De gewone mens kon soms erg boos worden als ze buiten spel kwam te staan. Als de kloof tussen arm en rijk enorm groot werd en armoede steeg bijvoorbeeld. Als mensen het gevoel kregen dat ze geen gelijke kansen kregen. Tot uitersten gedreven kwam ze dan in opstand. Op zulke momenten wilde de elite uiteindelijk wel luisteren om toch zo snel mogelijk “de systeem economie” weer gaande te krijgen. Want zonder die draaiende materialistische geldmachine en inzet van mensen was de elite uiteindelijk nergens. Rechten voor de (werkende) mens werden zo van noodzaak tot noodzaak, opstand tot opstand, afgedwongen.


Gebruik maken van de mens en onze Aarde was verheven tot financieel groeimodel. Het verstrekken van rechten aan mensen was een kostenpost die men zoveel mogelijk tegen probeerde te houden. Maar tegemoetkomen aan de mens was ook relevant om opstand te voorkomen en inzet te behouden. Een Chinese uitdrukking stelt “geef een mens 70% wat ie nodig heeft en 10% ergernis, dan heb je een voortvarende gemeenschap”.
Langzaam tekende zich een patroon af waarin de mens belangrijker wordt maar allereerst vooral als potentiele (maar noodzakelijke) lastpost wordt gekenmerkt. Het model van afhankelijkheid van geld en macht blijft onverminderd van kracht. Alleen de verhoudingen worden verzacht in de loop van de tijd. Dankzij deze mensgerichte diensten werd de levensduur ook langer. Een ondernemende ouder vertelde mij haar eenvoudige rekensommetje om welvarend te blijven: verdien er twee, geef er één uit. Deze norm lijkt ook maatschappelijke vaak over rug van de bevolking te kloppen. Door de invoering van het kapitalistische consumptie systeem werd de mens gaandeweg geplukt door steeds slechtere kwaliteit te geven voor een hogere prijs. En zoethoudertjes in de vorm van voorzieningen kwamen er in kleine beetjes voor terug, genoeg om de mens bang te maken als ze deze kwijt zouden raken. In de versteende jungle van steden was er geen alternatief, hooguit diefstal.
De problemen die ontstonden op gebied van ongezondheid, vervuiling, grondstof tekorten, criminaliteit, enz werden ook gezien als een kostenpost die men remediaal, en alleen als het broodnodig bleek, met tegenzin aandacht schonk. De rekening ervan werd ook bij de inwoners gelegd, in de vorm van schuld, niet bij de bedrijven in de vorm van verantwoordelijkheid.
Generaties lang dreven we voort op deze ontwikkelingen. De mens en haar systeem dreef ondertussen steeds verder af van haar oorspronkelijke samenredzame natuur. Een blinde burger kokervisie over welzijn en zogenaamde rechten zonder te veel plichten zorgde ervoor dat het systeem niet te veel opstanden meer te verwerken kreeg. De tweede wereldoorlog was het laatste grote wereldconflict. Globalisering zorgde voor de rest, met lokale grondstofoorlogen en uitbuitingen, vluchtelingengolven en groeiende problemen die voortkomen uit deze levensstijl en systeem werkelijkheid.
De macht van het systeem werd verenigd in wereldwijde kapitaalstructure. De overheden hebben slechts een relatief klein territoriaal bereik terwijl die ondernemende machtsbolwerken de wereld beheersen. Vriendjes blijven hiermee is voor gecentraliseerde, politiek economisch gestuurde overheid culturen essentieel en trouw aan de oorsprong. De VN en WHO zijn gevormd als verenigde naties poot aan de politieke economische tafel. De (afhankelijke) mens is een middel, macht en geld het doel.
De huidige mens heeft moeite om boos te worden. Ze heeft ineens teveel te verliezen en nergens om naar toe te gaan. Het systeem beheerst alles en er is geen vrije ruimte meer over. Ook geen alternatief.
Toch zal er een einde komen aan dit fenomeen….