Dit is de 7e blog van de serie van 20 over de grote omslag van Stad van Morgen oprichter Jean-Paul Close. De serie beschrijft de enorme transformatie waar wij allemaal, de wereldbevolking en onze maatschappij structuren in verwikkeld zijn.
Deze 7e blog gaat over het begrip “God” uit wiens naam de meest verschrikkelijke dingen gebeuren terwijl het begrip juist de leven scheppende kracht van het universum weergeeft. Wat is die scheppende kracht? Wat heeft de mens ervan gemaakt? En wat heeft het Godsbeeld voor betekenis in deze grote omslag?
Blog 7 – God
Onze wereld van voorspoed en welzijn wordt de laatste tijd angstaanjagend opgeschrikt door barbaarse onthoofdingen, bloedbaden en oorlogen, uitgelegd vanuit een religieus perspectief. Geloof lijkt in de lange geschiedenis van de mens een bloederig spoor van geweld achter te laten door het opdringen van en strijd tussen geloofsculturen. De rest van de wereld, die er vol walging, onrust en gevoel van onmacht naar kijkt, vraagt zich af of er wel een barmhartige, liefdevolle God bestaat die anders zoveel betekenis geeft aan leven, liefde en hoop? Hoe is het in “God’s naam” mogelijk dat deze uitersten van haat en liefde bestaan binnen het wonder van het leven? Wat bezielt “de mens” om op een wrede manier met de schepping en elkaar om te gaan?
Aan de hand van wetenschap en mijn model van de complexiteit van het leven en onze evolutiepatronen gaan we uitgebreid analyseren hoe het leven ontstaat en evolueert. De uiteindelijke complexiteit van de mens en ons verwarrende zelf-bewustzijn komt dan vanzelf aan de orde. De verwarring gaan we ontrafelen om uit te komen op de vreedzame en duurzame vooruitgang waar o.a. de Stad van Morgen voor staat, in plaats van moord en doodslag dat we nu zien ontwikkelen in de wereldmaatschappij.
In het complexiteit model heb ik alvast voor beeldvorming wat geloofsbegrippen weergegeven. Die lijkt op dit moment misschien wat abstract maar dat lossen op door rationeel in te zoemen vanuit verschillende invalshoeken.

Wat is God?
Om tot antwoorden te komen is het belangrijk dat we een beeld krijgen van wat “God” nu eigenlijk is volgens moderne begrippen. Dan is het misschien ook mogelijk om “de mens” opnieuw te relateren aan God en daarmee niet alleen ons gedrag verklaren maar ook de kaders helpen bepalen die nodig zijn om op duurzaam vooruitstrevende en harmonieuze manier met elkaar om te gaan, in plaats van elkaar naar het leven te staan om de meest uiteenlopende onzinnige redenen.
Als we het over God hebben in filosofische zin dan verwijzen we veelal eerst naar het wonder van het ontstaan van het leven op Aarde. Er wordt verwezen naar een superieure kracht of macht die levens-scheppend zou zijn maar onzichtbaar voor de normale mens. Aan deze onzichtbare macht wordt tegelijkertijd op beeldende manieren menselijk gedrag toegekend, niet alleen door God af te beelden als bejaarde blanke man met een grijze baard op een wolk maar ook door de menselijke vormen van God’s profeten waaraan “het woord van God”, godsdiensten en gedragsregels worden ontleend. Hierdoor willen mensen God vaak toespreken als een fysiek persoon, een soort hemelse rechter, die bij machten is om dingen te veranderen of beter te maken en zelfs “te vergeven”. Vertegenwoordigers van het geloof willen zich vaak voordoen als spreekbuis namens die verpersoonlijkte God in plaats van een bron inspiratie door interpretatie van de universele levenskracht.
In de oude, opgebouwde geloofsovertuigingen zit altijd een sterke kern van natuurlijke, herkenbare waarheid die nu gaandeweg wetenschappelijk te verklaren is. Deze moderne wetenschappelijke kennis levert echter een aantal fundamentele nuance verschillen op met de gangbare religies of geloofsuitingen van mensen of doctrines. Dit geeft ons (en de kerken) de mogelijkheid de kaders bij te stellen die wij als gedragsregels hanteren vanuit de diversiteit van onze Godsbelevingen. Dit is nodig om vrijheid van Godsdienst te waarborgen maar overkoepelend de barbaarse, duivelse praktijken van misbruik, moord en doodslag uit God’s naam voor eens en voor altijd te bannen.
