met het geld heeft gedaan. Men heeft het ingewisseld voor onderlinge gunsten (emotionele waarde). In het proces is er wat geld zelf betreft niets gebeurd alleen het is van hand veranderd volgens een maatschappelijke afspraak en is daardoor een gunst aan de maatschappij toegevoegd. Het geld brengt dus vooruitgang door de uitwisseling van gunsten te stimuleren en tastbaar te maken. Een maatschappij brengt in principe geld in circulatie om die reden. Dat heet waardecreatie. Schuld bestaat dan niet omdat geld neutraal is en alleen de onderlinge gunsten waarde hebben.

Als iemand geld heeft maar (nog) geen gunsten nodig heeft dan kan deze het aan iemand anders geven (of uitlenen) die er wel behoefte aan heeft. De som van de actie is dat we er integraal op vooruitgaan. Dat is de oorsprong van de coöperatieve bank (Dhr. Raiffaisen). Ik kan zelf altijd iemand weer een gunst doen en daar  geld voor krijgen dat ik alleen nodig heb als ik zelf ook iets nodig heb dat met geld wordt betaald. Zo is geld gewoon een middel in circulatie.

Natuurlijk kan ik de schuld noteren van de geldlening die ik iemand heb gedaan. Dan is hij mij geld of een gunst schuldig. Door het proces om te keren kan de schuldenaar gunsten uit gaan wisselen voor geld en zo de schulden aflossen door het geld terug te geven. Deze schuld kan natuurlijk ook in gunsten worden afgelost want geld en gunst zijn uitwisselbaar. Geld in omloop creëert zo alleen maar menselijke waarden. Schuld en schuldeiser strepen zich tegen elkaar weg zolang het motortje van waardecreatie blijft draaien. En het geld in omloop blijft nog steeds dezelfde grote hoop. De samenleving draait om de onderlinge afspraken rond geld en de uitwisseling van gunsten waarbij schuld en schuldeisers in onderling evenwicht blijven.

Waarom zitten we dan zo in de crisis?

Er zijn verschillende redenen. Er  ontstaat een probleem als iemand mij geld wil lenen zodat ik gunsten kan kopen en deze schuldeiser mij niet één maar twéé gunsten terugvraagt. Op het moment van de lening is het geld één gunst waard in mijn handen maar op papier ben ik er twee schuldig. Ik moet dus zelf dubbel zoveel gunsten doen om in de omloop in het reine te komen. Het is oneerlijk dat de schuldeiser de schuld dubbel opeist dan hij gegeven heeft. Waarom accepteren we dan zo’n deal? Omdat we misschien iets nodig hebben voor het dagelijks leven dat op een andere manier niet verkrijgen is (macht door het creëren van tekorten), zoals een huis om te wonen. Door ons afhankelijk te maken van geld voor onze dagelijkse behoeften en niet van onze gunsten bepaalt het geldsysteem wat geldwaarde heeft en wat niet.

Als de schuldeiser geen gunsten terug wil, alleen meer geld dan dwingt hij mij mijn eigenwaarde te halveren en dubbel zo hard bepaalde gunsten (die geld opleveren, niet noodzakelijkerwijs maatschappelijke vooruitgang)  uit te gaan delen waar ikzelf niets aan heb (behalve het in stand houden van mijzelf, geen enkele vooruitgang). Of ik moet meer schulden maken. Uiteindelijk stagneert de wereld van gunsten en geld en ontstaat er een crisis omdat niets meer circuleert. Geld gaat maar een kant opstromen, namelijk van schulden naar schuldeiser. Dat kan natuurlijk niet want schulden worden nu gecreëerd zonder dat er geld of gunsten tegenover hebben gestaan. Er is dan geen waardecreatie meer, alleen waardevernietiging. Degene die met het geld omgaat heeft een onterechte machtspositie door te eisen wat niet opeisbaar is. Er wordt geld gevraagd dat er niet is. Men wil steeds meer dan de berg groot is. Dat kan niet en bestaat ook niet in de echte wereld want wij als bevolking maken geen nieuw geld maar gebruiken geld alleen voor gunsten. Alleen in een virtuele wereld van schuld en macht kan de geldverplichting groeien vanuit schuldaanvaarding of opgelegde verplichting vanuit macht. Als wij dus het woord “groei-economie” horen dan zijn het deze speculanten die aan het werk zijn door meer geld aan ons terug te vragen dan er ooit in circulatie is geweest. Dat doet men dan door een claim te leggen op de toekomst, onze toekomst. Hierdoor  wordt de bevolking in feite gegijzeld in een schuldsysteem.

