Dit klinkt dramatisch maar in essentie is het waar het in de huidige wereldorde om gaat. Wij hebben een wereldeconomie gecreëerd dat handelt in dode dingen waar we allemaal veel waarde aan hechten. Wij mensen kleden ons met dode materialen, eten gedood voedsel, wonen in dode stenen huizen en maken levende dingen dood om er de vele producten van te maken waar wij ons mee omringen. Er wordt aangedrongen op een groei-economie omdat we al die dode dingen een economische waarde hebben gegeven en er een sport van maken om de waarde zoveel mogelijk te optimaliseren door ermee te handelen. Een groei economie heeft derhalve behoefte aan veel meer dode dingen en speculeert ermee door een psychologisch gevoel van tekort te veroorzaken in de menselijke mentaliteit van hebzucht.
De complexe dualiteit van de mens geeft ons een keuze
Door deze focus op dode dingen is onze aandacht verdwenen over de essentie van alles, het leven. Niet voor niets worden wij mensen nu gezien als 6e oorzaak van massavernietiging van het leven op Aarde sinds het ontstaan van onze planeet. Dit intense drama speelt zich onder ons af en is zichtbaar door de vele vluchtelingen, armoede en vervuiling in de wereld. Wij hechten zoveel waarde aan deze economie van de dood dat we het leven erbij laten. Maar de mens heeft een keuze. Kiezen wij voor het leven? Of de dood? Welke rol speelt Eindhoven of Nederland in deze? Welke beweging ontstaat er in de wereld? Wat doet de Stad van Morgen?
Inspirator: Jean-Paul Close
Locatie: Fontys Hogeschool te Eindhoven, Rachelmolen 1, lokaal 0.13
De Stad van Morgen voedt de wereld met nieuw gecreëerde waarden die gebaseerd zijn op de continue beschouwing van de universele kernwaarden van leven in een constant veranderende werkelijkheid. Het is deze positionering die de Stad van Morgen uniek maakt en alle partijen die zich verbinden aan de cocreatie processen van onze multidisciplinaire samenwerkingsverbanden.
Voorbeeld van buiten en binnen
Deze zijn altijd multidisciplinair omdat er een noodzakelijke interactie is tussen “buiten en binnen”
kennis (buiten) en bewustwording (binnen)
landschap (buiten) en voeding (binnen)
luchtkwaliteit (buiten) en gezondheid (binnen)
gevaar (buiten) en veiligheid (binnen)
samen (buiten) en alleen (binnen)
prikkels (buiten) en initiatief (binnen)
stad (binnen) en platteland (buiten)
enz
Dit kan in groepsvorm worden uitgewerkt en projectmatig voltooid, zoals in AiREAS (luchtkwaliteit, gezondheid en dynamiek) of FRE2SH (lokale productiviteit en samenredzaamheid). Elk van de activiteiten van de Stad van Morgen heeft een harmoniserend effect omdat ze geïnspireerd zijn op een situatie van natuurlijke onbalans. Zo’n onbalans wordt als probleem ervaren, soms als crisis of ongemak, terwijl balans, samenhang en harmonie juist als prettig, gelukkig en welzijn wordt ervaren. Maar harmonie staat altijd onder druk door de veranderende werkelijkheid waardoor er constant prikkels zijn die de harmonie trachten te herstellen, niet door de verandering tegen te werken maar juist door het als bron van inspiratie mee te nemen in onze innovaties en bewustzijnsontwikkeling. Wij noemen deze kernwaarden gedreven activiteiten de “transformatie economie”. Dat komt omdat elke verandering weer nieuwe veranderingen tot gevolg heeft. Doelgericht een verandering introduceren zorgt daarom voor een integraal verander proces, een transformatie van de werkelijkheid.
Stad van Morgen positioneert zich aan de kant van de waardengedreven transformatie economie
Het is de moeder van wat wij “economie” noemen en in de natuur “evolutie”, beide in de meest pure zin van de woorden, niet de verwrongen manipulatie waar we vaak onder leiden maar die ook door het pure wordt overwonnen en overtroffen .
Als een waarde eenmaal is ontstaan dan is het een nieuw, tastbaar onderdeel geworden van de werkelijkheid dat gedeeld kan worden met de wereld. De mensenwereld kent daarin dat andere onderdeel van de economie, die van de transactionele groei. Zo’n groei gaat door totdat de omgeving ervan verzadigd raakt of de transformatie economie erdoor geprikkeld raakt voor een nieuwe cyclus van verandering. Harmonie is daarom de constante uitdaging die groei voedt met vernieuwing. Door dit op gebiedsniveau te doen (Eindhoven, Brabant, Nederland, Europa, Aarde) ontstaat welzijn voor iedereen in dat gebied door cyclussen van betrokkenheid, inzet en wederkerigheid. Dynamisch clusteren noemen we dat, binnen de context van universele kernwaarden, ofwel “Sustainocratie”.
De evolutie van de mens, maatschappij en economie
STIR Academy helpt in elke fase van de cyclus (groei, verval, vernieuwing, harmonie) maar altijd vanuit harmonie als eindresultaat zonder status quo. Maatschappelijke positionering aan de kant van de transformatie economie relativeert crisis met verandering, groei met harmonie, harmonie met verandering.
Deze blog gaat over 4 niveaus van verstedelijking. Drie ervan zijn hiërarchisch ingericht, de vierde is sustainocratisch. De stap van 3 naar 4 is ingrijpend en zeker als het zich blijvend dient te integreren in een duurzame stedelijke eco-dynamiek. Zover zijn we nog niet. Niveau 4 manifesteert zich als dieper bewuste oplossing en transformatief spanningsveld tegelijkertijd.
Volgens een extern rapport voor het gemeentebestuur van Eindhoven is het AiREAS initiatief van de Stad van Morgen (STIR) een niveau 4 manier van verstedelijking. Het is tevens een van de weinige, zoniet enige in de wereld dat stand houdt onder druk van de drie hiërarchisch gestuurde onderlagen. Hoe zit dat met die 4 niveaus en waarom is niveau 4 zo uniek, belangrijk en kwetsbaar?
Het eerste niveau van verstedelijking is het ontwerp van een basis-infrastructuur. Er zijn wegen nodig maar ook riolering, elektriciteit, voorzieningen, enz. Dat geldt voor elke stad waarin natuurlijke diversiteit de identiteit van de stad bepaald. Een havenstad is anders dan een stad op een logistiek knooppunt of handelsroute. In de basis infrastructuur treffen we de geschiedenis van zo’n stad, met oude stadsmuren, kerken, kastelen, kades en bestrating. Hele woonwijken, winkelgebieden en kantoorcentra behoren tot het uiterlijk van een stad.
Het tweede niveau verbindt de verschillende infrastructuren om stadsmanagement efficiënt en effectief te maken. Denk aan de manier waarop elektriciteit wordt afgestemd op vraag in seizoenen of wegen worden afgestemd op bereikbaarheid van winkelcentra of ziekenhuizen. Om de investering in infrastructuur te kunnen financieren draait het in de stad om geld via belastingen. Door de hiërarchische positie van de stad in een land int de staat het grootste deel van de belastingen en wordt het stadsbestuur onderdeel van het landsbelang. Men krijgt middelen toebedeeld volgens een verdeelsleutel waarin het bureaucratische landsbelang de overhand heeft.
Het derde niveau kennen we als de Smart City. Door toepassing van technologie wordt gedrag gecontroleerd, systemen geïntegreerd en belangen tussen institutionele partijen (overheid, bedrijfsleven en onderwijs – triple helix) onderling afgestemd volgens de politieke en economische sturing. Smart betekent “slim” maar dat kan op verschillende manieren uitgelegd worden. Technologie in handen van bureaucratie en controle heeft een hele andere slimme structuur dan technologie voor maatschappelijke cocreatie en productiviteit samen met de burgers. Niveau 3 is van groeiend belang gezien de uitdagingen van deze tijd. Drinkwater wordt schaarser en intelligente distributie en verwerkingssystemen zijn belangrijk. Steden zijn dichtgemetseld met asfalt, cement en glas waardoor de klimaatverandering en bijbehorende regelval of hitte perioden speciale aandacht vragen voor slimme oplossingen, vaak met terugkeer van de natuur in de verstedelijking maar ook de inzet van de bevolking zelf uit eigen wel-belevingsdrang.
Niveau vier wordt bereikt wanneer de instellingen zich bewust worden van hun eigen en stedelijke kwetsbaarheid door structurele afhankelijkheid van geld met goederenstromen van buiten de stad zonder dat er lokale productiviteit tegenover staat. Of de toename van verwijtbare problemen zoals vervuiling, armoede ontwikkeling en kostbare remediale infrastructuur en zorg oplossingen die niet meer via belastingen te dekken zijn. Geld van stedelijke productiviteit verdampt naar buiten de stad via landelijke belastingen of bedrijfskundige concentraties elders. Hierdoor komt het stadsbestuur in de klauwen van hogere economische en politieke belangen terecht terwijl het wel de lokale politieke, economische en maatschappelijke verantwoordelijkheid draagt. Als men echt wil besturen dan dient de stad gezien te worden als een centrum van authenticiteit door zich veel onafhankelijker op te gaan stellen. Dat kan alleen door de bevolking aan te sporen medeverantwoordelijkheid te nemen voor de ontwikkeling van de stad. Economische drijfveren zijn dan te onpersoonlijk en nog ondergeschikt aan de afhankelijkheid structuren. De grote uitdagingen van deze tijd brengen ons al snel op menselijke kernwaarden waar men zich wél persoonlijk voor in wil zetten. Die ontwikkelingen vallen echter buiten de economische patronen van oude geïndustrialiseerde belangen die eigen zijn aan de onderliggende niveaus. Een nieuw waardesysteem is nodig op lokaal stadsniveau.
Waar slimme infrastructuur keuzes en speculatieve groeipatronen rondom economische geldbelangen nog vanuit de bestuurlijke hiërarchie gecoördineerd konden worden wenst het productief nastreven van kernwaarden voor de mens en natuur een andere relatie tussen de omgeving en het gedrag van het bestuur en de bevolking. Niveau 4 draait om heel andere doelstellingen dan de onderliggende niveaus. Paradoxaal zijn de eerste 3 niveaus nodig om ze daarna via niveau 4 te gaan aanpassen aan een nieuwe complexiteit. AiREAS streeft naar gezondheid en luchtkwaliteit, FRE2SH naar stad/platteland productiviteit en samenredzaamheid, de STIR leercoöperatie naar levenslang leren, SAFE naar de innovatieve transitie voor onafhankelijkheid van gevaarlijke grondstoffen. Kernwaarde gedreven samenwerking is de essentie van menselijke maatschappijvormen waarbij we allemaal verantwoordelijkheid nemen en investeren in ons integrale welzijn. De stedelijke ontwikkeling tot en met niveau 3 was gebaseerd op bestuurlijke en economische afhankelijkheid. Niveau 4 draait echter de zaak om en stuurt aan op gemeenschappelijke verantwoordelijkheid en productiviteit.
Het stadsbestuur reguleert niet op niveau 4 maar faciliteert door ruimte te scheppen voor innovaties en samenredzaamheid. De kwetsbaarheid door afhankelijkheden mindert omdat mensen verantwoordelijkheden nemen die de ruimte opvullen. Als de menselijke en natuurlijke kernwaarden van Sustainocratie centraal komen te staan, om de balans te herstellen tussen mens en omgeving, dan dient de bevolking en het bestuur samen een waarde en niet geldgedreven interactie aan te gaan. Dat laatste vormt een probleem ten opzichte van de onderliggende bestuurlijke gelaagdheid. Niveau 1, 2 en 3 zijn opgebouwd door economische en politieke lobbies op gebied van vastgoed, constructiewerken en technologie. Op niveau 4 gaat de aandacht naar geheel andere zaken die de lobby aantasten. Bestuurders die op niveau 4 actief willen zijn krijgen al snel te maken met moties van wantrouwen en tegenwerken op de onderliggende niveaus die het liefst alleen maar groei wensen uit economisch eigenbelang.
Stad van Morgen biedt de doorbraak zonder amper bestuurlijk risico. Door de Sustainocraat te positioneren op niveau 4 en het bestuur van niveau 3 uit te nodigen naar een werkelijkheid van multidisciplinaire samenwerking op basis van menselijke kernwaarden, kan het bestuur amper weigeren. Niveau 4 is dan een populair initiatief waar het bestuur zich bij dient aan te sluiten als het voeling wil blijven houden met de gemeenschap en optimaal wenst te profiteren van de inzet van de eigen bevolking. Dat is tevens het argument naar de oude lobby die zich dient te schikken in de nieuwe verhoudingen die ontstaan en waar de bevolking verantwoordelijkheid voor neemt.
