Een invloedrijke Duitse stichting klaagt stedelijke gemeente besturen in Duitsland aan wegens gebrek aan ingrijpende maatregelen op gebied van luchtkwaliteit. Dat vertelt ons de Universiteit van Aken, een partner van de Stad van Morgen in het Europees CITIMAP project dat geïnspireerd is op AiREAS en recent zelfs door AiREAS 2.0 is overgenomen om in heel Noord West Europa (het vervuilste stuk van heel Europa) de sustainocratische samenwerking rond luchtkwaliteit, volksgezondheid en gebiedsdynamiek (zoals mobiliteit) te introduceren.
Na 18 maanden samenwerken aan een projectvoorstel voor EU subsidie, geïnitieerd door ISSeP uit Wallonië na een bezoek aan AiREAS in Eindhoven, om via een meetnetwerk voor luchtkwaliteit de burgerparticipatie en lokaal ondernemerschap te prikkelen tot maatregelen die bijdragen aan een schonere lucht, bleken alleen provincie Noord Brabant (met Eindhoven) en Wallonië (met Luik) het project van 3,4 Miljoen Euro voldoende te ondersteunen met co-financiering. De andere provincies, zoals die waar Aken onder valt, maar ook onze eigen, op de duurzaamheid index zwaar achterblijvende, provincie Limburg steunden de aanpak onvoldoende. En dan te bedenken dat deze steden de infrastructuur en kennisoverdracht nagenoeg gratis aangeboden kregen.
De Universiteit van Aken reageert woest omdat de stad volgens hen nagenoeg failliet is, de eigen broek niet meer kan ophouden en de sustainocratische impuls van multidisciplinair samenwerken aan kernverantwoordelijkheden goed kan gebruiken. Volgens geraadpleegde ambtenaren van de stad Aken zou het stadsbestuur al genoeg doen aan luchtkwaliteit. Men heeft zelfs “geen luchtkwaliteit probleem” was de ontkennende opvatting en heeft daarom geen invloeden van buitenaf nodig, zelfs niet als het nagenoeg gratis wordt aangeboden. De Universiteit van Aken deelde die opvattingen niet en nam zelf initiatief door aan het CITIMAP consortium deel te nemen. Aken is een studentenstad waarbij de studenten zo’n 25% van de bevolking bepalen. Deze jongeren verblijven gemiddeld 4 jaar in de regio en wonen veelal in omringende kleinere gemeentes van Aken. De logistiek om te komen studeren en recreëren in de stad zorgt voor veel mobiliteit en bijbehorende milieustempel. Dat zou onderdeel worden van het lokale AiREAS – CITIMAP onderzoek. Daarvoor wilde de universiteit initiatief nemen door het sustainocratische AiREAS model in werking zetten in Aken en gaandeweg het stadsbestuur mee laten doen door bruisende innovaties te introduceren samen met de studenten.
Dat idee is nu van de baan toen het interregionale verband voor subsidies alleen oren had voor bestuurlijke steun in plaats van de lokale motoren van innovatie zoals de burgers, ondernemers en wetenschap. Welke lobby zorgt er toch zo sterk voor dat bestuurders hun verantwoordelijkheden naar het menselijke belang zo negeren, en zelf initiatieven blokkeren? Geld? Angst voor verantwoordelijkheid? Lobbies? Blinde focus op oud systeem denken? Of is het bestuurlijk onvermogen?
Kennelijk is de enige weg om de burgerbelangen van gezondheid op het netvlies van de bestuurders te krijgen die van de rechtszaal. In Düsseldorf heeft deze aanpak gewerkt, net als in andere steden. Nu wil de Duitse stichting in een keer alle grote steden aanpakken en via de rechter wijzen op hun basisverantwoordelijkheid. In Nederland schiep Urgenda een precedent door de Nederlandse Staat succesvol aan te klagen wegens laksheid en zelfs tegenwerking op gebied van energietransitie. Het recente stadsdebat van de Stad van Morgen in Eindhoven wees ook op de ambitieloze houding van het stadsbestuur dat veel praat over innovatie, investeerde in AiREAS, maar als de multidisciplinaire groep komt met verbeter en verandertrajecten de rug toekeert krijgt door zwijgen en gebrek aan daadkracht. De eigen bestuurlijke maatregelen worden als “geneuzel in de marge” benoemd door de stille burger meerderheid in Eindhoven terwijl krantenberichten het zoveelste bestuurlijke verspillingsschandaal uit machtsmisbruik en volksverlakkerij bekend maken. Het is duidelijk dat de huidige vorm van democratie niet meer werkt en dat de belangen van de mens op het spel staan door een verkeerde maatschappelijke oriëntatie en focus.
Stad van Morgen hanteert de opvatting dat gezondheid een kernverantwoordelijkheid is van alle pilaren van de maatschappij samen, niet alleen de overheid. Kernwaarden zijn geen politiek handelswaar maar basisvereisten voor een duurzaam vooruitstrevende maatschappij. “Kom niet aan onze gezondheid”is een steeds vaker gehoorde kreet als men weer politieke spelletjes verneemt die over de rug van onze gezondheid gaan onder het zogenaamde mom van “volksvertegenwoordiging” maar uiteindelijk aantoonbaar ingekocht zijn door industriële belangen die niets met een democratie te maken hebben.
Het probleem van samen verantwoordelijkheid dragen zit ‘m niet alleen in de beeldvorming via bewustzijn, meten en kennis maar ook de investering die nodig is om veranderingen te introduceren. Het introduceert een geheel andere manier van “governance”. De overheid heeft zich het recht toegeëigend om belastingen te heffen over ons en die middelen te beheren. Zo worden ook gedeelde kerntaken afhankelijk gemaakt van dit beheer hetgeen de bestuurders een onterechte machtspositie geven in de belangenafweging. Dan is er van het delen van verantwoordelijkheid geen sprake meer tenzij men dit doet zonder geld. Maar dat werkt niet. Dus in plaats van een rechtszaak om de bestuurders te wijzen op hun verantwoordelijkheid dienen we fondsvorming te eisen onder gemeenschappelijk beheer zodat we samen onze verantwoordelijkheden kunnen dragen en veranderprocessen kunnen bekostigen uit onze eigen opgebrachte publieke middelen. Dat de gemeenschappelijke belangen rond kernwaarden als gezondheid soms haaks staan op een partijpolitiek belang, de lobby van een industrieel bolwerk (zoals de automobiel of olie-industrie) of machtsbelang van een bestuurder, is een aanvaardbare bijkomstigheid in de evolutie van onze maatschappelijke werkelijkheid, net zoals bedrijven het vaak niet leuk vinden als ze door regelgeving zware investeringen moeten doen minder uitstoot, schonere mobiliteit of veiligheid voor werknemers.
In essentie willen we een nieuwe maatschappijvorm, een waarin de mens centraal staat en er voor waakt centraal te blijven staan door mede verantwoordelijkheid te nemen. En die zal er komen, met of zonder rechtszaken, omdat het een logische stap is in onze evolutie.