April is een boeiende tijd voor leerkrachten, ouders en jongeren uit groep 8. De citotoetsen zijn achter de rug, de uitslagen bekend, de spanning weg. De keuze voor de middelbare is gemaakt en het uitvlieg proces is begonnen. Vooral de meiden hebben er zin in.
Groep breekt uit elkaar
Veel kinderen hebben de laatste 8 jaar of langer lief en leed met elkaar gedeeld in dezelfde klas. Groepjes van vrienden zijn ontstaan, weer opgebroken en nieuwe samenstellingen uitgeprobeerd. Steeds weer werden ze in de klas en de groep uitgedaagd tot elkaar. De een heeft de uitdagingen als pesterijen ervaren, de andere juist als prikkels om zich te onderscheiden. Macht, ondergeschiktheid, liefde en haat, bravoure en gemenigheid, vriendschap en vijandschap, het is allemaal de revu gepasseerd. Kortom, ze groeienden met elkaar op, in al hun diversiteit van verschillen maar toch als gelijken in de klas. De al dan niet wisseldende leerkrachten hebben hun stempel gedrukt. De een wegens de discipline van handhaving, de andere wegens de empathie rond het opgroeiproces, weer een ander onder de prestatiedruk van het schoolsysteem. Of alles te samen natuurlijk als je als leerkracht groep 7 of 8 moet begeleiden.
De groep is nagenoeg hetzelfde gebleven en nu gaat dat intense veranderen want men waaierd uit naar “de middelbare”. De groep valt uit elkaar. Vriend en vijand vertrekt naar een andere school. Misschien heeft dit wel mede de keuze van de nieuwe school bepaald, naast de beinvloeding van de ouders, de leraren en de toetsresultaten. Het vooruitzicht van de scheiding brengt spanning, onzekerheid en nieuwsgierigheid tegelijkertijd. De jonge pubertjes voelen ook nog eens de hormonen gieren door hun jeudige lijfjes waardoor de verwarring nogal eens compleet kan zijn. Men laat het kind in zich achter op de basisschool en de weg naar volwassenheid staat open.
De veren worden opgepoetst
Meisjes zijn vroeger nieuwsgierig en rijper dan de nog speelse jongens. De meisjes zien hun lichaam veranderen en bespreken belangrijke zaken zoals ongesteldheid, haargroei, borsten en andere uiterlijkheden. Jongetjes worden steeds belangrijker en het vooruitzicht van een nieuwe lichting kersverse, onbekende andonissen vult de jonge vrouw met spanningen. Kleding, haarstijl, make-up, manier van lopen en gedragen wordt zelfbewust uitgeprobeerd en onderling gecommuniceerd. Onbewuste jongens die zelf nog liever voetballen, bpmenklimmen en stoeien worden ineens geconfronteerd met het vrouwelijk geweld van de concurrerende en zoekende meisjes. De veren worden opgepoetst voor de aanstaande nieuwe omgeving en de oude omgeving dient als experiment. Ruzietjes ontstaan tussen vriendinnen, strijd tussen tegenstanders en begrip tussen de neutrale meidenrelaties. Uitersten worden uitvergroot en de onstabiliteit groeit. De meiden zijn bijna klaar om uit het nest weg te vliegen. Het loslaten is begonnen en de identiteiten worden ingevuld met eigenheid en invloeden van de directe omgeving.
Ouders
Ouders kennen hun dochters nog amper terug. De relatie wordt afstandelijk als vriendinnen bij elkaar zijn en vertrouwelijk als een volwassen oor nodig is voor de nodig twijfels. Geheimpjes stapelen zich op en als ouder vraag je je af of er nog enige grip is op het gedrag van de kinderen? Die is er natuurlijk wel al wil de jeugd vooral haar eigen experimenten in vrijheid beleven. Alleen de blauwe plekken, emotioneel, psychisch en lichamelijk, verlangen verzorging thuis, de rest wordt grotendeels geheim gehouden. Men zoekt de grenzen op door zichzelf toestemming te geven en op te eisen in plaats van deze te vragen.