Eindhoven is pionier dankzij de relatie Sustainocratische Stad van Morgen (niveau 4) en Slimme Stad van Vandaag (niveau 3).
De STIR Academy is de organisatie waarin wij alle opgebouwde ervaringen borgen die wij op hebben gedaan met ons eigen waarden gedreven ondernemerschap gedurende de laatste 15 jaar. Boeken zoals `Handboek voor de (toekomstige) Marktleider´, `Succesgids voor Ondernemers´, `Geheimen van echte Welvaart´ en `Sustainocratie, de nieuwe democratie´ introduceren allemaal nieuwetijdse inzichten en instrumenten voor een categorie ondernemers die `het anders willen doen´.
Met het gebruik van de moderne technieken van deze tijd kunnen we de inzichten delen en pioniers helpen die zich op deze innovatieve weg willen gaan ontwikkelen. Naast de STIR videoconferencing HUBs, die we in Europees verband gebruiken om succesvolle pioniers in de steden van Europa te koppelen met mogelijke partners in de andere steden, introduceren we nu ook een serie webinars voor de presentatie van de inzichten en online 1 op 1 coaching.
Op advies van partners gebruiken we in eerste instantie AnyMeeting als platform omdat het voor onze doelstelling meer dan voldoende mogelijkheden biedt en kwalitatief goed blijkt te werken.
De eerste webinar is op 16 december om 09:30 en introduceert het Piramide Paradigma. In 2015 volgt een hele serie waarbij ook de mogelijkheid bestaat om online gecoacht te worden in uw eigen ondernemerschap. Daarbij zullen de (internationale) pioniers (uit de STIR HUBs) die u volgt desgewenst ook een ondersteunende rol spelen inclusief de uitdaging die u met hen bindt.
Heeft u belangstelling in het ontvangen van uitnodigingen voor deze webinars dan kunt u zich melden bij:
Nicolette Meeder: nicolette.meeder@stadvanmorgen.com onder vermelding van uw naam, telefoonnummer en emailadres.
Dit is de 8e blog in de serie van 20 over de grote omslag van Jean-Paul Close, initiatiefnemer van de Stad van Morgen (STIR).
Deze blog gaat over arbeid
Blog 8 – arbeid
Een van de grootste vraagstukken van deze tijd is de evolutie van betrokkenheid bij de maatschappelijke inzet en productiviteit, vaak ook “arbeid” genoemd. Het woord verwijst vandaag de dag naar betaald werk in een arbeidsrelatie. Het is een begrip dat voortkomt uit de industrialisering en zich heeft ontwikkeld tot een van de pilaren van onze economie. Iemand die werkt krijgt salaris en met salaris heeft men toegang tot de invulling van levensbehoeften en luxe. Het feit dat men afhankelijk is van iemand anders voor een salaris noemen we “transactie economie”. De geldstroom die ontstaat is onderhevig aan allerlei spanningsvelden zoals beschreven in blog 6 over Geld.
Arbeid is op die manier verworden tot een van de drie grote inkomstenbronnen van de overheid, naast BTW en vennootschapsbelasting. Het is daarom niet vreemd dat de overheid sterk aanstuurt op betaalde arbeidsrelaties. Zo is er een cultuur ontstaan waarin iemand die een baan heeft “erbij hoort” en iemand zonder baan niet. Met een baan heeft men een inkomen en toegang tot de maatschappelijke diensten en zekerheden. Men kan een huis huren of kopen, de supermarkt bezoeken, energie inkopen en luxe verwerven.
Zo zien we dat in onze huidige maatschappelijke context het mogelijk is dat een bestrafte pedofiel in gesalarieerde dienst van de sociale werkplaats een huis kan betrekken en een luxe leven leiden terwijl een werkloze moeder van drie kinderen uit huis geplaatst wordt wegens huurachterstand. De vraag kunnen we ons stellen of we als maatschappij onze aandacht en focus wel juist leggen? Binnen de context van de evolutie en menselijke complexiteit is het krijgen en opvoeden van kinderen een heilige taak die omringd zou moeten zijn met respect, steun en hulp. De moeder met kinderen is in de evolutie waardevoller dan de man die schroefjes aandraait in de fabriek. Nu is dat vreemd genoeg andersom.
Waar leggen we de maatschappelijke focus? Arbeid of Inzet?
Spanningsveld
Het geldgedreven systeem levert een spanningsveld op met het natuurlijke evolutionaire systeem. De mens speelt een rol in beide werkelijkheden en ervaart de stress tussen de systemen als een persoonlijke en vaak ook collectieve crisis. Die kan worden veroorzaakt door beide kanten. Het geldsysteem kan zo immoreel worden dat het armoede, ongelijkheden en misstanden veroorzaakt die niet meer door het geldsysteem worden opgevangen. Er vallen dan mensen letterlijk buiten het systeem. De getroffen mensen zijn dan al snel aangewezen op de natuurlijke werkelijkheid door opgevangen te worden door de medemens of zich in de natuur terug te trekken en vanuit zelfredzaamheid weer een bestaan op te bouwen. Als dit niet lukt dan komt men in een bedreigende situatie terecht.
Ook de evolutionaire natuurlijke werkelijkheid kan voor crisis zorgen door ziektes, catastrofes, rampen, klimaatproblemen, enz. die weer de geldgedreven werkelijkheid onderuit halen en hele maatschappijen in de problemen helpen. In deze tekening heb ik de mens geplaatst tussen de twee werkelijkheden waarin ik een onderscheid maak tussen de essentie van het mens zijn zoals beschreven in blog 2 over moleculaire opbouw van ons bestaan en blog 7 over God en ons burgerschap in een maatschappelijke werkelijkheid waaraan we door inzet of arbeid bijdragen.
Het spanningsveld in beeld gebracht
De bewustwording die wij doormaken als mens wanneer wij geconfronteerd worden met onze basisbelangen als natuurlijk fenomeen is vooral een contrast met ons handelen in de automatisering van een bepaalde burgerschap-cultuur. Het spanningsveld is positief geladen wanneer wij ons bewust zijn van onze natuurlijke werkelijkheid in relatie tot onze maatschappelijke organisatie en onze inzet en interactie afstemmen op duurzame menselijke vooruitgang. Wanneer wij dat niet doen en ons alleen focussen op geldgedreven groei van het systeem dan raken wij los van het natuurlijke systeem waardoor de gevolgen zich middels crisis opbreken zowel individueel als collectief. De negatieve energie in het spanningsveld is waar te nemen door de toename van armoede, criminaliteit, opstand, zelfmoorden, agressie, ongelijkheid en immoreel systeemgedrag (zoals de bonuscultuur, vervuiling, machtsmisbruik, enz). De negatieve energie bouwt zich op en breekt door een recessie, depressie of oorlog. Paradoxaal lijkt het onmogelijk om de negatieve energie te doorbreken omdat de regerende systeemmacht dezelfde instrumenten gebruikt om de problemen op te lossen die ze veroorzaakt hebben. Hierdoor wordt het probleem alleen maar erger en loopt het spanningsveld steeds sterker op.
De grote omslag
Binnen de inspiratie van het model van menselijke complexiteit zien we ook beide spanningsvelden terug. De positieve lading ligt boven de horizontale lijn van materiële complexiteit die doorbroken wordt door de lijn van morele bewustwording. Onder de lijn is de negatieve lading die zich door groei laat opbouwen en via chaos tot explosie komt. De maatschappelijke focus op groei is dodelijk voor onze evolutionaire verwachtingen. De onbalans bouwt zich op terwijl de reacties aan de kant van bewustwording op zich laten wachten.
Natuurlijke evolutie
De maatschappelijke onbalans wordt veroorzaakt door een maatschappij type dat niet gebaseerd is op ons huidige menselijke bewustzijnsniveau maar op de elementaire bouwsteen van het onbewuste, daar waar de moraal nog geen opbouw heeft ondervonden. In essentie hebben wij ons ondergeschikt gemaakt aan een gevoelloos groeisysteem dat gebaseerd is op lucht en ten kosten van alles zichzelf opblaast door geen enkele rekening te houden met de natuur van de mens en omgeving. Als de mens ophoudt te bestaan dan houdt ook het geld op te bestaan en alles wat eraan is gerelateerd. Geld is afhankelijk van het voortbestaan van de mens en de planeet, niet andersom. En de mens is afhankelijk van haar natuurlijke omgeving en de manier waarop we ermee omgaan, niet de economie.
De grote omslag draait daarom het de maatschappelijke herstructurering waarin geld weer ondergeschikt wordt gemaakt aan natuurlijk menselijk belang. Onze morele verantwoording naar onszelf moet weer tot uiting komen in een systeem dat korte en lange termijn belangen evolutionair op elkaar afstemmen. Arbeid is niet dienstbaar naar het geldsysteem maar inzetbaar voor de waardecreatie van een natuurlijk menswaardig bestaan. We hebben het dan niet over de industriële belangen van schroefjes aandraaien of de belastbaarheid van transacties maar over de waardengedreven inzet en wederkerigheid van onze activiteiten.
Sustainocratie
De oplossing is niet zo moeilijk als het lijkt. Het is helemaal niet nodig dat onze maatschappij door de vernietiging van een oorlog of depressie gaat om orde op zaken te stellen. We moeten aanspraak maken op ons bewustzijn en onze maatschappelijke structuur en samenhang afstemmen op de natuurlijke werkelijkheid waar wij afhankelijk van zijn. Sustainocratie heeft dat eenvoudig opgelost door verantwoordelijkheid en handel van elkaar los te koppelen en verantwoordelijkheid van een maatschappelijk hoger doel te voorzien. Handel en economie schikt zich dan naar menselijkheid en niet andersom. Door de transformatie economie van Sustainocratie toe te voegen aan onze bestuurlijke werkelijkheid schonen we vanzelf onze systemen op wanneer het spanningsveld van positief naar negatief dreigt om te slaan. We worden alert op het spanningsveld zelf en putten uit onze kennis, maatschappelijke cocreatie en samenwerking om de balans te herstellen. Uiteindelijk ontstaat een cultuur van samenhorigheid en duurzame ontwikkelingen die welzijn in stand houdt voor de mens zonder een aanslag te doen op de medemens noch onze natuurlijk omgeving.
Sustainocratie: Verantwoordelijkheid levert waarden die de handel doet groeien
Sustainocratie: Duurzaam leiderschap van waardecreatie voedt financieel leiderschap van groeiAllerlei Sustainocratische initiatieven van Stad van Morgen zichtbaar in de 2013 kerstwens
Dit is de 6e blog uit de serie van 20 over de grote omslag. De auteur is Jean-Paul Close, initiatiefnemer van de Stad van Morgen, een stichting waarin de grote omslag al maatschappelijke werkelijkheid is geworden.
Blog 6 – Geld
Toen er nog geen geld was
Geld is op dit moment alles bepalend in de wereld. Het is een standaard om “waarden” uit te wisselen (transactie economie) volgens afgesproken regels. Geld bestaat alleen op die manier anders zou het in ons dagelijks leven niet voorkomen. De natuur kent ook geen geld. Geld is een menselijk bedenksel, een handelsinstrument dat uit is gegroeid tot dominant en riskant machtsbolwerk.
Geld heeft een evolutie doorgemaakt
Geld was ooit een middel om diensten te honoreren die niet op een andere, directere manier te compenseren waren met gunsten. Geld ontstond als muntwaarde in eigen gewicht van edele metalen. De graad van metaal-zeldzaamheid maakte het een ideaal compensatie middel. Het was transportabel, standaard, overdraagbaar en relatief waardevast. Dit waren kwaliteiten die andere waarde-instrumenten niet tegelijk hadden. Grond en huisvesting zijn niet transportabel, voedsel is niet houdbaar noch waardevast of standaard. Geld wel. Dit heeft gaandeweg geld zo populair gemaakt als instrument en dat is het nog steeds. Het heeft ons als mens in de gelegenheid gesteld om op geldbasis rijkdom te creëren, ook al is het concept “geld” grotendeels fictief geworden. De onderliggende metaalwaarde van het geld zelf is verdwenen. Waar is de waarde van modern geld dan op gebaseerd? Op macht! En dat is precies wat uiteindelijk heeft geleid tot grote problemen die de basis vormen van de grote omslag.
