De economie van waarden

Veel wordt er gepraat over de wens om anders met geld om te gaan. Maar hoe? De meeste modellen zijn een afspiegeling van de Euro en ook gericht op handel. Laten we eens een geheel andere versie uitproberen.

Waardecreatie is een principe waar we ons allemaal mee bezig kunnen houden. Het heeft niet alleen te maken met materiële zaken maar ook de zorg voor elkaar. Als we een eenheid van waarde koppelen aan de waardecreatie en deze eenheid laten vervallen zodra de waarde wordt geconsumeerd dan ontstaat er een circulair model van permanente overvloed.

Laten we dit eens doen met voorbeelden.

Mijnheer X helpt mevrouw Y met wat huishoudelijke taken omdat ze het zelf niet meer kan. Er ontstaat waarde in de vorm van een COS3I eenheid. Deze ontstaat uit het niets. Mijnheer X heeft nu een COS3I. Mevrouw Y is blij dat haar huistaken zijn gedaan.

Stadslandbouwer Z produceert een sla. Er ontstaat waarde in de vorm van een sla. Daar staat een COS3I tegenover. Die ontstaat uit het niets. Z heeft nu een sla en een COS3I wegens de waardecreatie.

Mijnheer X neemt de sla over en activeert zo de COS3I van Z. Doordat hij waarde consumeert komt zijn eigen COS3I te vervallen. Z heeft zijn COS3I nog. Die kan hij nu besteden aan waardeconsumptie.

Alleen bij waardecreatie ontstaan COS3I’s. Bij waardeconsumptie worden COS3I’s vernietigd. Als iemand wenst te consumeren zal hij of zij eerst voldoende waarde moeten creëren. Nooit vindt er uitwisseling van COS3I’s plaats, wel van waarden. Het aantal COS3I van iemand gaat omhoog of omlaag bij het creëren of consumeren van waarde.

COS3I’s worden geactiveerd bij het consumeren van de waarde die ze vertegenwoordigen. Sommige waarden zijn kortstondig maar anderen zijn duurzaam en langdurig, zoals een woning. De COS3I waarde van een woning is een latent vermogen dat pas beschikbaar komt als de woning als waarde wordt benut. Leegstand levert zo niets op.

In de COS3I wereld bestaat geen schuld. Een huis bouwen bijvoorbeeld is een en al waardecreatie door de bouwers. Zij ontwikkelen vrije COS3I’s door het huis af te maken als latent vermogen. Het verrichtte werk is waarde uitgedrukt in een huis. Maar het huis is zelf pas van waarde als het gebruikt wordt. Dan komen COS3I’s vrij.

Op deze manier hoeft er ook geen belasting betaald te worden. Het samen functioneren als gemeenschap bestaat uit het creëren van gemeenschappelijke waarden. Er ontstaan derhalve constant COS3I’s. Gebruik van gemeenschapsmiddelen gaat weer ten koste van de COS3I’s die men zelf heeft gecreëerd.

Zo wordt iedereen gestimuleerd om steeds waarde te creëren om op eenzelfde manier het te kunnen consumeren. Moderne ICT zoals blockchain kan helpen bij het fluctuatieproces van de eenheden, de erkenning van waardecreatie en consumptie.

Geluk(t) evenement special

Op 16 maart 2017, tijdens de Eindhovens geluksweek, organiseren we “Geluk(t)”. Dit is een bijeenkomst dat aandacht besteedt aan het nieuwe “sustainocratisch ondernemen” volgens het 4 x winst model. Deze vorm van ondernemen houdt niet alleen rekening met de mens en het milieu maar schept er ook waarde in volgens de duurzame kernwaarden die in Sustainocratie zijn gedefinieerd.

5-kernwaarden

De komende dagen besteden we via deze blog aandacht aan de initiatieven die we aandacht willen schenken op 16 Maart omdat ze gelukt zijn en bijdragen aan de maatschappelijke kernwaarden van onze Eindhovense bestaan.

Het is een moeilijke vorm van ondernemen omdat het zich “dienstbaar opstelt ten opzichte van mens en planeet” in plaats van de vele andere en oudere vormen van ondernemen die “mens en planeet gebruiken voor geldelijk eigenbelang”. Omdat geld ook gebruikt wordt via de belastingen en verzekeringen, die op hun ouderwetse manier belang hechten aan het op een kostbare manier repareren van de schade die door die oude ondernemersmentaliteit wordt veroorzaakt, krijgt vreemd genoeg de oude vorm steun maar de nieuwe vormen (nog) niet. We zijn evolutionair, zien geld als één van de middelen, en we vormen een nieuwe werkelijkheid die de eigen steun moet werven en beklinken door zichzelf zichtbaar en waardevol te maken. Die gebeurt door zich te bewijzen middels visie, aantoonbare waardecreatie, overtuigingskracht, doorzettingsvermogen en verbinding met partners waaronder de vele burgers die erin gaan geloven door er baat bij te hebben.

Als Stichting STIR (Stad van Morgen) zijn we grondlegger van Sustainocratie en de manier waarop we dit maatschappelijk en ondernemend vormgeven. Daarom vinden we het leuk om deze sustainocratische pioniers te toetsen aan het 4 x winst principe en hen daarin te begeleiden maar ook ten zeerste te waarderen. Ze zijn vaak origineel, authentiek, baanbrekend en uiterst transformatief.

Stad van Morgen organiseert van nu twee keer per jaar een Geluk(t) evenement, dat op zichzelf ook tot het Geluk(t) patroon behoort, om initiatieven die een doorbraak moment hebben beleefd (“het is hen gelukt”) aandacht te schenken. Dat gebeurt tijdens de Geluksweek in maart en Dutch Design Week in oktober. Groei van deze initiatieven draagt bij aan verbetering van ons welzijn, onze leefomgeving en de samenhang tussen mens en milieu. Het helpt tevens om bureaucratie te minderen, belastingen te laten verdampen en onze verzekeringen als gemeengoed in plaats van bedrijf te laten functioneren. Kortom, het is de moeite waard. Geluk(t) is ook een cocreatie evenement waarin iedereen een bijdrage kan leveren om het gezellig, aangenaam, verbindend en borgend te maken. Iedereen is welkom 16 maart in het Designhuis te Eindhoven. Even aanmelden voor de planning…..

Piramide 2
Sustainocratisch ondernemen

 

Kiezen tussen leven en dood

Het STIR avondcollege van 17 februari ging over fundamentele keuzes maken. De mens karakteriseert zich door haar creativiteit en zelfbewust intelligentie. Daardoor zijn we geworden wat we zijn, een levende soort die zich omringt met spullen die ons welzijn aan aanzien verschaffen. We zijn in feite een soort wonder van de natuur omdat in dat creatievermogen wij niet worden overtroffen door andere soorten. Daarom willen wij ook wel geloven dat we geen natuurlijke evolutie zijn maar dat er ergens een hogere macht ons deze krachten heeft gegeven.

Tegelijkertijd zijn we tegenwoordig ook erkend als de 6e oorzaak van massavernietiging van leven, inclusief onszelf, sinds het ontstaan van de Aarde. Dit tijdperk van vervuiling, misbruik van grondstoffen en onze natuurlijke bronnen, de concurrentieoorlogen en manipulatie rond geldgedreven belangen, deze algehele vernietiging van leven door de mens, heeft een eigen naam: het Anthropocene.

Dood of leven 0

Alles verwijst naar het industriële tijdperk dat sinds het introduceren van de stoommachine ons in staat heeft gesteld massaal gebruiksartikelen te gaan produceren. Die artikelen hebben grondstoffen nodig die vaak voortkomen van levende soorten (planten en dieren) die we daarvoor dood moeten maken. Doordat de beloningsstructuur van arbeid in de fabrieken niet in natura maar met geld werd afgehandeld ontstond een geldgedreven cultuur van economische groei enerzijds en economische afhankelijkheid anderzijds. Binnen die economie werd consumeren van dode producten een belangrijke drijfveer maar ontwikkelde ons bewustzijn en creatievermogen zich niet meer om balans te houden met onze natuurlijke omgeving.

Het industriële tijdperk ontwikkelde sterk vanuit bijvoorbeeld de textiel industrie met groot gebruik van katoen, een natuurlijke grondstof. De enorme toename van behoefte aan katoen en de verwerking ervan ging gepaard met een gigantische toename van landschapsvernietiging en vervuiling.

