Dit is de 6e blog uit de serie van 20 over de grote omslag. De auteur is Jean-Paul Close, initiatiefnemer van de Stad van Morgen, een stichting waarin de grote omslag al maatschappelijke werkelijkheid is geworden.
Blog 6 – Geld

Geld is op dit moment alles bepalend in de wereld. Het is een standaard om “waarden” uit te wisselen (transactie economie) volgens afgesproken regels. Geld bestaat alleen op die manier anders zou het in ons dagelijks leven niet voorkomen. De natuur kent ook geen geld. Geld is een menselijk bedenksel, een handelsinstrument dat uit is gegroeid tot dominant en riskant machtsbolwerk.
Geld heeft een evolutie doorgemaakt
Geld was ooit een middel om diensten te honoreren die niet op een andere, directere manier te compenseren waren met gunsten. Geld ontstond als muntwaarde in eigen gewicht van edele metalen. De graad van metaal-zeldzaamheid maakte het een ideaal compensatie middel. Het was transportabel, standaard, overdraagbaar en relatief waardevast. Dit waren kwaliteiten die andere waarde-instrumenten niet tegelijk hadden. Grond en huisvesting zijn niet transportabel, voedsel is niet houdbaar noch waardevast of standaard. Geld wel. Dit heeft gaandeweg geld zo populair gemaakt als instrument en dat is het nog steeds. Het heeft ons als mens in de gelegenheid gesteld om op geldbasis rijkdom te creëren, ook al is het concept “geld” grotendeels fictief geworden. De onderliggende metaalwaarde van het geld zelf is verdwenen. Waar is de waarde van modern geld dan op gebaseerd? Op macht! En dat is precies wat uiteindelijk heeft geleid tot grote problemen die de basis vormen van de grote omslag.
Geld ging tussen mens en behoeften staan
In vroegere tijden had men geen geld en was men vooral afhankelijk van de rechtstreekse relatie met de natuur voor de invulling van basisbehoeften. De natuur was geen gemakkelijke partner. Aan de “onzichtbare hand” die de natuur regeerde zijn vele gezichten gegeven omdat het voortbestaan van de mens er afhankelijk van was. Men vereerde de goede gunsten van overvloed en had intense angst voor de torn die armoede, dood en verderf veroorzaakte. Ruilen werd een manier om de vele tekorten aan te vullen wanneer de nood aan de man kwam. De opkomst van geld als standaard groeide uit tot innovatief alternatief op de normale ruilhandel. De groei van de wereldbevolking bevorderde de ruilhandel en de groei van het belang van geld.
Later werd daar ook de industriële arbeidsrelatie op gebaseerd waardoor geld synoniem kwam te staan voor toegankelijkheid tot behoefte invulling. De marktconcentraties van handel werden tevens de groeigebieden van geldbelang. Gaandeweg ging geld volledig tussen de mens en natuur staan. Zonder geld was er geen toegang meer tot waarden (huisvesting, zekerheden, voeding, mobiliteit, grondstoffen, enz). Zo werd geld het ultieme machtsinstrument voor degenen die ermee konden manipuleren en speculeren.

Er ontstonden twee werelden:
- de economische relatie met de natuur voor grondstoffen en levensbehoeften
- de economische relatie met de mens als consument.
Beide relaties zijn onderhevig aan economische regels van efficiëntie, winst en kostenoptimalisatie, maar ook van beschikbaarheid van geld. Zo ontstond ook het schuldensysteem dat mensen en instanties in staat stelde geld te gaan gebruiken in allerlei processen waar men zonder geld geen toegang kon krijgen. Het beschikbaar stellen van geld was ooit in handen van koning of keizerrijken die goud als onderpand gebruikten maar kwam uiteindelijk in private handen terecht zonder enige vorm van onderpand.