Het ontstaan van het leven is wonderbaarlijk maar geen wonder
Door de vroegere onverklaarbaarheid is het leven door onze verre voorouders toegeschreven aan hogere onzichtbare machten die het wel en wee op Aarde en daarbuiten bepalen, vaak met mensachtige trekjes van boosheid, jaloezie, overspel, macht, enz. die via natuurkrachten (wind, zon, regen, donder, aardbevingen, overstromingen, bliksem, enz) kenbaar werden gemaakt. Door de onzichtbare kracht werd zinspelen op deze goddelijke ergernissen een manier om angst onder de mensen te zaaien en macht uit te oefenen “uit naam van”. Die vorm van onderdrukking is echter niets anders dan menselijk theater waar ook desgewenst agressie en dwang aan wordt gekoppeld. Heilige geschriften, profetieën en bijbehorende religies verwijzen over het algemeen juist naar het tegenovergestelde, zelfs de verwerping van deze en andere vormen van agressie die de mens veroorzaakt door valse, misplaatste en verdraaide God interpretaties. De werkelijke betekenis in de teksten en verhalen verkondigen in grote lijnen juist nederigheid, naastenliefde, barmhartigheid en harmonie die door de profeten zelf als voorbeeld voor de mensheid werd opgebracht door vertoon van liefde, empathie, zingeving en zelfs opoffering.
Met deze boodschappen en bijbehorende pastorale dienaars staan de godsdiensten midden in de geest van de schepping. Het menselijke theater van agressie, verkrachtingen, machtsvertoon en moord, dat dezelfde basis gebruikt, is juist in alle opzichten godslaster uit menselijke heb en machtzucht en dient geen kans te krijgen om voet aan de grond te krijgen, laat staan te groeien. Er is een massale noodzaak om hiervoor te waken. Pijn is weliswaar een bron van bewustwording en de dood is voeding en schepping van ruimte voor nieuw leven maar beide zijn geen instrument voor manipulatie noch machtmisbruik. In de religie is het werk van de duivel in de hel en dat van God in de hemel uitgebeeld in verschillende parallelle ontastbare wereldbeelden naast onze tastbare wereld.
De grote omslag geeft betekenis aan de interactie en integratie van de tastbare en ontastbare werelden in ons dagelijks bestaan. Beide behoren ze tot onze werkelijkheid waarin het Godsbeeld en Duivelsbeeld structureel onderdeel worden van onze bewustzijn en organisatiemodellen.
De werkelijke God’s basis van ons bestaan
Daarvoor dienen we ons af te vragen waarom dezelfde grondstoffen als onze levenloze, stenen omgeving zich zo wonderbaarlijk samenvoegen om tot leven te komen in allerlei vormen en maten, inclusief de mens? Als we naar een vliegende vogel kijken dan kunnen we ons afvragen waarom deze in weer en wind tot een levend geheel blijft en pas uit elkaar valt tot moleculen stof als het dood op de grond ligt? Datzelfde geldt voor alles wat zich samenhoudt met die speciale levenskracht. Wijzelf zijn ook zo’n berg moleculen die tot leven zijn gekomen. Wij zijn zelfs in staat om in een spiegel te kijken en wat we zien “ik” te noemen. Het leven heeft zo een identiteit en de oorsprong hebben wij er ook een gegeven: God, de schepper.
De complexiteit van een levende vliegende vogel of pratende, werkende, liefhebbende mens vindt zijn oorsprong in een unieke natuurlijke gebeurtenis die wij traditioneel opdragen aan God, de schepper: het ontstaan van het leven op Aarde. Dit levensfenomeen is niet zo wonderbaarlijk als onze voorouders werd voorgeschoteld. Men beschikte destijds niet over de moleculaire kennis om de inzichten een wetenschappelijke basis te geven. Geloof was een paraplu waar al het onbegrijpelijke aan opgehangen kon worden. De filosofische denkwijzen in onze geschiedenis raken daarom veelal de essentie maar worden ook gemanipuleerd door historische angsten, belangen en ongefundeerde fantasie.
