De grote omslag – 9 – wonen

Deze blog reeks van 20 over de grote omslag wordt u aangeboden door Jean-Paul Close, oprichter van de Stad van Morgen en initiatiefnemer van ingrijpende maatschappelijke veranderingsprocessen. Hij legt uit waarom, hoe en waar naar toe. Vaak is dit anders dan wat u in de pers of door de politiek te horen krijgt. Ook dat heeft een reden. Deze 9e blog gaat over wonen.

Blog 9 – wonen

Voor de meeste mensen is wonen een vorm van verlengstuk van hun persoonlijkheid, een omhulsel dat beschermt tegen weer en wind met afzondering van andere mensen om zo een eigen territoriumgevoel te krijgen. “Thuis” is een emotioneel geladen begrip dat zorgt voor rust, eigenheid en veiligheid. Thuis kan men zijn wie men is. Buitenshuis worden ook andere dingen verwacht die te maken hebben met de complexiteit van het leven, de cultuur en regels. Binnenshuis heerst veelal een klein mini-universum van duurzaam evolutionair menselijk leven: de persoon en het gezin.

De grote omslag in het aspect wonen is veel omvattend. Wonen heeft namelijk ook een fundamentele betekenis binnen de relatie van de individu met de omgeving. Het gaat hier dan niet om het simpele begrip “een dak boven het hoofd” maar de verhouding “wonen en samen leven” of “wonen in wederkerigheid met de omgeving”. Wonen geeft betekenis aan maatschappij als het zich verbindt met gemeenschapszin. Het is een wederzijdse overeenkomst van privacy, welzijn en samenhorigheid.

Vooral in dat aspect is de omslag ingrijpend, als maatschappij en als burger omdat we een maatschappij hebben geschapen waarin wonen ongeschikt is gemaakt aan economie in plaats van maatschappij. Wonen is een economische melkkoe voor banken, overheden en woningcorporaties.Dat zal veranderen.

“Behoorlijke huisvesting”
Deze term is ontstaan in de jaren 80 van de vorige eeuw toen sociale wetgeving op basis van mensenrechten zich met veel moeite introduceerde in Nederland. Amper 30 jaar geleden dus! Vóór die tijd was huisvesting een functioneel begrip dat werd gerelateerd aan arbeid en status. Vrijheid, huisvesting en leefbaarheid werden niet direct met elkaar in verband gebracht. En nog steeds is het een geladen thema onderhevig aan allerlei machtssituaties. Zo is vastgoedmarkt nog een groot machtbolwerk. Maar daar komt verandering in. Economie is geen maatstaf meer voor welzijn en stabiliteit. Kijk naar alle leegstand in steden en op het platteland terwijl tegelijkertijd mensen uit huis worden geplaatst wegens betalingsachterstand. Duurzame productiviteit en samenhorigheid zijn wel maatstaven voor welzijn maar die zijn slachtoffer geworden van materialisme en speculatie. De mens wordt bewust dat de huidige vorm van economie een gevaar vormt en samenwerking de oplossing biedt. De eerste plek waar dat gebeurd is in de straat, buurt en wijken. Thuis heeft dan een functie in relatie tot een actieve omgevingsbeleving, zoals gezondheid en veiligheid maar ook gezelligheid en plezier. Er wordt steeds meer betrokkenheid en verantwoordelijkheid gezocht naar deze relatie ook in andere functies, zoals voeding (eetbare tuinen) en energievoorziening (zonnepanelen).

Download hier een boeiende, op internet gevonden analyse over “behoorlijk woonrecht” in Nederland.

Anno 2014 gelden juridisch gestaafde voorwaarden voor sociaal woonrecht en zelfs de kwaliteit van het wonen. Dat op zichzelf is al een enorme omslag die in de naoorlogse periode van de eerste wereldoorlog in 1919 in het eerste mensenrechten verdrag van Versaille werd voorgesteld. In de praktijk bokst het begrip van menselijkheid nog steeds op tegen de onmenselijke materialistisch belangen die regelmatig de overhand nemen en eenzijdig tot crisissen leiden. Het is echter goed om te weten dat er nu sociaal recht bestaat en in artikel 22 van onze wetgeving voor “behoorlijke huisvesting” redelijk wordt getypeerd. Het is belangrijk dit ook op te eisen en aan te vullen met eigen verantwoordelijkheid.