Geld is nu machtig en speculatief
Door het weghalen van de metaalwaarde is de waarde van geld variabel geworden en afhankelijk van allerlei omstandigheden. Waar vroeger de hoeveelheid geld in circulatie gerelateerd was van de hoeveelheid edelmetalen die erin verwerkt waren of, in later stadium, als onderpand dienden, is het nu mogelijk dat de geldvoorraad groeit zonder dat er geld bijgedrukt wordt. Dat is natuurlijk vreemd voor iets dat niet meer bestaat als fysieke ruileenheid maar als macht instrument. Het middel is dus fictief geworden, afhankelijk van de speculatie die eraan verbonden wordt en de emotionele waarde (noodzaak gedreven) die wij er zelf aan geven.
Als voorbeeld kunnen we huizen noemen. Een huis in 1970 was 70.000 gulden waard als we het zouden willen kopen. Dat is zo’n 33.000 euro. Een bank verstrekte een hypotheek met 7% rente in die tijd waardoor de kostprijs die opgebracht moest worden in 10 jaar verdubbelde. Men had na 10 jaar (7% over 33K€ a 10 jaar = 33K€, een verdubbeling) het hele huis via de rente al een keer betaald maar de lening zelf niet. Een hypotheek van 30 jaar zorgde voor nog eens 20 jaar verplichtingen. Uiteindelijk zou men zich eigenaar mogen noemen na 30 jaar en het huis 4 x betaald hebben!! Al die tijd diende het huis als onderpand voor de bankbelangen. Door de bank was dus 3 x 33.000 euro schijnbaar uit het niets gecreëerd, uitsluitend door het inlegbedrag te faciliteren en rente met garanties te vragen.
Waar kwam die enorme geldcreatie vandaan? Die werd door de hypotheekbetaler opgebracht middels 30 jaar arbeid en door de belastingdienst verspreid over de gehele bevolking door de hypotheekaftrek. Geldcreatie ging ten kosten van arbeidsdynamiek. Lucratief voor de banken én de overheid die zo de bevolking dwong om in het gereguleerde arbeidsproces deel te blijven nemen. De overheid inde erover inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Geld werd het ultieme macht en sturingsinstrument door het creëren van schuld en afhankelijkheid, een samenzwering tussen overheid en banken. Natuurlijk werd dit getolereerd door de bevolking die mee kon doen in het speculatieproces dat een gigantische groei vertoonde die de schijn van rijkdom als worst voor de neuzen van iedereen hield.
De overheid ging over tot het openstellen van de grenzen voor goedkope arbeid-krachten die allemaal huisvesting nodig hadden. Een tekort zorgde voor een waardestijging van alle huizen. De hypotheekrente daalde naar 3,5% maar de prijs per woning vertienvoudigde in 30 jaar tijd. Het pand van 33.000 euro in 1970 kostte in 2000 al 330.000 euro zonder dat er iets aan was toegevoegd, behalve slijtage en ouderdom. De banken vierden hoogtij en de belastingstructuur ook. Zelfs de huiseigenaren waren tevreden want zij zagen dat een kostprijs van 4 x 33.000 euro uitmondde in een gigantische winst (10 x 33.000 euro).
Het is niet vreemd dat de focus op stenen belangrijker werd dan de oude industriële focus op ondernemerschap. Stenen bleken waardevast en economisch groeiend onder de juiste manipulatieve voorwaarden terwijl innovatie een ondernemersrisico omvatte dat in ons kleine, logistieke landje beter elders kon worden genomen (bijv. in ondernemersland USA). Zo werd Nederland geldgedreven, speculatief met huizen, logistiek, handel en goedkope arbeid. De economische luchtballonnen groeiden tot het schijnbaar oneindige en zo ook de macht van geld waar maatschappelijke zorg aan werd ontleend.
Alles uitgedrukt in geld
Door de druk van geld in ons dagelijks leven werd het alles bepalend voor ons gedrag en ons denken. Wonen, verzekeringen, voeding, kleding, luxe, recreatie, zorg, enz wordt vertaald in geld en geld kon alleen verdiend worden door arbeid in institutionele structuren die in de wereldwijde logistiek, speculatie, bureaucratie en semi-overheid (zorg, onderwijs, defensie, enz) functioneren. Als men het niet kon verdienen door arbeid dan was een uitkering een tijdelijk vangnet, de stijgende huizenprijs een garantie voor de toekomst en het schuldsysteem een constante druk om te presteren uit angst het welzijn van wonen en consumeren kwijt te raken. Geen wonder dat de overheid veel huiseigenaren wilde.