Geld ging tussen mens en behoeften staan
In vroegere tijden had men geen geld en was men vooral afhankelijk van de rechtstreekse relatie met de natuur voor de invulling van basisbehoeften. De natuur was geen gemakkelijke partner. Aan de “onzichtbare hand” die de natuur regeerde zijn vele gezichten gegeven omdat het voortbestaan van de mens er afhankelijk van was. Men vereerde de goede gunsten van overvloed en had intense angst voor de torn die armoede, dood en verderf veroorzaakte. Ruilen werd een manier om de vele tekorten aan te vullen wanneer de nood aan de man kwam. De opkomst van geld als standaard groeide uit tot innovatief alternatief op de normale ruilhandel. De groei van de wereldbevolking bevorderde de ruilhandel en de groei van het belang van geld.
Later werd daar ook de industriële arbeidsrelatie op gebaseerd waardoor geld synoniem kwam te staan voor toegankelijkheid tot behoefte invulling. De marktconcentraties van handel werden tevens de groeigebieden van geldbelang. Gaandeweg ging geld volledig tussen de mens en natuur staan. Zonder geld was er geen toegang meer tot waarden (huisvesting, zekerheden, voeding, mobiliteit, grondstoffen, enz). Zo werd geld het ultieme machtsinstrument voor degenen die ermee konden manipuleren en speculeren.
Geld en Macht staat tussen de mens en de natuur
Er ontstonden twee werelden:
de economische relatie met de natuur voor grondstoffen en levensbehoeften
de economische relatie met de mens als consument.
Beide relaties zijn onderhevig aan economische regels van efficiëntie, winst en kostenoptimalisatie, maar ook van beschikbaarheid van geld. Zo ontstond ook het schuldensysteem dat mensen en instanties in staat stelde geld te gaan gebruiken in allerlei processen waar men zonder geld geen toegang kon krijgen. Het beschikbaar stellen van geld was ooit in handen van koning of keizerrijken die goud als onderpand gebruikten maar kwam uiteindelijk in private handen terecht zonder enige vorm van onderpand.
Geld is nu machtig en speculatief
Door het weghalen van de metaalwaarde is de waarde van geld variabel geworden en afhankelijk van allerlei omstandigheden. Waar vroeger de hoeveelheid geld in circulatie gerelateerd was van de hoeveelheid edelmetalen die erin verwerkt waren of, in later stadium, als onderpand dienden, is het nu mogelijk dat de geldvoorraad groeit zonder dat er geld bijgedrukt wordt. Dat is natuurlijk vreemd voor iets dat niet meer bestaat als fysieke ruileenheid maar als macht instrument. Het middel is dus fictief geworden, afhankelijk van de speculatie die eraan verbonden wordt en de emotionele waarde (noodzaak gedreven) die wij er zelf aan geven.
Als voorbeeld kunnen we huizen noemen. Een huis in 1970 was 70.000 gulden waard als we het zouden willen kopen. Dat is zo’n 33.000 euro. Een bank verstrekte een hypotheek met 7% rente in die tijd waardoor de kostprijs die opgebracht moest worden in 10 jaar verdubbelde. Men had na 10 jaar (7% over 33K€ a 10 jaar = 33K€, een verdubbeling) het hele huis via de rente al een keer betaald maar de lening zelf niet. Een hypotheek van 30 jaar zorgde voor nog eens 20 jaar verplichtingen. Uiteindelijk zou men zich eigenaar mogen noemen na 30 jaar en het huis 4 x betaald hebben!! Al die tijd diende het huis als onderpand voor de bankbelangen. Door de bank was dus 3 x 33.000 euro schijnbaar uit het niets gecreëerd, uitsluitend door het inlegbedrag te faciliteren en rente met garanties te vragen.
Waar kwam die enorme geldcreatie vandaan? Die werd door de hypotheekbetaler opgebracht middels 30 jaar arbeid en door de belastingdienst verspreid over de gehele bevolking door de hypotheekaftrek. Geldcreatie ging ten kosten van arbeidsdynamiek. Lucratief voor de banken én de overheid die zo de bevolking dwong om in het gereguleerde arbeidsproces deel te blijven nemen. De overheid inde erover inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting. Geld werd het ultieme macht en sturingsinstrument door het creëren van schuld en afhankelijkheid, een samenzwering tussen overheid en banken. Natuurlijk werd dit getolereerd door de bevolking die mee kon doen in het speculatieproces dat een gigantische groei vertoonde die de schijn van rijkdom als worst voor de neuzen van iedereen hield.
De overheid ging over tot het openstellen van de grenzen voor goedkope arbeid-krachten die allemaal huisvesting nodig hadden. Een tekort zorgde voor een waardestijging van alle huizen. De hypotheekrente daalde naar 3,5% maar de prijs per woning vertienvoudigde in 30 jaar tijd. Het pand van 33.000 euro in 1970 kostte in 2000 al 330.000 euro zonder dat er iets aan was toegevoegd, behalve slijtage en ouderdom. De banken vierden hoogtij en de belastingstructuur ook. Zelfs de huiseigenaren waren tevreden want zij zagen dat een kostprijs van 4 x 33.000 euro uitmondde in een gigantische winst (10 x 33.000 euro).
Het is niet vreemd dat de focus op stenen belangrijker werd dan de oude industriële focus op ondernemerschap. Stenen bleken waardevast en economisch groeiend onder de juiste manipulatieve voorwaarden terwijl innovatie een ondernemersrisico omvatte dat in ons kleine, logistieke landje beter elders kon worden genomen (bijv. in ondernemersland USA). Zo werd Nederland geldgedreven, speculatief met huizen, logistiek, handel en goedkope arbeid. De economische luchtballonnen groeiden tot het schijnbaar oneindige en zo ook de macht van geld waar maatschappelijke zorg aan werd ontleend.
Alles uitgedrukt in geld
Door de druk van geld in ons dagelijks leven werd het alles bepalend voor ons gedrag en ons denken. Wonen, verzekeringen, voeding, kleding, luxe, recreatie, zorg, enz wordt vertaald in geld en geld kon alleen verdiend worden door arbeid in institutionele structuren die in de wereldwijde logistiek, speculatie, bureaucratie en semi-overheid (zorg, onderwijs, defensie, enz) functioneren. Als men het niet kon verdienen door arbeid dan was een uitkering een tijdelijk vangnet, de stijgende huizenprijs een garantie voor de toekomst en het schuldsysteem een constante druk om te presteren uit angst het welzijn van wonen en consumeren kwijt te raken. Geen wonder dat de overheid veel huiseigenaren wilde.
Recent gaf premier Rutte nog de aloude maatschappelijke instructie “koop een huis en een auto, dan helpt u de noodlijdende economie”. Die stelling is echter achterhaald door de grote omslag.
Gaandeweg begon de onbalans zich te manifesteren door verschillende crisissen. De economische luchtballonen schoten lek. Arbeidsduurverkorting, vervroegde pensioenen, verhoging van belastingen en steeds gemakkelijkere leningen zorgen voor tijdelijke pleisters op de macro-economische lekkende wonden maar bleken vooral uitstel van executie. De overheid kon niet anders dan focussen op groei-economie, koopkracht, controle instrumenten (bureaucratie) en stimulans van de consumptie economie omdat het daar haar groeiende lasten uit kon compenseren. BTW werd gaandeweg de grootste inkomstenbron, met gezondheid en ouderenzorg de grootste kostenpost. De menselijke complexiteit van hebzucht, gemakzucht, macht, speculatie en eigenbelang had zijn werk gedaan en deed de rest.
Geld speelt een verschillende rol over tijd. Nu is het almachtig maar nep
De situatie is onhoudbaar geworden. Voorheen werd geld weggeven in ruil voor bewezen diensten. Tijdens het industriële tijdperk was het een middel om circulair waarde te creëren en arbeid te compenseren. Maar nu is geld zelf een doel geworden voor alle betrokken partijen waardoor de consequenties op wereld niveau enorm zijn. Geldbelangen staan tegenwoordig boven menselijkheid, duurzame menselijke vooruitgang en de natuur.
Voorbeeld: De analyse van een hoogleraar van de Universiteit van Utrecht toont het effect van bepaalde pesticiden op de bijenstand, de bijbehorende consequenties voor onze voedselvoorziening, insectenetende vogelsoorten (30% verminderd in enkele jaren) en de afgeleide risico’s voor het voortbestaan van de mensheid door de ecologische schade van de zenuwstoffen. De reactie van het landsbestuur was dat de economische belangen van tuinders en onze export boven het verbieden van de pesticide gaat en het daarbij juridisch niet ondersteund zou worden.
Onze prioriteiten zijn dodelijk geworden door de afhankelijkheid van geld. De catastrofes dienen zich wereldwijd en lokaal aan, niet alleen direct zicht en voelbaar maar ook als sluipmoordenaars in de vorm van ziektes.
Geld zelf is niet het probleem.
Als alle geld dat voor handen is in de wereld verdeeld zou worden over de wereldbevolking van 7 miljard mensen dan zou iedereen meervoudig miljonair zijn. Waarom is er dan zoveel ongelijkheid, armoede, oorlog, crisis en vervuiling? Dat komt door de manier waarop geld als product, doel en machtsinstrument is georganiseerd. Het is in handen van enkelingen die het geld als schuldsysteem hanteren om macht uit te oefenen uit eigenbelang. De evolutie van de mens, en zelfs het leven op Aarde, is in handen gekomen van deze immorele speculanten en hun eisen.
Tijd voor de grote omslag
Maar hoe? De staat is gegijzeld door het geldsysteem uit eigen machtsbelangen, de beursgenoteerde bedrijven eveneens en de schuld-lijdende, geldafhankelijke bevolking ook. Er is maar één manier. Door het fictieve geld dat in de jaren 70 is ontstaan de rug toe te keren en te aanvaarden dat schuld niet bestaat, alleen duurzame menselijkheid en vooruitgang.
Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, ondanks het feit dat het een eenvoudige keuze is. De moeilijkheid is niet het zelfbewust kiezen maar het gebrek aan een systeemalternatief om de behoefte invulling van de mens gaande te houden. We hebben onderlinge afhankelijkheden gecreëerd op basis van geld tussen alle instellingen en mensen op Aarde. We zijn in steden gaan wonen waarin overvloed via winkels beschikbaar is maar men geen enkele andere keuze heeft dan middels geld er zich toegang toe verschaffen. Los van de loslaat keuze is er daarom een spanningsveld tussen de oude wereld die de geldafhankelijkheid kost wat kost in stand wenst te houden, met het gangbare immorele wetboek in de hand, en een nieuwe wereld die op zoek is naar functionele alternatieven. De grote omslag verkeert slechts in een pioniersfase met allerlei experimenten zonder nog een eenduidige route. Ondertussen stapelen de problemen zich op.
De greep van het geld
Het model van de menselijke complexiteit helpt
Geldbelangen positioneren zich in management van groei terwijl de grote omslag zich in de leiderschapsfase van cocreatie positioneert
In de wereld van verandering zijn er allerlei stromingen zichtbaar. Deze zijn te plaatsen binnen de context van elk van de vier velden (groei, chaos, verandering, symbiose) van het model van de menselijke complexiteit of op de transitie tussen de velden (angst, bewustwording, cocreatie, gemakzucht). Elke stroming heeft potentieel, afhankelijk van de manier waarop ons (morele) bewustzijn, visie en noodzaak het concept “geld” ter discussie durft te stellen en er waardige alternatieven voor bedenkt.
Stroming 1 – Groei
Deze positie in het model omvat niet alleen groei maar ook de op gemak gebaseerde afhankelijkheid van de bevolking, zoals we dat nu kennen. Het gemak wordt niet alleen gediend vanuit voldoende geldmiddelen (koopkracht) maar ook de automatisering en robotisering van menselijke handelingen zodat we op termijn niets meer hoeven doen. Er zijn stemmen die meer controle, meer overheid, meer automatisering en meer kunstmatige intelligentie zien als oplossing voor alles wat de mens nodig heeft.
Zo zien we dat wereldmachten met elkaar samenspannen om een soort nieuwe wereldorde te stichten met een nieuwe overkoepelende munteenheid die op termijn de dollar en euro zouden kunnen overtreffen als macht instrument.