Een tweede probleem ontstaat als wij gunsten vragen van buiten ons circulaire gunsten gebied. Wij krijgen dus gunsten maar het geld verdwijnt. De berg wordt kleiner. Een maatschappij kan dat compenseren door er geld bij te leggen om de berg in stand te houden voor lokaal gebruik maar dan ontstaat er een vertekend beeld. Door schuldeisers en schulden tegen elkaar weg te schrappen in een circulaire economie blijft het stabiele geld over. Maar nu verdwijnt het stabiele geld, ontvangen wij gunsten en is er niets weg te schrappen. Het stabiele geld is weg en laat alleen schulden achter. Het cirkeltje is doorbroken en het hoopje geld verdwijnt. Door het aan te vullen verhogen wij alleen de schuldontwikkeling, geen waardecreatie. Dat is tijdelijk goed voor het machtsysteem maar niet voor de maatschappij. Daarom moeten er kapitaal injecties komen om het hoopje in stand te houden, maar die lossen niets op want die worden toch weer leeggezogen of uitgewisseld tegen oude schulden.

De oplossingen

Er zijn natuurlijk vele oplossingen te bedenken. Zo kan het cirkeltje weer sluitend worden gemaakt door geld lokaal te houden en weer te koppelen aan gunsten in plaats van schulden. We zien overal op dit moment kleine waardesystemen ontstaan die deze functie op zich nemen nu de Euro onstabiel is geworden. We praten dan niet over een groei-economie maar een welzijnsmaatschappij (zoals sustainocratie).

Men kan ook de waarde van geld ten opzichte van de gunsten halveren in plaats van te verdubbelen. Een soort negatieve rente. Dan lost de schuld vanzelf op naar mate de bevolking weer in actie komt met gunsten verlenen. Dat is echter een puur technisch oplossing als we de oude explosie van onterechte schulden willen blijven erkennen. Het is niet echt praktisch omdat geld zelf geen waarde heeft. Dus de helft van niets is niets. We verdubbelen ons waardebesef van gunsten ten opzichte van geld en dat levert een moeilijke situatie op lokaal.

Men  kan ook een wereldeconomie afspreken maar dan moeten de parameters van de gunsten wel gelijk getrokken worden in alle landen. China heeft een lager arbeidsloon dan Europa of USA. Een euro krijgt meer gunsten in China dan elders in de wereld. Daarom trekt de Euro ook massaal naar China en circuleert het niet in Europa. Als China echter gunsten terug wil vragen aan Europa kost het haar het dubbele of meer dan wanneer ze het zelf doet.  Daarom ontwikkelt China zich zo snel met de middelen van buitenaf en zuigt het Europa en Amerika leeg. We moeten dus ophouden om gunsten te vragen aan China (zelfredzaamheid). En als ik China zeg dan gaat het over alle lageloon landen natuurlijk. China is echter een grootmacht in deze die snel haar eigen megacrisis ontwikkeld op deze manier.

Men kan ook weer de “gunsten economie” opbouwen en geld op een secondaire plaats zetten. Geld wordt dan het middel dat het ooit bedoeld is en niet het doel om alleen maar stijgende onwerkelijke schulden te betalen. Dat zijn allemaal keuzes die een mens eenzijdig kan maken en dan in conflict komt met het dominante schuldensysteem, of collectief regionaal door de schuldeisers uit te sluiten en samen te werken vanuit waardecreatie. Dan komt men misschien in conflict met schuldgerelateerde juridische ontwikkelingen van de laatste decennia maar ook dat zijn onderlinge afspraken over een morele soevereiniteit waar met samen uit kan komen.