Nu weten we dat de eerste levensprikkels voortkomen uit een uiterst zeldzaam “vibrato” in moleculen, die zich voordoet onder zeer speciale omstandigheden en daarmee een verbindende onderlinge band tot stand brengt tussen schijnbaar onverenigbare moleculen. De verbintenis is blijvend van aard. Daaruit ontstaat een concreet nieuw vibrato die niet meer variabel en zeldzaam is maar vast en continu, met een aantrekkingskracht op de omgeving om op zoek gaat naar groei door het innemen van nieuwe moleculen. De levende vorm die is ontstaan is geen nieuw molecuul door fusie of chemische reacties maar een elementaire levensvorm door harmonieuze inter-moleculaire relaties met speciale eigenschappen.
“Het leven” ontstaat daarom uit een unieke combinatie van:
* optimale omgevingsfactoren
* moleculair vibreren (soort basis communicatie)
* harmonieus verbond (samenhang)
* bewustzijn (doelgericht contact en interactie met de omgeving)
Het verschil tussen alle levensvormen is de complexiteit die zich ontwikkelde door de groei-evolutie en differentiatie van deze levenskracht. Doordat de allereerste harmonieuze levensband pas ontstaat onder extreem zeldzame omstandigheden kunnen we dit “de hand van God” noemen, een soort verzamelterm voor alle leven in het universum alsof het door een scheppende kunstenaar is gemaakt. Vanuit deze metafoor is God inderdaad universeel, van buitenaardse oorsprong, authentiek en alom aanwezig. Het is geen mens, heeft geen menselijke vorm maar is een natuurlijk fenomeen dat materie, energie, vibratie en bewustzijn in één verbindt tot levende schepsels. Wij als mens zijn net zoveel evenbeeld van God als een boom, een kraai of een vis, allemaal afstammelingen van die eerste harmonieuze levensvonk die het proces op Aarde opstartte.
Bewust zijn
Wat dit alles zo speciaal maakt is het begrip en fenomeen “bewust zijn”, de identiteit van de levensvorm. De eerste vibrerende moleculen die elkaar in harmonie vinden en verbinden zijn “bewust” van elkaar door deze energetische band die als een soort onderlinge magneet of lasso werkt. Het is echter geen magneet omdat de band die ontstaat een uniek nieuw stabiel vibrato oplevert dat groei veroorzaakt door te gaan verbinden, consumeren en dupliceren in processen die zich herhalen en steeds nieuwe limieten opzoeken (points of singularity). Het levens-vibrato blijft de moleculen verbinden aan een identiteit zolang ze leven. Anders vallen de moleculen weer uiteen voor eventueel hergebruik in nieuwe verbintenissen. Gaandeweg is het genetisch programmeren ontstaan van de identiteit. Dit is een evolutionaire basis geworden dat het hergebruik voorziet van verander en verbeter mechanisme zonder het harmonieuze kader van het verleden te verliezen. Hoe complexer de mechanische genetische levensstructuur des te complexer ook de bewustzijnsontwikkeling.
Zo zien we in de genetica de hele evolutie terug, niet alleen het huidige bestaan. Genetica is daarom ook een wetenschappelijke vorm van archeologie van het bewustzijn naast het in kaart brengen van de mechaniek van de materiële opbouw van levensvormen. In de studie van het bewustzijn zijn nog veel geheimen te ontrafelen en bevinden we ons slechts in een prille fase van kennisontwikkeling. Het feit dat ik het bewustzijn positioneer als een soort extra DNA-lijm naast de mechanische evolutie van het leven, is reeds een grote omslag voor de mens. Het tastbare van het leven heeft ons wetenschappelijk beziggehouden maar het ontastbare is veelal nog een belangrijk incognito. Vandaar dat het God aspect nog door materialisten in de sferen van zweverigheid wordt geplaatst terwijl het behoort tot de kern van onze tastbare levende werkelijkheid.