We zien ook veel stemmen opgaan om de bevolking een standaard basisinkomen te verschaffen om vrede te bewaren, de consumptie patronen te handhaven en de productieprocessen verder te optimaliseren.
Al deze initiatieven gaan uit van een wereldmarkt van 7 – 9 miljard consumenten binnen de greep van geldbelangen. Speculatie op basis van tekorten zorgt voor een groeispurt in economische belangen waardoor de rijken enorm rijk kunnen worden.
Angst regeert omdat men bang is de controle en macht kwijt te raken aan de blokken die de grootste hoeveelheid grondstoffen beheersen en de hand op de knip kunnen leggen en de groeiprocessen laten verstoren. Men verkeert permanent in een spagaat tussen de concurrentie, diplomatie en groeibelangen met crisis als een gemene adder onder het gras. Men denkt met kapitaalinjecties, regulering en technologische innovatie de zaken op te kunnen lossen. Deze stroming is machtig en sterk ontkennend als het gaat om verantwoordelijkheden en consequenties voor mens en planeet.
Een andere groeistroming zijn bepaalde religieuze groeperingen die hun hiërarchische godsleer op willen dringen als alternatief op het kapitalisme. Men heeft het heft in handen in delen van de wereld en zoek dezelfde uitbreiding als het kapitalisme. Het valt ook onder de immorele positionering van groei omdat men geen harmonie zoekt maar dood en verderf zaait onder andersdenkenden. Deze groepen gaat het niet om geld maar godsdienstige macht en onderdrukking. Door de crisissen in de geldwereld vinden deze groepen ruimte voor groei.
Stroming 2: Chaos en opstand
Deze stroming geeft weer dat als we doorgaan vanuit het groeiperspectief de mensheid in 2050 gedecimeerd is door oorlogen, hongersnood, catastrofes, enz. Op internet zijn programma’s te zien waarin de spanningen in de wereld sinds 1970 staan weergegeven. Er is een explosieve trend zichtbaar van vele lokale conflicten die opbouwen naar wereldproblemen.
Sommige economische stromingen staan achter de oplopende spanningen uit economische belang rond oorlogvoering en wederopbouw. Deze worden echter tegengesproken door de opvattingen dat de huidige status van technologie rond oorlogsvoering uiteindelijk alles vernietigend zou zijn. De vele gemengde belangen op wereldschaal met de huidige bevolkingsdichtheid zou oorlog tot de grootste en meest dramatische ontwikkeling maken van de wereldgeschiedenis. De vele filmpjes en foto’s op social media over dat waar de mens toe in staat is in de religieuze conflicten in het midden oosten zorgen al voor een algemene publieke opinie dat dit ten alle tijden voorkomen dient te worden.
We zien een tendens van groeiende criminaliteit, zelfs in de wereld van risico kapitaal waar een salaris en bonuscultuur aantoont dat men alleen tegen de hoogste beloning als systeem huurling wil fungeren en het geweten afkoopt.
In chaos en ellende speelt geld geen rol. Bij een gedecimeerde wereldbevolking stort de economie in elkaar en daarbij de machtsposities van de huidige belangenpartijen. Na de chaos kan een nieuwe wereldorde, met de overgebleven bevolking, opgebouwd worden die de geldmanipulatie en macht opbouw van deze tijd tracht te voorkomen door maatschappelijke maatregelen te introduceren zoals na WWII sociale zekerheden werden veralgemeniseerd als vredesinstrument.
Deze stroming toont meerdere gezichten. Enerzijds zijn er de mensen die vanuit de chaos terug proberen te komen tot de oude standaards van structurele welzijn. Zij organiseren zich rond oude opvattingen, helaas vaak tegen beter weten in maar onderworpen aan de conservatieve druk van een volk. Ook zijn er die criminaliteit tot een standaard maken. Men maakt misbruik van oude rijkdom om zich die toe te eigenen middels agressie en misdaad. Terroristische stromingen werpen zich op tegen het kapitalisme en zoeken verstoring van de wereldorde zonder zich te bekommeren om de consequenties of alternatieven.
Tot slot is er een groep die uit de chaos opstaat vanuit zelfbewustzijn dat het ook anders kan. Zij vormen de basis van de 3e stroming.
Stroming 3: Bewustwording
Het is natuurlijk uiterst verwerpelijk dat miljarden mensen het onderspit dreigen te delven omdat een maatschappelijke structuur zich kost wat kost in stand tracht te houden en daarbij de mens en Aarde kapot maakt door het eigenbelang van (relatief) enkelingen afgespiegeld op de onbewuste, afhankelijke massa. Bewustzijn is een groot goed maar als de afhankelijkheid van de machtscultuur zo groot is dan kan men er weinig mee. In deze categorie zijn ook weer verschillende stromingen te zien:
Religieuze stromingen verwijzen naar het uit elkaar trekken van de Godsdienst en Geldbelangen in de Staatshuishouding en wensen een staat die gebaseerd is op religieuze maatstaven. Men ziet de mens en natuur als Gods werk dat gerespecteerd dient te worden onder de sturende autoriteit van de Kerk, godsleer en oude geschriften.
Moderne oermensen zoeken weer de directe relatie op met de natuur en zelfvoorziening door de oude maatschappelijke orde, verstedelijking en geldafhankelijkheid de rug toe te keren. Sommigen zoeken mogelijkheden om als commune een soort Utopia op te bouwen.
Nieuwe waardesystemen zijn al vele decennia actief om de ruilhandel in ere te herstellen en lokaal te verbinden. De huidige wereldwijde geldeenheden voeden de lokale cohesie niet en verdampen naar de schuldeisers en machtsinstellingen. Nieuwe, lokale waardesystemen zorgen voor het behoud van lokale waardecirculatie en hernieuwde productiviteit met nieuwe voorwaarden.
Doomdenkers leggen de verantwoordelijkheid bij een hogere universele macht en stellen dat wat we ook doen, uiteindelijk een meteoriet of ander verschijnsel uit de ruimte ons zal vernietigen of tot de orde roepen.
Deze groeperingen en stromingen formuleren de meest concrete veranderingsmodellen ook al wil men twee onderdelen van de stroming identificeren die putten uit hun eigen energie:
geloof georiënteerd en religie gestuurd
kennis georiënteerd en samenwerking gestuurd
Stroming 4: co-creatie en harmonie
Een boeiende suggestie in deze context is de zogeheten “monetaire reset”. Het stelt de machtspositie van de schuldeisers ter discussie en stelt voor om deze middels een administratieve tussenstap op te lossen. De reset haalt de schuldangel uit de economie waardoor we weer op “nul” komen te staan. Hierdoor is de druk van de ketel om te focussen op groei en schuldaflossing terwijl men stil kan gaan staan bij de aanpak van de wereldproblemen.
Tabula Rasa van Werner van Ginneken
Los van geld staan we in deze stroming stil bij de situatie van 7 miljard mensen en de consequenties van ons oude model. We gaan op zoek naar een nieuwe samenhang waarin de mens, de natuur en onze complexe samenleving leidt tot duurzame stabiliteit. Een bekend voorbeeld van deze algemene wens is de PPP (People, Planet, Profit) die rond de millennium wisseling de intrede deed. Helaas vatten veel oude instellingen de P van Profit nog op als het oude winstmodel van de groei-economieën in plaats van de betekenis van “waardecreatie”.
Samenhang georiënteerde initiatieven plaatsen geld wederom als een van de beschikbare middelen en zijn de mens, natuur en onze doelgerichte productiviteit de basis voor duurzame (menselijke) vooruitgang. Deze stroming is de omgekeerde spiegeling van de huidige, geldgedreven complexiteit. Het is de stroming die de Stad van Morgen zich eigen heeft gemaakt en van waaruit wij de maatschappelijke herpositionering organiseren. We gebruiken daarbij de veranderingsgezindheid van bepaalde elementen uit alle drie de voorgaande stromingen.
Stroming 1: Veel bestuurders in de geldgedreven systemen zijn zich bewust van de risico’s die men loopt als men op die voet voortzet. Men zoekt mee naar alternatieven en gaat graag in op de uitnodiging om een soort maatschappelijke R&D aan te gaan met de Stad van Morgen in het cohesie en cocreatie gebied. Men put daar innovatieve inspiratie uit en doet mee aan verandering door zelf de chaos voor de instelling beheersbaar te maken via een nieuwetijdse bezieling.
Stroming 2: Chaos is nodig om van het ene paradigma te transformeren naar het volgende. Maar dit kan ook door het verstand te gebruiken en deze chaos multidisciplinair aan te gaan. Als we weten wat we willen bereiken dan is chaos geen dreiging maar een uitdaging met zonneschijn als belofte na een regenbui. Het is de zonneschijn die motiveert om de regenbui te trotseren. Voor veel gefragmenteerde belangpartijen betekent de deelname ook weer een nieuwetijds groeipotentieel dat waarde toevoegt aan de wereldse ontwikkelingen, in plaats van onttrekken.
Stroming 3: Bewustwording biedt innovatieve aandacht aan de meest uiteenlopende uitdagingen. Sociale, technische en zelfs bestuurlijke en religieuze innovaties ontwikkelen zich voor inspiratie en algemene aanvaarding. Door ons open te stellen voor de positief gestelde cocreatieve veranderingen en deze al kaderend te positioneren in de wereld van grote hotspots en knelpunten ontwikkelen we draagvlak voor vernieuwing. Ook godsleer speelt hier een rol maar dan vanuit de vernieuwende gecombineerde opvattingen van kennis en geloof. Daar zal ik het in een van de blogs nog specifiek over hebben.
Stroming 4 is uitnodigend en confronterend tegelijkertijd. Het toont de wereld vanuit een nieuwe complexiteit waarin autoriteit en verantwoordelijkheid op een andere manier wordt gedeeld dan we gewend zijn. De monetaire reset is een mentaal en technisch instrument om de oude tijd structureel, rationeel en emotioneel los te laten. Voor de sustainocratische coalities is dat van geen belang omdat deze zich geldloos positioneren. Het zijn geen handels maar waarde-creatie coalities gebaseerd op multidisciplinaire verantwoordelijkheid in plaats van transactie. Deelname spiegelt zowel het positieve als negatieve waardoor de deelnemers in een spagaat komen van persoonlijke en professionele chaos die noopt tot keuzes. Het voordeel is dat men er niet alleen voor staat en vanuit een concreet hoger doel argumenten ontwikkelt en steun ontvangt om de chaos te overbruggen. Er ontstaat dan een nieuwe werkelijkheid waarin ook geld op een nieuwe wijze is gepositioneerd. Ook de alternatieve, uiterst lokaal gedreven waardesystemen krijgen een plek om de lokale economie te sterken, los van de wereldwijde manipulaties.
Conclusie
Geld blijkt cultuur gevoelig. De cultuur van macht en afhankelijkheid is heel anders dan de cultuur van waarde schepping en cocreatie. De verschillen hebben wij keihard ervaren in de Stad van Morgen toen wij de Sustainocratische projecten vorm gaven. Een sfeer van wantrouwen, afhankelijkheid en concurrentie maakte plaats voor professionaliteit, vertrouwen en samenhorigheid. Cultuurverandering is dus goed mogelijk als de juiste context wordt gecreëerd. Ze kunnen zelfs naast elkaar bestaan en elkaar aanvullen zoals de transformatie economie ons heeft getoond. Geld dient daarbij als middel gekaderd te zijn, net als specialiteiten, kennis en inzet.
De manier waarop wij met geld om zijn gegaan en er onszelf afhankelijk van hebben gemaakt, zonder het te kaderen volgens morele verantwoording, zal de geschiedenis ingaan als een duistere periode in het bestaan van de mens. Nog nooit heeft zo’n grote groep mensen het zo goed gehad ten kosten van zichzelf, de mensheid en onze leefomgeving. Nog nooit heeft een zo kleine groep mensen zoveel alles vernietigende macht gehad over onze evolutie als soort en die van onze omgeving. Binnen de menselijke complexiteit zijn er echter voldoende mogelijkheden voor handen om veranderingen aan te brengen, zoals hierboven wordt weergegeven. Alle mogelijke uitingen van de mens om hier het hoofd aan te bieden zullen voorkomen, net zoals we alle stromingen in de wereld kunnen zien gebeuren. Welke uiteindelijk blijvend doorslaggevend zal zijn moeten we nog bezien. Dat we op dit moment een groot risico lopen is genoeg aanleiding om de oude macht-structuren vanuit natuurlijke krachten, inclusief de massale bewustwording van de mens, te vervangen.
