Een verhaal van Dhr. Ad Backx
De luiken gaan open. Alle dieren verlaten de boot die Noach bouwde om te redden. Dingeman Duck stapte naar buiten. Hij was verrast dat Gaia, Moeder Aarde, er zo fris uitzag. Hij vulde zijn longen met de frisse, schone lucht.
Ondanks de dreiging van teloorgang had de Zondvloed iets heel goed gedaan. Alles was schoon. De zon verwarmt de aarde en het heldere schone water. De oppervlakte kleurde groen. Dingeman Duck zag met plezier hoe het gras en de bomen groeien. Door het licht waren er ook weer schaduwen. Hij voelde zich blij en opgewekt omdat iedereen en alles weer zin had in groei en ontwikkeling. Er was voldoende eten en drinken voor iedereen. Dat was er vooral door de zuivere lucht en het schone water.
Maar een dier was de oorzaak van verandering. Dat dier had geleerd rechtop te lopen. Alleen maar omdat deze houding nuttig was om appelen te plukken. Hij onderscheidde zich van de andere dieren. Zij noemde hem HOMO SAPIENS. Dat betekent verstandige of wijze MENS. Hij kwam voort uit de familie Hominidae. Dus noemen we hem voortaan MENS. Dingeman Duck moest toegeven dat dit wezen inderdaad bijzondere zaken verrichtte en ook gerealiseerde. Zo herinnerde hij zich dat de mens het vuur de baas werd. Verbaasd zagen de andere dieren dat daarna bijzondere dingen
gebeurden.
Mensen maakten ruzie want sommigen vonden dat vuur maar niks. Ze deden dat in een vreemde taal omdat mensen niet willen dat de andere dieren hun motivatie begrepen. Daarmee kwam een einde aan het onderlinge begrip wat vóór die tijd over het hele aardoppervlak voor al wat leeft, vanzelfsprekend was.
Niettemin gingen steeds meer mensen een vuur maken om zich te warm te houden en merkwaardig genoeg kookten zij voortaan hun voedsel op een vuur tot een zachte brei om daarna warm op te eten. Andere dieren die deze kunst niet verstonden, sloten vriendschap met de mens. Zo werden bijvoorbeeld de hond en het paard steeds vaker in de buurt van de mens gezien. Daarin vinden we de reden dat een mens onverwacht alweer een vreemd idee kreeg. Hij maakte een wiel. Daarna verplichtte die mens het paard zijn karren te trekken. De mens zei dat zoiets nodig was omdat hij dan
in staat was een grotere vracht te verplaatsen. Alweer kregen de mensen onderling ruzie en alweer werd de spraakverwarring groter.
Maar gemakzucht heeft overwonnen. Daardoor kon de mens de bodem beheersen, ploegen en zaaien. Het paard bracht grote hoeveelheden rijpe vruchten naar het nest van de mens. Jawel, de mens had geleerd zich te beschermen tegen de natuur. In deze beschutting kookte hij voortaan de gewassen die hij oogstte op een vuur dat de mens de baas was geworden.
De mens was in grotten en spleten gaan wonen. Het was kennelijk nodig om zich te beschermen tegen de elementen. Met verbazing keken de andere dieren toe hoe een de mens een tekening maakte op de muren van de grot. Ook zagen ze dat de mens een naam daarbij schreef zodat de andere mensen wisten wie hij is. Ondertussen waren er zoveel talen in gebruik dat de dieren de draad verloren. De mensen begrepen nog steeds de natuur maar handelden uit gewin. Zij ruilden onderling de producten van zijn arbeid.
Alweer ontstond verwarring. De dieren waren niet meer in staat de mens te adviseren omdat de taal van mensen voor dieren onbegrijpelijk was geworden. De mens vroeg niet meer of hij een tak mocht lenen van de boom als hij die nodig had. Met rare werktuigen hakte hij een tak domweg af en verdween zonder een woord te zeggen. Ook werd het steeds meer de gewoonte dat de mens de warme vacht van een beer of van konijnen stalen en daarmee liepen te pronken. Ook bij deze dieren verontschuldigde de mens zich niet voor de warmte
die zij schonken met hun leven zonder dat er iets tegenover staat.
Nog grotere ellende ontstond toen de mens zijn overtuiging, zijn mening had opgeschreven om te delen met de andere mensen. Maar ze werden het niet meer eens. Bovendien was er een situatie dat sommige mensen geen tijd meer hadden om voedsel te verbouwen. Zij hadden het te druk met schrijven. Om te ruilen gebruikte de mens voortaan munten. Daarmee kocht hij het voedsel wat nodig was om te blijven leven.