Macht is het probleem
We komen altijd in het vaarwater van de machtsposities die zijn ontleend aan het geld, leen en het verhoogde terugeis systeem. Men wil alleen geld en geen gunsten dus raakt het land werkeloos en steekt men zich in grotere virtuele (want het verschuldigde geld bestaat niet eens in de vaste werkelijkheid) geldschulden om de eerste schulden af te kunnen betalen. Moderne juridische systemen zijn rond de geldelijke concentraties van macht gebouwd waardoor er ook een moreel conflict ontstaat in het juridische systeem. Ook vrouwe Justitia heeft zich laten verleiden door de blinddoek voor te doen, niet om onpartijdig te kunnen oordelen maar door de werkelijkheid niet te hoven zien in haar oordeel. Moraal is zo uitgesloten van de werkelijkheid. Vrouwe Justitia wordt uitgedaagd zich te herstellen door haar blinddoek af te doen, haar maagdelijke morele onafhankelijkheid te herstellen en een nieuwe fase van morele bewustwording in te luiden in ons samenlevingssysteem. Dat is ook moeilijk natuurlijk omdat ook het bewakende juridische systeem in de machtige handen is gevallen van het schuldsysteem en dienstbaar is geworden aan hebzucht in plaats van menselijkheid. De nieuwe vorm van democratie lost dit op maar dan moeten we wel de oude opzij durven zetten.  Dat is een keuze vanuit zelfbewustzijn.

Als men dus weer gunsten gaat leveren aan elkaar dan lost ook het schuldprobleem zich op door de omgekeerde evenredigheid. De machtsposities stellen echter eisen aan de aard van de gunsten door ze te verbinden aan geld en nieuwe schulden (denk aan het zorgsysteem). Die eisen worden weer in verband gebracht met het eigenbelang van het systeem dat schuld koestert wegens de macht die het oplevert door bijvoorbeeld arbeid met geld te honoreren in relatie tot productie, distributie en consumptie in plaats van welzijn . Dit is een samenspel tussen banken (schuldbeheerders) en overheden (systeembeheerders) die beide de macht verdelen door de mensen schulden voor te houden en af te dwingen. De mens kan niet anders omdat de basisbehoeften in overvloed getoond worden maar alleen toegankelijk zijn met geld. En dat laatste is alleen beschikbaar onder omstandigheden die door macht zijn bepaald.

Emotioneel probleem
Voor de bevolking is dit alles een emotioneel probleem. Schuld wordt van buitenaf opgelegd vanuit de tastbare wereld (geld), vaak met wettelijke plichten (macht) terwijl deze op te lossen is door de energetische (gunsten) wereld. Door als individu schuld niet meer te erkennen (teruggeven aan de schuldeiser met de opmerking “niet van mij”)  is die emotie weg en kan er gewerkt worden aan die werkelijkheid van gunsten. Dat is lastig omdat banken en overheden een aantal emotionele waarden van ons onder controle hebben door ze in geldschuld te vertalen. Denk aan onze huisvesting, voedsel, gezondheidszorg of pensioenen. Dat is macht over werkelijke behoeften. Maar deze zelfde instanties hebben ooit geld gecreëerd om een gemeenschap te verleiden tot productiviteit op basis van onderlingen gunsten uitgedrukt in geld. Nu die productiviteit door macht-hebzucht is verdwenen is de macht ook uitgehold omdat deze alleen op schuld is gebaseerd. Voor de normale mens levert dit angst om de zekerheden te verliezen en voor de machtssystemen de angst om hun macht te verliezen. Angst is de essentie van de crisis en blokkeert een oplossing totdat een emotionele ontploffing (chaos, oorlog, enz) de zaak op pijnlijke wijze saneert.

De werkelijkheid is echter anders dan de machthebbers verkopen. Huizen, dokters, geld, grond, mensen en de hele tastbare wereld is hetzelfde, met en zonder schuld. Schuld is een opgedrongen afspraak waar men macht aan ontleent maar het is virtueel. Alleen die tastbare wereld is reëel en wordt gebruikt als werkelijke zekerheid. Vaste middelen worden gebruikt voor leven en welzijn. Gunsten zijn ook echt, door de emotionele waarde die eraan wordt ontleend van vooruitgang. Schuld en bijbehorende macht is virtueel, niet bestaand en wordt alleen bewerkelijkheid door er een rechtstaat en politiemacht aan te koppelen onder beheer van de machthebbers. Deze schuldenwereld heeft de gunstenwereld bevroren waardoor de tastbare wereld niet meer voor vooruitgang wordt gebruikt. We staan stil. Alleen de schulden bouwen op en de misstanden. De “macht” staat op drijfzand. Als de mens geen toegang meer krijgt tot overvloed verschaft zij zich toegang met geweld om te overleven.