Een ander voorbeeld is de vleesindustrie die ons in onze voedselbehoefte voorziet. Nederland is een van de grootste vleesproducten ter wereld en heeft er een intensieve industriële productie van gemaakt. Voer voor de beesten komt veelal uit Zuid Amerika waar belangrijke bosgebieden worden gekapt om plaats te maken voor veevoer productie. De massaproductiviteit en consumistische levensstijl, zonder algemeen bewustzijn over de consequentie, heeft ons een gevoel van rijkdom gegeven ten kosten van het leven op Aarde. Dit gebrek aan bewustzijn zien we ook terug in de voedselverspilling.

Als we de economische pieken aanschouwen die we sinds dit industriële tijdperk hebben meegemaakt dan constateren we dat de pieken vooral werden veroorzaakt door nieuwe vormen van mobiliteit die de handelsbelangen in bereik deden groeien. Globaliseren was het gevolg. Gecombineerd met een enorme groei van de wereldbevolking werd de geldgedreven economie rond handel in dode spullen de oorzaak van onze massavernietiging. Verstedelijking is slechts een afspiegeling van deze drang naar consumptie van de dood. Steden zijn bolwerken van cement, asfalt en glas met een beeld van overvloed in winkels en supermarkten zonder de zelfvernietiging zichtbaar te maken. Wat de mens niet ziet of voelt hoort niet tot onze werkelijkheid waardoor we geestesdood raken zoals het cement dat ons omringt.

Dood of leven

Maar de introductie van internet en persoonlijke computersystemen hebben ons massaal toegang gegeven tot kennis. De vele verstoringen van de wereld, die zich uiten via massale migraties van vluchtelingen, grondstofschandalen, uitingen van financiële hebzucht en macht, enz. bereiken het collectieve bewustzijn. Gaandeweg bouwt de massavernietiging zich verder op maar ook een nieuw psychosociaal bewustzijn.

De onterechte kapitaalinjecties na de kredietcrisis heeft de wereldwijde cyclus van de dood gerekt en de massale omslag afgehouden. Bijbehorende positieve consequentie was dat initiatieven zoals Sustainocratie (niveau 4 gebiedsontwikkeling) zich in argumentatie en bewijsvoering verder konden verstevigen. Hoe robuuster het antwoord op het stimuleren en heractiveren van ons creatieve zelfbewustzijn en vermogen tot een evolutionaire aanpak des te sneller de ommekeer wereldwijd tot stand komt, zonder de bijbehorende traditionele tussenfase van wereldoorlogen of volkerenmoord.

Dood of leven 2

In de Stad van Morgen hebben we de evolutionaire keuze dus al gemaakt en focussen met succes of de winst van kernwaarden van het leven zelf die we niet kunnen kopen maar wel creëren en onderling verdelen in echte en veilige overvloed. Tijdens het tweede deel van de avondinspiratie maken we een lijstje van de multidisciplinaire co-creatieprojecten waar we mee bezig zijn:

  • AiREAS – gezonde stad Eindhoven, Breda en Helmond
  • AiREAS – gezonde airport – airport dicht 2 weken
  • AiREAS Turkije via Erasmus+ en BdT
    • Ankara – kindvriendelijke stad
    • Soma – luchtvervuiling van deze mijnstad
    • Izmir – gezonde havenstad
  • FRE2SH Turkije
    • Malatya – voedsel en energie
  • SAFE Turkije
    • Grensgebied met Syrië vrij maken van landmijnen
  • FRE2SH Eindhoven – Son en Breugel/Gemert
    • Consumptie / Productie – Aristo
    • Gemert kruidengebied
  • STIR
    • Sustainocratische ontwikkelingen Interreg V (Aken, Leuven, Genk, Luik, Maastricht)
    • India Sustainocratie
    • China LOI
    • Health Deal Brabant
    • Groen/blauwe ruit Eindhoven – Helmond
    • 23 Mei – Regionaal bezoek Europa Smart City
    • Brainport participatief leren
    • Sustainocraten opleiding
    • Erasmus+ Spanje
  • FRE2SH Deventer – regionale samenredzaamheid en resilience
  • FRE2SH Houten – regionale samenredzaamheid en productiviteit
  • FRE2SH Eindhoven – transformatie wijken
    • Energie coöperatie

Twee gebeurtenissen in 2015 hebben ons geconsolideerd in de wereld van zelfbewuste evolutie:

  1. De formele erkenning van Sustainocratisch AiREAS als peer 4 gebiedsontwikkeling zoals door het Presencing Institute beschreven als co-creatief ecosysteem.
  2. Het VINCI innovatie award dat aantoont dat waardecreatie ook economische waarde heeft. AiREAS fase 1 heeft aangetoond dat elke geïnvesteerde euro een return geeft van vele malen die euro. Maar omdat AiREAS belang hecht aan gezonde verstedelijking en niet aan het geld wordt het geld een middel voor verdere ontwikkelingen.  Het loslaten van geld als doel en aanvaarden van kernwaarden als creatieve richtlijn en verdeelsleutel is wellicht de moeilijkste keuze voor mensen en instantie. Toch is het één met de keuze tussen leven en dood.

Uiteindelijk vatten we de aanpak van de STIR en aanverwante cocreatie tafels en coöperatieve verenigingen samen in 4 stappen, te beginnen met de waardengedreven keuze.

Dood of leven 3

Zo eren wij de uitspraak van Socrates: “Je kunt je leven lang vechten tegen het systeem of al je energie steken in het creëren van iets nieuws”. Wij steken onze energie in de creatie van iets nieuws en laten ons prikkelen door ons zelfbewustzijn en het drama van zelfvernietiging dat we ombuigen tot de kracht en pracht van het leven.

Niveau 4 stadsontwikkeling

Deze blog gaat over 4 niveaus van verstedelijking. Drie ervan zijn hiërarchisch ingericht, de vierde is sustainocratisch. De stap van 3 naar 4 is ingrijpend en zeker als het zich blijvend dient te integreren in een duurzame stedelijke eco-dynamiek. Zover zijn we nog niet. Niveau 4 manifesteert zich als dieper bewuste oplossing en transformatief spanningsveld tegelijkertijd.

Level 4

Volgens een extern rapport voor het gemeentebestuur van Eindhoven is het AiREAS initiatief van de Stad van Morgen (STIR) een niveau 4 manier van verstedelijking. Het is tevens een van de weinige, zoniet enige in de wereld dat stand houdt onder druk van de drie hiërarchisch gestuurde onderlagen. Hoe zit dat met die 4 niveaus en waarom is niveau 4 zo uniek, belangrijk en kwetsbaar?

Het eerste niveau van verstedelijking is het ontwerp van een basis-infrastructuur. Er zijn wegen nodig maar ook riolering, elektriciteit, voorzieningen, enz. Dat geldt voor elke stad waarin natuurlijke diversiteit de identiteit van de stad bepaald. Een havenstad is anders dan een stad op een logistiek knooppunt of handelsroute. In de basis infrastructuur treffen we de geschiedenis van zo’n stad, met oude stadsmuren, kerken, kastelen, kades en bestrating. Hele woonwijken, winkelgebieden en kantoorcentra behoren tot het uiterlijk van een stad.

Het tweede niveau verbindt de verschillende infrastructuren om stadsmanagement efficiënt en effectief te maken. Denk aan de manier waarop elektriciteit wordt afgestemd op vraag in seizoenen of wegen worden afgestemd op bereikbaarheid van winkelcentra of ziekenhuizen. Om de investering in infrastructuur te kunnen financieren draait het in de stad om geld via belastingen. Door de hiërarchische positie van de stad in een land int de staat het grootste deel van de belastingen en wordt het stadsbestuur onderdeel van het landsbelang. Men krijgt middelen toebedeeld volgens een verdeelsleutel waarin het bureaucratische landsbelang de overhand heeft.

Het derde niveau kennen we als de Smart City. Door toepassing van technologie wordt gedrag gecontroleerd, systemen geïntegreerd en belangen tussen institutionele partijen (overheid, bedrijfsleven en onderwijs – triple helix) onderling afgestemd volgens de politieke en economische sturing. Smart betekent “slim” maar dat kan op verschillende manieren uitgelegd worden. Technologie in handen van bureaucratie en controle heeft een hele andere slimme structuur dan technologie voor maatschappelijke cocreatie en productiviteit samen met de burgers. Niveau 3 is van groeiend belang gezien de uitdagingen van deze tijd. Drinkwater wordt schaarser en intelligente distributie en verwerkingssystemen zijn belangrijk. Steden zijn dichtgemetseld met asfalt, cement en glas waardoor de klimaatverandering en bijbehorende regelval of hitte perioden speciale aandacht vragen voor slimme oplossingen, vaak met terugkeer van de natuur in de verstedelijking maar ook de inzet van de bevolking zelf uit eigen wel-belevingsdrang.