In diezelfde tijd had de mens geleerd om stenen te maken en te stapelen. Zij bouwden daarmee een nest om in te slapen en kinderen te krijgen. Vogels hebben alleen een nest nodig in het begin voor hun kleintjes. De mensen zaten in hun huizen bij het vuur, vermoeid omdat ze de hele dag achter een kar hadden gelopen of lange teksten hadden geschreven. Voordat de mens ging slapen, stopten men al het geld wat die dag werd verdiend in een grote pot en schreef op hoe rijk hij ondertussen was.
Dingeman Duck begreep niet wat in die tijd allemaal gebeurde. Sommige mensen wilden de munten en het land hebben van anderen. Dan sloegen ze elkaar met scherpe stokken, zelfs zo hard dat de koppen in het rond vlogen. Die onverdraagzaamheid was voor Dingeman Duck onaanvaardbaar en telkens als zich een dergelijk geval voordeed vloog hij luid kwakend naar een andere plek. Wat Dingeman zo vreemd vond, was het feit dat er voor iedereen genoeg te eten was. Daarvoor hoefde niets opgeschreven te worden. OK, hij maakte ook weleens ruzie. Maar dan ging het alleen maar om het gevlei van vrouwen.
Het was Dingeman Duck opgevallen dat mensen steeds meer bij elkaar in de buurt gingen wonen. De mens verrichtte zijn arbeid in de stad. Nog vreemder was dat de mensen met een dergelijk soort huizen over de zee zwommen alsof het eenden waren. Buiten de stad groeven mensen diepe gaten in de aarde. Die rotsen werden gebakken en daaruit kwamen allerlei producten. Met bewondering keek Dingeman naar de kunsten die mensen met die apparaten konden verrichten. Maar zijn bewondering werd een stuk minder toen zijn Ome Jacob uit de lucht werd geschoten.
Het vuur wat mensen stookten werd steeds minder gevoed met hout. Uit de diepe kuilen in de aarde brachten mensen zwarte stenen naar boven die ze in brand staken. Als een vuur brandde, stonk in de verre omtrek de lucht die mens en dier moesten ademen. Persoonlijk moest Dingeman Duck altijd hoesten als hij in die rook terecht kwam en dat gaf hem een beroerd gevoel. Maar het werd nog erger. Je zag in die tijd overal hele grote gebouwen waar mensen gingen werken of zo iets. Een keer was de hele dierenwereld totaal verbaasd toen een hele hoge toren van ijzer werd gebouwd. De vogels zaten op een tak toe te kijken, en vertelden hun bevindingen aan de dieren in het bos.
Maar Dingeman Duck had meer in de gaten in die tijd. Mensen waren niet meer tevreden met hun geld en met hun huizen. Een huis was er niet altijd om in te wonen. Een huis was waarde. Het was toeval als je in het huis woonde omdat voor een mens voortaan een huis alleen nog waarde betekende. De zwaluwen zagen die huizen helemaal zitten want huizen met veel waarde hadden brede randen en daaronder kon je droog een nest bouwen. Maar wat de zwaluwen niet waardeerden, net zo min als Dingeman, waren de schreeuwerige machines waarin mensen rondreden die bovendien ook verschrikkelijk stonken. Er was een hoop lawaai en veel vieze lucht en dat alleen omdat de mens te lui was om een stukje te lopen. Pas later merkte Dingeman op dat de mens zich met deze machines vlugger kon verplaatsen. Men had voortaan alleen nog maar haast. Dan zaten er grote groepen mensen in die machine. Maar de zwarte rook bleef lang hangen en kleurde de gebouwen in een sombere kleur.