Door de schulden weg te nemen komt de gunstenwereld weer op gang en draait de maatschappij op termijn weer optimaal. De enige die ophoudt te bestaan is de huidige bank die virtuele schulden beheert die toch in de werkelijkheid niet bestaan. En de dominante overheid die weer moet gaan faciliteren in plaats van controleren en speculeren zodat vooruitgang wordt geboekt en geen stilstand. Dat is allemaal niet zo moeilijk. Het is gewoon een erkenning van de echte werkelijkheid, onze angst een realistisch plekje geven, macht ontkennen en lossen door onze onderlinge afspraken een beetje aan te passen. In feite is het een simpele keuze tussen menselijke waarden of niet bestaande schulden.

Kan dat zonder kleerscheuren? 

Ja, als men Sustainocratie toepast, ook in het machtsysteem. Een aantal jaren geleden bestond Sustainocratie nog niet maar nu wel. Destijds kon men zich nog verschuilen als machthebbers in de onwetendheid en een oorlog of opstand als “onverwachte” consequentie aanvaarden. Nu is er een vraag (eis eigenlijk) om menselijk verantwoordelijkheid aan degenen die vooruitgang blokkeren door macht onterecht uit te blijven oefenen. Ze hebben nu een vrijwillige keuze die opeisbaar is door menselijkheid. Men is voor altijd verwijtbaar als men die keuze niet bekrachtigt, en een held van vandaag en de toekomst als men deze omarmt en toepast. Men kan macht uitoefenen als historisch despoot of macht transformeren in autoriteit voor menselijke vooruitgang en de wereld in gaan als held. De keuze is aan de machthebber. Gelukkig zijn er genoeg die die keuze al hebben gemaakt.

Met niets beginnen

In een sustainocratie wordt steeds waarde gecreëerd, een waarde dus die nu nog niet bestaat. Omdat sustainocratie draait om duurzame menselijke vooruitgang wordt de te creëren waarde dan ook uitgedrukt in menselijke waarden. Dat in tegenstelling tot een economie waarin waardecreatie wordt uitgedrukt in geld. Dat onderscheidt wil nogal eens verwarrend werken bij mensen en instellingen die voor het eerst in een sustainocratisch proces terecht komen en volledig gewend zijn om in hedendaagse economische begrippen te denken. Toch zijn die begrippen goed met elkaar te rijmen in deze tijden alleen moet met anders durven te gaan denken.

  • Sustainocratie begint met niets, behalve een startpunt en een stip op de horizon
  • Het “kapitaal” van sustainocratie is net zo menselijk als de waardengedreven doelstelling
  • Het “kapitaal” vertaalt zich in talent, creativiteit, inzet, betrokkenheid, samenwerking, vertrouwen, enz
  • De menselijke doelstelling vertaalt zich in zaken als gezondheid, veiligheid, welzijn, kennisontwikkeling, voedsel (incl water), sociale cohesie, enz
  • Wederkerigheid is ook menselijk in de vorm van de doelstelling zelf, algemene erkenning, waardering, bewondering,  enz.

Veel van deze punten zijn weer terug te vertalen naar een economie van geld maar dan is de waardering er een binnen de holistische context van geld, niet het gefragmenteerde principe van een besparing, een product of dienst. We dienen het totaal te bezien en niet elk noch de som van de fragmentjes. Daarom ontwikkelt sustainocratie zich ook multidisciplinair waarin de gefragmenteerde belangen zich verbinden tot een geheel vanuit een menselijke doelstelling. De mens en de economie komen dan naast elkaar te staan en niet ondergeschikt van elkaar. Economie is daarbij geen doel waar de mens zich afhankelijk van opstelt maar een van de instrumenten ten behoeve van vooruitgang. Als dit goed gebeurd dan ontwikkelt zowel de mens als de economie zich positief ook al wil er een intensieve transformatie plaats vinden binnen deze algemene constatering op niveau van elk van de oudetijdse fragmenten. En dát maakt het proces zo interessant want het raakt alles en iedereen die erbij betrokken is terwijl het geheel en iedereen erop vooruit gaat.