Niveau vier wordt bereikt wanneer de instellingen zich bewust worden van hun eigen en stedelijke kwetsbaarheid door structurele afhankelijkheid van geld met goederenstromen van buiten de stad zonder dat er lokale productiviteit tegenover staat. Of de toename van verwijtbare problemen zoals vervuiling, armoede ontwikkeling en kostbare remediale infrastructuur en zorg oplossingen die niet meer via belastingen te dekken zijn. Geld van stedelijke productiviteit verdampt naar buiten de stad via landelijke belastingen of bedrijfskundige concentraties elders. Hierdoor komt het stadsbestuur in de klauwen van hogere economische en politieke belangen terecht terwijl het wel de lokale politieke, economische en maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt. Als men echt wil besturen dan dient de stad gezien te worden als een centrum van authenticiteit door zich veel onafhankelijker op te gaan stellen. Dat kan alleen door de bevolking aan te sporen medeverantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de stad. Economische drijfveren zijn dan te onpersoonlijk en nog ondergeschikt aan de afhankelijkheid structuren. De grote uitdagingen van deze tijd brengen ons al snel op menselijke kernwaarden waar men zich wél persoonlijk voor in wil zetten. Die ontwikkelingen vallen echter buiten de economische patronen van oude geïndustrialiseerde belangen die eigen zijn aan de onderliggende niveaus. Een nieuw waardesysteem is nodig op lokaal stadsniveau.

Waar slimme infrastructuur keuzes en speculatieve groeipatronen rondom economische geldbelangen nog vanuit de bestuurlijke hiërarchie gecoördineerd konden worden wenst het productief nastreven van kernwaarden voor de mens en natuur een andere relatie tussen de omgeving en het gedrag van het bestuur en de bevolking. Niveau 4 draait om heel andere doelstellingen dan de onderliggende niveaus. Paradoxaal zijn de eerste 3 niveaus nodig om ze daarna via niveau 4 te gaan aanpassen aan een nieuwe complexiteit. AiREAS streeft naar gezondheid en luchtkwaliteit, FRE2SH naar stad/platteland productiviteit en samenredzaamheid, de STIR leercoöperatie naar levenslang leren, SAFE naar de innovatieve transitie voor onafhankelijkheid van gevaarlijke grondstoffen. Kernwaarde gedreven samenwerking is de essentie van menselijke maatschappijvormen waarbij we allemaal verantwoordelijkheid nemen en investeren in ons integrale welzijn. De stedelijke ontwikkeling tot en met niveau 3 was gebaseerd op bestuurlijke en economische afhankelijkheid. Niveau 4 draait echter de zaak om en stuurt aan op gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en productiviteit.

Het stadsbestuur reguleert niet op niveau 4 maar faciliteert door ruimte te scheppen voor innovaties en samenredzaamheid. De kwetsbaarheid door afhankelijkheden mindert omdat mensen verantwoordelijkheden nemen die de ruimte opvullen. Als de menselijke en natuurlijke kernwaarden van Sustainocratie centraal komen te staan, om de balans te herstellen tussen mens en omgeving, dan dient de bevolking en het bestuur samen een waarde en niet geldgedreven interactie aan te gaan. Dat laatste vormt een probleem ten opzichte van de onderliggende bestuurlijke gelaagdheid. Niveau 1, 2 en 3 zijn opgebouwd door economische en politieke lobbies op gebied van vastgoed, constructiewerken en technologie. Op niveau 4 gaat de aandacht naar geheel andere zaken die de lobby aantasten. Bestuurders die op niveau 4 actief willen zijn krijgen al snel te maken met moties van wantrouwen en tegenwerken op de onderliggende niveaus die het liefst alleen maar groei wensen uit economisch eigenbelang.

Stad van Morgen biedt de doorbraak zonder amper bestuurlijk risico. Door de Sustainocraat te positioneren op niveau 4 en het bestuur van niveau 3 uit te nodigen naar een werkelijkheid van multidisciplinaire samenwerking op basis van menselijke kernwaarden, kan het bestuur amper weigeren. Niveau 4 is dan een populair initiatief waar het bestuur zich bij dient aan te sluiten als het voeling wil blijven houden met de gemeenschap en optimaal wenst te profiteren van de inzet van de eigen bevolking. Dat is tevens het argument naar de oude lobby die zich dient te schikken in de nieuwe verhoudingen die ontstaan en waar de bevolking verantwoordelijkheid voor neemt.

Eindhoven is pionier dankzij de relatie Sustainocratische Stad van Morgen (niveau 4) en Slimme Stad van Vandaag (niveau 3).

Leiderschap door in de groep te stappen

Daar staat ze dan, wethouder Mary-Ann Schreurs van Eindhoven, met haar handen voor zich uit gebarend om haar argumenten te bekrachtigen: `Het is niet top-down, ook niet bottom-up, maar allemaal samen horizontaal`. In essentie vertoont ze leiderschap door in de groep te stappen. Maar als je dat doet dan moet er in de leegte die ontstaat een duidelijke richting zijn waar de groep mee aan de slag kan. Als het bestuur de hiërarchie in stand houdt dan vraagt iedereen `wat moet ik doen´? . Maar als het bestuur in de groep stapt ontstaat gelijkwaardigheid in de uitdaging waar men voor staat. Er is geen toestemming-piramide meer maar een gemeenschappelijke uitdaging. Dat is een lastig fenomeen voor mensen en instanties die zich altijd veilig hebben gevoeld onder een laag van instructies en regels. Men hoefde niet zelf na te denken, geen verantwoordelijkheid te nemen en alleen dat te doen wat volgens de bestuurslaag `goed` was. Ineens valt deze weg en komt men in aanraking met keuzes maken, verantwoordelijkheid nemen, afstemmen en actie ondernemen. Men moet gaan nadenken en presteren, niet om de gunst van bestuurders maar om een gemeenschappelijk doel na te streven!

Als je in de groep stapt verandert alles
Als je in de groep stapt verandert alles

Wethouder Schreurs levert hierin het goede voorbeeld en kan dat doen omdat we al geruime tijd samenwerken in die ruimte die is ontstaan door het `in de groep stappen` van de bestuurder. In het ecosysteem van samenwerkingsverband AiREAS gaat het om het creëren van de gezonde stad. We meten luchtkwaliteit als prikkelend ijkpunt om ons tot actie over te laten gaan. De complexiteit van ons huidige maatschappijmodel wil dat het in de groep stappen van de wethouder slechts een deel is van de oplossing. Er ontstaat een eco-systeem rondom het gezonde stad concept ten behoeve van innovatie. Als mens doet de wethouder het juiste zodat de groep (lees maatschappij) tot actie komt en niet op beleid of instructies zit te wachten. Het belangrijkste werkkapitaal van een gemeenschap is de co-creatieve kracht van doelgerichte samenwerking. Om dat te verwezenlijken is er ook vaak wat geld nodig zodat er dingen aangeschaft kunnen worden die het proces van cocreatie ondersteunen. Zo hebben we in AiREAS moeten investeren in technologie om de luchtkwaliteit in de stad inzichtelijk te maken. Het geldsysteem is (nog) niet met wethouder Schreurs de groep in gestapt. Belastinggeld zit nog steeds sturend in het ego-systeem. ´De oplossing moet dus altijd van de overheid komen` horen we dan waardoor op datzelfde moment het ecosysteem ontploft en we weer als ondergeschikte kudde naar de wethouder kijken met de vraag ´en nu?´. We moeten het samen doen, we willen onze gemeenschappelijke creativiteit ontplooien maar als het om het ons eigen gemeenschapsgeld gaat is het `van de overheid` en niet van de gemeenschap.

De transformatie van ego naar eco is dus integraal, en niet alleen een mooi handgebaar van een welwillende en enthousiaste wethouder. `Samen` betekent samen op alle fronten, zowel de moeite als de middelen. Het is prima dat de overheid de maatschappij belast maar dan dient de belasting de cocreatie te stimuleren als een soort circulair fonds, en niet een toestemmingscultuur handhaven terwijl gevraagd worden of de bevolking de kastanjes uit het vuur haalt `allemaal samen` omdat het bestuur haar vingers heeft gebrand. Daarom stelt de Stad van Morgen twee zaken voor:

  • De creatie van waardengedreven innovatiefondsen. Deze staan niet onder beheer van de overheid omdat de overheid partner wordt in de waardengedreven cocreatie-processen. Ze staan onder beheer van een onafhankelijke waarde-coöperatie ala AiREAS of Stad van Morgen die de waardecreatie vorm geeft, borgt en faciliteert in de uitvergroting. Het fonds voedt zichzelf in de uitvergroting waardoor een nieuwe cyclus van lokale waardecreatie kan ontstaan. De belasting is derhalve niet in geld maar in maatschappelijke cocreatie en meetbare resultaten die niet in geld maar in waarden worden uitgedrukt.
  • Het opzetten van een apart lokaal beloningssysteem waardoor de deelnemende partijen zekerheden krijgen in ruil voor inzet in de waardecreatie. De traditionele beloningssystemen zijn gericht op handel van producten en diensten niet op maatschappelijke waardecreatie. Door de beloning voor waardecreatie los te koppelen van die van handel kan een nieuwe transformatie economie worden ingericht waarin waardecreatie die van handel voedt maar tevens waardevernietiging steeds toetst aan innovatiebehoefte. De stad heeft veel waarden die als beloning kunnen gelden voor deelnemers. Denk aan huisvesting, samen-redzaamheid en zorg.