Vanaf die tijd kregen de dieren in de gaten dat de mens niet meer wist dat er dieren waren. Lang geleden waren ze elkaar kwijt geraakt in de communicatie zoals die er was in de tijd van Noach. Nu dacht de mens alleen nog maar aan zichzelf en als hij aan de natuur dacht, ging hij een stukje wandelen in het bos en noemde de kastanjes die hij vond; de natuur. Dingeman Duck vond het wel jammer dat de mens niet meer bij het dieren rijk en de natuur hoorde. Maar de mens had de natuur niet betrokken in zijn ontwikkeling. De vogels vlogen nog steeds net als vroeger, bouwden een nest voor de kinderen en aten wat gevonden werd. De mens telde alleen de waarde van zijn bezit. Maar
was dat bezit alleen maar voor de mens. Het ging de dieren om het gebruik en in die zin vroeg Dingeman Duck toch zich af of zij daarop ook aanspraak mochten maken. Als een dier omwille van de honger een hapje nam van het geen op zijn weg kwam, dan werden mensen boos en begonnen in de rondte te schieten. Dingeman Duck verloor menig familielid bij een conflict met de mens. Dingeman Duck werd er zo somber van. De mens ging daarin zover dat hij de dieren opsloot en optelde bij zijn bezit.
Al jaren duurde het geweld. Mensen vochten met elkaar en gebruikten wapens die dieren nooit willen of kunnen gebruiken. Ze doodden honderden, soms duizenden mensen per dag. De knallen, het lawaai en het vreselijke geweld veroorzaakte een volksverhuizing in het dierenrijk. Omdat Dingeman Duck nieuwsgierig was, kwam hij te weten dat een dergelijk oorlog gevoerd werd vanwege overtuiging. De ene groep moest en zou aanvaarden dat de andere groep gelijk had. Daarmee werd legitiem dat mensen elkaar afslachten terwijl zij uitriepen dat het allerhoogste doel gediend werd.
Daar struikelde het denkraam van Dingeman Duck. Was het allerhoogste doel om te moorden of was het allerhoogste doel om gelijk te hebben en daarom je medemens te vermoorden. Omdat varkens en kippen net zoals geld waarde hebben in de ogen van de mens, werd die waarde opgeteld bij het vermogen van de mens. Daarmee werd het vertrouwen geschonden dat deze dieren hadden gegeven toen zij in de buurt van de mens waren gaan wonen. Er waren twee werelden ontstaan. De wereld van de mensen en de wereld van de natuur. Deze twee werelden groeiden steeds verder uit elkaar. De dieren probeerden zoveel mogelijk buiten beeld van de mens te blijven.
De mens echter voegde dieren toe aan zijn bezit en telde de waarde.
Dan komt het moment dat er ook een grote dreiging is voor eenden. Want een eend moet zwemmen en voor het spel van het leven is voor een eend het water noodzakelijk. Maar de mens had het water smerig gemaakt. Zelfs zo smerig dat mensen dood gingen als zij ervan dronken. Kon je vroeger overal een lekker stukje kroos gaan happen, dan moest je voortaan zoeken naar een van de zeldzame plekjes waar nog schoon water was. Om die plek te bereiken haalde je onderweg zoveel vuile lucht in je longen dat je eerst een kwartier moest hoesten en bijkomen voordat je kon gaan eten.
Het kroos is meestal te vinden op een plekje waar het water zachtjes stroomt. Als je aan de kant zit,zie je de stekelbaarsjes ijverig een nest bouwen en op de open plekjes schrijven de schrijverkes nog steeds een gedicht voor Guido Gezelle. Deze plekken werden zeldzaam. Dingeman Duck had gezien dat een compleet dorp uit hun huizen werd gezet omdat een enkeling alweer een diepe kuil wilde graven. Dan werden grote rotsblokken uit de grond gehaald waaruit de mens materiaal kon maken die kennelijk nuttig is voor zijn maatschappij. Eerder waren die mensen nog gelukkig in hun dorp. Zij bewerkten hun akkers en aten het voedsel wat zij daarmee wonnen. Nu moesten ze verhuizen naar de stad want zo werd gezegd; daar beleefde de mens zijn opperste geluk. De werkelijkheid was omgekeerd. In de stad was geen werk voor deze mensen. Ze moesten bedelen voor het eten en hun kinderen huilden de hele dag van de honger. Alleen die ene man kon waarde optellen bij zijn bezit en het kon hem geen fluit schelen of een hele stam door hem in het ongeluk werd gestort.
Inderdaad hadden ook de vissen klachten. Reclame vestigde de aandacht van de mens op zaken die eigenlijk helemaal niet nodig zijn om te leven. Dat mensen daarin trappen begreep Dingeman Duck niet. Maar nog onbegrijpelijker vond hij dat al die artikelen in plastic verpakt en vervoerd moesten worden. De mens was niet zuinig met dat materiaal. Het stroomde allemaal de zee in. Dat was de klacht van de vissen. Die hadden eertijds lekkere garnalen of plankton soep. Maar van plasticsoep kun je niet leven. Dat is de oorzaak dat er voor miljarden jaren voedsel voor de mens verloren ging.