AiREAS is gericht op de “gezonde stad”die door burger ondernemerschap zonder geldbelang wordt gerealiseerd
Geschokt, onder de induk en boos
We zijn allemaal geschokt door het tragisch lot van vlucht MH17, ik ook. Het gaat mij dan niet alleen om de onschuldige, niets vermoedende mensen aan boord van het toestel die plotsklaps uit het leven zijn gerukt. Er is dat knagend gevoel dat het onszelf had kunnen overkomen. Iedereen reist wel eens en het Verre Oosten is een populaire bestemming. De vraag komt op of dit drama tot noodlot behoort of tot structurele onverantwoordelijkheid?
Veel ceremonieel
Als ik de televisiebeelden bekijk van terugkerende lichamen die met veel respect en ceremonieel worden ontvangen en voor identificatie worden getransporteerd, dan ben ik onder de indruk van de organisatiekracht van Nederland. Vooral minister Timmermans oogst bewondering door in record tijd een resolutie bij de VN erdoor te krijgen én Nederland de leiding formeel toe te bedelen over een onderzoek dat een vliegtuig aangaat uit Maleisie, neergehaald boven en in oorlogsgebied in Oekraine, met vinger wijzend naar een internationale machtstrijd tussen Oost en West. Het is misschien juist die organisatiekracht, naast de vele Nederlandse slachtoffers, die deze centrale en complexe rol voor Nederland rechtvaardigt. De hele week blinkt handelspartner KLM uit in afwezigheid. Alle aandacht gaat naar het regionale conflict, het politieke touwtrekken en het dramatische lot van de slachtoffers. KLM en Malaysian Airlines lijken “business as usual” toe te passen met de dooddoener “we waren niet geinformeerd over rakketten”.
Veiligheid
En dan word ik boos. Als er gesproken wordt over sancties tegen Rusland en de bijbehorende economische consequenties voor Europese landen dan merkt dezelfde Frans Timmermans geirriteerd op “dat het nu niet om handel en economie gaat maar veiligheid”. Mijn boosheid komt voort uit het vermoeden dat juist handel en economie de onderliggende oorzaak is van de onveiligheid die MH17 heeft getroffen. Waarom vloog het toestel als een van de weinigen over oorlogsgebied? Om tijd te winnen? Brandstof te besparen? Zijn dat niet de argumenten van deze luchtvaart maatschappijen om dit soort gevaarlijke routes toch te nemen? Zelfs nu, na het fatale misdrijf boven Oekraine, krijgen we bericht dat men heeft gekozen om boven oorlogsgebied Syrië te vliegen. Hoe zit dat dan met veiligheid voorop boven handel en economie? Waarom accepteert handelspartner KLM dit? Waar blijft de veiligheidraad van de VN als het gaat om veiligheid in de lucht? En de luchtvaartautoriteiten? Waar blijft het verantwoordelijkheidbesef van deze dienstverleners over hun kerntaken zoals vliegveiligheid? "Ik was niet geinformeerd" Camiel Eurlings, CEO KLM. De rest kennelijk wel gezien de vluchtroutes van de andere airlines.
Is het hele Oost/West conflict niet een grote machtstrijd rond handel en economie dat ten kosten gaat van de hele wereldwijde veiligheid? Is handel en economie niet de basis van de alsmaar groeiende hoeveelheid conflicten in de hele wereld? Om maar niet te spreken over vervuiling, klimaatverandering, armoedeontwikkeling, grondstofoorlogen, volksverhuizingen waardoor de veiligheid steeds weer in geding komt door stijgend zeewater, droogtes, ziekten, rampen en catastrofes. Staat handel en economie in onze maatschappelijke structuur en cultuur niet ALTIJD en structureel boven veiligheid? Behalve als het te laat is en we de slachtoffers moeten betreuren van bijvoorbeeld MH17.
“Vergeef ons slachtoffers, dat wij handel, economie en machtspelletjes zo belangrijk vinden dat uw veiligheid het moest bekopen”.
Stad van Morgen en het kernissue “veiligheid”
In onze definitie van duurzame menselijke vooruitgang is veiligheid een van de 5 kernverantwoordelijkheden. Vaak al heeft de Stad van Morgen aangedrongen op en uitgenodigd tot het creëren van een innovatieve sustainocratische samenwerking ala AiREAS (gezondheid) of VE2RS (zelfredzaamheid) waarin veiligheid en innovatie de basis is. Reden hiervoor zijn de ongelukken in de Moerdijk, de vele gevaarlijke transporten met gevaarlijke grondstoffen die ons dichtbevolkte gebied doorkruisen, de opslag van het spul, het chemisch en onafbreekbaar afval uit ons dagelijks leven en onze ongewenste afhankelijkheid van gevaarlijke grondstoffen. In tegenstelling tot AiREAS of VE2RS krijgen wij SAFE (nog) niet van de grond omdat de economische handelsafhankelijkheid van overheid en bedrijven van deze stoffen te groot is om op onze uitnodiging in te gaan. Veiligheid is een reactieve prioriteit (pas als het kalf verdronken is) met bombarie en spijtbetuiging, geen proactieve verantwoordelijkheid (zoals Sustainocratie van de Stad van Morgen bepaalt) met gezond verstand en moreel bewustzijn.
Hoeveel dramatische gebeurtenissen zoals MH17 moeten er nog gebeuren voordat men eindelijk aanvaardt dat “veiligheid” de basis moet zijn van elke vooruitstrevende maatschappijvorm? Wanneer zien we eindelijk in dat het niet meer om gefragmenteerde territoriale en economische macht gaat maar de duurzame menselijkheid en vooruitgang van één wereldbevolking. Wanneer aanvaarden we de verantwoordelijkheid dat rijkdom niet uit te drukken is in geld maar de veilige terugkeer van onze gezinnen en geliefden.
Als diezelfde daadkracht van Nederland nu eens gebruikt zou worden om die woorden van Timmermans over veiligheid proactief inhoud te geven dan kijk ik met andere ogen naar het ceremonieel van terugkerende slachtoffers. In plaats van groots vertoon om ons immorele gebrek aan proactief veiligheidbeleid te verdoezelen is het een heldenverering die het bewustzijn blijvend heeft geraakt. De slachtoffers van MH17 zijn dan ongewild en ongevraagd het middelpunt geworden van een nationale, Europese en wereldwijde maatschappelijke transformatie. Hun onwaarachtige dood zal dan blijvend worden herdacht omdat het een omslag heeft veroorzaakt in de maatschappelijke wereldstructuur waarna veiligheid boven handel en economie kwam te staan en daarmee het leven heeft gered van miljoenen mensen, nu en in de toekomst.
Alle nabestaanden verdienen niets minders nu ze hun dierbaren voor altijd moeten missen.
Het doorgeslagen individualisme kent zijn oorsprong in de gemanipuleerde consumptie economie. Velen zeggen dat Ayn Rand de basis heeft gelegd voor deze culturele vorm van intens materialisme met haar boek “Atlas Shrugged“. Het boek uit 1957 is een roman met een diepe filosofische inslag over het rationele egoïsme van de mens als overlevingsmechanisme. Ook al heeft het boek van Rand een grotere morele diepgang dan wat de cultuurontwikkeling ervan heeft gemaakt, het plaatst wel een kader van menselijkheid op het allerlaagste niveau van empathie, ofwel het systematisch ontbreken ervan. Dat is ook logisch als we Ayn Rand zien vanuit de context haar persoonlijke ontwikkeling van de Sovjet Unie naar Amerika in de tijd van de grote filosofische contrasten tussen gemanipuleerd collectivisme (zoals Marxisme) en doorgeslagen opportunisme (American dream), inclusief haar eigen overlevingskeuzes en ontwikkeling rondom de tweede wereldoorlog.
Ayn Rand schreef een roman die bijdroeg aan een maatschappelijke filosofie.
Als we die opvattingen met terugwerkende kracht bekijken dan zien we een duidelijke combinatie terug in de, door Rand geromantiseerde filosofie en de ontwikkeling van de consumptie economie sinds de jaren 60/70. Het gemanipuleerde collectivisme komt terug in de private geldgedreven machten terwijl het opportunisme zich ontwikkelde in de individualisering van consumisme. “Overleven” komt dan tot uiting in de meest extreme vorm van hebzucht, namelijk als deze tot uiting komt in een cultuur van schijnbaar absolute en onbeperkte overvloed. Het overleven gaat dan niet meer om de absolute zin ervan maar de subjectiviteit van het gevoel van ongelijkwaardigheid in “het hebben”. De economie speelt daarop in door een permanent gevoel te creëren van tekorten.
Empathie verdwijnt
Waar de mens zich kenmerkte als kuddedier zondert de, op hebzucht georiënteerde “overlevende” consument zich af van de medemens uit angst kwijt te raken wat men heeft of zou kunnen hebben. Men is een gemakkelijke prooi voor de marketing psychologie die deze cultuur van individualisme verder aanwakkert en ogenschijnlijk normaliseert voor de massa. Iedereen is gelijk in de materialistische beeldvorming terwijl men ongelijkwaardigheid zoekt door persoonlijke overlevingsmechanismen in de poel van vergelijkend overvloed waarin “minder dan de ander” een beangstigend gevoel van armoede en tekort opwekt. Er is geen verbindende energie meer omdat men zich concentreert op externe factoren van eigenbelang door er eigenwaarde aan te koppelen en empathie te onderdrukken of negeren.
Empathische belevingen en tradities, zoals kerst, verjaardagen, Moeder of Vaderdag, religieuze verbintenissen en feesten, zijn vercommercialiseerd. De hoeveelheid liefde die men wil uiten lijkt zich evenredig te willen vertalen in de grootte van de materiële gift of publiek vertoon van emoties via uitjes in horeca, of publicaties op Facebook en social media die zich beperken tot de dag en de boodschap. Ook daarin lijkt de onderlinge concurrentie in het publiekelijk verstrekken van de boodschap de overhand te voeren, zichtbaar voor iedereen. Iedereen doet het dus is het “normaal”. Als men zich zo niet uit dan lijkt men misschien “arm”.
Ondertussen zijn de persoonlijke innerlijke banden tussen de mensen zelf gereduceerd tot de publieke boodschap. Zodra men te “dicht bij elkaar” komt in de emotie ontstaat er weer angst. Aanraking, een omhelzing, klaar staan voor elkaar of samen de cocreatie aangaan is gaandeweg verdwenen. Alles is te koop, liefst via internet. Empathie is niet meer nodig. Afzondering geeft een veilig gevoel. Doorgeslagen Individualisme is het toppunt van consumptieve economische ontwikkeling. Iedereen een huis, een auto, een energierekening, een klerenkast, een koelkast, een of meer televisies, electronica, eigen schulden enz.
Het begin van het nieuwe millennium kenmerkt zich door de verspreiding van deze individualistische cultuur over de gehele wereld, beïnvloed door de exponentiële groei van de wereldbevolking, de macro-economische geldbelangen waaraan macht wordt ontleend en de manipulatieve communicatie van de positieve invloeden van individueel consumisme. Middels allerlei vormen van (micro)kredieten en groei-gedreven economieën worden alle mensen op Aarde gestrikt voor deze maatschappelijke beleving. De vele consequenties ervan op het klimaat, de kwaliteit van onze leefomgeving en de gefragmenteerde manier waarop wij omgaan met elkaar nemen we op de koop toe. De individualistische mens identificeert zich wel met deze grote problemen maar ziet in zichzelf amper de oplossing. Het absurde overlevingsmechanisme van vergelijkend hebzucht blijft de overhand voeren ook al zal men bij keuze mogelijkheden rekening houden met opvattingen over wereldse thema’s, mits deze het materialistische eigenbelang niet schaden. Men vertrouwt erop dat het collectivisme integraal verantwoordelijkheid neemt via de politiek, binnen de context van de materiële cultuur. Dit collectivisme is echter evenzeer gemanipuleerd door de ongevoeligheid van de geldgedreven structuur van private belangen die uit zijn op hun eigen hebzucht en onderlinge “overleven” in een permanente machtsstrijd van groeibelangen. De overheden “overleven” op hun eigen manier door de verhoging van belastingen, controlemechanismen en bureaucratie. Binnen deze structuren leeft misschien een zorgzame cultuur ten behoeve van de hebzuchtige welvaart van de bevolking via zorgsystemen en verzekeringen maar binnen die instanties gelden dezelfde oneigenlijke overlevingsmechanismen via hiërarchie vorming en bijbehorende machtsuitingen naar de buitenwereld via geldgedreven, individualistisch eigenbelang.