Dan pas is leiderschap door in de groep te stappen compleet en kan de nieuwe cyclus en maatschappelijke context zich ontplooien tot een wereldwijd fenomeen. De eerste stap is gezet door het gebaar van wethouder Schreurs en de groepsontwikkeling vanuit de Stad van Morgen met bijvoorbeeld AiREAS als resultaat. Nu de tweede stap nog. Die is dichtbij.

De toevoeging van structurele waardecreatie als maatschappelijk kader in plaats van groei is de basis van vrede en welzijn
De toevoeging van structurele waardecreatie als maatschappelijk kader in plaats van groei is de basis van vrede en welzijn

Gratis geld of basisinkomen

Geld is een menselijk bedenksel, een concept dat niet bestaat totdat er betekenis aan wordt gegeven. “Gratis” betekent “kost geen geld”. Dus “gratis geld” geeft betekenis aan niets, een loze dubbelzinnigheid die pas betekenis krijgt als waarde wordt toegekend aan “geld” waarna het eventueel zonder verplichtingen kan worden weggegeven, zoals men suggereert met het basisinkomen. Wij hebben geldsystemen geschapen die pas betekenis kregen toen wij het verbonden hebben aan een geaccepteerd waardemiddel, zoals goud, ruilhandel of arbeid. Geld is niet gratis als het verbonden wordt aan een onderpand. Gratis geld bestaat alleen als er geen echte tastbare waarde aan ten grondslag ligt en toch wordt gebruikt.

Schuld is gratis geld
Deze stelling zullen banken niet leuk vinden maar het is wel zo. De rente en teruggave die de bank verlangt bestaat nog niet. Die moet nog gecreëerd worden. Het geld van de schuld heeft daarom de toekomst als onderpand door een schuldbekentenis te aanvaarden als “waarde”. Als wij daarvoor tekenen zijn we vrijwilligers in een slavernij door de schuldbekentenis. We krijgen geld dat nog niets is. We erkennen dit “niets” als schuld en geven vervolgens macht aan de schuldeisers van niets om ons leven de komende jaren te beheersen. Wat krijgen we ervoor terug? Een huis dat we 3 keer hebben betaald en levenslang hebben geïnvesteerd in het terugbetalen, met rente, van niets. De waarde die ontstaat met schuld is macht van schuldeisers over de toekomst van schuldenaars. Doordat geld als schuld vrij en gratis in omloop wordt gebracht, en wij er dingen mee kunnen kopen die voor ons van waarde zijn (voedsel, kleding, vertier) stellen wij die aanschafwaarde op dus ook op nul. Wij hebben er zelf geen waarde tegenover gesteld, behalve de toekomst die nog niet bestaat, maar consumeren toch waarde die wij onttrekken aan de natuur, creativiteit en arbeid van het verleden en heden. Kortom we vernietigen waarde met geld dat daarom negatieve waarde vertegenwoordigt waar ook nog eens een lange termijn renteplicht tegenover staat (meer waarde onttrekking).

Het alles vernietigende systeem door focus op consumptie en schuld
Het alles vernietigende systeem door focus op consumptie en schuld

Het moge duidelijk zijn dat het schuldsysteem met geld een alles vernietigend systeem is, zeker als er meer en meer geld in wordt gestopt om het in stand te houden. Klimaatverandering, vervuiling, armoede, verstedelijking, oorlog, enz kan er allemaal aan worden ontleend. Sterker nog. Als dit zo doorgaat bestaat de mens over enkele decennia niet meer omdat we zoveel waarde hebben onttrokken aan onze omgeving dat er geen natuurlijk bestaansrecht meer mogelijk is. Omdat geld en schuld gratis is wordt de onderbroken evolutie van de mens, en veel ander leven op Aarde, de kostbaarste prijs die wij betalen, die niet uit te drukken is in geld, maar wel in verantwoordelijkheid. Verantwoordelijkheid heeft echter (nog) geen formele waarde in het menselijk bestaan. Dat besef dringt langzaam door bij de bevolking maar niet de geld of schuldafhankelijke machtssystemen.

Basis inkomen
Veel wordt gesproken over een basisinkomen voor iedereen. Dit zou rust brengen bij alle mensen zodat men zich kan concentreren op het zinnig invullen van het leven. Voorstanders van dit voorstel zien het basisinkomen als voorschot op waardecreatie van morgen, een schuld dus. Anderen zien het als een mogelijke belastingpost (teruggeefgeld) voor de rijken die zoveel geld hebben vergaard over de schulden van de anderen. Zo’n basisinkomen houdt in ieder geval een basis consumptie patroon in stand. Dat is voor velen op dit moment belangrijk omdat het de context decennia lang heeft bepaald van onze huidige maatschappelijke organisatie en cultuur. Maar wat het niet doet is de piramide van leveranciers reguleren die op de achtergrond bijdragen aan de waardeonttrekking door concurrentie en kosten optimalisatie, noch een belastingcultuur die exponentieel stijgt door de consequenties achteraf aan te pakken en daar macht aan ontleent. Hierdoor blijven structureel tekorten ontstaan die het basisinkomen onderhevig maken aan noodzakelijke inflatie om mensen in hun behoeften te laten voorzien. Dit ontwikkelt exponentiële proporties waardoor uiteindelijk de waardeonttrekking zo groot is dat het geld van het basisinkomen gaandeweg waardeloos wordt en de toekomst niet meer bestaat omdat het is leeggezogen zonder er iets voor tegenover te stellen.

De oplossing is geen middenweg maar een omslag
Het probleem van het huidige geld, ook het basisinkomen, is dat het gebaseerd is op het verkeerde onderpand (de toekomst) en al ons materialisme dat daarop is gebaseerd. Geld dient afgestemd te zijn op bestaande reële waarden. De waarden die wij in ons materialisme erkennen zijn uitsluitend die van grondstoffen en arbeid, niet die van verantwoordelijkheid en verduurzaming. De eerste twee zijn betrokken bij de huidige gewaardeerde waardeonttrekking terwijl de laatste twee betekenis geven aan niet gewaardeerde daadwerkelijke waardecreatie. Doordat verantwoordelijkheid niet gewaardeerd wordt met geld slaat de balans door naar onverantwoordelijkheid waar wél een geldbedrag voor staat.

Waardecreatie vanuit verantwoordelijkheid kan meetbaar gekoppeld worden aan een basisinkomen
Waardecreatie vanuit verantwoordelijkheid kan meetbaar gekoppeld worden aan een basisinkomen

De oplossing ligt dus in het belonen van verantwoordelijkheden in plaats van onverantwoordelijkheden. Dan kan een basisinkomen gekoppeld worden aan gedragsnormen zoals het opvoeden van de kinderen, het helpen van ouderen, het schoonhouden van de natuur, innoveren op basis van veiligheid en gezondheid, enz. De beloning wordt afgestemd op waardecreatie van nu naar de toekomst door de waardevermindering van verleden aan te pakken. In mijn, in 2011 via email verspreidde boek “The Global Shift” leg ik al wat basis voorwaarden voor een geconditioneerd basisinkomen waarin het geldsysteem gebaseerd is op de waardering van verantwoordelijkheid in plaats van consumptie. Als men het vertrouwen schaadt van verantwoordelijkheid dan kan dat ten kosten gaan van het basisinkomen. Men kan echter ook carrière maken in verantwoordelijkheid door de maatschappelijke basis te overstijgen in ondernemerschap, bestuurlijke functies, cocreatieve samenwerking of kennisontwikkeling en deling. Het verdelen van waardecreatie is een hele andere manier van leven dan dat wat we hebben gecreëerd op basis van schulden en waardevernietiging. Er ontstaat een circulaire economie. Deze passen we in bescheiden kringen al toe in Eindhoven, zoals in AiREAS, maar kan veel meer gestructureerd, met de betrokkenheid van het hele gebied (Sustainocratie). Zo willen we met AiREAS munten mensen belonen die bijdragen aan het cocreëren van de gezonde stad en hen met die munten lokale privileges geven die hun verantwoordelijkheid-zin beantwoordt met erkenning.