Onverwacht kwam Dingeman Duck op het idee om na te denken over wat genoemd werd overtuiging en waarde. Dat kwam omdat Dingeman Duck vriendschap had gesloten met een wijze man. Het was begonnen toen hij met zijn vrienden kibbelde om een korst brood. De wijze man had die korst in het water gegooid. De volgende dag kwam hij weer en zo gedurende een langere periode. Als Dingeman Duck genoeg gegeten had, liet hij de overige korsten en kruimels aan zijn vrienden. De wijze man had dat gezien en naar hem geglimlacht. Er ontstond een gesprek. Wat Dingeman Duck vooral opviel was de opmerking van de wijze man dat je weliswaar veel waarde kon vergaren in je leven maar dat je aan het einde van de rit deze waarde niet kon meenemen. Ook had deze wijze man een slim oordeel over overtuiging. Volgens hem zou de wereld er een stuk beter uitzien als de mensen meer verdraagzaam tegenover elkaar waren en respect hebben voor de natuur. Vooral het laatste maakte diepe indruk op Dingeman Duck omdat hij dezelfde overtuiging was toegedaan. Hij beschouwde de motor nog steeds als een dwaas apparaat. Nog steeds kon hij niet inzien dat mensen konden vliegen zoals eenden. Al die mechaniek vond hij misdadig. Antibiotica en narcose konden niet anders dan een zonde zijn. Toen had de wijze man uitgelegd dat al deze zaken vooruitgang betekenen in de ogen van de mensen. Die vooruitgang moet geconsumeerd worden, dat kan niet anders. Zelfs al zijn de overschotten niet te overzien. Dit gedrag was alleen maar mogelijk omdat de mens een intelligent wezen is. Die ontwikkeling zal zeker nog doorgaan. Maar tot vandaag is de mens niet intelligent genoeg om te begrijpen dat talent geen verdienste is. Deze gave maakt heel veel mogelijk. Het is de hebberigheid van de mens die oorzaak is van misbruik. Het was de mens die niet in staat blijkt zijn intelligentie te gebruiken in dat wat zijn eigen belang is.
Daarna legde de wijze man uit dat de leiders van groepen mensen worden gekozen om alle goede zaken die zij beloven. Als die leiders eenmaal de macht hebben moeten mensen luisteren naar deze leiders. Maar van allerlei mooie beloften blijft niet veel over. Leiders aanbidden de munten. Daarin gaan zij zover dat waarde wordt toegekend aan waardeloze, zeg maar virtuele zaken. Zij maken een administratie die zo volkomen rigide is dat het een dreiging voor de mensen en alle andere levende wezens vormt. Daarom worden nog steeds diepe kuilen gegraven en de wijze man vertelt dat ook smerige troep in het lichaam van Moeder Aarde wordt gespoten. De mens wil alle grondstoffen in zijn bezit nemen en wenst niets achter te laten voor het nageslacht. Die mens ziet er niet tegenop om de oorsprong van het bestaan te vernietigen. Het land mag wegrotten, het werk is in de industrie terwijl alle dieren zagen dat alle inspanningen van de mens, alle vooruitgang, nutteloos bleek te zijn.
Evenmin schamen mensen zich als zij anderen tekort doen, schade berokkenen en verdriet veroorzaken. En aan dieren, bomen planten, vissen en al wat leeft denken deze mensen niet. Zij willen alleen maar meer, meer, meer en meer. De wijze man vertelde dat het slim zou zijn om eerlijk om te gaan met de vervuiling. Nu is het zo dat de mens de grenzen van vervuiling bepaald. Dingeman Duck wist niet wat hij hoorde. Maar dan worden wij allemaal ziek was zijn protest. De regering heeft uitgerekend hoeveel mensen dood mogen gaan als gevolg van vervuiling. Met dieren en andere levende wezens wordt geen rekening gehouden. Maar is er dan alleen nog maar vervuiling vroeg Dingeman Duck zich mompelend af. De wijze man had het gehoord. Hij vertelde dat sommigen industrieën helemaal niet vervuilend zijn.