Het gaat daarbij ook om het wonen in een gezonde en veilige omgeving.

Dat dit gezien wordt als maatschappelijke verantwoordelijkheid leidt tot de vraag “wie is er verantwoordelijk”? En “hoe ver gaat deze verantwoordelijkheid”? Denk bijvoorbeeld aan de kennis die is ontstaan de laatste jaren over bodem en luchtvervuiling, asbest, energiemisbruik, effecten van luchtvervuiling, afval, enz. De woonwet legt een kader neer maar er is meer. Leg de verantwoordelijkheid bij een ander en deze oefent macht uit door afhankelijkheid. Leg de verantwoordelijkheid bij jezelf en er ontstaat een waardengedreven interactie met de omgeving.

Bewustzijn en inzet
Toen ik jarenlang de wereld rondreizend door wisselende internationale directie functies was huisvesting vooral gerelateerd aan mijn zakelijke missies. Nooit heb ik in de wereld huisvestingsproblemen ervaren, behalve bij terugkeer naar Nederland. Er was een enorme wachtlijst (5 jaar) voor huurwoningen, de private huursector bleek exorbitant duur en een koophuis was alleen toegankelijk als men een arbeidscontract kon overleggen. Voor het eerst werd mij duidelijk dat huisvesting geen automatisme is noch een vaststaand feit. Er is een duidelijke relatie met de manier waarop de omgeving met huisvesting om gaat. In Nederland is vastgoed een economisch machtsinstrument dat door banken, overheden en semioverheden (woningbouwcorporaties) wordt gebruikt en misbruikt voor economisch eigenbelang. Sinds de jaren 70 zijn de stenen in de maatschappij machtiger geworden dan de menselijke productiviteit. Dat hebben we al gezien in de blog over geld. Een groot deel van ons maatschappelijk welzijn is gerelateerd aan de speculatie rond geld, grond en gebouwen met bijbehorende systeemslavernij voor de mens tot gevolg. Voor een 25 jarige hypotheek is men gedurende dezelfde tijd gebonden aan het vinden van een arbeidscontract dat voldoende winstgevend is om de kosten af te dekken, zelfs als deze uiteindelijk het meervoudige kost door rente en kosten dan het oorspronkelijke aanschafbedrag. Anders raakt men de woning kwijt. Dat is asociaal en niet rechtvaardig. Vaak ontstaan in crisissituaties nieuwe waardesystemen en samenwerkingsvormen die waardevoller zijn dan het geld. De machthebbers dwingen echter geldafdracht in plaats van alternatieven. Zo ontstaat een machtsysteem dat de sociale mensenrechten in de weg staan.

In verschillende steden slapen al mensen in hun auto of een tent terwijl er in de vastgoedwereld leegstand heerst dat leeg fiscaal aantrekkelijker is dan met een bestemming voor materieel arme mensen. In een geldgedreven maatschappij zijn mensenrechten alleen toegankelijk voor hen die het kunnen betalen. Mensen die met waardecreatie bezig zijn worden niet gekend. Daar komt verandering in.

Burgerparticipatie
Sinds de jaren 70 is het begrip burgerparticipatie geïntroduceerd. Vóór die tijd had de burger niet veel te vertellen maar gaandeweg was de beleidbeinvloeding van burgers en later, na 2000, de eigen verantwoordelijkheid middels initiatieven, een maatschappelijk groeiend thema. Prof. Laurens de Graaf van de Universiteit van Tilburg heeft deze 40 jarige ontwikkeling in kaart gebracht op een boeiende manier. Toch is hij verbaasd over “de doorbraak stap” van de Stad van Morgen met Sustainocratie. We draaien de wereld namelijk om. De bevolking draagt een maatschappij middels sociale inzet met hulp van de instanties en innovaties. Systeem wordt hulpmiddel niet dominant sturend. Daarmee experimenteren wij in de steden en erbuiten met AiREAS en FRE2SH.
image

Van belang in deze evolutie is het besef dat vrijheid in een gestructureerde maatschappij gepaard gaat met een leerproces over hoe we met die vrijheid omgaan. En ook hoe de traditionele autoriteiten transformeren van een historisch autoritair bolwerk naar een faciliterend, multidisciplinair, dynamisch netwerksysteem.

