De gezondste stad van de wereld
Je kunt dat dan wel in je hoofd hebben maar hoe betrek je 220.000 mensen bij die uitdaging? Dat is de vraag die wij ons stellen in het co-creatie project AiREAS waarin iedereen uitgenodigd wordt om bij te dragen aan een gezonde lucht en omgevingskwaliteit en de eigen gezondheid.
In Eindhoven wonen en leven ca. 220.000 mensen, zonder nog het woon/werk verkeer en stadsbezoek bij te tellen. Al die mensen samen, met al die dynamische menselijke bedrijvigheid, zorgen voor een belasting van de omgeving en de bijbehorende aantasting van onze gezondheid. Dat doen wij niet alleen in Eindhoven. Volgens onderzoek is het hele gebied van midden Europa flink vervuild, met alle consequenties van dien.

Het is een zorgwekkend plaatje maar als je dagelijks van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat bezig bent met je drukke leven dan zegt zo’n plaatje niet zo veel. Behalve misschien dan met zich bewust wordt dat het eigenlijk helemaal niet zo mooi is, maar wat kan een eenling nu doen? Goede vraag die ongetwijfeld desgevraagd de 220.000 mensen zich zullen stellen. Hoe betrek je zoveel drukke mensen bij iets dat zo groot en ontastbaar lijkt?
Onbewust ongezond
Wij worden opgevoed in een geldgedreven maatschappij en zijn ons amper bewust van de consequenties ervan. Af en toe zien we wat op het journaal of in de krant. Recent zagen we een Smog Alarm in België. We zien ook dat de gebouwen van Peking gezandstraald worden door de oprukkende droogte en bijbehorende zandstormen, en dagelijks zien we de luchtkwaliteit van deze stad via twitter op “hazardous” staan en “unhealthy”. Informatie is er genoeg maar we zijn ons niet bewust, of misschien wel bewust, maar het raakt ons onvoldoende om er zelf wat aan te gaan doen. Wat kunnen we eraan doen? Wat zijn de mogelijkheden? In Peking niet veel maar hier thuis, in Eindhoven?
Zelfs als iedereen mee zou gaan denken aan oplossingen en het gedrag veranderen dan zou het herstel van de luchtkwaliteit in de regio toch waarschijnlijk enkele generaties gaan duren. En dan alleen als de rest van de wereld ook meedoet. Daar zit de kip en het ei van het verhaal. Wie begint eerst? De rest van de wereld of ik? Voor de rest van de wereld steek ik mijn hand niet in het vuur, voor mijzelf wel. Laten we daar eens op concentreren.
Hoe sta IK er tegen over?
Als decennia lange verdieper in de materie van verduurzaming ben ik natuurlijk voor een optimale relatie met one natuurlijke omgeving vanuit het eigen belang om zo gezond en harmonieus mogelijk te leven. Ik realiseer mij ook dat ik zelf verantwoordelijkheid moet nemen om er wat aan te doen. Maar als ik kijk naar al die duizenden auto’s, bussen, open haarden, enz dan denk ik “what the heck! Wat kan IK nou er aan doen?”.
Het liefst had ik zonnepanelen om ook mijn gasverbruik te verlagen. Maar ik woon in een huurhuis en de woningbouw corporatie wil liever zelf een slaatje slaan uit mijn energierekening dan mij te faciliteren met een dak voor mijn zonne-energie en kostenbesparing. Het liefst zou ik een hybride of elektrische auto rijden want dan betaal je geen wegenbelasting en belast ik ook de natuur niet direct (indirect misschien wel maar dat laat ik aan die energieleveranciers zelf over). Maar ik kan mijn oude benzine auto aan de straatstenen niet kwijt en zo’n groene auto is alleen weggelegd voor degenen die het kunnen betalen. Kortom, het systeem maakt het mij niet gemakkelijker om natuurbewust te zijn en aan mijn eigen gezondheid te denken. Ik word van alle kanten beperkt. Daarnaast ben ik boven de 50 dus zal de smerigheid zich al wel in mijn lijf hebben genesteld. Sinds ik weer in Nederland woon merk ik steeds meer pijnen en ongemakken. Last heb ik er nog niet echt van maar het kwaad zal ongetwijfeld al zijn geschiet. Als ik er dus aan ga werken is het niet meteen meer voor mijn eigen levenscomfort maar wel voor dat van mijn kinderen en kleinkinderen.