Andere industrieën die veel te veel vervuilen betalen dan een virtueel bedrag en daarmee ontstaat een zekere balans in de buurt van de toegestane grens. Ook wist de wijze man te vertellen dat die grootste vervuilers het helemaal niet erg vinden om grote sommen te betalen. De mensen betalen de vervuiler ruim voor de producten en het verschil wordt gesubsidieerd door de regering. Toen begreep Dingeman Duck dat vervuiling willens en wetens in stand gehouden wordt. Het gaat echt alleen maar om de munten en de waarde. Zolang de mens van goede wil net genoeg munten krijgt om te voorkomen dat ze doodgaan, zal de waarde van dat bedrijf stijgen. Als dat niet helemaal lukt, dan stop je er gewoon een flinke hoop virtuele waarde in. Niemand merkt dat hij bedrogen wordt.
Een mens in het bezit van grote waarde, houdt gewoon zijn mond. Nog maar pas verloor Mama IJsbeer twee jonge kinderen. De ijsschots waarop zij zaten was gesmolten en alleen Mama IJsbeer kon haar eigen leven redden. Daarover praat de hebzuchtige mens niet.
De wijze man staarde even verdrietig voor zich uit. Dingeman Duck durfde haast niet te bewegen. Er kwamen tranen in zijn ogen. Dingeman Duck dacht aan de schone aarde toen hij uit de Ark van Noach was gestapt. Hij dacht aan de hoestbuien, het smerige kroos en aan het geweld. Kon hij maar samen met deze aardige wijze man doodgaan. Dan was al hun verdriet voorbij want niemand neemt iets mee op zijn sterfbed. Maar de wijze man herstelde zich. Hij sprak de wijze woorden die nog jarenlang zullen nagalmen over deze aarde. Er is genoeg voor iedereen. Helaas is er lang niet genoeg voor de hebzucht van de mens.
De wijze man glimlachte. Hij gaf Dingeman Duck ongelijk en zei dat het altijd de moeite waard is voor onze kinderen en kleinkinderen het nodige te doen. De wijze mens vertelde dat de intelligentie van de mens ook aangewend kan worden om de techniek te verfijnen en nuttig te maken voor mens en dier. De mens moet dan kiezen voor kwaliteit, niet alleen voor kwaliteit in zijn leven maar vooral voor kwaliteit in zijn producten. In navolging van Moeder Aarde, kan de mens het voedsel verdelen. Hij kan beschutting zoeken in zijn warme nest en gewoon gelukkig zijn. Dan is er ruimte voor al wat leeft op aarde en iedereen is gelukkig met hetgeen hij nodig heeft. Er zijn slimme mensen die al paden uitzetten om schone doelen te bereiken. Ik geef niet op zei de wijze mens die vriend van Dingeman was geworden. Dingeman glimlachte weer. Er is hoop dacht hij.
We zijn aan het einde van het verhaal van Dingeman Duck. Als hij in de toekomst kijkt, ziet hij twee scenario’s.
Eerste scenario.
Kort daarna overleed de wijze man. Het enige wat hij naliet waren zijn sandalen, zijn kleed en zijn bril. Dingeman Duck was erg verdrietig om dit verlies. Hij had zoveel geleerd van de oude wijze man. In de nalatenschap waren al die wijze gedachten waarover zij gesproken hadden. De mens wilde daarvan niet horen.
Dingeman Duck zet koers in de richting van de Ark van Noach. Als hij op tijd is, kan hij misschien nog aan boord. Hij weet nu dat na deze catastrofe Moeder Aarde in haar volle glorie zou herrijzen. Dat het leven samen met de natuur de moeite waard is.
Tweede scenario.
Het waren niet de regeringen maar de mensen die een grote verandering veroorzaakten. Zij weigerden nog langer smerige lucht te ademen en vies water te manipuleren tot kraantjeswater. Ze waren tot dat besef gekomen nadat een vreselijke ziekte was uitgebroken. Het leven kon niet gezond zijn zoals het was. Daarom eisten zij eerlijke producten van hoge kwaliteit.
Dingeman Duck juicht van plezier omdat hij weer stekelbaarsjes in het water ziet. Maar er komt nog steeds een diepe frons op zijn voorhoofd als hij de schrijverkes ziet schrijven. Wat schrijven zij daar. Hij liet een diepe zucht. Hij vulde zijn longen. Dat voelt fijn met al die schone lucht. Wat een vrede.
Mensen hebben weer rust en tijd voor de natuur. Meer heeft een mens niet nodig.
L’Inseparable Bergen op Zoom.
24 10 2014
Ad Backx
[…] Het originele artikel van De avonturen van Dingeman Duck kunt u hier bekijken. […]