De transformatieve omslag kan parallel lopen
De twee verschillende maatschappij modellen en economische systemen staan hier samengevoegd in een tekening dat de basis kan vormen van een cultuuromslag die vanuit Nederland de wereld in kan waaieren.

Twee Nederlanden. De ene machtig en blokkerend, de andere gedreven en ethisch op een nieuw niveau
Twee Nederlanden. De ene machtig en blokkerend, de andere gedreven en ethisch op een nieuw niveau

De eerste wederkerigheid factuur van AiREAS

Wederkerigheid is een boeiend fenomeen. In 2009 werd de Stad van Morgen (Stichting STIR) opgericht om de complexe transformatie vorm te geven die wij voor ogen hadden op integraal maatschappelijk, bedrijfskundig en ethisch menselijk niveau. Als individueel mens een bewustzijn transformatie ondergaan is al een enorme openbaring, klus en leerweg. Wanneer we dit projecteren op de helemens-heid dan hebben we het over een evolutionair proces.

AiREAS werd geboren
Na ruim 10 jaar ploeteren met mijn eigen transformatie en bijbehorende verantwoordelijkheden waren de omstandigheden (kredietcrisis en verduurzamingsgolf)in 2009 voldoende om ook de nieuwe maatschappij vorm te gaan geven. Van individu naar collectief is echter een geheel nieuw proces. In de Stad van Morgen waren we al ideologisch experimenterend uitgekomen op luchtkwaliteit en klimaatverandering om al onze transformatie gedachten van fundament te voorzien. AIREAS werd het eerste multidisciplinaire samenwerkingsverband dat het licht zag. De provinciale overheid steunde de ontwikkeling van het proof of concept proces om van ideologie over te stappen op praktische implementatie. De toegekende middelen werden gestort op de Stichting STIR. Daaruit werd de formele oprichting bekostigd van AiREAS als ook de moeite die de initiatiefnemers moesten doen om het concept uit te rollen door de juiste partners eraan te verbinden.

Het leerproces bleek een praktische scholing van de transitie zelf. In plaats van het theoretische verder te onderzoeken in de Stichting STIR deden we dat empirisch in AiREAS door te werken in de praktijk. De kennis die we opdeden hebben we geborgen in de STIR Academy van de Stad van Morgen zodat we ze ook konden gaan aanbieden aan derden. Deze STIR academie richt zich sinds 2009 met evenveel transformatieve verve op het algehele bewustwordingsproces zoals deze zich gaandeweg had geopenbaard individueel in mijzelf en daarna collectief in de Stad van Morgen vanuit de Sustainocratische visie die we hadden uitgezet. Kennis en bewustwording zelf wordt in de oude wereld gezien als economische waarde maar in de Stad van Morgen als middel om op toegepaste wijze tot waardecreatie te komen.

STIR Academy richt zich dan ook op de vermenigvuldiging van de kracht van verandering binnen de Sustainocratische werkwijze van waardecreatie en uitvergroting. Daarin zit ook een economisch component dat dankzij de ervaring opbouw in AiREAS van fundament en inhoud wordt voorzien. Het is logisch dat STIR Academy in het economische circuit een royalty uitkeert aan AiREAS waar de praktische kennis is ontstaan.

AiREAS mocht vandaag haar eerste factuur sturen naar STIR. Waardecreatie, die een keten van waardecreatie veroorzaakt en in wederkerigheid zorgt dat het proces gaande blijft en elkaar in groei blijft voeden. Dat is de essentie van de circulaire transformatie economie die we zo samen vorm hebben gegeven en zichtbaar maken met bewijs.

Het werkt!

Cyclus van waardecreatie naar economie
Cyclus van waardecreatie naar economie

Huisvesting of vastgoedbeheer

De media kopte vandaag “22% meer uit huis plaatsingen” en berichtte dat de woningbouw corporaties “zich zorgen maken”.

Zorgen?
Waar maakt de woningbouw zich zorgen over? Over het feit dat zij mensen en zelfs hele gezinnen op straat zetten wegens betalingsachterstand? Die bezorgdheid zou getuigen van menselijkheid ook al kunnen we ons dan afvragen waarom men de mensen überhaupt op straat zet? Bij menselijkheid zou het primair moeten gaan om huisvesting. Je zet dan niet een gezin op straat met hun hele boedel maar tracht oplossingen te vinden.

In een restaurant maken wij het oude grapje dat als we niet kunnen betalen wij de afwas moeten doen. Waarom is dat niet mogelijk bij huisvesting? Als men niet kan betalen dan zijn er toch mogelijkheden om zich op een andere manier verdienstelijk te maken? Men zou kunnen schilderen, wijk activiteiten organiseren, ouderen in de buurt helpen, buren helpen met de tuin, hondenpoep opruimen, enz. Waarom moet dat via zwaar gesubsidieerde instanties over de rug van de belastingbetaler in plaats van rechtstreeks?

Dat biedt de Stad van Morgen aan de woningbouw door middel van structurele samenwerking tussen buren. Het gaat dan niet om geld maar een vorm van wederkerigheid dat niet uitgedrukt wordt in geld maar in woonruimte en waarden.

Geen enkele woningcorporatie gaat daarop in omdat men zich geen zorgen maakt over de medemens noch bij oplossingen waar men zelf verantwoordelijkheid voor kan dragen. Men maakt zich zorgen over het feit dat bewoners niet kunnen betalen. Het gaat om het geld, niet de oplossing noch het probleem. Een uit huis plaatsing kost ook nog eens geld die men nergens kan verhalen. De woningbouw corporaties maken zich zorgen over zichzelf. Zij plaatsen de verantwoordelijkheid bij de huurders maar deze kan geen verantwoordelijkheid nemen voor een gemanipuleerd geldsysteem.

Men valt in handen van familie of een opvangsysteem voor daklozen. Ook deze zwaar gesubsidieerde organisaties, die veelal net zoveel personeel hebben als mensen die ze moeten “helpen”, gaan niet in op de uitnodiging van de Stad van Morgen om wat te doen aan de maatschappelijke context. Dat is hun belang niet. Het belang van de opvang is de relatie daklozen en subsidie. Bij meer daklozen stelt men de maatschappij niet ter discussie maar klopt aan voor meer subsidie. Als een deel van dat geld geïnvesteerd zou worden in maatschappelijke verandering dan zouden er geen daklozen zijn. De overheid stelt dat ze “het goed geregeld heeft” en ontleent macht aan het vangnet en het probleem. De dakloze krijgt een dak binnen de geldafhankelijke cultuur maar geen eigenwaarde noch mogelijkheden om zich zelfredzaam te ontwikkelen. De overheid verhoogt de belastingdruk en bureaucratie.

Mensonwaardig
Het is allemaal krom en mensonwaardig. De leegstand in de kantoorruimtes is gigantisch. Stad van Morgen stelt voor om de gebouwen te gebruiken voor mensen en gezinnen die buiten de economische wereld zijn gevallen, huisvesting en vooral emotionele en psychische rust nodig hebben om zich als mens in burgerschap te herstellen.

De Stad van Morgen aanpak is gericht op menselijkheid en de wederopbouw van menswaardigheid en toegevoegde waarde. In eerste instantie gaat het dan niet om geld maar de waarde van positief ondernemend burgerschap. We passen de STIR lus toe om mensen uit hun uitzichtloze isolement te halen waar de economie en maatschappij toe heeft geleid en helpen de mensen middels het sustainocratische “ondernemer van je eigen leven”. Het blijkt dat de leegstand in vastgoed fiscaal aantrekkelijker is dan middels samenwerking met Stad van Morgen. De betreffende wethouders willen niet eens met ons aan tafel. De instanties houden zich gesloten voor verandering en bezigen mensenhouderij vanuit macht en geldzucht.

Toen ik constateerde dat stichtingen, die gesubsidieerd worden uit onze belastingmiddelen en daarmee honderden mensen plegen te helpen, moesten stoppen wegens de onwaarschijnlijke druk van de huurlasten, sprak ik de wethouder erop aan. De conservatieve vastgoed lobby blijkt zo sterk dat meer, voor de mens bedoeld subsidie geld verdwijnt aan huurpenningen dan aan hulpverlening. Schandalig dat de dode stenen waardevoller zijn dan de menselijke interactie en het beleid dit niet kan of wil doorbreken. De wethouder reageerde niet. Ik wel maar boks op tegen conservatieve oude belangen.