Demografisch komt dit tot uiting in de verstedelijking waar individualisme zich omringt door consumptie mogelijkheden. Tegelijkertijd ontdoet men zich van elke vorm van empathie door het buitensluiten van medemens en natuur binnen de anonimiteit van de massa en efficiëntie mechanismen van de systemen.
De complexiteit van dit gesystematiseerde individualisme, middels materialistisch eigenbelang, het gemanipuleerde collectivisme van private geldbelangen, de afhankelijkheid van belastingstructuren en de groei van de consequenties zorgt voor de vele crisissen die wij hebben zien ontstaan (en nog moeten komen). De verstedelijkte wereldmaatschappij heeft zich genesteld en gestructureerd op het allerlaagste niveau van elementair bewustzijn, die van de hamsterende, concurrerende hebzucht zonder natuurlijke, periodieke winterperiode (behalve de 52 jarige cyclus van Kondratiev, die nooit in de groeibelangen wordt meegenomen door dezelfde korte termijn hebzucht-cultuur) . De grootste crisis van alles blijkt die van het gebrek aan empathische verbondenheid, de menselijke eenheid met zichzelf en de natuur.
Doorbraak van empathie
Bovenstaande schetst een triest beeld van een mensheid die zich heeft verblind en afgezonderd van de universele werkelijkheid door het neppe klatergoud van geldsystemen. Op het dieptepunt van deze cultuur ontstaat het keerpunt zoals het door de natuurlijke yin-yang van het universum wordt gekenmerkt. Terwijl het individualisme wereldwijd oprukt en leidt tot de allergrootste problemen voor de mensheid ooit, breekt het empathische bewustzijn door bij degenen die de pijn hebben ondervonden van deze cultuur. Daar waar de hebzuchtige natuur zich lijkt te hebben geworteld blijkt het ook onmogelijk in stand te houden. De herdefinitie van de systeemcomplexiteit is aan de orde van de dag sedert de doorbraak die de kredietcrisis in 2008 heeft mogelijk gemaakt. Het zijn niet alleen de mensen die de doorbraak beleven. De sustainocratische processen in Eindhoven en de ontwikkelingen overal in de wereld tonen aan dat er een enorme omslag gaande is.
De transformatie van de wereldmaatschappij begint bij bewustwording op menselijk niveau. Natuurlijk ontstaat dan de twijfel over hoe men om moet gaan met dit bewustzijn dat vooral allereerst verwarring, angst en onzekerheid brengt. Men aanvaard nieuwe verantwoordelijkheden op persoonlijk vlak maar voelt zich eenzaam alleen, omringd door een tegenstrijdige energie. Binnen de empathische energie die men voelt is men eerst op zoek naar cohesie binnen in zichzelf. Pas daarna kan men zich opstellen naar de buitenwereld en op zoek gaan naar verbinding met anderen. veel doorgebroken mensen voelen nog wantrouwen ten opzichten van de medemens en zoeken de verbinding eerst met de natuur of via uitingen van kunst en creativiteit.
Wat opvalt is dat de kracht van de nieuwe empathie doorbraak evenredig is met die van de blinde hebzucht cultuur waar we vandaan komen. Het is alsof actie=reactie de innerlijke mens een soort kwantum-explosie van bewustwording doet ervaren waar men eerst zelf vorm aan dient te geven. Dat is nog geen basis voor een nieuwe systeem complexiteit (zoals Sustainocratie) maar wel een om gaandeweg de oude hebzucht cultuur te omringen met nieuwe uitingen. De energetische contrasten bouwen zich op in spanningsvelden die leiden tot allerlei uitingen. Wat dit vooral aangeeft is dat een “einde tijdperk” zich manifesteert dat betekenis geeft aan een grote overgang van doorgeslagen individualisme naar een nieuwe, wellicht hogere vorm van empathie en een maatschappelijke organisatie (systeemcomplexiteit) die daarvan is afgeleid.
Wederkerigheid in plaats van betaling
Het is niet vreemd dat pioniers van deze opkomende wereld, mensen die ruim voor de rest door zijn gebroken in hun empathie en daarmee zijn gaan experimenteren in een weerbarstige oude werkelijkheid, zich openstellen om anderen daarin te helpen. De STIR Academy is daar een voorbeeld van. De moeilijkheid waar STIR mee kampt is de belevingswereld van geldafhankelijkheid die de overhand heeft in de omringende cultuur terwijl de mensen die een empathische doorbraak beleven juist afstand doen van materialisme middels een vorm van aversie tegen geld. Het is natuurlijk niet het geld zelf dat de oorzaak is van de belevingsverschillen maar wel de gevoelens die men eraan ontleend. Daarom praat de STIR Academy over wederkerigheid in plaats van “betaling”. We gaan uit van empathische waardecreatie dat ontstaat door verbintenissen. In eerste instantie is de gelijkwaardigheid er nog niet om tot waardecreatie te komen. het leerproces zelf is waarde maar degenen die de lerende hand reiken lopen het risico alleen maar te geven en zo het onderspit te delven in het proces door gebrek aan wederkerigheid. Kwetsbaarheid kan de STIR Academy minderen door ruimte scheppen voor deze ontwikkelingen in gebouwen en gebieden waar veiligheid en geborgenheid opgebouwd kan worden zonder de oude prikkels van het individualistische tijdperk. Een andere vorm is om de gedragsverandering te belonen middels een katalyserend waardesysteem dat contrasterend werkt ten opzichte van geld.
Dankzij deze eilanden van samenhorigheid-ontwikkeling, speciale, laagdrempelige bijeenkomsten (avondcolleges, verduurzamingsweekeinden, zomerscholing, enz) en sustainocratische processen (AiREAS, VE2RS, STIR) krijgen de betreffende mensen de gelegenheid met elkaar kennis te maken en onderling te gaan experimenteren met het vormgeven van een nieuwe complexiteit. Thema’s zoals “gezonde stad”, “zelfredzaam gebied”, “toegepast zelfbewustzijn”, enz geven de deelnemers de kans om iets met hun emoties en innerlijke beleving te doen, verbonden aan talenten die men al heeft ontwikkeld of ontdekt in het proces.
Sustainocratie is een voorbeeld van empathie-gedreven samenwerking
De doorbraak van empathie levert nieuwe vormen van overheid, bedrijfsvoering en samenwerking op die een enorm contrast vormen met het verleden. Het lijkt allemaal sinds 2012 in een stroomversnelling te komen terwijl de contrasten met de oude werkelijkheid zich steeds scherper manifesteren. Het belang van het leerproces is dat deze explosieve situatie niet uitmondt in een structurele chaos maar een naadloze overgang van de ene polariteit naar de andere. Of dit maatschappelijk mogelijk is zal de tijd leren. Individueel is het wel degelijk mogelijk gebleken hetgeen het vertrouwen geeft om het van onze kans vooral te blijven organiseren alsof chaos niet bestaat. We blijven zelf experimenteren, borgen de successen als structurele waarde en verbinden initiatieven met elkaar daar waar het empathische vermogen zich openstelt voor de nieuwe complexiteit. Iedereen kan meedoen, individueel en als instelling. Sustainocratie in Eindhoven werkt als bron van inspiratie (AiREAS).
Zomerschool “doorbraak van empathie” (de basis voor MVO, maatschappelijke transitie, CSR, ondernemer van je eigen leven, familieleven, enz) – eerste week van September 2014.
Jean-Paul Close – jp@stadvanmorgen.com Nicolette Meeder – nicolette.meeder@stadvanmorgen.com
Onze economie is te eenzijdig opgebouwd. Het kan anders. Een simpele andere kijk op waarden en waardecreatie levert Nederland minstens 300 miljard op aan bruto binnenlands product zonder ook maar met de ogen te knipperen en bovenop de traditionele productiviteit. Het bespaart Nederland ook nog eens zeker 100 Miljard, simpelweg door dingen anders te gaan zien.
Wat is waardevol voor de mens uitgedrukt in geld?
Alles draait om “perceptie” en het begrip “waardering” in geld. We moeten onderscheid durven maken in “soorten economie”.
Traditie van handel in producten (handelseconomie)
Er wordt door de consument een gevoel van waarde gekoppeld aan producten. Die waarde wordt pas zichtbaar als er een verkooptransactie plaats vindt. Dan wordt het ook uitgedrukt in geld. Dat is een belangrijk principe waardoor de economie redelijk onvoorstelbaar is maar ook te manipuleren.
De “waarde” van het moment van een product wordt bepaald door de concrete behoefte aan het product, de beschikbaarheid, de relatieve zeldzaamheid, de eventuele houdbaarheid van het product of de waarde en het verkoopbeleid. “Behoefte” kan onderverdeeld worden in basisbehoefte, noodzaak, luxe en hebzucht. Bijvoorbeeld:
basisbehoefte: eten, een dak boven het hoofd, drinkwater….
noodzaak: een arts wanneer je ziek bent, politie bij geweld, een rolstoel als je niet kunt lopen …
luxe: meer hebben dan je nodig hebt, overvloed, gemak, vermaak
hebzucht: hebben om te hebben of het te weerhouden van anderen, niet om zelf te gebruiken
De wereld van de handelseconomie speculeert met deze waarden aan de kant van zowel productie, distributie en afname volgens het fenomeen product, klant, winstoptimalisatie. Zo heeft ook het produceren, distribueren en vermarketen van producten (en diensten) “waarde” gekregen voor degenen die daar belang aan hechten (bedrijven).
Het belasten van deze handelseconomie door de overheid wordt gezien als “waarde” omdat men daarmee havens, wegen en spoorlijnen aan kan leggen die de handel bevorderen. Ook onderwijs kan hiertoe behoren omdat het jongeren opleidt voor deze economie rond productcreatie, productiviteit en consumptie. Speculatie met tekorten, diensten rond de supply chain, financiele systemen, enz. horen er ook bij net als de groeiende discussie over ethiek en verantwoordelijkheid.
Dit is niet de enige economie ook al doet men ons dat vaak voorkomen in de consumptie discussie over koopkracht. Er is bijvoorbeeld ook de “crisis economie”.
De handel in crisissen (crisis economie)
Een crisis draait om “het kwijtraken” en de “angst van het kwijtraken”. Er zijn zoveel dingen die we kwijt zouden kunnen raken zoals alles wat we in materiële zin tot eigendom beschouwen. Als we ons in onze basis behoeftevoorzieningen afhankelijk hebben gemaakt van de handelseconomie dan is het kwijtraken van koopkracht beangstigend. Waar anders halen wij onze basisvoorzieningen vandaan? Als die alleen toegankelijk is middels geld (en niet als ruilmiddel van waarde tegen waarde) dan wordt de kans van het ontbreken van geld een angst. Hoe groter die afhankelijkheid des te groter de angstgevoelens.
Maar ook onze gezondheid, veiligheid, welzijn, het leven zelf, kunnen we kwijt raken. Zelfs ons leefmilieu, het drinkwater, enz. Ook dat levert angst op.
Angst is daarom een economie geworden waar velen op inhaken of die angst nu terecht is of niet. Hoe meer we (denken te) hebben des te groter de angst iets kwijt te raken. Men beleeft een permanente psychologie van crisis.
Een crisis is voor veel partijen van waarde en voor anderen is het veel waard om het opgelost te zien om dat gevoel van angst kwijt te raken. Met de angst van de mens wordt dan druk gemarchandeerd en zelfs macht uitgeoefend of verdeeld.
Angst heeft een beklemmend effect dat misbruikt wordt in de crisiseconomie
Een crisis is echter pas een crisis als een angst bewaarheid wordt. Voor die tijd kan er nog van alles gedaan worden. Maar afkopen of uitbesteden van in ruil voor zekerheden levert alleen maar meer angst op. Als te laat is dan kan men er niets meer aan kan doen behalve het zelfbewust aanvaarden van een nieuwe werkelijkheid door de oude los te laten. Dat willen de meeste mensen niet. Men speculeert met wat er “zou kunnen gebeuren” en koopt zekerheden rond problemen die nog niet bestaan. Hoe ver we daarin gaan? Veel te ver! Denk aan ziekenkosten verzekeringen, pensioenen, antivirusprogramma, politie, enz. En al die zekerheden bouwen weer een grote hiërarchie en lobby op om de angst vooral aan te wakkeren en levendig te houden. Men creëert dus zelf de angst, houdt het met betalingen in stand en wakkert het aan totdat het een cultuur van antiwaarde is geworden.
