Kunst is een brede vorm van expressie die taal ver overtreft. De, van oorsprong Griekse, kunstenares, Athanasia gebruikt haar kunst voor haar eigen expressieve behoeften en heeft tevens een programma voor de empowerment van jongeren. In een open radio gesprek spreekt ze over haar werk, haar emoties en haar passie.
Of concreter: hoe krijgen we jongeren mee in het thema gezondheid en gezonde lucht?
Met deze vraag gingen studenten van Fontys ACE in Tilburg aan de slag. Na een uitgebreid onderzoek over de belevingswereld van hun eigen generatie konden ze AiREAS van advies dienen. Dit werd hun eindpresentatie.
Toen ik de doelstelling van de Stichting STIR aankondigde werd dit al snel door deelnemers de “Stad van Morgen” genoemd. Elke andere beeldvorming van een gemeenschap die niet gestoeld was op een stapel stenen werd al snel betiteld als “zweverig”. De werkelijkheid bestond vooral uit tastbare zaken waar financiële belangen aan werden verbonden. Alles wat riekte maar emotie, spiritualiteit, liefde, zingeving of samenhang werd al snel afgewezen als “onrealistisch”. Toch was dat laatste de wereld waarin stichting STIR zich al experimenterend positioneerde, een werkelijkheid van innerlijke waarden, gemeenschap, verbinding en integrale menselijkheid.
Deze week, 13 jaar na de aankondiging van de doelstelling van STIR, vielen enkele gesprekken op. Zij zijn tekenend voor de kentering die plaatsvindt en een weergave van veel meer gesprekken die we voeren vanuit STIR en alle waarden gedreven clusters die erin zijn ontstaan.
1. Jongeren willen wat anders
“Het liefst zou ik in een zelfvoorzienende community willen gaan verblijven waarin we samen zorg dragen voor onze behoeften”, zegt de 22 jarige jongeman. Hij sprak zijn frustratie uit over de laagbetaalde slavernij baantjes waarin hij van 8 uur in de ochtend tot 10 uur ’s avonds actief moest zijn als stage gecombineerd met een baan. Een zinloos en uitzichtloos bestaan waarin uitbuiting zichtbaar en voelbaar is. “Dit is een waanzinnige werkelijkheid waar ik niet mijn hele leven in wil verblijven,” stelde hij. Zijn vriendin beaamde dit volop. Zij werkt in de zorg en maakt dagelijks de eenzaamheid van ouderen mee die zelfstandig wonen in een veel te groot huis zonder contact met familie en een uitgestorven vriendenkring. “Is dit mijn toekomst?” vraagt ze zich af.
2. Jongeren willen anders werken
Een ander gesprek gaat over arbeidsvreugde, beloning en werken voor een baas. “Ik wil niet mijn hele leven een loonslaaf zijn. Ik wil baas zijn van mijn eigen leven. Ik wil reizen, dingen doen die ik leuk vind en nuttig. Ik wil variatie, diversiteit, positiviteit..”, vertellen jongeren tijdens een openhartig gesprek. Ze vertellen hoe ze opgegroeid zijn in een wereld vol onzekerheden. Gescheiden ouders, oorlogen, crisissen, plotselinge werkloosheid van ouders, financiële stress, armoede, noem maar op. Is dat de erfenis waar zij hun toekomst op moeten bouwen? Dat zien ze niet zitten. “Ik wil goed betaald worden voor mijn werk. Want ik wil financiële zekerheid maar ik wil ook mijn vrijheid behouden in plaats van vastroesten in afhankelijkheid die geen enkele garanties blijkt te bieden. Daarom pin ik mij niet vast op een enkele baan.”