Ik ben dus liever nu een organisator die eerder alles ter discussie stelt voor de onbevangen en nog redelijk ongerepte jeugd, dan voor mijzelf. Dan besef ik mij meteen dat ikzelf redelijk zelfbewust omga met mijn inkopen en vervoer maar mij ook vaak laat leiden toch door gemakzucht. Als ik dus iets aan die luchtkwaliteit zou moeten doen dan zou ik verwachten dat wij het met zijn allen doen. Maar wie ben ik, met al mijn eigen fouten, om iedereen dat te zeggen? Voor de schone leefomgeving wil ik graag dat mijn normale levenspatroon in tact blijft. Er mogen gerust dingen aan worden toegevoegd die mijn gezondheid bevorderen maar ook mijn democratische keuzevrijheid niet schaden. Kortom, als ik het vanuit mijn dieper bewustzijn al niet structureel aanpak, wat kan ik dan doen om anderen te overtuigen het wel te doen?
Burgerparticipatie
Als iedereen een beetje is zoals ik vanuit gemakzucht dan moet de transitie van A (huidige stad) naar B (schoonste stad) verpakt zitten in de dagelijkse routine en ons daar niet veel vanaf halen. Ons leven veranderen we niet graag, maar ons gedrag bij in en aankopen, of ons autorijden, kunnen we ter discussie stellen. Misschien zie ik wel kansen om dingen te gaan ondernemen en er een boterham mee verdienen.
Daarom gaan wij in AiREAS experimenteren met burgerparticipatie vanuit verschillende thema”s:
- De wijkbewoner als consument
- De wijkbewoner op hun grondgebied
- De wijkbewoner vanuit ondernemend burgerschap.
Burgerschap:
Dit woord is een breed begrip. Ik ben burger in een menselijke maatschappij. Burgerschap betekent eigenlijk dat ik mij bewust moet gaan gedragen volgens een soort burgernorm. Die norm is al decennia dat ik zoveel mogelijk geld moet verdienen om een luxe bestaan te kunnen leiden en via mijn consumptie, investeringen en belastingen bijdraag aan een economie. Dat is mijn burgerschap waar ik niet al te veel vragen over stel. Als ik geen geld verdien dan verlies ik grotendeels mijn luxe bestaan. En tot op heden was dit soort burgerschap van harte gewaardeerd door de wereld om mij heen.
Nu staat het begrip ter discussie. Ben ik als burger mede verantwoordelijk voor een aantal taken, zoals vervuiling of klimaatverandering? In de oude zorgstaat Nederland kon men doen en laten wat men wilde want via de gevolgen-economie en belastingdruk wist de overheid wel instanties in leven te roepen die voor alles een onderzoek konden doen en oplossingen bedenken. Nu wordt ineens van de burger verwacht dat men weer mee gaat denken over van alles en nog wat. De vraag is alleen tot hoever de deelname van de burger gewenst is? Betekent burgerschap dat wij initiatieven mogen gaan nemen of zijn wij een ideeënbus voor de overheid?
In de Stad van Morgen vragen we ons dat niet eens af. Wij vinden dat voor een aantal zaken de overheid nu eenmaal geen verantwoordelijkheid KAN nemen, hooguit faciliterend helpen. Dat is bijvoorbeeld voor gezondheid en veiligheid. Men kan ons omringen met gezondheidszorg en dat repareert de ongezondheid misschien, maar gezondheid is een aangelegenheid van ons zelf. Hetzelfde geldt voor politie en onveiligheid. Veiligheid moet van onszelf komen.
De gezondste stad van de wereld is dus vooral een mindset, een mentaliteit, geen set van regels noch een stad met ziekenhuizen en politieagenten. Het schept een nieuwe dimensie voor burgerschap.
