Er was eens een land van Lukkers.
De Lukkers zijn een volkje dat altijd nieuwe dingen uitprobeert totdat iets lukt. Daarom staan ze bekend als Lukkers. Want alles wat lukt is nuttig voor anderen die het nog niet is gelukt. De “niet lukkers” betalen grof geld voor alles wat de Lukkers lukt. Daarom zijn de Lukkers een rijk volkje geworden.
Sommige van die Lukkers vonden het leuk om eens iets anders te proberen. Zij gingen de Lukkers plukken. Dat deden ze door de Lukkers allerlei angsten voor te schotelen. Dingen waar de Lukkers nooit aan dachten want altijd lukte wel weer iets nieuws. Maar angst is een slechte raadgever en de Plukkers kregen steeds meer macht. Ze vroegen een deel van de winst van de Lukkers om de angsten weg te nemen. Dat deden de Lukkers maar al te graag. Maar de Plukkers werden hebzuchtig toen hun plukgedrag lukte. Het was een makkie om angst te zaaien over de Lukkers. Ze zouden nooit meer zelf Lukker hoeven zijn. Lukken kostte namelijk moeite omdat niet altijd alles lukt. Maar plukken lukte blijkbaar altijd!
Zo ontstond uit het land van de Lukkers ook het land van de Plukkers. Lange tijd lukte de Lukkers meer dan de Plukkers maar op een dag plukten de Plukkers meer dan de Lukkers konden opbrengen. De Lukkers werden boos. Hoe kon het zijn dat de Lukkers ooit zonder angst van alles lieten lukken en nu ineens de Plukkers in stand moesten houden terwijl de angsten alleen maar erger werden? En het ergste was dat men ook angst kreeg voor de geworven macht van de Plukkers. De Plukkers hadden namelijk de “angstverwijdering” tot wet verheven terwijl de Lukkers gewoon altijd deden wat lukte. Daar had je geen wetten voor nodig. Angstverwijdering werd dus belangrijker dan het lukken, althans voor de Plukkers, en zij hadden “de wet” in handen.
Ondertussen waren er subgroepen ontstaan. De Fukkers werden hulpjes van de Plukkers. En de Tukkers, de in slaap gesuste Lukkers, die toch geen vertrouwen meer hadden in het lukken. Dat was de groep die zei dat het toch niet meer lukt, en als het lukt dan wordt er toch geplukt. De Fukkers groeiden ondertussen, in het kielzog van de Plukkers. Het werden handlangers van elkaar.
Maar Plukkers en Fukkers realiseerden zich niet dat zonder Lukkers zij geen bestaansrecht hadden. Een crisis brak uit. Er waren Plukkers die niets meer te plukken hadden ondanks de Fukkers. Er ontstond zelfs een wereld van Plukkers en Fukkers die elkaar trachten te plukken.
Ondertussen was er ook een groepje Lukkers die begreep dat angst niet bestaat in de wereld van de Lukkers. Ze hadden zich onterecht bang laten maken. Ze weigerden van dat moment om geplukt te worden en creëerden de anti-pluk wet. Die werd natuurlijk niet geaccepteerd door de Plukkers maar wat konden de Plukkers doen? Steeds meer Tukkers werden wakker door de anti pluk beweging en gingen weer over tot Lukken. En het lukte! De Plukkers gingen langzaam failliet maar werden door de Lukkers niet in de steek gelaten want zoiets lukt Lukkers niet. Ze zien namelijk in alles een kans, ook in het uitnodigen van oud Plukkers tot de nieuwe Lukkers wereld.
Met de Plukkers verdwenen ook de Fukkers langzaam uit het land en lukte het de crisis te overwinnen. Zonder de anti pluk wet van de Lukkers zou het nooit zijn gelukt. Door angst opzij te zetten en de moed te verzamelen om de Plukkers de rug toe te keren is het de Lukkers met wat doorzettingsvermogen en de traditionele Lukker’s mentaliteit gelukt om weer een gezond en gelukkig land op te bouwen.
De Lukkers hadden hun les geleerd en zouden nooit meer Plukkers toestaan in hun gebied. Dat werd per wet vastgelegd, de enige wet van het nieuwe land van Lukkers.
En ze leefden nog lang en gelukkig, zonder angst!