Recent gaf premier Rutte nog de aloude maatschappelijke instructie “koop een huis en een auto, dan helpt u de noodlijdende economie”. Die stelling is echter achterhaald door de grote omslag.
Gaandeweg begon de onbalans zich te manifesteren door verschillende crisissen. De economische luchtballonen schoten lek. Arbeidsduurverkorting, vervroegde pensioenen, verhoging van belastingen en steeds gemakkelijkere leningen zorgen voor tijdelijke pleisters op de macro-economische lekkende wonden maar bleken vooral uitstel van executie. De overheid kon niet anders dan focussen op groei-economie, koopkracht, controle instrumenten (bureaucratie) en stimulans van de consumptie economie omdat het daar haar groeiende lasten uit kon compenseren. BTW werd gaandeweg de grootste inkomstenbron, met gezondheid en ouderenzorg de grootste kostenpost. De menselijke complexiteit van hebzucht, gemakzucht, macht, speculatie en eigenbelang had zijn werk gedaan en deed de rest.

De situatie is onhoudbaar geworden. Voorheen werd geld weggeven in ruil voor bewezen diensten. Tijdens het industriële tijdperk was het een middel om circulair waarde te creëren en arbeid te compenseren. Maar nu is geld zelf een doel geworden voor alle betrokken partijen waardoor de consequenties op wereld niveau enorm zijn. Geldbelangen staan tegenwoordig boven menselijkheid, duurzame menselijke vooruitgang en de natuur.
Voorbeeld: De analyse van een hoogleraar van de Universiteit van Utrecht toont het effect van bepaalde pesticiden op de bijenstand, de bijbehorende consequenties voor onze voedselvoorziening, insectenetende vogelsoorten (30% verminderd in enkele jaren) en de afgeleide risico’s voor het voortbestaan van de mensheid door de ecologische schade van de zenuwstoffen. De reactie van het landsbestuur was dat de economische belangen van tuinders en onze export boven het verbieden van de pesticide gaat en het daarbij juridisch niet ondersteund zou worden.
Onze prioriteiten zijn dodelijk geworden door de afhankelijkheid van geld. De catastrofes dienen zich wereldwijd en lokaal aan, niet alleen direct zicht en voelbaar maar ook als sluipmoordenaars in de vorm van ziektes.
Geld zelf is niet het probleem.
Als alle geld dat voor handen is in de wereld verdeeld zou worden over de wereldbevolking van 7 miljard mensen dan zou iedereen meervoudig miljonair zijn. Waarom is er dan zoveel ongelijkheid, armoede, oorlog, crisis en vervuiling? Dat komt door de manier waarop geld als product, doel en machtsinstrument is georganiseerd. Het is in handen van enkelingen die het geld als schuldsysteem hanteren om macht uit te oefenen uit eigenbelang. De evolutie van de mens, en zelfs het leven op Aarde, is in handen gekomen van deze immorele speculanten en hun eisen.
Tijd voor de grote omslag
Maar hoe? De staat is gegijzeld door het geldsysteem uit eigen machtsbelangen, de beursgenoteerde bedrijven eveneens en de schuld-lijdende, geldafhankelijke bevolking ook. Er is maar één manier. Door het fictieve geld dat in de jaren 70 is ontstaan de rug toe te keren en te aanvaarden dat schuld niet bestaat, alleen duurzame menselijkheid en vooruitgang.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, ondanks het feit dat het een eenvoudige keuze is. De moeilijkheid is niet het zelfbewust kiezen maar het gebrek aan een systeemalternatief om de behoefte invulling van de mens gaande te houden. We hebben onderlinge afhankelijkheden gecreëerd op basis van geld tussen alle instellingen en mensen op Aarde. We zijn in steden gaan wonen waarin overvloed via winkels beschikbaar is maar men geen enkele andere keuze heeft dan middels geld er zich toegang toe verschaffen. Los van de loslaat keuze is er daarom een spanningsveld tussen de oude wereld die de geldafhankelijkheid kost wat kost in stand wenst te houden, met het gangbare immorele wetboek in de hand, en een nieuwe wereld die op zoek is naar functionele alternatieven. De grote omslag verkeert slechts in een pioniersfase met allerlei experimenten zonder nog een eenduidige route. Ondertussen stapelen de problemen zich op.