AiREAS als voorbeeld

AiREAS is een nieuwetijdse sustainocratische coöperatie. Nieuwe tijds omdat het concept “coöperatie” volledig vernieuwd wordt. Waar het vroeger in een coöperatie ging om de materiële belangen van de leden gaat het nu om de immateriële belangen van een menselijke gebied. Dat heeft nog geen juridische basis. De leden van de coöperatie dienen dus niet het eigenbelang door als groep op te treden maar het maatschappij-mens-belang. Men onttrekt dus geen waarden uit de omgeving voor eigen zekerheden maar schept samen nieuwe zekerheden in de omgeving waaruit men dan de eigen zekerheden in wederkerigheid haalt. Dat is de wereld op zijn kop voor de meeste partijen.

De waarde die we beogen in AiREAS Eindhoven is een schone en gezonde stad door de kwaliteit van de omgeving (lucht) te relateren aan de gezondheid van de mens en haar dynamische gedrag in het gebied. De stad is nu niet schoon en gezond ook al wordt er door overheid hard aan gewerkt om dat wel zover te krijgen, echter als gefragmenteerd onderdeel van een geldgedreven economie. Voor de overheid is dat dweilen met de kraan open waar dweilen uitgedrukt wordt in kosten. Maar ook de burgerbevolking ondervindt consequenties van het eenzijdige geldgedreven economische aspect omdat er ziektes en ongemakken ontstaan die de leefbaarheid aantasten en uiteindelijk ook het zorgsysteem belasten.

Werk aan de winkel
Werk aan de winkel

Als we dus stappen maken in ons sustainocratische proces van samenwerking dan zal het plaatje er steeds gezonder uitzien. Maar niet alleen dat. De stad en het gebied zal nog steeds enorm dynamisch zijn, zonder blokkerende regels en verordeningen wegens milieuschade omdat we structureel rekening houden met onze omgeving bij onze activiteiten. Bij de integraal duurzame vooruitgang houden we rekening met de effecten van onze menselijke organisatie op ons milieu en daarbij op onszelf. We passen technologische en sociale innovatie constant toe om vooruit te kunnen.

Zo ontstaat er een circulair proces waarin een economie van geld kan gaan rollen. Daarin heeft het geld zelf geen waarde maar stemt het de waarde af met de inzet, talent en betrokkenheid van de deelnemers. Het kan opgebracht worden door de niet deelnemers die het als een belasting ervaren maar dit graag bijdragen omdat uiteindelijk in wederkerigheid men er zelf ook weer in menselijkheid iets mee opschiet. Het goede voorbeeld doet natuurlijk volgen. In een omgeving waarin verandering de enige constante is zal ook de indirect betrokken mens uitgedaagd worden steeds weer iets ondernemends van zichzelf te laten zien. Zo ontwikkelt creativiteit zich positief in toegepaste zin.

Niet iedereen hoeft dan rechtstreeks betrokken te zijn bij AiREAS maar kan indirect erbij zijn door gedrag te veranderen en initiatieven te ontplooien die vanuit weer een andere sustainocratische coöperatieve zich ontwikkelen. Zo ontstaat een dynamische local 4 local, vooruitstrevende gemeenschap waarin een ieder kan bijdragen als initiatiefnemer van sustainocractische processen, volger (deelnemer) of ondersteunende partij (belasting).

Waardengedreven samenwerking
Waardengedreven samenwerking
Boeiend is toch weer altijd dat in het proces men met niets begint, behalve het startpunt (A) en de wens om te werken naar een eindpunt (B) waarin het beter is.