En daar zit de kern van ons landelijke probleem. Vastgoed is een speculatief leven gaan leiden dat gaandeweg de menselijke waarden is gaan overtreffen als we het in geld uitdrukken. Huisvesting is een grondwettelijk recht maar ondergeschikt geraakt aan het geldbelang van de muren. Huisvesting is nodig voor zowel de veiligheid van wonen als de menselijke interactie voor waardecreatie. Als voor de maatschappij de muren meer waard zijn geworden dan de toegevoegde waarde die de mens kan leveren binnen de muren dan is de mens een last en de muren een lust. De maatschappelijke beleidsfocus gaat naar de lusten en niet de lasten, naar vastgoed niet huisvesting. Daarin zit de onmenselijkheid en de basis van onze crisissen.

Als Stad van Morgen praat over de grote transformatie dan gaat deze over het veranderen van dit doorgeslagen materialisme (vastgoed, speculatie met tekorten, muren, geld) naar menselijkheid en duurzame vooruitgang die door de mens wordt gecreëerd (veiligheid, creativiteit, innovatie, sociale cohesie, samenwerking, enz). Het is een cultuur verandering van machtige dode stenen naar krachtige creatief samenwerkende mensen. Stad van Morgen blijft de overheid, woningbouwcorporaties en medemens uitnodigingen om samen die transitie aan te gaan. Te beginnen met de combinatie daklozen en leegstaande panden. Daarmee bouwen wij een gezonde nieuwe werkelijkheid en uiteindelijk een nieuwe economie van menselijke waarden en waardecreatie. Wie doet mee?

Sustainocratisch debureaucratiseren

De Nederlandse maatschappij zitten in een spagaat tussen de macht van de alles blokkerende dictatoriale bureaucratie en de vrijheid van de vooruitstrevende democratie. Sinds de introductie van Sustainocratie in 2012 kunnen machthebbers die niet gehinderd zijn door bureaucratisch eigenbelang een betekenisvolle vooruitstrevende stempel drukken met debureaucratisering tot gevolg binnen een maatschappij die anders in een crisis en opstand zou belanden.  Dit gebeurt vooralsnog op lokaal, gemeentelijk niveau maar kan wereldwijde proporties aannemen als de waarde ervan ook door autoritaire personen wordt ingezien. De bestuurders hebben een uitvergrote verantwoordelijkheid, ook in de ze keuze, maar elk van ons heeft die keuze ook als bestuurder van ons dagelijks leven.

Bureaucratie is heerszucht, geen vooruitgang

De Nederlandse maatschappij is bol komen te staan van heerszuchtige praktijken die de vooruitgang in de weg staan. De crisissen die ons land al decennia lang teisteren hebben die bureaucratie alleen maar verder aangewakkerd. Deze heeft zich alleen in stand weten te houden door de speculatie rond grond, vastgoed en zorg met de hulp van een vrijgegeven financiële markt. De economie groeit nu al geruime tijd niet meer omdat het spel uit is en in ons land geen andere bronnen van waardecreatie zijn overgebleven die de klappen kunnen opvangen. We hangen nog aan het zijden draadje van ons geografische positie, de bijbehorende logistieke relatie met Europa en onze satellietfunctie voor een land als Duitsland.  Voor de rest is Nederland uitgehold door de machtsbeluste bureaucraten die erop uit zijn geen spaan heel te laten van het land totdat de melkkoe tot aan de merg is leeggemolken en achtergelaten wordt met een materiële schuld voor de komende generaties. Er zijn voorbeelden te over van machtsmisbruik met het wetboek of het politieke handjeklap in de hand. Kijk hoe in 15 jaar tijd de verzorgingsplaatsen voor speciale zorg behoevende bejaarden is gehalveerd terwijl de kosten van de zorg zijn vervijf- en tienvoudigd. Kijk hoe infrastructuurbesluiten werden genomen ten behoeve van de vastgoedbelangen van lokale politieke machthebbers. Kijk hoe oude politici de duurbetaalde plekjes bezetten van de nuts en geldhierarchie uit zogenaamd nationaal (eigen)belang en op die manier het spel in het ons kent ons netwerk houden, al dan niet met een liberaal, arbeiders of christen-logo als bindend boegbeeld. De nationale en private schuld hoopt zich op en de maatschappij wordt gedwongen deze weg in stand te houden via verkeerde werkgelegenheid, belastingen en opgelegde regels.

Er wordt veel gesproken over de vele complexe dossiers van de ambtenaren die zouden leiden tot machtsmisbruik in gemeenten door de ondeskundigheid van de raad en tijdelijke bewindslieden onder de meer vaste elite positie van de burgemeester en omringde politiek getinte magnaten. De “te kleine”gemeenten moeten gefuseerd worden zodat de schaalgrootte van de macht zich kan vergroten en de besluitvorming nog ondoorgrondelijker wordt, met geheime achterklap door enkelingen die zich de koek van belangen onderling verdelen. Geen wet die er tegen op kan omdat de spaghetti van loodzware maatschappelijke bureaucratie als een kankergezwel de werkelijkheid onttrekt aan het zicht van elke vorm van ethiek.  Leefbaarheidsteams, burgerparticipatiebelangen, burgerinitiatieven, welwillende ambtenaren worden stelselmatig gepasseerd door de schijnvertoning van duurbetaalde instanties die zich samenwerkend noemen en uiteindelijk voor veel geld helemaal niets doen, behalve zichzelf in stand houden.

Niets nieuws

Bovenstaande is van alle tijden en is altijd de onderliggende oorzaak geweest van oorlogen, opstanden en het instorten van zogenaamde  beschavingen. Het enige beschaafde aan die samenlevingen is dat de wettelijke onderdrukte bevolking zich geruime tijd koest hield om de moed op te brengen zichzelf op te offeren voor gerechtigheid. De historische kennis van de gebeurtenissen is uitgebreid voor handen en ook al worden de toenmalige bureaucraten en machtswellustelingen verheerlijkt in de geschiedenisboeken. De verwijtbaarheid van hun moordzuchtig, hebzuchtig of kortzichtige gedrag staat buiten kijf. Veel van de huidige machthebbers zullen ook de geschiedenis in gaan als mensen die uit eigenbelang en dat van hun steunpilaren de mensheid in een diep dal hebben gestort.

Er is echter een modern groot verschil met het verleden, vroeger (en in sommige gebieden in de wereld nog steeds, maar onder zware druk) was macht absoluut, tegenwoordig relatief. Dat is essentieel en ook de reden waarom wij nu wel de kans hebben om via diplomatie en menselijkheid de macht te herpositioneren door het te blijven relativeren. Dat is tevens de route om de debureaucratisering mogelijk te maken zonder dat dit gepaard gaat met een burgeropstand of oorlog tegen de hiërarchie (zoals in Egypte, Syrië, enz) en bijbehorende groeiende armoede en ellende.

Sustainocratie debureaucratiseert zonder de macht omver te werpen, wel te herschikken

In Sustainocratie (de nieuwe democratie) wordt de gefragmenteerde institutionele macht juist erkend wegens de doelgerichte autoriteit die het vertegenwoordigt, niet de blokkerende machtspositie die het regelmatig uit. Sustainocratische processen worden georganiseerd rondom concrete menselijke belangen, zoals gezondheid, veiligheid, zelfredzaamheid, welzijn, voedsel, kennisontwikkeling, enz. Deze belangen zijn de basis van een stabiele samenleving en dienen in balans te zijn om te stabiliteit te waarborgen. Gecentraliseerde gebiedsoverstijgende machtsposities leveren daar geen enkele toegevoegde waarde, lokale autoriteiten juist wel. Echter dienen de lokale autoriteiten zich niet op te stellen vanuit een bevooroordeelde eigenbelang positie maar een faciliterende autoritaire kracht die kleine positieve vooruitgangsprocessen uit kan vergroten door de positie die men bekleedt.  In feite bevestigt de machthebber de positie van autoriteit door effectief te faciliteren en de erkenning ervan te genieten door de vooruitgang die de bevolking erdoor boekt. Daar passen geen “beoordelende” dossiertrajecten meer bij want de processen zijn niet gestuurd op eigenbelang maar gemeenschappelijk resultaat. Macht wordt gekoppeld aan waardecreatie en niet aan creëren van tekorten. Waarde is het doel, niet het eigen geld. Als macht gekoppeld wordt dan waardecreatie in plaats van eigen geld dan wordt het blijvend en van historische betekenis.