De mens
In de complexe vorm van de mens, waarin 5 miljard jaar Aardse levensevolutie tot leven komt en zich herhaalt, ervaren wij dit moleculaire bewustzijn als spirituele openbaring terwijl onze dagelijkse mechanismen functioneren middels de interactie met zintuigen en emoties. Deze trachten wij te rationeel interpreteren vanuit het fenomeen zelf-bewustzijn. De communicatieprikkels veroorzaken een complex samenspel van innerlijke chemische en levenskracht processen (zoals hormonen) die bepalend zijn voor de manier waarop wij reageren op prikkels vanuit o.a. opgewekte emoties. Het rationaliseren van de vele prikkels is een soort filter om de vele innerlijke impulsen te nuanceren en structureren. Veel van onze keuzes gebeuren nog automatisch en onbewust door de natuurlijke processen van actie = reactie in onze chemische huishouding, maar sommige keuzes zijn doorgebroken tot ons bewustzijn en worden beïnvloed door ons niveau van rationele interpretatie van prikkels. Angst bijvoorbeeld staat aan de basis van ons bewustzijn rond goed en kwaad waaruit de krachten van de duivel die van God lijken te evenaren maar uiteindelijk God altijd wint. God is het eeuwig leven en de harmonie, de duivel is de angst voor pijn en de dood. Tussen God en de duivel zit de fase van Godsontkenning van harmonie door de agressie van groei en hebzucht of gemakzucht. Tussen de duivel en God zit de profetie van een harmonieus leven door samenhang vanuit bewustwording. In de werkelijkheid staat God synoniem voor welzijn en de Duivel voor chaos. Als we het goed hebben dan ervaren we harmonie en is ons God-besef ver te zoeken. Als we het slecht hebben dan gaan we op zoek naar nieuwe harmonie via profeten en vervloeken het slechte (de duivel). Wij beleven de innerlijke krachten tussen God en de duivel door cyclisch ons te bewegen in de transitie van welzijn, via luiheid en hebzucht naar chaos en vernieuwing naar nieuw welzijn door bewustwording na pijn.
Ons lichaam zelf is daarbij ook samengesteld uit moleculair, genetisch geprogrammeerd bewustzijn. De voeding en paringsinteractie met onze omgeving is ook daarop gebaseerd. Op microscopisch niveau vindt de harmonieuze interactie binnen en buiten ons lichaam constant plaats door samenwerking met miljarden virussen en bacteriën zonder wie we niet kunnen bestaan. In feite is elk levend wezen een universum op zichzelf dat bestaat uit de harmonieuze symbiose met veel andere soorten.

Als die harmonie wordt verstoord door vervuiling, groeilimieten, concurrentie, chaos, enz dan ontstaat er lichamelijke ziekte, onbalans, verwonding en verval. Als we gezond zijn ervaren we welzijn en zijn we onbewust van risico’s. Wanneer we ziek zijn worden we bewust en leren ons gedrag risicomijdend af te stemmen op de geworven deskundigheid.
Als we dit allemaal optellen en plaatsen binnen de context van onze huidige maatschappelijke organisatie en levensstijl dan zien we dat we op de laagste sport van bewustzijn zijn aangeland en onszelf hebben georganiseerd rond ontkenning van God, de levenskracht en harmonie. Individualisering rond geldbelang heeft de afstand tot symbiose en natuurbewustzijn zo groot gemaakt dat er alleen een brug te slaan is tot een nieuwe fase van welzijn via chaos en profetieën. We zitten midden in dit proces waarbij de profetieën zich zowel uiten door Duivelse (eigenbelang, hebzucht, moord, criminaliteit, misbruik, macht) als Goddelijke (welzijn, symbiose, balans, liefde, barmhartigheid) paradigma’s. Het zijn niet de buitenaardse krachten die ons beïnvloeden hier maar onze persoonlijke innerlijke keuzes waarin de spanningsvelden zich afspelen. We zien dat de 4 grote culturen (hebzucht, chaos, aanpassing en welzijn) in beweging zijn met op dit moment het grote zwaartepunt tussen hebzucht en chaos op diep duivels niveau.
Waarom is dit zo belangrijk in de grote omslag?