Het model van de menselijke complexiteit helpt

In de wereld van verandering zijn er allerlei stromingen zichtbaar. Deze zijn te plaatsen binnen de context van elk van de vier velden (groei, chaos, verandering, symbiose) van het model van de menselijke complexiteit of op de transitie tussen de velden (angst, bewustwording, cocreatie, gemakzucht). Elke stroming heeft potentieel, afhankelijk van de manier waarop ons (morele) bewustzijn, visie en noodzaak het concept “geld” ter discussie durft te stellen en er waardige alternatieven voor bedenkt.
Stroming 1 – Groei
Deze positie in het model omvat niet alleen groei maar ook de op gemak gebaseerde afhankelijkheid van de bevolking, zoals we dat nu kennen. Het gemak wordt niet alleen gediend vanuit voldoende geldmiddelen (koopkracht) maar ook de automatisering en robotisering van menselijke handelingen zodat we op termijn niets meer hoeven doen. Er zijn stemmen die meer controle, meer overheid, meer automatisering en meer kunstmatige intelligentie zien als oplossing voor alles wat de mens nodig heeft.
Zo zien we dat wereldmachten met elkaar samenspannen om een soort nieuwe wereldorde te stichten met een nieuwe overkoepelende munteenheid die op termijn de dollar en euro zouden kunnen overtreffen als macht instrument.
We zien ook veel stemmen opgaan om de bevolking een standaard basisinkomen te verschaffen om vrede te bewaren, de consumptie patronen te handhaven en de productieprocessen verder te optimaliseren.
Al deze initiatieven gaan uit van een wereldmarkt van 7 – 9 miljard consumenten binnen de greep van geldbelangen. Speculatie op basis van tekorten zorgt voor een groeispurt in economische belangen waardoor de rijken enorm rijk kunnen worden.
Angst regeert omdat men bang is de controle en macht kwijt te raken aan de blokken die de grootste hoeveelheid grondstoffen beheersen en de hand op de knip kunnen leggen en de groeiprocessen laten verstoren. Men verkeert permanent in een spagaat tussen de concurrentie, diplomatie en groeibelangen met crisis als een gemene adder onder het gras. Men denkt met kapitaalinjecties, regulering en technologische innovatie de zaken op te kunnen lossen. Deze stroming is machtig en sterk ontkennend als het gaat om verantwoordelijkheden en consequenties voor mens en planeet.
Een andere groeistroming zijn bepaalde religieuze groeperingen die hun hiërarchische godsleer op willen dringen als alternatief op het kapitalisme. Men heeft het heft in handen in delen van de wereld en zoek dezelfde uitbreiding als het kapitalisme. Het valt ook onder de immorele positionering van groei omdat men geen harmonie zoekt maar dood en verderf zaait onder andersdenkenden. Deze groepen gaat het niet om geld maar godsdienstige macht en onderdrukking. Door de crisissen in de geldwereld vinden deze groepen ruimte voor groei.
Stroming 2: Chaos en opstand
Deze stroming geeft weer dat als we doorgaan vanuit het groeiperspectief de mensheid in 2050 gedecimeerd is door oorlogen, hongersnood, catastrofes, enz. Op internet zijn programma’s te zien waarin de spanningen in de wereld sinds 1970 staan weergegeven. Er is een explosieve trend zichtbaar van vele lokale conflicten die opbouwen naar wereldproblemen.