Wanneer we als burger meer bewust worden van onszelf (zie blog 1 over mensbeeld) en onze omgeving door kennisontwikkeling, omstandigheden en wens tot samenhang dan gaan we er ook anders mee om. We leggen de verantwoordelijkheden niet zo gemakkelijk meer neer bij een overkoepelend orgaan maar nemen veel meer zelf het initiatief. We zien dan ook enorm veel burger initiatieven ontstaan op gebied van duurzaamheid (stadslandbouw, energie cooperaties, andere mobiliteit, aangepaste woonvormen, nieuwe kijk op diensten en producten, enz) maar in verzet tegen oude, blokkerende normeringen en machtbolwerken.

Vaak begint men met de eigen woning als centrale “cockpit” voor omgevingsgerelateerde activiteiten. Sociaal of Maatschappelijk ondernemen noemen we dat. Het is vaak niet geldgedreven maar waardengedreven. Het verschil is dat men iets wil toevoegen aan de maatschappij dat we in het regerende speculatieve geldsysteem missen, bijvoorbeeld menselijkheid of anders omgaan met de natuur, onze voeding of basisbehoeften. Men investeert dan vooral liefde en inzet in plaats van geld. Men zoekt geen wederkerigheid maar genegenheid, een beetje erkenning en vooral een zinnig bestaan.

Doordat steeds meer mensen werkloos raken door de centralisering en automatisering van productie processen ontstaan er allerlei waardengedreven activiteiten die de recent verworven mensenrechten verder onderbouwen met zinnige initiatieven. Zelfs kleinschalige productiviteit en kunst komt terug in onze nabijheid. Dat schept ook een nieuwe relatie met de omgeving.

Het nieuwe wonen
Er ontwikkelt zich een nieuwe manier van omgang met de omgeving vanuit onze eigen huisvesting. We stellen eisen aan de leefomgeving vanuit gezondheid en veiligheid. Dat gaat nu zelfs een stapje verder. In vele landen ontwikkelen burgers hun eigen wijken en woningen op basis van moderne verduurzamingscriteria. Ook in Nederland zien we dit soort initiatieven ontstaan. Men begint met stadslandbouw, daktuinen, verticale structuren of deelname aan coöperatieve programma’s voor energie opwekking, voedsel zelfredzaamheid en gezondheid programma’s. In een dichtgetimmerde stad is het misschien wel gezellig door vertier op straat en de nabijheid van allerlei voorzieningen maar de afhankelijk van geld en de toenemende risico’s voor gezondheid of armoede raken veel mensen. Zij gaan op zoek naar alternatieve vormen om toch de basisbehoeften in te gaan vullen en creëren individuele initiatieven en samenwerkingsverbanden. Zij vormen bij wijze van spreken de eigen “utopia” en verwachten van de omgeving de ruimte om aan deze woon en werkwensen invulling te kunnen geven. Daarin worden innovaties toegepast die men leert via internet of het goede voorbeeld elders.

Dat laatste gaat niet zonder slag of stoot. De krachtige woningbouwcorporaties in Nederland hebben decennia lang een voorbeeldige functie vervuld voor sociale dienstverlening binnen de context van het verschaffen van een dak boven het hoofd. Het zijn echter bolwerken van macht over de huurder en een speelbal voor de materialistische eigenbelang en die van de staat. Er ontstaat een ongelijkheid in verduurzaming waarin huiseigenaren gebruik kunnen maken van hun eigen daken en infrastructuur om lasten te verlichten vanuit bewustzijn en innovatie. De sociale huursector is echter nog in de ban van de macht van standaardisatie van de jaren 50, 60, 70 en 80 met een verouderde woonvoorraad en een overheid die de huurmarkt leegzuigt wegens geld belang. In 10 jaar tijd is de huurprijs verdubbeld en er staat niets of bar weinig tegenover terwijl de kosten alleen maar stijgen. Sociaal wordt asociaal en de burgers die er iets aan willen doen komen een wetgeving tegen die veelal ingepalmd is door het doorgeslagen materialisme en bureaucratie. Dat schept een groeiend spanningsveld waarin we zien dat nieuwbouwwijken versneld, met twijfelachtige kwaliteit voor de hoofdprijs worden aangeboden. Ook de energietransitie blijft beperkt en sociale interactie met de burgers wordt nog tegengegaan.