Als we bovenstaande snappen dan kunnen we ook met andere ogen kijken naar onze relatie met de omgeving, de manier waarop we ons voeden, hoe we als mens omgaan met elkaar en de natuur, enz. We kunnen de macht-hiërarchieën de rug toekeren en autoriteit toekennen aan de maatschappijvormen die met het leven omgaan vanuit respect, samenhang en zelfbewustzijn. We beseffen onze eigen verantwoordelijkheid in deze als zelf functionerend, kwetsbaar universum binnen het grotere geheel. Dit Godsbesef als universele moleculaire levensband is de essentiële basis van de maatschappelijke transformatie en menselijke systeem complexiteit. De huidige culturen en maatschappij structuren zijn gebouwd op gebrek aan Godskennis en ontkenning ervan vanuit eigenbelang en materiële hebzucht door gebrek aan inzichten en kennis op gebied van bewustzijn. De grote crisissen die de mens veroorzaakt en daarmee zichzelf dreigt te vernietigen zijn allemaal te herleiden naar het ontbreken van Godsbesef zoals hier beschreven, ook al zijn de oude religies er veelal intuïtief op gebaseerd. Door ontkenning van de Gods-basis van ons bestaan geven we ruimte aan de duivelse praktijken van criminelen die misbruik maken van de situatie en het ontbreken van morele rechtsfundamenten op basis van bewustzijn en harmonie door algehele focus op economische groei en geldafhankelijkheid.

De rol van de kerken
Het is daarom niet vreemd dat de basisboodschap van de meeste religies dat complexe symbiotische verbond voorziet van heilige waarden en het als morele adviesstructuur en leerschool aanbiedt aan de mens met de profeet of eigen heiligen als goede voorbeeld. Vanuit dit perspectief staan de religies vaak dichter bij de levensboodschap dan de huidige hiërarchische, bureaucratische structuren van overheden over hun bevolking. In de godsdiensten wordt samenscholing, symboliek, zang, inspiraties, muziek en ceremonies gebruikt om de mensen bewust te maken van hun spiritueel/emotionele oorsprong die dagelijks actief is in en rond ons lichaam.
De essentiële functie van godsdienst is om die symbiotische samenhang te faciliteren ten behoeve van de duurzame menselijkheid vanuit kennis en bewustzijn-ontwikkeling. Zo beïnvloedt men de mens en haar gedrag vanuit de positieve beleving van universele energie en hulp bij interpretaties van werkelijkheden. Slechts weinig godsdiensten zijn daarbij dienstbaar aan het geheel (universum, Aarde, natuur en mens) maar concentreren zich gefragmenteerd uitsluitend op de mens en hun macht door groepsvorming rond het vereren van het leven via een Godsbeeld. Dat is op zich uitstekend vanuit een spiritueel oogpunt van de eerste fase van bewustwording over samenhang (empathie) maar verwerpelijk als de mens of groepen van mensen daarmee als uitverkorenen worden neergezet. Die vorm van manipulatie sluit andere gezindheden én de natuur uit alsof de ene doctrine van harmonie beter zou zijn dan de ander. Dat is natuurlijk niet zo. Elke interpretatie is prima mits het aanstuurt op vrijheid, liefde en ontmoeting. Betutteling, beroving van vrijheid, opjutting en zelfs confrontaties zijn een vertoon van onbenul, gebrek aan kennis en misbruik van de goedgelovigheid van de vredelievende, vaak goedgelovige en angstige medemens. Het is dan geen geloof meer maar gevangenschap en dreiging.
Dat is ook een van de redenen waarom de dogmatische oude macht en mens gerichte religies steeds minder geaccepteerd worden door de meer intellectueel ontwikkelde groepen mensen die op zoek gaan naar een nieuwe spirituele beleving van meer holistische aard.
Openbaringen
Het leven openbaart zich aan ons terwijl wij leven en raakt ons zelfbewustzijn door ervaringen, interpretaties van gebeurtenissen en keuzes die we maken. We leren zelf en van elkaar door openbaringen te delen, te vergelijken en van inzichten te voorzien. Op individueel niveau speelt tijd een belangrijke rol omdat vele levenservaringen zich verzamelen en tot bewustzijn-doorbraken komen. Op collectief niveau hebben we kaders en hulp nodig omdat we door onze zoektocht en zelfbewustzijn ook in aanraking komen met de negatieve krachten zoals hebzucht, concurrentie, jaloezie, gemakzucht, onbalans, enz.