Sommige economische stromingen staan achter de oplopende spanningen uit economische belang rond oorlogvoering en wederopbouw. Deze worden echter tegengesproken door de opvattingen dat de huidige status van technologie rond oorlogsvoering uiteindelijk alles vernietigend zou zijn. De vele gemengde belangen op wereldschaal met de huidige bevolkingsdichtheid zou oorlog tot de grootste en meest dramatische ontwikkeling maken van de wereldgeschiedenis. De vele filmpjes en foto’s op social media over dat waar de mens toe in staat is in de religieuze conflicten in het midden oosten zorgen al voor een algemene publieke opinie dat dit ten alle tijden voorkomen dient te worden.
We zien een tendens van groeiende criminaliteit, zelfs in de wereld van risico kapitaal waar een salaris en bonuscultuur aantoont dat men alleen tegen de hoogste beloning als systeem huurling wil fungeren en het geweten afkoopt.
In chaos en ellende speelt geld geen rol. Bij een gedecimeerde wereldbevolking stort de economie in elkaar en daarbij de machtsposities van de huidige belangenpartijen. Na de chaos kan een nieuwe wereldorde, met de overgebleven bevolking, opgebouwd worden die de geldmanipulatie en macht opbouw van deze tijd tracht te voorkomen door maatschappelijke maatregelen te introduceren zoals na WWII sociale zekerheden werden veralgemeniseerd als vredesinstrument.
Deze stroming toont meerdere gezichten. Enerzijds zijn er de mensen die vanuit de chaos terug proberen te komen tot de oude standaards van structurele welzijn. Zij organiseren zich rond oude opvattingen, helaas vaak tegen beter weten in maar onderworpen aan de conservatieve druk van een volk. Ook zijn er die criminaliteit tot een standaard maken. Men maakt misbruik van oude rijkdom om zich die toe te eigenen middels agressie en misdaad. Terroristische stromingen werpen zich op tegen het kapitalisme en zoeken verstoring van de wereldorde zonder zich te bekommeren om de consequenties of alternatieven.
Tot slot is er een groep die uit de chaos opstaat vanuit zelfbewustzijn dat het ook anders kan. Zij vormen de basis van de 3e stroming.
Stroming 3: Bewustwording
Het is natuurlijk uiterst verwerpelijk dat miljarden mensen het onderspit dreigen te delven omdat een maatschappelijke structuur zich kost wat kost in stand tracht te houden en daarbij de mens en Aarde kapot maakt door het eigenbelang van (relatief) enkelingen afgespiegeld op de onbewuste, afhankelijke massa. Bewustzijn is een groot goed maar als de afhankelijkheid van de machtscultuur zo groot is dan kan men er weinig mee. In deze categorie zijn ook weer verschillende stromingen te zien:
- Religieuze stromingen verwijzen naar het uit elkaar trekken van de Godsdienst en Geldbelangen in de Staatshuishouding en wensen een staat die gebaseerd is op religieuze maatstaven. Men ziet de mens en natuur als Gods werk dat gerespecteerd dient te worden onder de sturende autoriteit van de Kerk, godsleer en oude geschriften.
- Moderne oermensen zoeken weer de directe relatie op met de natuur en zelfvoorziening door de oude maatschappelijke orde, verstedelijking en geldafhankelijkheid de rug toe te keren. Sommigen zoeken mogelijkheden om als commune een soort Utopia op te bouwen.
- Nieuwe waardesystemen zijn al vele decennia actief om de ruilhandel in ere te herstellen en lokaal te verbinden. De huidige wereldwijde geldeenheden voeden de lokale cohesie niet en verdampen naar de schuldeisers en machtsinstellingen. Nieuwe, lokale waardesystemen zorgen voor het behoud van lokale waardecirculatie en hernieuwde productiviteit met nieuwe voorwaarden.
- Doomdenkers leggen de verantwoordelijkheid bij een hogere universele macht en stellen dat wat we ook doen, uiteindelijk een meteoriet of ander verschijnsel uit de ruimte ons zal vernietigen of tot de orde roepen.
