In 2005 keerde ik de maatschappelijke structuur van hiërarchisch gevormde politieke belangen in Nederland de rug. Ik was uiterst pijnlijk tot het inzicht gekomen dat deze maatschappij niet dienstbaar (meer?, ooit geweest?) is naar de mens, ondanks alle belastingdruk en voorzieningen. Ik voelde mij boos, uitgespuugd, de rug toegekeerd door instanties, uitgebuit, in de steek gelaten, enz. Gedurende enige tijd zag ik alles wat “overheid en aanverwant” was, als vijand.
Mijn eerste stap was de bewustwording dat ik niets maar dan ook niets had aan deze zichzelf erende mammoetorganisatie die als een dwangbuis trachtte mij in de kapselen vanuit plichten maar mij tegelijk alle rechten ontnam. Mij bevrijden uit deze dwangbuis betekende ook dat ik er alleen voor kwam te staan. Ik had niets meer, behalve mijzelf, mijn twee kleine dochters, en de hulp van familie, vrienden en kennissen (wat ik later de échte maatschappij ging noemen). Maar ik had óók mijn natuurlijke vrijheid en zelfbeschikking teruggenomen.
Mijn tweede stap was te kijken hoe ik mij, in de ruimte die was ontstaan van eenzame zelfverkozen vrijheid, in stand kon houden met de verantwoordelijkheid die ik droeg naar mijn kinderen en mijzelf? Alles is mijn directe omgeving (huisvesting, voedsel, zorg) was dichtgetimmerd door het manipulatieve systeem dat volledige afhankelijkheid nastreeft. Ook al erkende ik de regels niet meer, ze projecteerden zich nog steeds op mij vanuit opgelegde plichten als ik mij wilde bewegen.
Om te leven diende ik niet het gevecht aan te gaan met iets dat veel machtiger is dan ik. Ik moest er boven gaan staan als mens en het eventueel gaan gebruiken als middel terwijl ik mijn nieuwe werkelijkheid vorm begon te geven. Vanuit het besef dat het systeem bestaat uit mensen, belangen en afspraken, kon ik in dit spel ook mijn weg trachten te vinden door uit te nodigen tot nieuwe afspraken. Ik was buiten het systeem terecht gekomen, maar redeneerde terug het systeem in van buiten en trachtte zo die bruikbare elementen te benutten die mee wilden werken aan een nieuwe versie van de maatschappij die zich gaandeweg aan mij manifesteerde.
Ik breidde mijn claims uit vanuit natuurlijk menselijk perspectief, zoals ik het had ervaren als alleenstaande vader in een moeilijke situatie. Zo ontstond Sustainocratie, de werkwijze en de kernwaarden voor de mens in haar natuurlijke werkelijkheid. Ook al kreeg ik hulp van mijn informele omgeving, mijn keuze werd nauwelijks begrepen. “We hebben het toch goed” klonk algemeen. En voor het gros van de bevolking was dat ook zo. Daarom werd ik in die eerste tijd amper gehoord. Ik was “die gek op de zeepkist” die verkondigde “dat het anders moest”. Tot eind 2008, de zogenaamde kredietcrisis, de ogen opende van velen en het vertrouwen eerst in banken, daarna in de overheid weg, begon te vallen. Ons “we hebben het toch goed” stond op losse schroeven. Deuren gingen open en men kwam ook bij mij kijken vanuit “misschien zit er toch wat in wat hij te zeggen heeft”.
Alleen werd twee en gaandeweg “niet meer alleen”. Op mijn uitnodiging tot samenredzaamheid sloten niet alleen medemensen zich aan maar ook instanties, inclusief overheden, die het moeilijk begonnen te krijgen en in zelfreflectie werden geduwd. Plotseling werd duidelijk dat overal, ook in de instanties, partijen en ondernemingen, er mensen (inclusief bestuurders) te vinden zijn met idealen die meedoen met Sustainocratie en de vertaalslag makend naar hun beroep, als een verademing ervaren.