De kaders noemen wij “systeem”. Er zijn meerdere systemen actief in onze maatschappij en dat levert niet alleen stress op in keuzes en belangen maar ook verkeerde interpretaties of zelfs het “vergeten” of “ontkoppelen” van de grote werkelijkheid. De grote omslag zal daarom veel meer vanuit het geheel zich positioneren dan vanuit de gefragmenteerde deelbeleving van de werkelijkheid. De bewustzijn doorbraak gebeurt nu massaal in de wereldbevolking waardoor nieuwe groepen ontstaan die een nieuwe fase van de mensheid inluiden. Daarmee wordt volop geëxperimenteerd omdat men het eens is over de eindigheid van de complexiteit van het verleden maar geen overeenstemming nog heeft over de harmonieuze werkelijkheid van morgen. Sustainocratie is een maatschappelijke complexiteit die zich uitnodigend plaatst op niveau van nieuw bewustzijn en permanente cocreatie naar permanent welzijn vanuit de erkenning van levenskracht.
De taal van het bewustzijn
Het menselijke complexiteit model van twee lijnen introduceert de reële lijn van het bewustzijn. De horizontale lijn vertegenwoordigt de mechanische, materiële, tastbare kant van het leven, de organisatie, structuur en de activiteiten. Deze hebben wij als mens flink doorontwikkeld zonder bewust stil te staan bij de andere fundamentele lijn, de Godslijn van samenhang en cohesie die levens-scheppend is maar ontastbaar. Deze verticale lijn verklaart de ontwikkeling en het leerproces van het bewustzijn, de moraal en verantwoordelijkheid. Beide lijnen zijn steeds met elkaar in conflict van waaruit ons leerproces ontstaat. Lange tijd overkwam dit conflict ons in de vorm van crisissen omdat we ons alleen concentreerden op de materiële en organisatorische kant van het bestaan, niet de lastig te begrijpen ontastbaarheid van de samenhang vanuit energie en bewustzijn.

De twee lijnen vormen een kruis dat niet statisch is maar levendig, reizend. De kruising van de lijnen ligt langs de rode draad van onze evolutie en symboliseert het evolutionaire conflict tussen uitvoeren en leren, doen en zijn. Het kruis openbaart de noodzakelijke tegenstellingen (groei, chaos, aanpassing en symbiose) die leiden tot de intensiteit van leven in een harmonieuze dynamiek en evolutionaire verscheidenheid. Hoe simpel de lijnen zich manifesteren en laten uitleggen des te complexer de evolutie zich aftekent.

Het model omvat het “geheim van God” door te begrijpen hoe levenloze materie op magische wijze tot leven is gekomen miljarden jaren geleden, dat dit heel normaal is en het wonder zich dagelijks herhaalt. Wij zijn onderdeel van dit wonder. Vanuit bovenstaande, met in acht name van de symbiotische complexiteit van elk menselijke leven zelf en in relatie met de omgeving kan ik stellen dat we niet door God zijn gemaakt maar van God. En dat dit Godsproces zich constant in ons en buiten ons afspeelt in de vorm van harmonieuze relaties. Als de symbiose ophoudt te bestaan dan houdt het leven op en gaat het dood. Dat gaat veel verder dan conflicten tussen groepen mensen. Door vervuiling, misbruik van de omgeving, ontkoppeling van de werkelijkheid door afhankelijkheid van “bewusteloos” geld, enz zorgt voor een totaal verdwijnen van samenhang. Zoals gezegd verdwijnt dan ook de goddelijke levenskracht met de dood tot gevolg. We zijn daarom aantoonbaar bezig met onze zelfvernietiging als mens. Dat geldt niet alleen voor de moordzuchtige groepen die religie gebruiken om anderen uit te roeien maar ook de misdadige structuren die vervuiling veroorzaken die ons vernietigen uit geldbelang.