De kracht van de sustainocratische processen is dat zij multidisciplinair worden uitgevoerd waardoor de  daadwerkelijke gefragmenteerde krachten van de mens tot een uiterste worden uitgedaagd. De gebiedsverantwoordelijke faciliteert optimaal de waardengedreven vooruitgangsprocessen waardoor de toegevoegde waarde bij blijft dragen aan de lokale krachtsituatie in een bevolkingsgebied. De ondernemende verantwoordelijke worden uitgedaagd om technologische en sociale innovaties zichtbaar te maken die er toe doen in een resultaatgedreven proces, en de wetenschappelijke kennisstructuren zorgen ervoor dat de processen gestoeld zijn op actuele kennisniveau en toepassing ervan. Gaandeweg wordt de behoefte ontwikkeld om nieuwe vormen van kennis te ontwikkelen en daarmee de wetenschap verder te voeden voor duurzame vooruitgang. Succes bevestigt macht en autoriteit als deze zich vertaalt in menselijkheid en duurzame menselijke ontwikkeling die vanuit de mens zelf komt.  Paradoxaal zien we dan dat de gemeenschappelijk “waarde” van een gebied, dus ook het vastgoed, de gronden, zich bestendigen doordat de menselijke omgeving zich weer bestendigt vanuit stabiliteit, samenwerking en aantoonbare vooruitstrevendheid.

In dit plaatje laat ik het verschil zien aan de hand van de positionering van ethiek, structuur en organisatie.

Persoonlijk bestuurlijke keuze om te faciliteren of te blokkeren
Persoonlijk bestuurlijke keuze om te faciliteren of te blokkeren

Persoonlijke bestuurlijke keuze en publieke controle 

Door de relativering van macht over allerlei instanties is de mensgedreven samenwerking een persoonlijke keuze van de machthebber. Dit wordt vaak beïnvloed door de (geheime) eigen belangen van de persoon in kwestie. Deze verdoezeld men nog steeds vanuit partijpolitieke samenzweringen en achterkamertjes die het daglicht niet kunnen verdragen, vaak gerelateerd aan oude familiaire vermogensposities, erfrecht en eigendommen. Maar zoals steeds vaker zichtbaar wordt nu in de media zijn die spelletjes zichtbaarder en gemakkelijker aanwijsbaar. Er is geen enkele machthebber meer die ongemoeid zijn of haar gang kan gaan maar men wordt vaak omringd door allerlei ander mensen met autoriteit die bereid zijn onethisch gedrag aan de kaak te stellen. Als dat gebeurd in de geld-gedreven economie dan ontstaat er een onstabiliteit. Maar als welwillende mensen met autoriteit zich in gaan zetten voor duurzame vooruitgang dan schoont het tegelijkertijd de tegenwerkende krachten op, ook als zij wegens ondoorzichtige spelletjes bepaalde posities bekleden. Sustainocratie biedt een structurele weg uit de crisis door de verhoudingen te verleggen met exact dezelfde mensen als in de geldgedreven economie, echter verbonden aan ethische menselijkheid ipv geld. Dat is een persoonlijke bestuurlijke keuze die sterk afhankelijk is van de ruggengraat van de betreffende persoon. De omgeving kan de persoon wijzen op verantwoordelijkheden en zelfs aan de kaak stellen als er een eigen belang vermoed wordt dat door een bepaalde werkwijze wordt gevoed.

Sinds het opzetten van het allereerste sustainocratische proces in Eindhoven tekenen zich de bestuurders af die vanuit lange termijn ethiek en daadkracht inzetten voor de maatschappij en degenen die een stoel warm houden uit macht door instellingen in stand te houden ten kosten van structurele vooruitgang. Steeds meer zullen die zaken zichtbaar worden en uiteindelijk bepalend voor het aanzien van de persoon in kwestie en de ontwikkeling van diens carrière  De vraag “waar neem je verantwoordelijkheid voor?” horen we steeds vaker  met het oog op faciliterende autoriteit en samenwerking. Terwijl de vraag geformuleerd wordt vanuit de authentieke wens tot vooruitgang zal dezelfde publieke daadkracht zich  steeds sterker manifesteren om verwijtbaar gedrag buiten spel te zetten en met oude en nieuwe wettelijke middelen tot de orde te roepen. Sinds er een keuze is heeft de macht eigenlijk alleen maar een keuze, en dat is duurzame menselijke vooruitgang steunen of een heel goede verklaring bedenken waarom men het niet doet.

En diezelfde keuze dienen wij ons ook af te vragen op individuele basis. Zijn wij zo afhankelijk geworden van de geld dat wij geen ethische keuzes meer maken? Of stellen wij ons wel eens vragen over menselijkheid en de dagelijkse keuzes die wij maken? Waar nemen wij verantwoordelijkheid voor als puntje bij paaltje komt? Wat doet u bijvoorbeeld als ik u uitnodig om samen te werken aan het co-creëren van de “gezondste stad van de wereld”? Bent u bereid om in uw eigen privé domein en manier van leven (kleine) veranderingen of aanpassingen door te voeren die daaraan bij dragen?

Nederlandse economie is verrot

Geld heeft geen kleur, geur, noch smaak. Wanneer je geld hebt dan kun je er allemaal leuke dingen mee doen. Vanuit dat algemene perspectief staan we zelden stil bij het concept “geld” behalve dat we er voldoende van willen hebben om aan onze dagelijkse behoeften te kunnen voldoen én een beetje meer. Hoe we met geld om gaan heet “economie” en er zijn goede en slechte versies. En dat heeft helemaal niets met veel of weinig geld, groei of krimpt te maken. Het verwijst naar de cultuur van al of geen waardecreatie.

Waardecreatie 
Een cultuur van waardecreatie heeft niet perse geld nodig want geld zelf heeft geen waarde. Het is hooguit een catalysator om waarde te kunnen creëren. In de oorsprong van het industriële tijdperk werd volop waarde gecreëerd omdat de fabriekjes dingen produceerden die mensen echt konden gebruiken. Stoelen, tafels, kasten, fietsen, enz. Gebruiksartikelen die het dagelijks bestaan gemakkelijker maakten werden gefabriceerd. Geld had een tegenwaarde in goud en vertegenwoordigde een voorraadje arbeid. Iemand ging ambachtelijk werken en kreeg daarvoor in ruil geld. Daarmee kocht men spullen die men zelf gemaakt had tijdens het werk en zo circuleerde het geld weer gewoon terug. Dat noemen we een kringloop-economie, een economie waarin geld een proces mogelijk maakt waarin waarde wordt gecreerd en het geld weer vrijkomt voor hetgebruik in waardecreatie. Als het om een stoel gaat is die waarde “kunnen zitten” of “kunnen uitrusten”” . “Fietsen” of “zich sneller dan lopen van A naar B kunnen verplaatsen” als het om een fiets gaat, of “eten” als het om dagelijkse voeding gaat. Lokaal bedient lokaal door te werken aan het vervaardigen van de behoeften en dit onderling te betalen wegens die behoeften. Geld komt onveranderd uit dit proces en wat er overblijft is een concrete meerwaarde die voorheen niet bestond, of die hernieuwd diende te worden.

Om die meerwaarde te creëren diende men creatief te ondernemen, ambachtelijk te werken en samen initiatieven te nemen.

Geld heeft zelf dus hier geen waarde maar stelt in staat om toegevoegde waarde te creëren. Dat is de goede economie. De deelnemers verdelen de toegevoegde waarde onderling al naar gelang de inzet in het proces en talent om het mogelijk te maken (in sustainocratie noemen we dit “buddinomics” om een onderscheid te kunnen maken met “economics”).

Waarde consumeren
Een andere vorm van economie is die van waardeconsumptie. Dat is een economie waarin geld nodig is om de gebruiksartikelen te mogen kopen en gebruiken, consumeren. Om zo’n economie stabiel te houden dient waardecreatie sterk afgestemd te zijn met waardeconsumptie want anders zouden er overschotten of tekorten ontstaan, ook in geld. Dat zou weer een hapering in het circuleren van het geld veroorzaken met problemen als gevolg. Dat is een moeilijk maatschappelijk proces. Als er bijvoorbeeld teveel stoelen worden gemaakt die dan niet afgenomen worden in de lokale geldgebaseerde kringloop dan is er meer geld in omloop door de gedane arbeid maar dit vloeit niet terug doordat men geen stoelen meer nodig heeft. Het stoelenbedrijf dreigt dan in de problemen te komen. Deze zoekt nieuwe afzetmarkten voor het overschot, om de uitbetaalde arbeid terug te verdienen en weer terug te investeren in een nieuwe cyclus. Men gaat dus op zoek naar nieuwe markten. In de nieuwe markten zit geen kringloop economie omdat de arbeid die gedaan wordt om de stoelen te maken elders wordt gedaan dan waar het verkocht wordt. Geld om de stoelen te kopen vloeit dus weg uit het gebied naar het gebied van de fabriek. Het geld kan dus niet lokaal meer worden hergebruikt in een nieuwe cyclus. En bij de fabriek ontstaat een nieuwe kringloop waar meer geld nodig is voor lokale arbeid voor overproductie. Er is dus overal een onbalans.