Overheidcrisis is een angstcrisis, lucht dus.
De huidige overheid beleeft een crisis omdat het niet de hoeveelheid geld binnen krijgt die het zou willen hebben. Men verhoogt dan de belastingen waardoor men de koopkracht en handelseconomie verder blokkeert en weer minder binnenkrijgt. Deze reageert door verder waarden te onttrekken uit de keten waardoor het probleem zichzelf versterkt.
Men voedt zo de eigen angst door de werkelijkheid erop af te stemmen. Men ontleent eigenbelang, macht en waarde aan een crisis die niemand van de bevolking snapt, om er oplossingen bij te bedenken die niemand begrijpt of iets aan heeft maar die wel via de belastingen worden verrekend met de maatschappij. Eigenlijk is deze crisis dan de grote “antiwaarde”. Het onttrekt altijd waarde door zichzelf als waarde te verkopen, eigenlijk hetzelfde als waardoor de krediet crisis is ontstaan.
Voor de regering is het een argument om geld te onttrekken aan de maatschappij om “het” op te lossen. Men is alleen bezig met de eigen financiering, niet met waarde. Zo kan men voor altijd bezig zijn met niets en er zelfs macht aan ontlenen terwijl men bewust een crisis in stand houdt. Deze nep overheidcrisis, uit angst zichzelf niet te kunnen bedruipen, wordt dan een echte crisis voor mensen die niet meer in hun basisbehoeften kunnen voorzien en voor een onoplosbaar probleem komen te staan. De overheid lost haar crisis niet op en creëert crisis voor anderen.
De antiwaarde wordt machtiger dan de oorspronkelijke waarde waardoor er echte crisissen ontstaat op mens niveau. Geld pompen in de maatschappij is dan niet de oplossing want dat geld heeft nu een angstwaarde door de insteek van een angstgedreven overheid. De mens gaat eerder hamsteren dan waarde creëren.
Echte waarde is productiviteit Een volksvertegenwoordiging zou zich natuurlijk nooit bezig moeten houden met angsten. Crisis bestaat niet op maatschappij niveau. Een maatschappij bestaat uit een stuk grondgebied en een bevolking. Daar moeten we het mee doen. Dat is niet verandert, we hebben zelfs steeds meer bevolking, dus we zijn niets kwijtgeraakt, we hebben erbij gekregen. We hebben daarom eigenlijk een luxe situatie, geen crisis. De vraag aan de volksvertegenwoordiging is dan “hoe gaan we ermee om?”. Met angst of zelfvertrouwen?
De enige maatschappelijke waarde is vooruitgang door doelgerichte productiviteit afgestemd op de omstandigheden van het moment en de duurzame menselijke vooruitgang die iedereen ambieert, ongeacht waar we geboren zijn maar waar we pp dat moment zijn. Veranderen de omstandigheden dan verandert de productiviteit en inzet ook al is de evolutionaire richting gelijk.
Een risico is pas een probleem als het zich voordoet, zoals een ongeluk of een catastrofe (overstroming, oorlog, aardverschuiving) die de productiviteit en zelfvoorziening in de war schopt. Vooruitzien is prima maar op basis van duurzame vooruitgang, niet uit angst om wat niet is gebeurd of wat men kwijt denkt te kunnen raken.
De instelling van productiviteit heeft niets met geld te maken maar met inzet van bewustzijn, kennis, menselijke creativiteit en energie. Dat is de echte waarde, hoe we die ook omzetten in geld. Het wordt uitgedrukt in echt welzijn. Geld kan daarbij gebuikt worden maar hooguit indirect een maatstaf.
Crisis is bewuste antiwaarde. De huidige regering (en voorgaande) is dus niet bezig met het landsbelang, lost niets op en is verwijtbaar dat het vooruitgang blokkeert op alle fronten.
Balans
De huidige maatschappijbalans is ontwricht door het eigenbelang van de overheid in het financieren en in stand houden van een angstcultuur. Na verloop van tijd weet men ook niet beter. Men denkt blind aan “het systeem” en snapt niets meer van beleid. Het zijn robotjes, geen mensen.Velen zijn bang macht kwijt te raken in plaats van de moed op te brengen om autoriteit te gaan benutten.
Oplossing
De oplossing is eenvoudig. We elimineren de crisis door het af te schaffen. Crisis bestaat niet. Angst dus ook niet. Niet in Nederland. We hebben grond, relaties en bevolking. Wat willen we nog meer voor het scheppen van waarden?
Wat wel bestaat is productiviteit en zelfvertrouwen. We hechten geen waarde meer aan angst want dat is antiwaarde. We hechten waarde aan onszelf en wat we willen bereiken binnen de mogelijkheden die een ieder kan aanreiken. Aan die waarde koppelen we het geld niet aan antiwaarde.
Nieuwe waarde (gunsten economie) – voorbeeld
Neem nu als voorbeeld de waarde van elkaar helpen? Als we een kwartier hulp waarderen als “5 euro”. Het wordt pas geactiveerd wanneer die hulp ook daadwerkelijk gegeven wordt en als hulp wordt ervaren. Net als een productverkoop maar nu als gunst overdracht. Het instrument “tijd” plus “menselijkheid” heeft de waarde van 5 euro afgestemd op de eenheid 15 minuten.
Wat de werkelijke toegevoegde waarde wordt bepaald door de ontvangende partij die aan de productiviteit van tijd, talent en inzet echte waarde ontleent. Dat kan van alles zijn als het maar als positief wordt ervaren.
Er is waarde gecreëerd en 5 euro overgedragen. De 5 euro blijft 5 euro. De gecreëerde waarde is toegevoegd aan de maatschappij. Waarom zou een schroef waarde hebben en een gunst niet? Dat is een kwestie van onderlinge afspraken. Als we allemaal elkaar 4 uur per dag helpen zijn dan 16 blokjes van een kwartier a 5 euro per stuk. Dat hoeft niet op straat te zijn, noch in een bedrijf. We helpen onze kinderen, de buren, onze ouders, onze naasten, enz. Dat gaat niet volgens de productiviteit normen van de handelseconomie maar van de gunsteneconomie. De handelseconomie werkt gemiddeld 200 dagen per jaar a 8 uur per dag. De gunsteneconomie werkt 350 dagen per jaar (15 dagen ruimte voor ziekte) en kent geen 9 tot 5 mentaliteit.
Als 70% van de bevolking (iedereen boven de 12 jaar, onder de 12 jaar is vooral ontvangende partij hetgeen een zorgzame moeder of vader ook waardevol maakt) in staat is om dit te doen, zo’n 12 miljoen mensen dus, dan levert dat een potentiële extra economie op van:
4 uur × 4 kwartier × 350 dagen × 5 € × 12 miljoen mensen = 336 miljard euro bruto binnenlands product.
Net zo belangrijk en waardevol is het verdwijnen van een evenredig deel van de angsteconomie. Op dit moment is dat jaarlijks minimaal 120 miljard euro aan zorg en verzorgingskosten plus een evenredig bedrag aan zekerheden die we afkopen via allerlei verzekeringen. Gaandeweg verdwijnen die kosten uit de overheidsbegroting waardoor ook de bijbehorende bureaucratie kan verdwijnen als sneeuw voor de zon. Hierdoor ontstaat er meer ruimte en vrijheid voor vooruitgang.
Reken uit de winst.
De som van de opbrengst in het BNP is 336 miljard aan circulaire economie waar structurele waarden uit ontstaan die te meten zijn in vooruitgang, inclusief de besparing op de angst cultuur. De belasting hiervan gaat niet naar het aanleggen van nieuwe wegen want dat doet de handelseconomie al, maar het faciliteren van sociale cohesie en onderlinge productiviteit in de buurten en wijken.
Het mooiste van alles
Het mooiste van alles is dat dit gewoon latent aanwezig is in Nederland en alleen maar geactiveerd hoeft te worden. Het brengt de handelseconomie niet in gevaar, in tegendeel. Het haalt wel de risico-economie onderuit maar die is gebaseerd op de antiwaarde van angst die we het liefst zo snel mogelijk kwijt zijn, hoe belangrijk lobbyisten en machthebbers ze ook mogen vinden.
Het geld ligt op straat en de waarde van Nederland zit thuis of is met de verkeerde dingen bezig
Het voegt een vorm nationale productiviteit toe aan ons land die niet uitbesteed kan worden aan China of India. De regering en instanties kunnen er autoriteit aan ontlenen met bijbehorende positieve erkenning. Tot slot brengt het stabiliteit dat als voorbeeld kan dienen voor andere delen van de wereld. Het maakt ons minder kwetsbaar voor invloeden vanuit Brussel of economieën buiten ons land en geeft ons individueel meer ongesubsidieerde koopkracht. Iemand die werkloos is in de handelseconomie kan in de gunsteneconomie prima zelfredzaam zijn. Ouders van kinderen zijn zelfredzaam door hun kinderen op gewaardeerde manier op te voeden in plaats van uit te besteden. Grootouders leveren weer een productieve bijdrage van overdracht van kennis, ervaring en levenswijsheid aan de jongere generaties. En ooj zij worden ervoor gewaardeerd zonder dat het ten kosten gaat van het pensioen dat in het industriële tijdperk is opgebouwd.
En zelfs als we allemaal besluiten dat een kwartier geen 5€ waard is maar 10€ is er geen haan die er naar kraait. Hooguit uit de handelseconomie zich dankbaar uit dat er meer geld in roulatie komt voor consumptie.
En dan zouden we misschien eens kunnen kijken hoe die menselijkheid op het milieu kan worden toegepast want ook daarin is de onbalans groot.
Conclusie
Economie is perceptie en afspraken. Crisis is nep en in handen van antiwaarde tenzij in tijden van natuurlijke catastrofe. Die hebben we wel (klimaat verandering, global warming, vervuiling) maar deze is niet zo zichtbaar. Laten we ons eerst op vooruitgang concentreren. Vooruitgang is echt en in handen van onszelf. Waarderen wij in geld angst of zelfvertrouwen? Dat is een zelfbewuste keuze.
Ondertussen laat Nederland honderden miljarden liggen en zit een groot deel van het land met angst thuis of op het werk.
In de levende natuur is transformatie overduidelijk zichtbaar. Als je moet concurreren dan zijn er maar twee mogelijkheden, je wint of je verliest. De verliezer verdwijnt in de vergetelheid, de winnaar overleeft tot een volgende ronde. Wat gebeurt er als concurrentie zo divers is dat het niets meer oplevert omdat het geen winnaars meer heeft, alleen verliezers? Daar kunnen we nog uitgebreid over filosoferen maar wat we altijd zien in levende werkelijkheden (bewustzijn toegevoegd aan materiële en energetische banden) is dat er dan een integrale vernieuwing plaats vindt, door invloeden van buitenaf of een transformatie van binnenuit. Dat is de consequentie van de dynamiek van het leven zelf.
Transformatie Economie
We gebruiken even niet de natuur maar de “economie van het transformeren”. In essentie vertoont een economie veel gelijkenissen met de natuur en geldt deze als bron van inspiratie voor succes, groei, harmonie, concurrentie of evolutionaire verandering. Veel economen hebben niets met vergelijkingen met de natuur omdat men uitsluitend de werkelijkheid aanvaardt van “winst”. Binnen de gefragmenteerde wereld van eenzijdige productiviteit sluit het invloeden van buitenaf grotendeels uit. Men noemt dit “concreet” en “realistisch” maar dat is veel te beperkt als we een enkele verlies en winst rekening plaatsen binnen de context van een veranderende, veel grotere omgeving. Winst en verlies wordt dan vooral een korte termijn meet instrument waarin innovatie als kostenpost wordt meegenomen maar transformatie buiten beschouwing wordt gelaten. Men ervaart het als “abstract”.
Dat geldt voor bedrijven maar ook voor maatschappijen, zeker als deze op een transactie economie zijn gebaseerd waarin de variabelen zijn teruggebracht tot de hoeveelheid en waarde van transacties die omgaan in een gebied. Dan verschilt een maatschappij niet veel van een bedrijf. Een bedrijf kan de strijd verliezen en verdwijnen in een faillissement waardoor er ruimte ontstaat voor groei van de oude vijanden of voor nieuwkomers. Een land of gebied kun je wel economisch failliet verklaren maar het verdwijnt niet zomaar tenzij de zwakte het een prooi maakt voor agressie en inlijving van buitenaf. Dat is redelijk uit de tijd tegenwoordig.