Stad van Morgen
De grote omslag is dat we weer verbinden met die oorspronkelijke levensbron van verbinden, cocreatie en harmonie. De mensheid is ervan afhankelijk. Zelf tracht ik het voorbeeld te geven door in de Stad van Morgen deze grote omslag vorm te geven en uitnodigend de processen open te stellen voor deelname van iedereen. We praten dan over “insluiten, nooit uitsluiten”. Het doet mij denken aan de christelijke boodschap “komt u allen tot mij en u zult gered worden”. Redeneren vanuit het grote geheel vergt een nieuwe manier van kijken naar de werkelijkheid, zowel de geschiedkundige opbouw als het loslaten van de beperkingen van gefragmenteerde dogma’s (zoals dwangmatig religieus machtsvertoon, geldafhankelijkheid, schuld, enz) en cyclische manifestaties van groei, chaos, opbouw en harmonie. Daarvoor is het nodig het godsbesef te begrijpen vanaf het ontstaan en de ontwikkeling van het leven, met harmonie en samenhang in plaats van de onderdelen ervan zoals groei, verval of aanpassing.
(Zie ook het STIR avondcollege hierover)
Wij zijn wel degelijk geschapen naar evenbeeld van de goddelijke harmonie volgens een muzikaal energetisch patroon van universeel bewustzijn, maar zonder eenzijdige fysieke beeltenis behalve die van onszelf als mens. Onze gelijkenis op God is dat van “vader Jacob” vergeleken met “de 9e symfonie van Beethoven”. We lijken op elkaar omdat we muzikale octaven gebruiken maar in complexiteit kunnen wij als mens en natuur in de evolutie nog veel meer doorontwikkelen. Het is een oneindig proces waarin de mens geen eindpunt is. Daarnaast vergt het ook in de muziek, net als in het leven, oefening en begeleiding om de symfonie zuiver en niet vals te spelen.
God is daarom een unieke verbindende kracht dat zich universeel uit in evolutionaire levensvormen en bewustzijnsmanifestaties die steeds zoeken naar harmonie en samenhang.
Zelfbewustzijn is een uitdagend fenomeen
Naar mate de evolutie zich verder in complexiteit ontwikkelt openbaart het bewustzijn zich ook. Waar voorheen de keuzes voor vooruitgang werden gedaan door voorgeprogrammeerde reacties op prikkels vanuit de omgeving, ontstaat ineens een zelfbewuste openbaring en interpretatie van de werkelijkheid. De eerste mens, in religie vaak symbolisch Adam en Eva genaamd, werd geconfronteerd met het maken van zelfbewust doordachte keuzes en het innerlijke conflict tussen belangen. De keuzes worden genomen op basis van de rationele complexiteit die is ontstaan. Binnen in ons leeft de harmonieuze moleculaire opbouw van alle levensfasen sinds het ontstaan van het leven tot aan de mens als afgeleidde, en de manier waarop ons onderliggende bewustzijn de vele oerprikkels interpreteert en tot ons bewustzijn doet doordringen. Dit wordt ineens aangevuld met een rationele interpretatie die de prikkels “tracht te begrijpen” om te voldoen aan levensritmes van zelfbewustzijn die we nu ervaren. Dat dit voor vele filosofische interpretaties vatbaar is moge duidelijk zijn, zeker als we ons zo’n 2 miljoen jaar in het verleden plaatsen. De ogen openen voor de zelfbewuste interpretatie van onze omgeving moet gepaard zijn gegaan met enorme gevoelens van angst en onzekerheid. Om daarmee om te gaan dienen we ons bewustzijn te begrijpen en structureren. De eerste handvatten zijn onze instincten die ons motiveren tot groei, hebzucht en concurrentie. Pas veel later komt het verlangen naar harmonie en samenhang. Die collectieve fase is nu aangebroken op wereldniveau.
De mechanische structuur van ons bestaan werd gekaderd in maatschappelijke organisaties en gebruik van instrumenten die ook weer uit zijn gegaan van die gefragmenteerde basisopvattingen die nu ter discussie staan. Het beheersen van vuur was destijds doorslaggevend voor onze natuur om te overheersen, de omgeving naar onze hand te zetten, angst te nuanceren en verder te ontwikkelen. De filosofische benadering van moraal en bestaan werd daarna gekaderd in religieuze stromingen die een uitleg trachten te geven aan de wetten van tegenstrijdigheden die we gaandeweg leerden begrijpen uit ervaring, openbaringen en interpretatie van gedrag en consequenties. Harmonie openbaart zich daarbij in cyclische fasen, vaak door de tegenstelling van pijn, onrecht en chaos.