 

Nederlandse economie is verrot

Geld heeft geen kleur, geur, noch smaak. Wanneer je geld hebt dan kun je er allemaal leuke dingen mee doen. Vanuit dat algemene perspectief staan we zelden stil bij het concept “geld” behalve dat we er voldoende van willen hebben om aan onze dagelijkse behoeften te kunnen voldoen én een beetje meer. Hoe we met geld om gaan heet “economie” en er zijn goede en slechte versies. En dat heeft helemaal niets met veel of weinig geld, groei of krimpt te maken. Het verwijst naar de cultuur van al of geen waardecreatie.

Waardecreatie 
Een cultuur van waardecreatie heeft niet perse geld nodig want geld zelf heeft geen waarde. Het is hooguit een catalysator om waarde te kunnen creëren. In de oorsprong van het industriële tijdperk werd volop waarde gecreëerd omdat de fabriekjes dingen produceerden die mensen echt konden gebruiken. Stoelen, tafels, kasten, fietsen, enz. Gebruiksartikelen die het dagelijks bestaan gemakkelijker maakten werden gefabriceerd. Geld had een tegenwaarde in goud en vertegenwoordigde een voorraadje arbeid. Iemand ging ambachtelijk werken en kreeg daarvoor in ruil geld. Daarmee kocht men spullen die men zelf gemaakt had tijdens het werk en zo circuleerde het geld weer gewoon terug. Dat noemen we een kringloop-economie, een economie waarin geld een proces mogelijk maakt waarin waarde wordt gecreerd en het geld weer vrijkomt voor hetgebruik in waardecreatie. Als het om een stoel gaat is die waarde “kunnen zitten” of “kunnen uitrusten”” . “Fietsen” of “zich sneller dan lopen van A naar B kunnen verplaatsen” als het om een fiets gaat, of “eten” als het om dagelijkse voeding gaat. Lokaal bedient lokaal door te werken aan het vervaardigen van de behoeften en dit onderling te betalen wegens die behoeften. Geld komt onveranderd uit dit proces en wat er overblijft is een concrete meerwaarde die voorheen niet bestond, of die hernieuwd diende te worden.

Om die meerwaarde te creëren diende men creatief te ondernemen, ambachtelijk te werken en samen initiatieven te nemen.

Geld heeft zelf dus hier geen waarde maar stelt in staat om toegevoegde waarde te creëren. Dat is de goede economie. De deelnemers verdelen de toegevoegde waarde onderling al naar gelang de inzet in het proces en talent om het mogelijk te maken (in sustainocratie noemen we dit “buddinomics” om een onderscheid te kunnen maken met “economics”).

Waarde consumeren
Een andere vorm van economie is die van waardeconsumptie. Dat is een economie waarin geld nodig is om de gebruiksartikelen te mogen kopen en gebruiken, consumeren. Om zo’n economie stabiel te houden dient waardecreatie sterk afgestemd te zijn met waardeconsumptie want anders zouden er overschotten of tekorten ontstaan, ook in geld. Dat zou weer een hapering in het circuleren van het geld veroorzaken met problemen als gevolg. Dat is een moeilijk maatschappelijk proces. Als er bijvoorbeeld teveel stoelen worden gemaakt die dan niet afgenomen worden in de lokale geldgebaseerde kringloop dan is er meer geld in omloop door de gedane arbeid maar dit vloeit niet terug doordat men geen stoelen meer nodig heeft. Het stoelenbedrijf dreigt dan in de problemen te komen. Deze zoekt nieuwe afzetmarkten voor het overschot, om de uitbetaalde arbeid terug te verdienen en weer terug te investeren in een nieuwe cyclus. Men gaat dus op zoek naar nieuwe markten. In de nieuwe markten zit geen kringloop economie omdat de arbeid die gedaan wordt om de stoelen te maken elders wordt gedaan dan waar het verkocht wordt. Geld om de stoelen te kopen vloeit dus weg uit het gebied naar het gebied van de fabriek. Het geld kan dus niet lokaal meer worden hergebruikt in een nieuwe cyclus. En bij de fabriek ontstaat een nieuwe kringloop waar meer geld nodig is voor lokale arbeid voor overproductie. Er is dus overal een onbalans.