Deze groeperingen en stromingen formuleren de meest concrete veranderingsmodellen ook al wil men twee onderdelen van de stroming identificeren die putten uit hun eigen energie:
- geloof georiënteerd en religie gestuurd
- kennis georiënteerd en samenwerking gestuurd
Stroming 4: co-creatie en harmonie
Een boeiende suggestie in deze context is de zogeheten “monetaire reset”. Het stelt de machtspositie van de schuldeisers ter discussie en stelt voor om deze middels een administratieve tussenstap op te lossen. De reset haalt de schuldangel uit de economie waardoor we weer op “nul” komen te staan. Hierdoor is de druk van de ketel om te focussen op groei en schuldaflossing terwijl men stil kan gaan staan bij de aanpak van de wereldproblemen.

Los van geld staan we in deze stroming stil bij de situatie van 7 miljard mensen en de consequenties van ons oude model. We gaan op zoek naar een nieuwe samenhang waarin de mens, de natuur en onze complexe samenleving leidt tot duurzame stabiliteit. Een bekend voorbeeld van deze algemene wens is de PPP (People, Planet, Profit) die rond de millennium wisseling de intrede deed. Helaas vatten veel oude instellingen de P van Profit nog op als het oude winstmodel van de groei-economieën in plaats van de betekenis van “waardecreatie”.
Samenhang georiënteerde initiatieven plaatsen geld wederom als een van de beschikbare middelen en zijn de mens, natuur en onze doelgerichte productiviteit de basis voor duurzame (menselijke) vooruitgang. Deze stroming is de omgekeerde spiegeling van de huidige, geldgedreven complexiteit. Het is de stroming die de Stad van Morgen zich eigen heeft gemaakt en van waaruit wij de maatschappelijke herpositionering organiseren. We gebruiken daarbij de veranderingsgezindheid van bepaalde elementen uit alle drie de voorgaande stromingen.
- Stroming 1: Veel bestuurders in de geldgedreven systemen zijn zich bewust van de risico’s die men loopt als men op die voet voortzet. Men zoekt mee naar alternatieven en gaat graag in op de uitnodiging om een soort maatschappelijke R&D aan te gaan met de Stad van Morgen in het cohesie en cocreatie gebied. Men put daar innovatieve inspiratie uit en doet mee aan verandering door zelf de chaos voor de instelling beheersbaar te maken via een nieuwetijdse bezieling.
- Stroming 2: Chaos is nodig om van het ene paradigma te transformeren naar het volgende. Maar dit kan ook door het verstand te gebruiken en deze chaos multidisciplinair aan te gaan. Als we weten wat we willen bereiken dan is chaos geen dreiging maar een uitdaging met zonneschijn als belofte na een regenbui. Het is de zonneschijn die motiveert om de regenbui te trotseren. Voor veel gefragmenteerde belangpartijen betekent de deelname ook weer een nieuwetijds groeipotentieel dat waarde toevoegt aan de wereldse ontwikkelingen, in plaats van onttrekken.
- Stroming 3: Bewustwording biedt innovatieve aandacht aan de meest uiteenlopende uitdagingen. Sociale, technische en zelfs bestuurlijke en religieuze innovaties ontwikkelen zich voor inspiratie en algemene aanvaarding. Door ons open te stellen voor de positief gestelde cocreatieve veranderingen en deze al kaderend te positioneren in de wereld van grote hotspots en knelpunten ontwikkelen we draagvlak voor vernieuwing. Ook godsleer speelt hier een rol maar dan vanuit de vernieuwende gecombineerde opvattingen van kennis en geloof. Daar zal ik het in een van de blogs nog specifiek over hebben.