De burger als consument
Vanuit die nieuwe manier van kijken tegen het burgerschap kunnen we ook onze keuzes bezien over ons consumptie en investeringsgedrag. Als ik zonnepanelen op het dak wil van mijn huurhuis dan kan ik de uitdaging aangaan om mijn huurbaas mee te krijgen in mijn verlangens. Als dat niet lukt kan ik misschien mij verenigen met andere huurders die hetzelfde willen en op die manier onze huurbaas onder druk zetten. Waarom moet ik obstakels aanvaarden als ik ze ook uit de weg kan gaan en oplossingen zoeken? Dat hoort toch ook bij burgerschap. Als ik gezondheid wil en ik kan aantonen dat die zonnepanelen of andere initiatieven daaraan bijdragen wat is dan een huurhuisinstelling om er een stokje voor te steken? Dan belemmeren zij mijn eigen gezondheidstreven en dat van mijn buren? Dan moet men van goede huizen komen als men mij een strobreed in de weg wil leggen. En dat geldt natuurlijk voor alles wat ik in het dagelijks leven doe, binnen mijn eigen comfort zone maar ook in relatie met mijn buitenwereld.
De burger als ondernemer
Bij het woord ondernemer denken veel mensen aan iemand met een eigen bedrijf. Dat is niet zo. We zijn allemaal ondernemers van ons eigen leven. In het dagelijks leven beslissen wij waar wij onze inkopen doen, waar we wonen en bij wie we werken. We klimmen in de boom als ons onrecht wordt aangegaan en durven veelal de confrontatie aan te gaan als we denken dat het ons goed recht is. Wij ondernemen dingen, de hele dag, elke dag!
Ondernemen is eigenlijk een synoniem “dingen doen”, voor de creatie van waarde voor onszelf. Wat is waardevol? En dan erop uit gaan om het te verwezenlijken. Dat is ondernemen. Als je die energie bundelt met meer mensen dan ontstaat er zelfs meer. Zo kunnen ondernemende mensen in eenzelfde wijk tot allerlei bloeiende initiatieven komen. Dan hoeft daar niet eens een bedrijfje tegenover te staan of er geld mee verdiend worden. Veelal is het gewoon een gemeenschappelijk doel dat samen eenvoudiger te bereiken blijkt dan alleen. Even samen naar de stort, of met wat mensen die hekjes timmeren, of wat zwerfafval opruimen, even het verkeer regelen als al die scholieren aan komen fietsen, enz. enz.
Kleine aanpassingen
Door de kleine aanpassingen in het leven mee te nemen vanuit het zelfbewustzijn dat het ook om de gezondheid gaat, kan men bij dragen aan die gezondste stad, zonder er veel extra voor te hoeven doen.
Om mensen dàt duidelijk te maken gaan we de dialoog en ontmoeting met elkaar aan. “Verander de wereld door NIETS te doen” is zo iets. Dan is niets doen uiterst relatief. We bedoelen natuurlijk dat men geen wezenlijke veranderingen hoeft door te voeren in het dagelijks leven. De energierekening onder brengen bij een grote energieleverancier of bij de opkomende wijkenergie coöperatie? Dat is maar een keuze en één handeling. Daarna gebeurt het gewoon door de inzet van anderen. De achtertuin beschikbaar stellen voor groente teelt. De auto laten staan en op de fiets gaan. Een deelauto organiseren met een aantal mensen. De kinderen lopend of op de fiets naar school brengen. Energie opwekken via het raam. Kijken waar het eten vandaan komt dat in de supermarkt ligt. Koop en kook vooral spullen uit de directe omgeving. Eenvoudige dagelijkse keuzes.
Stapje voor stapje, haast ongemerkt zijn wij binnen de kortste keren wat gezonder bezig, zijn er ineens wat grote projecten bij gekomen en ziet de stad er heel anders uit. Binnen een aantal jaren komen andere steden kijken en vragen we ons af hoe het toch zo is gekomen? En dan zien wij, als we goed kijken, dat wij zelf ons leven een tikkie hebben gewijzigd en daarmee onszelf én de hele wereld een dienst hebben bewezen.
Zo moeilijk is het allemaal niet.