We zien de logos´s van de Stad van Morgen, AiREAS, FRE2SH enz steeds vaker tussen de partners staan van leeromgevingen, lokaal, nationaal en internationaal
3. Leiderschap cirkel
Mensen die dagelijks leidinggevende functies bekleden in Parijs komen op bezoek bij de Samenleving van Morgen, zoals ik tegenwoordig de Stad van Morgen noem. Het past beter en wordt nu sneller geaccepteerd. De bezoekers hebben een leiderschap cirkel gevormd om samen op zoek te gaan naar inspiratie. “Op welke basis worden er besluiten genomen?” is de rode draad van hun bezoek. We kijken naar Eindhoven, de ontwikkelingsfasen van de stad, we praten over Sustainocratie, we bezoeken nieuwe creatieve werkplekken en leeromgevingen. Het valt hen op hoe enorm de maatschappij al aan het veranderen is, ook bij hen in Parijs.
Inspiratie opdoen bij Fontys, het High Tech Campus, de Stad Eindhoven en Sustainocratie
Men merkt op dat sinds COVID mensen uit de stad wegtrekken. Opgesloten zitten op een klein kamertje waar je je scheel voor betaald tijdens de lock-downs heeft hen bewust gemaakt van de negatieve kanten van de stedelijke ontwikkeling. Vervuiling, onpersoonlijk, onbetaalbaar. Parijs moet enorm veel moeite doen om mensen te behouden. Investeren in vergroening is daar een van. Maar iemand op het platteland kan wonen in de gezonde natuur, in een betaalbare, ruime woning met toegang tot werk via internet of zelfvoorziening door middel van samenwerking. De stad is een getto van financiële belangen waar niemand meer blij van wordt. De aanwezigheid van een theater, een restaurant of ziekenhuis weegt niet meer op tegen de stress van de stedelijke speculatieve werkelijkheid. Kwaliteit van leven zit toch echt anders in elkaar voor velen die de stap nemen wég uit de stad.
Ook het arbeidsproces verandert. Niemand wil meer werken voor een grote hiërarchische structuur. Dynamische creatieve clusters van ondernemende mensen zijn aantrekkelijker. Oplossingsgericht samenwerken en genoegdoening door eigen inzet en waardering is veel aangenamer dan hersendood een plekje hebben in een onpersoonlijke piramide. Aanwezig zijn wanneer nodig en daarin flexibel nut-gedreven zichzelf mogen zijn. Een totaal nieuw ecosysteem manifesteert zich dat zich ook met plezier richt tot de uitdagingen die wij als Sustainocratie voorschotelen. Ineens wordt de open ruimte van samen leven duidelijk door er samen creatief vorm aan te geven. Een andere menselijke wereld ontstaat waarin de rol van instellingen niet meer sturend is maar kaderend vanuit faciliterende, waarden gedreven cocreatie clusters.
Van hiërarchische sturing naar gekaderde open, creatieve, doelgerichte, samenwerking en cocreatie ruimte
Deze Samenleving van Morgen is er al en verdringt gaandeweg die starre, stressvolle, negatieve, vernietigende vorm van gisteren. De mens pakt haar vrijheid en verantwoordelijkheid terug en dwingt de ghettos van belangen op de knieën van faillissement of ingrijpende aanpassingen. Het is eigenlijk ongekend hoe snel deze ontwikkeling is gegaan en waar Stichting STIR al experimenterend, onderzoekend, uitnodigend en analyserend toe heeft bijgedragen. De recente lijst van gepubliceerde ervaringen is beschikbaar via de internationale site van Sustainocracy. We zijn er nog lang niet maar de transitie lijkt geen weg terug meer te kennen. En, zoals Italiaanse partners wijselijk zeiden: het is evolutie, geen revolutie.
Lokale inwoners betrekken bij natuurbewustwording, waar gezondheid en een gezonde leefomgeving ook een onderdeel van is, is een uitdaging op zich. We gaan graag de natuur in voor een wandeling, een fietstocht, sport en andere vormen van recreatie. Vanuit o.a. AiREAS (luchtkwaliteit en een gezonde leefomgeving) stimuleren we ook plekken waar natuurbewustwording gecombineerd wordt met bewustwordingsprikkels voor verschillende doelgroepen. De buurtboerderij van Eersel is daar een goed voorbeeld van. Kinderen en scholen kunnen daar terecht voor visuele kennis ontwikkeling via spel, aanraking, uitdagingen, enz.