- Stroming 4 is uitnodigend en confronterend tegelijkertijd. Het toont de wereld vanuit een nieuwe complexiteit waarin autoriteit en verantwoordelijkheid op een andere manier wordt gedeeld dan we gewend zijn. De monetaire reset is een mentaal en technisch instrument om de oude tijd structureel, rationeel en emotioneel los te laten. Voor de sustainocratische coalities is dat van geen belang omdat deze zich geldloos positioneren. Het zijn geen handels maar waarde-creatie coalities gebaseerd op multidisciplinaire verantwoordelijkheid in plaats van transactie. Deelname spiegelt zowel het positieve als negatieve waardoor de deelnemers in een spagaat komen van persoonlijke en professionele chaos die noopt tot keuzes. Het voordeel is dat men er niet alleen voor staat en vanuit een concreet hoger doel argumenten ontwikkelt en steun ontvangt om de chaos te overbruggen. Er ontstaat dan een nieuwe werkelijkheid waarin ook geld op een nieuwe wijze is gepositioneerd. Ook de alternatieve, uiterst lokaal gedreven waardesystemen krijgen een plek om de lokale economie te sterken, los van de wereldwijde manipulaties.
Conclusie
Geld blijkt cultuur gevoelig. De cultuur van macht en afhankelijkheid is heel anders dan de cultuur van waarde schepping en cocreatie. De verschillen hebben wij keihard ervaren in de Stad van Morgen toen wij de Sustainocratische projecten vorm gaven. Een sfeer van wantrouwen, afhankelijkheid en concurrentie maakte plaats voor professionaliteit, vertrouwen en samenhorigheid. Cultuurverandering is dus goed mogelijk als de juiste context wordt gecreëerd. Ze kunnen zelfs naast elkaar bestaan en elkaar aanvullen zoals de transformatie economie ons heeft getoond. Geld dient daarbij als middel gekaderd te zijn, net als specialiteiten, kennis en inzet.
De manier waarop wij met geld om zijn gegaan en er onszelf afhankelijk van hebben gemaakt, zonder het te kaderen volgens morele verantwoording, zal de geschiedenis ingaan als een duistere periode in het bestaan van de mens. Nog nooit heeft zo’n grote groep mensen het zo goed gehad ten kosten van zichzelf, de mensheid en onze leefomgeving. Nog nooit heeft een zo kleine groep mensen zoveel alles vernietigende macht gehad over onze evolutie als soort en die van onze omgeving. Binnen de menselijke complexiteit zijn er echter voldoende mogelijkheden voor handen om veranderingen aan te brengen, zoals hierboven wordt weergegeven. Alle mogelijke uitingen van de mens om hier het hoofd aan te bieden zullen voorkomen, net zoals we alle stromingen in de wereld kunnen zien gebeuren. Welke uiteindelijk blijvend doorslaggevend zal zijn moeten we nog bezien. Dat we op dit moment een groot risico lopen is genoeg aanleiding om de oude macht-structuren vanuit natuurlijke krachten, inclusief de massale bewustwording van de mens, te vervangen.

[…] Een van de grootste vraagstukken van deze tijd is de evolutie van betrokkenheid bij de maatschappelijke inzet en productiviteit, vaak ook “arbeid” genoemd. Het woord verwijst vandaag de dag naar betaald werk in een arbeidsrelatie. Het is een begrip dat voortkomt uit de industrialisering en zich heeft ontwikkeld tot een van de pilaren van onze economie. Iemand die werkt krijgt salaris en met salaris heeft men toegang tot de invulling van levensbehoeften en luxe. Het feit dat men afhankelijk is van iemand anders voor een salaris noemen we “transactie economie”. De geldstroom die ontstaat is onderhevig aan allerlei spanningsvelden zoals beschreven in blog 6 over Geld. […]
[…] in de maatschappij machtiger geworden dan de menselijke productiviteit. Dat hebben we al gezien in de blog over geld. Een groot deel van ons maatschappelijk welzijn is gerelateerd aan de speculatie rond geld, grond […]
[…] Blog 6: Geld Geld wordt veelal gezien als de oorzaak van alle kwaad. Maar geld bestaat niet. Het is een menselijk bedenksel dat in een waardesysteem prima als ruilmiddel kan worden toegepast. Het is echter een duivels instrument in handen van despoten die het misbruiken door het als doel te stellen en er macht aan te ontlenen. Het probleem is niet het geld maar de manier waarop men ermee omgaat. Als dat niet veranderd dan gaat de mensheid ten onder aan de verafgoding van een verzinsel. […]