Kaders geven macht
Kaders geven de mens houvast waardoor we onze angsten en onzekerheden een plekje kunnen geven en zekerheden opbouwen. De religieuze kaders zijn geen uitzondering. De kennis die gepaard is gegaan met de ontwikkeling van de religieuze kaders vertoont natuurlijk veel overeenkomsten met de beschrijving van muzikale levenskrachten en harmonieuze verbonden.
God is Liefde
We zien dan ook dat de basisboodschap van elke religie de waarden van harmonieuze interactie en respect verkondigt en predikt. Barmhartigheid, nederigheid, samenhorigheid, respect, vredelievendheid en morele zelfreflectie zijn fundamenten die overeenkomen met het godsbesef van onze universele moleculaire levensoorsprong (materie x energie x levenskracht x omstandigheden) en evolutie. De oorspronkelijke bijdragen van mensen die aan de filosofie hebben meegedaan met hun levenservaringen en profetieën zijn aantoonbaar ontstaan in tijden van grote pijn en onzekerheid. De openbaringen hebben geleid tot keuzes die grote bevolkingsgroepen hebben beïnvloed.
De macht die andere mensen hebben ontleend door de openbaringen en gebeurtenissen op te schrijven en te bundelen in een religieus kader met een eigen dogmatische (“zo moet het en niet anders”) stroming is niet altijd gebaseerd op godsbesef en doordrongen bewustzijn maar mechanische belangen van organisatorische beïnvloeding, groei en macht. Dat heeft dan niets meer met de waarden van het harmonieuze bestaan te maken maar met manipulatie, eigenbelang en hebzucht. Men maakt misbruik van het vertrouwen en geloof van de medemens en de onderliggende angsten voor pijn en lijden die de mens tot geloofskaders aan heeft gezet. Het zijn deze immorele uitingen van zelfzucht, roof en moord uit naam van God die de menselijke geschiedenis beschaamt. Enkelingen zijn in staat gebleken om de vredelievende gelovigen van hun veiligheid en kaders te beroven door oorlogsvoering, verkrachting en andere misdaden tegen het leven zelf. Vrijheid van godsdienst dient de liefdevolle barmhartigheid te kaderen met evenredige evolutionaire duurzame vooruitgang in plaats van het onderuit te laten halen door despoten.
De grote omslag
In veel gebieden van de wereld zien we dat de mechanische wereld van immorele macht en manipulatie een eigen leven is gaan leiden. In de blog over “geld” constateren wij de noodzaak tot het zelfbewust kaderen van geld als middel, niet als doel. In het geval van religies doen we in de grote omslag hetzelfde. De Godskracht gaat uit van harmonie en leven, niet het fragment en concurreren. De nieuwe maatschappelijke structuren elimineren de macht uitingen en scheppen kaders voor de mens om zich naar God’s beeld te ontwikkelen door de universele levenskracht tot een nieuwe evolutionaire stap te brengen, die van levenswijsheid, de erkenning van bewustzijn als evolutionaire kernfactor evenredig aan de materiële complexiteit.

[…] de essentie van het mens zijn zoals beschreven in blog 2 over moleculaire opbouw van ons bestaan en blog 7 over God en ons burgerschap in een maatschappelijke werkelijkheid waaraan we door inzet of arbeid […]
[…] en meteorietinslagen). De 6e wordt echter door een parasitair levend wezen veroorzaakt dat zichzelf schaamteloos goddelijk zelfbewust noemt, de mens! In dat 6e uitroeiingsproces staan wij zelf ook genomineerd als een van de volgende […]
[…] Blog 7: God God wordt door vele opkomende groepering misbruikt voor het creëren van angst, door en verderf. Dat heeft niets met God te maken. Het Godsbesef wordt steeds duidelijker doordat we het ontstaan van het leven doorgronden en God een definitief plekje geven in de hele dynamiek van het leven in het Universum en op Aarde. God staat dan voor bewustzijn en harmonie als levensscheppende kracht. Alles wat de harmonie verstoort door zelfbewuste actie is immoreel en duivels, strafbaar omdat het de schepping teniet doet. […]
[…] van het leven zoals beschreven in de blog over de moleculaire werkelijkheid van ons bestaan en het Godsbesef dat we eraan kunnen ontlenen over dynamische (levende), evolutionaire harmonieuze relaties. Ik heb […]