Nu is er ook iets nieuws bijgekomen. Kijk maar naar dit korte filmpje dat het allemaal mooi laat zien.
Met deze hulpvraag kwam ik een half jaar geleden aan in Fontys Tilburg bij een klas van ongeveer 20 studenten Communicatie. Nadat ik de situatie had uitgelegd in ons deel van de wereld en het urgentiebesef maar ook de complexiteit van betrokkenheid van de normale mens bij de uitdaging, gingen ze aan de slag om “iets te bedenken”. In een uur tijd hadden ze verschillende ideeën op tafel gelegd. Daarna kwam de uitdaging om ze verder uit te werken. Een van die uitgewerkte ideeën werd vandaag online gepresenteerd aan mij. Deze is opgenomen en kunt u hier bekijken.
De presentatie is aangevuld met een uitgebreide analyse die ik kan publiceren in onze eerstvolgende wereldwijde AiREAS publicatie.
In het roerproces van Stad van Morgen in de samenleving zijn er allerlei ontmoetingen die zich al dan niet tot een menselijk resultaatgericht proces ontpoppen. Soms gebeurt er helemaal niets en soms zijn er mooie rijke ontmoetingen die diep gevoeld en ervaren worden, waarbij je weet hier kan iets moois ontstaan, hier mag iets Zijn. Hier komen intenties, passie, liefde voor de mens, liefde voor het unieke van de mens samen.
Wanneer? Dat regelt het Universum….
Zo zijn er een aantal maanden geleden ontmoetingen geweest met Paul Rötschke, initiatiefnemer van de Stichting Michaelson. Een stichting voor jongeren die vastlopen in hun leven en even niet weten hoe hier mee om te gaan. Hij biedt samen met meerdere professionele mensen een thuisbasis voor jongeren om gehoord te worden en er te mogen zijn. Paul is in 2012 zijn eigen zoon Michael verloren door een keuze van Michael zelf om uit het leven te stappen.
Wij spraken over zelfredzaamheid, Ondernemer van je eigen Leven, ambachtelijk leren en werken, locaties waar jongeren een aantal dagen of weken weer op adem kunnen komen, zelf verantwoordelijkheid voor hun leven kunnen en mogen nemen. Vier weken geleden belde ik Paul. De volgende dag zaten we met vier mensen bij elkaar en is er een een energiebubbel voor een sustainocratisch proces ontstaan.
Wat gebeurd er nu in zo’n groep, waardoor ontstaat zo’n proces?
Hier komen mensen bij elkaar die bezig zijn hun diepste verlangens op bestaansniveau te willen neerzetten en dat aan te reiken aan anderen, mensen die leiderschap nemen. Leiderschap nemen over hun eigen leven, door crisissen zijn gegaan, maar nu in volle overgave leven en dat dienstbaar willen maken aan anderen. De kracht van spiritualiteit verstaan, de mentale kracht, emoties verstaan, wat het fysiek met je doet. Ze willen laten zien en laten ervaren dat ieder mens uniek is, dat je er mag zijn en een plek op aarde mag innemen. Je bent hier met een reden. Maar ze weten ook dat leiderschap bij je zelf begint, diep van binnen en dat je daar zelf verantwoordelijk voor bent, ja tegen het leven te zeggen en in actie te komen.
Op het diepste, meest existentiële niveau is deze roeping van ons allen voelbaar en zijn wij het die, vanuit ieders eigen unieke talent, dit zichtbaar en dienstbaar maken. Het Universum heeft deze energie samengebracht om het in resultaatgerichte projecten te verbinden naar een hoger doel:
Zelfredzaamheid – Ondernemer van je eigen Leven voor jongeren.
Een positieve mensvisie, bewustzijn en preventieve benadering liggen hier altijd aan ten grondslag. Als kind volg je de verlangens van je hart, maar gedurende de jaren moeten we leren luisteren naar anderen waardoor de innerlijke kracht van zekerheden verloren gaat. Die kracht is er nog steeds, die is er altijd, maar dient opnieuw gehoord en ervaren te worden om zich uiterlijk te kunnen manifesteren. Dat wordt hier geleefd en aangereikt.