Geheimhouding of geheimzinnigheid hoort daarbij om het oordeel van de volwassenen niet te hoeven of willen meewegen of een verbod uit te moeten leggen aan vrienden. Het enige wat ons als ouders overblijft is de deur van het huiselijk nest wagenwijd open te blijven houden voor de vleugellam geslagen zieltjes die wij met volwassen warmte weer oplappen voor een volgend uitvlieg avontuur. “Vertrouwen” wordt het kernwoord van communicatie tussen jong en oud met daarbinnen oneindig veel leermomenten die zich vanzelf aandienen. We mogen alleen diep hopen dat onze jongeren in deze spannende periode van hun leven niet in 7 sloten tegelijk lopen of ergens blijvende schade oplopen. Toch valt het allemaal niet te voorkomen hoe goed we ook onze jeugd omringen met veiligheid. Het is juist die onveiligheid waar zij mee om moeten leren gaan. En dat lukt natuurlijk nooit als wij ze daarvan weg proberen te houden. Geven en nemen is dan ons ouderlijke middel waarbij stukje bij beetje loslaten gepaard gaat met durfdosering alsof het gaat om een elastiekje dat steeds meer rek ontwikkelt door trekken aan beide kanten.
De middelbare
Voor iedereen is dit een stap in het luchtledige. Loslaten is een emotioneel moment voor de ouders. Je kind gaat zelf op de fiets naar school. Meefietsen is veelal uit den boze want ze willen zelfstandig overkomen bij de andere jongeren. Voor het kind is dit een proces waarin zij moet leren omgaan met verantwoordelijkheid. Losgelaten betekent vrijheid maar geen vrijblijvendheid. Daar gaat de een zelfbewuster mee om dan de ander. Ook het nemen van teveel vrijheden is een keuze met allerlei consequenties die uiteindelijk zich vanzelf presenteren. Maar ook het zichzelf ontzeggen van vrijheden levert consequenties op die tot allerlei situaties kunnen leiden. De middelbare school is een moment waarin allerlei uitersten weer tot explosie komen. Stabiliteit is gedurende enkele maanden ver te zoeken. Omgevingsfactoren (school, leraren, andere kinderen, weg naar huis, de situatie thuis, enz) zijn bepalend maar ook de manier waarop de jongeren op zoek gaan naar hun eigen harmonie door allereerst de nieuwe chaos te ontmoeten en een plekje te geven. Deze chaos is nu al in groep 8 in de maak en kan positief worden beinvloed door het alvast te erkennen en de sfeer van de middelbare een beetje voor te proeven, nu nog op het bekende terrein van de basisschool. Deze laatste maanden voorafgaand aan de zomervakantie zijn dan ook van fundamenteel belang.
Harmonie
Uiteindelijk gaat het om het belangrijkste leerproces van de mens, namelijk het zoeken naar balans en harmonie door om te leren gaan met veranderingen. Deze zoektocht heeft ervoor gezorgd dat wij nieuwe instrumenten en inzichten hebben ontwikkeld en vooruitgang hebben geboekt. Verandering is de enige vorm om stabiliteit te waarborgen en dat is precies wat de jongeren voor het eerst aan het leren zijn. De identiteit ontwikkelt zich nu met een groeiend zelfbeeld door zich te spiegelen met anderen in harmonie en onbalans. Hoe zij ermee omgaan geeft volwassen momenten voor reflectie met de pubers aan de hand van hun ervaringen en bereidheid zich in vertrouwen kwetsbaar op te stellen naar de ouders in plaats van zoekende leeftijdgenoten. Zo rationaliseren zij emoties en leren zich weerbaar op te stellen door de confrontatie aan te gaan met een onstabiele werkelijkheid en er zelf stabiliteit in te creeren door middel van creativiteit, weerstand en aanpassingsvermogen. Zo ontstaat zelfbewustzijn dat nodig is voor een volwassen leven waarin men uiteindelijk zelf weer de warme stabiele nestwarmte ter beschikking stelt aan de eigen opgroeiende kinderen. Dan begint het proces weer van voren af aan.