Dat gaat misschien even goed zolang er niet teveel andere gelijkwaardige bedrijven op het pad komen. Want dan begint concurrentie dat dwingt tot waardevermindering of het creëren van een onderscheidend vermogen via “het anders zijn en blijven”. De zuigkracht van kapitaal naar de plek van waardecreatie maakt de fabriek afhankelijk van de “markt” waar het niet wederkerig mee omgaat met arbeid. Er ontstaat een onbelans in de kringloop die de kringloop kwetsbaar maakt voor alle betrokken partijen. De “economie” wordt aangetast zowel aan de kant van consumeren als aan de kant van produceren. Als “wereldeconomie” zou dit goed kunnen komen als er een wereldse kringloop zou zijn maar die is er (nog) niet. We praten over een globale consumptie-economie maar niet een globale waarde-creatie economie.

Als er daarentegen tekorten ontstaan in een consumptie economie door te kleinschalige productie en een te grote vraag dan gaan er weer andere krachten werken. De prijs kan dan omhoog gedreven worden of men investeert om meer te kunnen gaan produceren voor de vraag. Er is dus meer geld nodig om te kunnen groeien. Als deze groei is afgestemd op de juiste vraag dan komt dat extra geld gewoon weer terug en is er geen enkel probleem. Wel natuurlijk als over dit extra geld rente betaald moet worden want dat gaat ten kosten van het ingelegde geld. Er vindt waardecreatie plaats maar ook waardeonttrekking (rente) via het geld.

Als geld geen catalysator meer is maar een doel op zich voor partijen via rente of winst op geld, dan kan dat alleen door waarde te onttrekken aan het uiteindelijke waardecreatieproces.

Er is nog een manier om geld te laten groeien en dat is door speculatie. Door kapitaalgoederen (goud, zilver, huizen, autos, ed.) schaars te houden stijgt de waarde van het object in een consumptie-economie. Het geld dat de waarde bepaalt van het object wordt niet meer afgestemd op de arbeid die erin wordt gestopt maar de wens die men heeft om het object te hebben. Zo ontstaat de hebzucht in een consumenten economie. De economie groeit maar de waarde vermindert.

In feite verrot de economie van binnen uit, niet alleen door structurele waardeontrekking uit de omgeving en onze toekomst maar ook door de blinde mentaliteit van “het vermeende recht tot consumeren” zonder wederkerigheid van onszelf.

De verrotte Nederlandse economie
In de Nederlandse economie, net als die van de meeste landen van de wereld tegenwoordig, speelt het bovenstaande op gigantisch niveau. Nederland is afhankelijk van de rest van de wereld voor haar economische stabiliteit door groei die gebaseerd is op twee pilaren: speculatie en consumptie. Op twee fronten wordt dus structureel waarde onttrokken aan de maatschappij. Paradoxaal stijgt de hoeveelheid geld die in omloop wordt gebracht om beide pilaren in stand te houden. Het is allemaal een hypthecaire schuld op de toekomst om ons huidige consumptieniveau op peil te houden omdat de economie daarop is gebaseerd, juist om de consequenties ervan te kunnen financieren. Om effectief te kunnen consumeren moet de infrastructuur worden aangepast voor goederen en personen vervoer. Er moeten winkelcentra beschikbaar zijn die het gemakkelijk maken om te kunnen consumeren en de voorraden van beschikbare materialen moeten overvloedig aanwezig zijn om de consumptie optimaal te laten verlopen. Onze betrokkenheid in de economie is via werkzaamheden aan de infrastructuur en de distributie van de goederen. De enige “toegevoegde waarde” is die van het in stand houden van de etalage voor de consument. De mens is verworden tot een gebruikersmachine die geld verslind om goederen te verslinden. De goederen voor consumptie worden amper meer lokaal gemaakt noch van waarde voorzien maar komen overal vandaan. Vandaar dat geld structureel wegvloeit uit Nederland naar andere gebieden of blijft hangen in het speculatieve distributiesysteem.

Overconsumptie leidt uiteindelijk tot het uitdrogen van de aarde, de vervuiling van ons nest, de opkomst van de vele consumptieziekten (psychische hebzucht klachten, gezondheidproblemen, onderlinge problemen, enz), klimaatverandering, de verloedering van jaloerse onderlinge menselijke relaties, enz. We zien een stijging van criminaliteit, ongezondheid, armoede, vervuiling alom en tegelijkertijd een stijging in inflatie, economische groei en groei in de algemene geldelijke schulden van de individu en de omgeving. De economie is verrot en de maatschappelijke mentaliteit ook. Er wordt geen waarde meer toegevoegd aan de maatschappij door onszelf en wij hebben het structureel onttrokken door onszelf te verzieken op alle fronten.

Het geld is precies hetzelfde, of het nu uit een kringloop economie komt waar het geen waarde heeft maar bijdraagt aan waardecreatie, of in een consumptie-economie waar het bijdraagt aan algehele vernietiging. Het gaat niet om het geld zelf maar de manier waarop wij ermee omgaan, het belang dat wij eraan hechten en de waarden die wij onderling al dan niet verdelen. De huidige manier in Nederland is verziekt. Wat nu?

Rotte economie herstellen?
Van een goede naar een slechte economie verhuizen is gemakkelijk. Men hoeft het geld maar te koppeken aan consumeren in plaats van het creëren van waarde. Dan is het kwaad geschiedt (gebeurde in de jaren 70) en stuurt men op de onverzadigbare hebzucht van de mens met alle gevolgen van dien. Uiteindelijk leidt dit tot gigantische crisissen, niet alleen economisch maar vooral ook psychisch en maatschappelijk. Die werkelijkheid zien wij overal om ons heen.

Van een verrotte economie naar een gezonde verhuizen is nagenoeg onmogelijk omdat men de mentaliteit van de bevoking én de aan hebzucht verbonden maatschappelijk organisatie volledig moet omdraaien. Dat wil zeggen dat wij weer om moeten leren gaan met directe waardecreatie, zelfvoorziening en persoonlijke inzet en verdeling van waarde. Dat betekent dat de bevolking, die generaties lang omringd is geweest met een feestwinkel van consumptieartikelen ineens moet kijken wat men er zelf nog van kan maken in een duidelijke wederkerige relatie met haar (natuurlijke) omgeving? Niet veel waarschijnlijk omdat we dat niet meer gewend zijn en ook in gedrag niet voor worden opgevoed. Men heeft twee linkerhanden ontwikkeld en een grote broekzak. Daarnaast zijn alle consequenties van de hebzuchtperiode zo groot dat er veel middelen nodig zijn om er iets tegen te kunnen doen. Die middelen worden nu nog uitgedrukt in geld. En dat geld moet uit de belastingen van een consumerende bevolking komen. Eigenlijk moet het komen vanuit inzicht en inzet van de bevolking zelf maar dan staat er geen geld meer tegenover maar gezondheid, de reparatie van een ongezonde maatschappij en zware arbeid vanuit inzicht. En daar zijn wij niet meer toe bereid.

Dat werk gaat generaties lange inzet kosten. De natuur lost dit soort situaties veel handiger op door ons onszelf te helpen vernietigen. Dat is de werkelijke hypotheek die wij op inze toekomst hebben gelegd, namelijk de dood van onze kinderen en kleinkinderen die wij elke kans hebben ontnomen door hen een mentaliteit over te dragen in een vervuilde omgeving die alleen maar leidt tot dood en verderf. Dat is de consequentie van onze hebzucht maar omdat deze verblindt binnen de rotheid van de economie en ons eigenbelang zal het ons over het algemeen een rotzorg wezen. Wie dan leeft, wie dan zorgt.

De enigen die verantwoordelijkheid kunnen nemen zijn wijzelf, de volwassen generatie en via onderwijs en opvoeding ook naar de toekomstige generaties.

Sustainocratie is een voorbeeld van een oplossing in een complexe, geinstitutionaliseerde maatschappij. Waardecreatie staat dan voorop en kan snel worden waargemaakt én Nederland zelfs op de wereldkaart zetten als gebied waar voor het eerst echt verantwoordelijkheid werd genomen.

“Dankjewel papa en mama” kan dan uiteindelijk in de toekomst verschillende betekenissen hebben in de ondertoon. Wij bepalen welke.