Als initiatiefnemer van dit sustainocratische proces lopen er uitnodigingen aan diverse belangenpartijen om zich hiermee te verbinden, zoals Gemeente, GGD, Politie, Jongeren, Ouderverenigingen, etc. Trimbos Instituut (geestelijke gezondheidszorg) doet mee vanuit de wetenschappelijke kant. Wij nodigen dan ook graag bedrijfsleven, welzijnsinstanties, en alle andere organisaties, personen die zich betrokken voelen en verantwoordelijkheid willen nemen of faciliteren op welke manier dan ook in dit menselijk gedreven waarde creatieproces van harte uit mee te doen.
Wij gaan door….
Het project loopt in Eindhoven, maar uiteraard is een dergelijk proces overal op te starten. Voor nadere algemene informatie over het sustainocratische proces verwijs ik je naar de link.
Wil je meer informatie over dit project, je nader betrekken en/of een dergelijk proces elders opstarten? Neem dan even contact met mij op via de mail Nicolette.meeder@stadvanmorgen.com of 06-54282812.
De leerprestaties van jongeren zijn onder de maat vindt de inspectie en het ministerie van onderwijs van Nederland. Men plaatst de verantwoordelijkheid van het leren bij de jongeren via een leerplicht maar vergeet daarbij dat leren zich uitsluitend voltrekt vanuit een maatschappelijk context. Als er geen hoger maatschappelijk doel wordt gesteld dan zal er door niemand, jongeren noch ouderen, een leerdoel worden bereikt. Waarom leren? Wat is het nut? Welke innerlijke motivatie spreekt men aan om te leren? Jongeren hebben sinds 1900 in Nederland een leerplicht maar Nederland heeft vooral een onderwijs plicht. In de huidige scholen vormt “onderwijs” een doel op zich aangestuurd door het beleid uit Den Haag waarbij de scholen beperkte vrijheden hebben om zich te ontwikkelen volgens een eventueel eigen maatschappij beeld. Men is afhankelijk van de middelen die per leerling worden toegekend en dient via diploma uitreiking aan een normering te voldoen. Welk verband er ligt tussen maatschappij en normering is veelal ver te zoeken en de leerling is een middel om de school in stand te houden.
In dit huidige onderwijs leert men niets.
Om “het leren” te begrijpen grijp ik even naar een vergelijking die we ook gebruiken voor het bedrijfsleven en de maatschappij zelf, namelijk die van de individuele vrijheid en sturing.
Onderwijs is geen doel op zich maar functioneel binnen een maatschappelijke context
In onze democratie gaan wij uit van grote individuele vrijheid. Maar we gaan er ook van uit dat wij een maatschappij draaiende houden waarin een hoge graad van gemeenschappelijk welzijn wordt genoten. Dat betekent dus ook dat onze vrijheid niet vrijblijvend is maar bij zou moeten dragen aan de inhoudelijk invulling van de maatschappij. Wat die kaders zijn dient maatschappelijk duidelijk te zijn. Dat is het niet. In een geldgedreven consumptie maatschappij is geld en consumeren misschien een maatschappelijk kader waar omheen een economie draait maar opvoedkundig verwachten wij natuurlijk veel meer van een maatschappij. Denk daarbij aan ethiek, sociale cohesie en duurzame vooruitgang. Deze essentiële parameters zijn niet meer aanwezig en als zodanig ook niet te vinden in een onderwijscultuur.
Bij het ontbreken van een hoger maatschappelijk kader dat de hebzucht van een geldgedreven maatschappij overstijgt met ethische normen (zoals sustainocratie de democratie nuanceert met duurzame menselijke vooruitgang) vervalt het onderwijs tot een gefragmenteerde, doelloze overdracht van kennis. Als de leerprestaties van de jongeren dan onder de maat zijn dan duidt dat niet op de jongeren maar op de leeromgeving. De scholen, ouders en de overheid dienen dan vooral bij zichzelf te raden te gaan.