Toch is er een sociale wetgeving die stapje voor stapje de maatschappelijke blokkade doorbreekt en de sociale partners dwingen zich open te stellen voor samenwerking met hun bewoners in plaats van tegenwerking of misbruik. Burgers worden mondiger, meer maatschappelijk en juridisch onderlegd en krijgen meer en meer support uit de omgeving. Waar de wetgeving nu nog praat over de kwaliteit van de gebouwen en omgeving als een verantwoordelijkheid waarin vooral de overheid een rol in speelt en de daarvan afgeleidde partners, ontstaat een tendens dat de burgers de rol overnemen in concrete samenwerking met instanties.

Nieuwe maatschappelijke contracten
Net als AiREAS een burger initiatief is voor het samen creëren van een gezonde stad ontstaan er allerlei burger initiatieven die de gebieden dynamisch, open en vooruitstrevend maken. Vanuit de ruimte die sociale rechten scheppen en de inzichten die wetenschap, zelfredzame behoeften, innovaties en zingeving instaat snel en effectief een vernieuwende maatschappij met een geheel ander gezicht.

Wonen is niet meer een plek om je privé terug te trekken en van waaruit men gaat studeren, werken of recreëren. Wonen is in toenemende mate een zelfbewust verbintenis met de omgeving waarin iedereen een steentje bijdraagt aan het groter geheel, alleen of samen. Daarin zoekt men de wederkerigheid die mogelijk is volgens de omstandigheden waarin men leeft maar altijd volgens de inzichten van duurzame menselijke vooruitgang. Burgers werken samen met de woningbouw voor eigen onderhoud en innovaties, zorgen voor hun eigen leefomgeving binnen vooropgestelde kaders maar met grote vrijheid en zoeken cohesie door wijkgedreven projecten en dienstbaarheid naar elkaar.

Zie hier enkele voorbeelden uit de Stad van Morgen zelf:

Stad platteland voorbeeld
Stad platteland voorbeeld
Fietsroute VE2RS Stratum, duurzame initiatieven
Fietsroute VE2RS Stratum, duurzame initiatieven
Mijn wijk projecten
Mijn wijk projecten

wpid-wp-1400396626678.jpeg

Fruitbomen in plaats van heesters
Fruitbomen in plaats van heesters
Namen en initiatieven verbinden zich blijvend aan "onze appelboom"
Namen en initiatieven verbinden zich blijvend aan “onze appelboom”
AiREAS voor de "gezonde stad" is burger initiatief
AiREAS voor de “gezonde stad” is burger initiatief

 

Voeg in een eventuele reactie je eigen initiatieven (liefst met foto’s en links) toe.

 

 

Een gedachte over “De grote omslag – 9 – wonen

  1. […] Blog 9: Wonen Zich ergens vestigen is geen daad van vrijheid maar een van afhankelijkheid van een sturend systeem. Men doet mee en woont, of doet niet mee en woont niet. Banken en overheden zijn degenen die de scepter zwaaien, althans in Nederland. Tekorten op de woningmarkt zorgen ervoor dat “men geen keuze heeft” en beland in de graai tengels van de belangenpartijen. Dat was slim toen men dacht de grote uitdagingen van een land op te kunnen lossen met geld en een geldgedreven overheid. De grote omslag maakt van wonen een maatschappelijk commitment dat verantwoordelijkheid eist van systeem en mens. Als dat niet meer geldgedreven is dan verandert de relatie wonen, inzet en maatschappij. Wonen zou zonder geld mogelijk moeten zijn, afgestemd op de maatschappelijke inzet van de persoon. […]

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s