Dat gaat misschien even goed zolang er niet teveel andere gelijkwaardige bedrijven op het pad komen. Want dan begint concurrentie dat dwingt tot waardevermindering of het creëren van een onderscheidend vermogen via “het anders zijn en blijven”. De zuigkracht van kapitaal naar de plek van waardecreatie maakt de fabriek afhankelijk van de “markt” waar het niet wederkerig mee omgaat met arbeid. Er ontstaat een onbelans in de kringloop die de kringloop kwetsbaar maakt voor alle betrokken partijen. De “economie” wordt aangetast zowel aan de kant van consumeren als aan de kant van produceren. Als “wereldeconomie” zou dit goed kunnen komen als er een wereldse kringloop zou zijn maar die is er (nog) niet. We praten over een globale consumptie-economie maar niet een globale waarde-creatie economie.

Als er daarentegen tekorten ontstaan in een consumptie economie door te kleinschalige productie en een te grote vraag dan gaan er weer andere krachten werken. De prijs kan dan omhoog gedreven worden of men investeert om meer te kunnen gaan produceren voor de vraag. Er is dus meer geld nodig om te kunnen groeien. Als deze groei is afgestemd op de juiste vraag dan komt dat extra geld gewoon weer terug en is er geen enkel probleem. Wel natuurlijk als over dit extra geld rente betaald moet worden want dat gaat ten kosten van het ingelegde geld. Er vindt waardecreatie plaats maar ook waardeonttrekking (rente) via het geld.

Als geld geen catalysator meer is maar een doel op zich voor partijen via rente of winst op geld, dan kan dat alleen door waarde te onttrekken aan het uiteindelijke waardecreatieproces.

Er is nog een manier om geld te laten groeien en dat is door speculatie. Door kapitaalgoederen (goud, zilver, huizen, autos, ed.) schaars te houden stijgt de waarde van het object in een consumptie-economie. Het geld dat de waarde bepaalt van het object wordt niet meer afgestemd op de arbeid die erin wordt gestopt maar de wens die men heeft om het object te hebben. Zo ontstaat de hebzucht in een consumenten economie. De economie groeit maar de waarde vermindert.

In feite verrot de economie van binnen uit, niet alleen door structurele waardeontrekking uit de omgeving en onze toekomst maar ook door de blinde mentaliteit van “het vermeende recht tot consumeren” zonder wederkerigheid van onszelf.

De verrotte Nederlandse economie
In de Nederlandse economie, net als die van de meeste landen van de wereld tegenwoordig, speelt het bovenstaande op gigantisch niveau. Nederland is afhankelijk van de rest van de wereld voor haar economische stabiliteit door groei die gebaseerd is op twee pilaren: speculatie en consumptie. Op twee fronten wordt dus structureel waarde onttrokken aan de maatschappij. Paradoxaal stijgt de hoeveelheid geld die in omloop wordt gebracht om beide pilaren in stand te houden. Het is allemaal een hypthecaire schuld op de toekomst om ons huidige consumptieniveau op peil te houden omdat de economie daarop is gebaseerd, juist om de consequenties ervan te kunnen financieren. Om effectief te kunnen consumeren moet de infrastructuur worden aangepast voor goederen en personen vervoer. Er moeten winkelcentra beschikbaar zijn die het gemakkelijk maken om te kunnen consumeren en de voorraden van beschikbare materialen moeten overvloedig aanwezig zijn om de consumptie optimaal te laten verlopen. Onze betrokkenheid in de economie is via werkzaamheden aan de infrastructuur en de distributie van de goederen. De enige “toegevoegde waarde” is die van het in stand houden van de etalage voor de consument. De mens is verworden tot een gebruikersmachine die geld verslind om goederen te verslinden. De goederen voor consumptie worden amper meer lokaal gemaakt noch van waarde voorzien maar komen overal vandaan. Vandaar dat geld structureel wegvloeit uit Nederland naar andere gebieden of blijft hangen in het speculatieve distributiesysteem.