De jeugd is perfect in staat gebleken om van alles te leren binnen de mogelijkheden van hun open vrijheden en vanuit een intrinsieke, ongestuurde motivatie. Denk daarbij aan social media, elektronica en de vele prikkels die een consumptie gerichte maatschappij hen opdringt. Die prikkels raken het eigenbelang zoals Mitra zo mooi vertelt in zijn toespraak over “The hole the wall”, een experiment in India waarin ongeletterde straatkinderen geconfronteerd werden met een gat in de muur en een computer. De natuurlijke nieuwsgierigheid, de open onderlinge communicatie en concurrentie, samen met de vele dingen die ze met het apparaat konden ontdekken leidde tot verrassende resultaten. Binnen 6 maanden beheersten honderden jongeren vele Engelstalige computerwoorden, wisten ze hoe het apparaat en de software werkte en konden ze aangeven welke verbeteringen erop toegepast konden worden. De onderlinge stimulans zorgde voor een zelflerend proces dat zijn weerga niet kent in de moderne onderwijswereld.
Onze huidige maatschappij is voor de meeste jongeren een gat in de muur waarmee men experimenteert zonder toezicht noch concreet doel. De stimulans die zij krijgen horen bij de normale opgroeiende, zoekende jeugd die is omringd door een cultuur van koopkracht (hebben). Binnen die cultuur spelen ouders de rol van financier en de overheid die van lastpost. Het zwarte gat van de maatschappij waarin de jongeren met hun ongenuanceerde vrijheden experimenteren en elkaar uitdagen tot uitersten vormt een schril contrast met het huidige onderwijs. Dit probeert normen en waarden op te leggen vanuit “verplichtingen” om zodoende enig overwicht te behouden op deze jeugd. Via de leerplicht worden de jongeren geacht om op een bepaalde tijd op school te zijn en na een aantal uren weer weg te gaan. Op de vraag waarom ze naar school gaan wordt geantwoord “omdat het moet”.
Het huidige onderwijs is vooral gefocust op het overdragen van rationele, cognitieve vaardigheden, zoals rekenen, taal en andere tastbaarheden. Naar mate de jongeren ouder worden wordt in het onderwijs van ze verwacht dat ze een vak leren. Wat de overheid vergeet is dat rationaliseren van informatie pas pakkend beklijft in de bewustwording van de jongeren als zij het verwerken middels emotionele en lichamelijke ervaringen. De hele dag in een schoolbank zitten is geen stimulans. Het uit het hoofd leren en automatiseren van de tafeltjes of het leren van de provincies en hoofdsteden van Nederland heeft pas blijvend invloed als het zich verbindt aan de belevingswereld van de jeugd.
Als de jeugd zich niet binnen een grotere maatschappelijke context weet te plaatsen richt zij haar eigen ontwikkeling op de vergelijking met leeftijdgenoten en niet die van een persoonlijke, volwassen toekomst en verantwoordelijkheid. Daarvoor is een referentiekader nodig met de volwassen werkelijkheid. Onderwijzen gaat niet over het pure cognitieve leerproces maar de bewustwording van zichzelf in een maatschappelijke context. Dat vergt iets anders van het onderwijs dan het afvinken van aanwezigheid lijstjes en het plaatsen van gedragskruisjes bij elke afwijking van de algemene norm. Elk kind is anders, heeft een geheel eigen belevingswereld die positief kan worden beïnvloed door het kind te betrekken bij een hoger doel. Maar dan moet dat hoger doel wél bestaan.