Ook politieke partijen begonnen mij te raadplegen over visie en mogelijkheden om er eigen politieke, ideële opvattingen van te maken. Ik werd zelfs gevraagd om van Sustainocratie een politieke beweging te maken. Dat weigerde ik omdat het geen politieke beweging is maar een overkoepelend verantwoordelijkheidskader dat wij met zijn allen delen. Als men er politiek of economie aan wil ontlenen dan is dat prima, mits het bijdraagt aan de claims. Dat valt zelfs te formaliseren in het kader. Sustainocratie is een real time democratie, geen vier jaarlijkse uitbesteding. Dat zet de oude maatschappelijke structuur ook op scherp. Wie kan er bijvoorbeeld tegen “gezondheid” zijn (waaronder voedselkwaliteit, luchtkwaliteit, water, enz?) en een gezonde levensstijl (meedoen aan gezondheid)? Zelfs de manipulerende krachten krijgen het moeilijk om daar een antwoord op te vinden.
Sustainocratie heeft ondertussen verschillende benamingen gekregen: de realtime participatie maatschappij, niveau 4 bewustzijn gedreven gebiedsontwikkeling, enz…. Wereldwijd word ik uitgenodigd om hierover te vertellen, artikelen te schrijven of presentaties te geven, rollenspellen te spelen, enz. Het blijkt dat de corruptie, manipulatie in het systeem, een spel is van een historische wildgroei aan materialistische machtswellustelingen die veel van de doorgeslagen spelregels bepalen en zelf binnen het systeem druk uitoefenen. Toch is het grootste deel van de mensen die werkzaam is in instellingen gewoon zoals u en ik, zonder al die pretenties, behalve het zorgen voor het welzijn van hun gezin via een inkomen. Zij willen ook professionele waardering door toegevoegde waarde te leveren voor de mens en niet alleen voor “het systeem”.
De claims van Sustainocratie zijn reëel, erkend en beloond. Wat echter niet past in Sustainocratie is geldsturing, blokkerende macht, afhankelijkheid, politieke of economische manipulatie, hiërarchie, enz. Het proces van deelname aan Sustainocratische cluster programma’s is een zelf selecterend geheel. Het gaat uit van een waardemodel waarin de toegevoegde waarde van elke partner zich manifesteert. Gaandeweg staat de manipulatie verder weg, en uiteindelijk alleen, omdat deze geen toegevoegde waarde heeft. Dan doet de manipulatie even waar het goed in is, zoals dreigen, angst zaaien, dwang uitoefenen en omkopen. Totdat ze daarop terecht wordt gewezen (een kwestie van tijd). De machtsuitingen gebeuren natuurlijk nog steeds alom maar de tekenen van opschoning zijn al aanwezig als natuurlijk weerbaarheid proces.
Sustainocratie is nu allang niet meer “van mij” maar van ons allemaal. Er studeren mensen op af op universiteiten en hoge scholen door het Sustainocratische kader af te wegen in hun analyses. Ook het juridische systeem komt aan bod en staat daarin ter discussie. Er zijn nieuwe vormen van ondernemerschap 21ste eeuw die hun plannen baseren op het 4 x winst principe binnen Sustainocratie. Burgerparticipatie groeit ook…..
Ondertussen heeft een virus en gerelateerde maatregelen veel meer verdeling gecreëerd in de maatschappij dan destijds de bankcrisis. Velen staan voor een intieme eigen keuze, zoals ik destijds in 1996, en definitief in 2005. Mijn proces kan hen helpen in het maken van keuzes. In Sustainocratie gaat het proactief (niet reactief) om gezondheid en veiligheid die we SAMEN creëren voor onze duurzame weerbaarheid. Het virus is dan een discussiepunt maar ook alle andere zaken, zoals armoede, ongelijkheid, vervuiling, zorg voor elkaar, participatie, enz en die blijken allemaal gerelateerd.
Het is niet vreemd dat steeds meer mensen (en instanties) kijken naar Sustainocratie als oplossing ook voor hun problemen. Maar dan dient ook een ieder de geformuleerde claims te aanvaarden en naleven. Dat is niet altijd even gemakkelijk, want er zijn veel consequenties aan verbonden van loslaten van de oude werkelijkheid. Maar blijven hangen in de huidige werkelijkheid, of de uitingen van dodelijke belangen manipulaties blijven tolereren, is nog minder gemakkelijk…..de tijd zal ons leren…