Overconsumptie leidt uiteindelijk tot het uitdrogen van de aarde, de vervuiling van ons nest, de opkomst van de vele consumptieziekten (psychische hebzucht klachten, gezondheidproblemen, onderlinge problemen, enz), klimaatverandering, de verloedering van jaloerse onderlinge menselijke relaties, enz. We zien een stijging van criminaliteit, ongezondheid, armoede, vervuiling alom en tegelijkertijd een stijging in inflatie, economische groei en groei in de algemene geldelijke schulden van de individu en de omgeving. De economie is verrot en de maatschappelijke mentaliteit ook. Er wordt geen waarde meer toegevoegd aan de maatschappij door onszelf en wij hebben het structureel onttrokken door onszelf te verzieken op alle fronten.

Het geld is precies hetzelfde, of het nu uit een kringloop economie komt waar het geen waarde heeft maar bijdraagt aan waardecreatie, of in een consumptie-economie waar het bijdraagt aan algehele vernietiging. Het gaat niet om het geld zelf maar de manier waarop wij ermee omgaan, het belang dat wij eraan hechten en de waarden die wij onderling al dan niet verdelen. De huidige manier in Nederland is verziekt. Wat nu?

Rotte economie herstellen?
Van een goede naar een slechte economie verhuizen is gemakkelijk. Men hoeft het geld maar te koppeken aan consumeren in plaats van het creëren van waarde. Dan is het kwaad geschiedt (gebeurde in de jaren 70) en stuurt men op de onverzadigbare hebzucht van de mens met alle gevolgen van dien. Uiteindelijk leidt dit tot gigantische crisissen, niet alleen economisch maar vooral ook psychisch en maatschappelijk. Die werkelijkheid zien wij overal om ons heen.

Van een verrotte economie naar een gezonde verhuizen is nagenoeg onmogelijk omdat men de mentaliteit van de bevoking én de aan hebzucht verbonden maatschappelijk organisatie volledig moet omdraaien. Dat wil zeggen dat wij weer om moeten leren gaan met directe waardecreatie, zelfvoorziening en persoonlijke inzet en verdeling van waarde. Dat betekent dat de bevolking, die generaties lang omringd is geweest met een feestwinkel van consumptieartikelen ineens moet kijken wat men er zelf nog van kan maken in een duidelijke wederkerige relatie met haar (natuurlijke) omgeving? Niet veel waarschijnlijk omdat we dat niet meer gewend zijn en ook in gedrag niet voor worden opgevoed. Men heeft twee linkerhanden ontwikkeld en een grote broekzak. Daarnaast zijn alle consequenties van de hebzuchtperiode zo groot dat er veel middelen nodig zijn om er iets tegen te kunnen doen. Die middelen worden nu nog uitgedrukt in geld. En dat geld moet uit de belastingen van een consumerende bevolking komen. Eigenlijk moet het komen vanuit inzicht en inzet van de bevolking zelf maar dan staat er geen geld meer tegenover maar gezondheid, de reparatie van een ongezonde maatschappij en zware arbeid vanuit inzicht. En daar zijn wij niet meer toe bereid.

Dat werk gaat generaties lange inzet kosten. De natuur lost dit soort situaties veel handiger op door ons onszelf te helpen vernietigen. Dat is de werkelijke hypotheek die wij op inze toekomst hebben gelegd, namelijk de dood van onze kinderen en kleinkinderen die wij elke kans hebben ontnomen door hen een mentaliteit over te dragen in een vervuilde omgeving die alleen maar leidt tot dood en verderf. Dat is de consequentie van onze hebzucht maar omdat deze verblindt binnen de rotheid van de economie en ons eigenbelang zal het ons over het algemeen een rotzorg wezen. Wie dan leeft, wie dan zorgt.

De enigen die verantwoordelijkheid kunnen nemen zijn wijzelf, de volwassen generatie en via onderwijs en opvoeding ook naar de toekomstige generaties.

Sustainocratie is een voorbeeld van een oplossing in een complexe, geinstitutionaliseerde maatschappij. Waardecreatie staat dan voorop en kan snel worden waargemaakt én Nederland zelfs op de wereldkaart zetten als gebied waar voor het eerst echt verantwoordelijkheid werd genomen.

“Dankjewel papa en mama” kan dan uiteindelijk in de toekomst verschillende betekenissen hebben in de ondertoon. Wij bepalen welke.