Een kind, een puber of een jong volwassene kan uitstekend zelfstandig leren, uitgedaagd worden, allerlei informatiebronnen verwerken en uiteindelijk uiten in zeer diverse vormen van wijsheden die ontstaan. Alles bepalend is uiteindelijk de cultureel, maatschappelijke omgeving waarin het leerproces wordt gestimuleerd. Als de prikkels gaan over de laatste mode, meer geld hebben dan de ander, al dan niet verantwoordelijkheid nemen, angst of durven, wat heb ik en hoe zie ik er uit, dan zullen de jongeren die prikkels gebruiken in hun reactieproces. Reflectie gebeurd bij jongeren nog sterk op basis van het “eerst doen, daarna leren”, al experimenterend met het leven in de onbevangenheid van de beveiligde creativiteit. Onbevangen omdat zij zelf kunnen experimenteren en beveiligd omdat zij nog worden omringd door ouders en school die verantwoordelijkheid nemen voor de maatschappelijke inhoud en veiligheid in de ontwikkeling van de onschuld. Reflectie is essentieel maar dient plaats vinden binnen aanvaardbaar nut en kaders die de jongeren kunnen begrijpen.
Het huidige systeem van verplichten, straffen, examineren, normeren en reguleren toont uitsluitend de machteloze beperking van het onderwijssysteem als eenzijdig instrument dat haar verbinding is kwijtgeraakt met het grotere geheel. Natuurlijk passen de jongeren daar niet in omdat zij zelf een holistisch menselijk bestaan en ontwikkeling leiden die niet te minimaliseren valt.
Door onderwijs te ommuren en af te zonderen van de maatschappelijke context mist men de voorbeeldfunctie die de jongeren nodig hebben om te reflecteren over de theoretische werkelijkheid die hen wordt verkocht als gedragsnorm. Vertrouwen, gelijkwaardigheid, respect, veiligheid, gezondheid, kennis zijn thema’s die genoemd worden in de boeken maar in de omgeving structureel worden verkwanseld. Het gezinsleven bestaat amper, jongeren groeien op van opvang tot opvang, binnen gescheiden ouder situaties, los van familiaire relaties en veelal met allerlei gedragsstempeltjes vanuit de overheid. De norm is utopisch beperkend en de afwijking wordt de norm. Het zijn niet de jongeren die niet voldoen maar hun verplichte leeromgeving waarin ze verplicht worden te doen waar ze geen enkel nut in zien.
Een hoger doel heeft te maken met gezondheid, welzijn, sociale cohesie, onderlinge relatie, zelfkennis en de kennis van de ander, veiligheid, samenwerking, visie, verantwoordelijkheid nemen, een maatschappelijke richting (duurzame menselijke vooruitgang) en alle daaraan gerelateerde kennisbehoeften. Er dient een verbintenis te zijn tussen de unieke persoon en de omgeving die zich samen ontwikkelen volgens een bepaalde natuurlijke, dynamische, evolutionaire code waar de jeugd haar eigenheid op creatieve manier in kwijt kan om de eigen toegevoegde waarde te ontdekken. In een jagersstam zien de jongeren de ouderen op jacht gaan en kijken er naar uit om een keer mee te mogen. Bij een timmerman zal de zoon of dochter geneigd zijn de hamer een keer te pakken en iets te knutselen. Maar als de ouders ’s morgens van huis gaan en ’s avonds thuis komen is er amper interactie en geen enkel volwassen voorbeeld. Ook in de wijken zijn er geen functionele prikkels die de jongeren aanzetten tot het nemen van verantwoordelijkheden.
Kortom, in een maatschappij zonder hoger doel zijn er geen emotionele prikkels die leiden tot een intrinsieke motivatie van de jongeren om iets te leren. Als de school daar ook nog eens negatieve prikkels tegenover zet door een bureaucratische, gefragmenteerde werkwijze, zonder verband tussen reflectieve cognitie en jeugdige emoties met een welhaast militaristische afrekening van aanwezigheid en gedrag, dan ontstaat er een generatie die meer leert op straat dan op school. En dat mag niet de bedoeling zijn.
We zijn toe aan een sustainocratische transformatie van het onderwijs door het weer een structurele, functioneel inhoudelijke pilaar van de maken van duurzame menselijke vooruitgang. Onderwijs is geen gefragmenteerd doel op zich maar stelt de mens centraal in haar duurzame ontwikkeling.
Het onderwijs is dienstbaar aan de menselijke vooruitgang