Een land is als een soort begrensd territoriaal ecosysteem dat crisissen beleeft door invloeden van binnen en buiten om er in potentie steeds op een nieuwe manier uit te komen. Er ontstaat op termijn noodgedwongen een transformatie proces, ofwel “een integrale aanpassing aan een nieuwe werkelijkheid”. Vaak gaat de breuk met de conservatieve, diplomatieke gevestigde orde gepaard met een opstand, stakingen of zelfs een oorlog. Dan vindt ook het verval plaats dat de basis schept voor een integraal nieuwe werkelijkheid, helaas pas na veel ellende en verderf.
In de economische cyclus van bijvoorbeeld Kondratiev spreken we dan van een nieuwe opleving door de introductie en toepassing van ingrijpende vernieuwingen die een nieuwe economische cyclus inluiden (van zo’n 54 jaar). Denk aan de bloei van de scheepvaart in de gouden 17e eeuw van Nederland dankzij fundamentele uitvindingen die massale scheepsbouw mogelijk maakten. Of de toepassing ervan in de industriële processen van de textiel die het industriële tijdperk inluidden in Engeland in het begin van de 18e eeuw. De trein, die daarna het logistieke netwerk uitvergrootte, de telefoon voor wereldwijde telecommunicatie, de computersystemen, netwerken en PC die het kennistijdperk inluidden en internet dat de wereld van kennisdeling revolutioneert. Maar ook de watersnoodramp in 1953 die heeft geleid tot de ontwikkeling van wereldwijd erkende expertise op water gebied.
Als we terugkijken in de geschiedenis zien we dat de transformaties allemaal een plek kregen op een moment dat de gevestigde orde een punt van competitieve verzadiging bereikte, groei niet meer mogelijk bleek, de status quo leidde tot verzwakking en recessie of werd verrast door een catastrofe. Was dat niet te voorzien? Soms niet maar in vele gevallen wel. Ontkenning hoort bij de weerstand van conservatieve krachten.
Huidige tijd
Ook nu weer zien we zo’n periode waarin we een grote transformatie tegemoet gaan die wellicht alle voorgaande voorbeelden zal overtreffen. We hebben het voor het eerst over een globaal fenomeen. Wat uiteindelijk doorslaggevend zal zijn om het nieuwe tijdperk open te breken is nog de vraag. De oorzaak kan worden gevonden in het huidige systeem van schulden met gigantische consequenties tot gevolg op gebied van ecologische, menselijke en economische onbalans.
De genoemde lijst van technologische doorbraken suggereert dat ook nu weer de techniek voor de transformatie zal zorgen. Er wordt er dan ook flink geïnvesteerd door overheden in gesubsidieerde vormen van innovatie in de hoop dat men het lontje van de transformatie aansteekt en extra profijt neemt van de transitie.
Zo werkt het echter niet.
De gesubsidieerde innovatievormen missen veelal de pijn en creativiteit die aan integrale vernieuwing ten grondslag ligt. Een innovatieve olifant zal ook nooit een aap bedenken. De olifant zal meestal een andere olifant bedenken. Dat is voor de transformatie economie echter niet voldoende. Een transformatie stelt juist de oude werkelijkheid ter discussie door de oude werkelijkheid te confronteren met geheel nieuwe inzichten en oplossingen. De gevestigde orde zal dan ook nooit de transformatie bedenken hooguit leren faciliteren uit zelfbewustzijn.
De genoemde complexe onbalans (mens, milieu en economie) suggereert echter een veel ingrijpender proces dan puur technologisch. De vele rampen die de mens raken overal ter wereld geven onze kwetsbaarheid weer. Er staat veel meer op het spel waar we tegelijkertijd aandacht aan moeten besteden en dat heeft niets te maken met het instand houden van het verleden. We dienen urgent omgaan met onze toekomst. Tot op heden lukt dat onvoldoende.
Nokia als voorbeeld oude technologie transformatie
In het bedrijfsleven kennen we allemaal het bedrijf Nokia. Ooit begon Nokia als fabrikant van rubber laarzen om daarna te transformeren naar een elektronica gigant. Toen de concurrentie te groot werd probeerde het eerst samen te werken maar dat lukte niet. Het besloot uiteindelijk wederom te transformeren met een nieuwe kijk op mobiele telefonie en werd wereldwijd marktleider. Deze positie staat na 20 jaar weer ter discussie. De vraag is of Nokia in staat is om haar transformatieve kunsten nogmaals uit te voeren of dit keer ten onder gaat in het concurrentie geweld? Toch heeft Nokia geschiedenis geschreven door te laten zien dat “het kan”. Er zijn nog meer voorbeelden, maar dat zijn, net als Nokia, vooral uitzonderingen die de regel bevestigen. Als het bedrijfsleven het moeilijk vindt bedenk u moeilijk het is in een maatschappelijke democratie! ?
Nieuwe complexiteit
Van alle economische technieken blijkt transformatie de allermoeilijkste. Het combineert noodzaak met visie, leiderschap en gelegenheid. Toch vormt transformatie de enige werkelijke basis van vooruitgang. Zonder transformatie zou elke economie zich verzadigen, nooit vernieuwen en uiteindelijk een dood sterven. Dat zien we nu een beetje gebeuren door de constante kapitaal injecties die oude economieën moeten behouden terwijl we zien dat het helemaal niets oplevert. Het enige wat men doet is de noodzakelijke transformatie in de weg blijven staan.
Transformeren vormt dus een wezenlijk onderdeel van het economische leven. Een moderne zichzelf respecterende maatschappij neemt het dan ook enorm serieus. De grote vraag is altijd “wanneer activeert het zich?”. En wanneer “breekt het door om de werkelijkheid te veranderen?”. In dit plaatje toon ik een formule dat kan helpen, los van de vraag waar en hoe de transformatie moet plaatsvinden.
< 1 = crisis, > 1 = succes
Kan het begrip “transformatie” standaard gaan behoren tot de economische werkelijkheid? Niet als kansloterij in een sinusgolf van Kondratiev, maar als wezenlijk zelfbewust instrument binnen de werkelijkheid van een vooruitstrevende maatschappij? Tot op heden niet omdat men de cyclus aanvaardde als feit niet als eenzijdige werkelijkheid.
Sustainocratie
Met de introductie van Sustainocratie kunnen we nu voor het volmondig met “ja” antwoorden. Maar dat wil nog niet zeggen dat het meteen met alle egaars wordt ontvangen. Als gezegd is de economische werkelijkheid nog steeds gebaseerd op de eenzijdigheid van winst op basis van groei en neemt “verandering” alleen ter harte als het de oude werkelijkheid in stand houdt. De gevestigde orde heeft voor twee dingen angst: chaos en verandering. Door de introductie van Sustainocratie wordt chaos vermeden en wordt de gevestigde orde deelgenoot van de verandering door het te faciliteren, niet te sturen of manipuleren. Dat stukje kost nog even moeite ook zijn machthebbers door de dreiging van chaos steeds meer bereid om experimenteel mee te doen.
De economische werkelijkheid toont de klassieke cyclus van de menselijke complexiteit. Als we economie en menselijkheid naast elkaar leggen dan zijn de prikkels voor transformatie ruim van te voren te herkennen. Omdat de traditionele economie draait rond tastbare materialistische instrumenten (transactie, product, dienst, winst, verlies) introduceert Sustainocratie de transformatie economie dat draait om een aantal wezenlijke maar voor de materialist “abstracte” menselijke zaken. Deze zijn:
Gezondheid
Veiligheid
Zelfredzaamheid
Kennis
Voeding (inclusief water)
Als we deze zaken projecteren op de succes formule dan zien wij de negatieve ontwikkeling ervan binnen het kernwoord “gevolgen”. Rondom de gevolgen is ook een economie ontstaan die groei vertoont maar zich voedt door de huidige primaire economie van consumeren. Wij trachten die gevolgen te compenseren middels externe sociale zekerheden zoals een uitstekende gezondheid zorg, groeiende politie aandacht, enz. Maar deze gevolgen overtreffen op termijn de groei en tonen dit al geruime tijd eerder in de macro economische ontwikkelingen. De gevolgen hebben altijd te maken met de mens en haar natuurlijke omgeving. We kunnen daarin ook de klimaatverandering, stijgende zeeniveaus en opwarming van de Aarde onder scharen maar ook de cultuurmigraties verstedelijking en groeiende afhankelijkheid van onhoudbare systemen.
De schreeuw is daarom voor Transformatie. Omdat we dit voor het eerst in onze economische en maatschappelijke beleving horen en weten te interpreteren trachten we ook het een plekje te geven. Om dat te laten gebeuren dienen er twee dingen tegelijk te gebeuren:
Blokkerende zekerheden dienen stapsgewijs opgeheven te worden
De maatschappij dient zich open te gaan stellen voor transformaties en deze gaan faciliteren
Ad 1. Het wegnemen van blokkerende zekerheden gaat niet alleen om de huidige kostenbesparende praktijken van het weghalen van steunmiddelen aan kwetsbare groepen. Het juist vooral om het wegnemen van de steunpilaren waaraan oude hierarchieën hun zekerheid ontlenen en hen uitdagen de transformatie zelf aan te gaan door de pijn die is ontstaan. We moeten aanvaarden dat dit economische slachtoffers oplevert die ooit behoorden tot de trotse diversiteit van het verleden. Het gaat dan zeker niet om het bezuinigen maar om het veroorzaken van een zichzelf opschonende nieuwe werkelijkheid. Dat wat sterk is om te blijven blijft dat wat niet sterk genoeg is verdwijnt of wordt opgegeten door een sterkere.
Dat geldt ook voor de sociale zekerheden. Mensen in de bloei van hun leven dienen dat te benutten voor de toepassing van creativiteit als ze daar de tijd en ruimte voor krijgen. Er ontstaat een cultuur rond verandering waarin de vernieuwing zich manifesteert. Door deze vernieuwing te koppelen aan veranderbewuste pilaren van de maatschappij (overheid, onderwijs, ondernemerschap en omgeving) kan er ruimte ontstaan om de innovaties uit te vergroten tot een nieuwe werkelijkheid.
Ad 2. Open stellen voor transformatieve vernieuwing gebeurt alleen als je er midden in zit en betrokken raakt vanuit eigen belang. Dat valt niet te sturen maar wel te faciliteren. Daarom kan een Triple Helix boeiende olifantachtige vernieuwingen bedenken maar zonder de betrokkenheid van de bevolking nooit tot de transformaties komen. De mens moet in een transformatie een kernrol spelen en dat gebeurt binnen Sustainocratie. In Sustainocratie wordt vanuit de menselijkheid naar de structuren gekeken, niet vanuit de structuren naar de mens. Deelnemende organisaties worden op bestuurlijk niveau gevraagd als mens aanwezig te zijn en dan pas hun bestuurlijke talenten en autoriteit in te zetten. De daadwerkelijke innovaties komen echter van buiten maar dienen de verbindende ruimte te krijgen om te groeien. Ook daarin faciliteert Sustainocratie omdat het onbevooroordeeld insluit en nooit uitsluit. Nieuwe initiatieven worden op basis van gelijkwaardigheid gehoord en getoetst aan het hoger menselijke doel waar men voor staat.
Andere economievormen
Er zijn ook andere economievormen die niet gebaseerd zijn op de beperking van materialisme, transacties en speculatieve handel in tekorten. Denk bijvoorbeeld aan de economie die zich baseert op de creatieve daadkracht van de mens en waardengedreven gunpatronen naar anderen. Ondanks het feit dat deze economievormen misschien meer moderne ruimte tot groei bieden dan de oude industriële basis, zal ook deze uiteindelijk weer tegen een plafond aanlopen. Dat is prima want dan ontstaat ook weer de transformatieve basis voor vernieuwing volgens de omgevingsfactoren van dat concrete tijdperk. Van belang is dat dan al de transformatie, transformatie economie en misschien ook geheel nieuwe vormen van Sustainocratie zijn gaan behoren tot de nieuwe werkelijkheid en geen problemen meer opleveren, niet voor de mens, niet voor onze omgeving en ook niet voor de economie.
1% transformeren is 100% groeisucces maar ook 200% van de moeilijkheid