Naar aanleiding van het STIR avondcollege over mobiliteit vroeg Michiel Visser van de Brabantse Milieu Federatie aan mij om aanwezig te zijn als “expert” tijdens de zaterdagochtend discussie over “De Ruit”. Allerlei raadsleden van betreffende dorpsgemeenten zouden aanwezig zijn, net als wethouders van Eindhoven en deskundigen van allerlei andere instellingen. Mijn concrete bijdrage moest zijn vanuit mijn expertise op gebied van “non-mobiliteit’ ten behoeve van sectorale verhoogde productiviteit en verbetering van omgevingsfactoren door toepassing van skype en videoconferencing. Tijdens het avondcollege was de wet van de tegenstellingen aan bod gekomen waarbij gebleken is dat als een probleem hoog oploopt de oplossingsgerichte creativiteit dat ook doet. Als de centrale overheid heil blijft zoeken bij het uitbreiden van het wegennet heeft de bevolking en het ondernemerschap al lang toevlucht gezocht bij alternatieven. Het spanningsveld is dan duidelijk. Waar leg ik regionaal het zwaartepunt, traditionele uitvergroting of erkenning en steun van veranderingen? De Provincie leek vast te houden aan de oude denkwijze, Eindhoven en omgeving omarmde de veranderingen.
De discussie over de Ruit was kennelijk al in 1968 op de agenda komen te staan maar steeds vooruitgeschoven om de een of de andere reden. Gedurende de jaren van groei van geldafhankelijkheid en logistieke infrastructuren om de distributie vanuit China te kanaliseren naar de rest van Europa (1970 – 2000) was de ruit zeker een logische keuze geweest om de regio te ontlasten door om ons oren vliegend verkeer dat niets te zoeken heeft in de regio, alleen op doorreis is. Vroeger zou een lokale kasteelheer zijn opgestaan om tol te heffen voor de doorgang maar in deze tijd wordt de belasting anders geheven en worden de keuzes ook elders gemaakt. Tot voor kort.
Nu hevelt de Nederlandse Staat verantwoordelijkheden over naar de steden dus de zeggenschap van de stad wordt groter. Als een stad als Eindhoven nu de hakken in het zand steekt omdat het bijvoorbeeld gezondheid en innovatie hoog in het vaandel heeft geplaatst en daar ook daadwerkelijke verantwoordelijkheid voor neemt dan kan Den Haag alleen maar macht uit oefenen of zich terug trekken. Maar dan is er nog de provincie. Daar zijn de grondbelangen van het platteland verenigd en wordt stevig gelobbyd om de hoofdprijs te krijgen voor de al 30 jaar gereserveerde stukken grond die voor niets anders te gebruiken zijn. Daar kan ook Eindhoven niet tegenop. Eindhoven wil meeliften op de trend van megagemeentes en concurreert dan ineens met de provincie die letterlijk haar grond onder de voeten ziet verdwijnen. De dorpsgemeenten hebben zich nagenoeg allen schuldig gemaakt aan allerlei corruptie schandalen rondom grond en vriendjespolitiek. De ene na de andere rechtszaak dient tegen wethouders, duistere aankopen en verkopen met of zonder goedvinden van de raad. De Brabantse Milieu Federatie doet dan een verwoede poging om een relatief neutrale uitnodigende partij te zijn vanuit milieu perspectief.
“Nee” tegen de Ruit is een simpele benadering in het grote schaakspel van regionale belangen. Stad van Morgen doet dan ook een duit in het zakje door de dorpsgemeenten uit te nodigen tot vereniging in FRE2SH rondom het begrip regionale “zelf en samen redzaamheid” met productiviteit ten behoeve van de stad-platteland relatie. De reden waarom Stad van Morgen een onderscheid maakt tussen de stadsbelangen en het platteland is omdat de stad uitsluitend geldgedreven is maar de essentie van het platteland ligt in de werkelijke waarden voor de stad, namelijk lokaal voedsel, drinkwater en energievoorziening. Als de stad het platteland opslokt als megagemeente dan is er geen wet van de tegenstelling meer op lokaal niveau en verdwijnt het landschap in de natuur vernietigende economische politieke structuren van een stad.
Ook de Stad van Morgen ziet alle spanningsvelden en de enorme transitie ontwikkelingen. Aan de ene kant proberen wij het stedelijk landschap wat harmonieuzer te krijgen in de People, Planet, Profit relatie maar ook de uitbuiting van het platteland tegen te gaan door meer betrokkenheid te ontwikkelen tussen stad en platteland zonder dat de een de ander overheerst. Wij tekenen de megaregio als volgt vanuit het FRE2SH samenwerkingsverband:

Het geheel zou een FRE2SH waardengedreven eenheid worden van multidisciplinair samenwerken maar bestuurlijk opgedeeld in stad en platteland. Het hele gebied zou zich richten op lokale zelfredzaamheid ontwikkeling waarbij de kracht van de stad en die van het platteland zich optimaal afstemmen, liefst zelfs met een eigen waardesysteem dat arbeid, talent en inzet combineert met wederkerigheid via productiviteit. De logistieke processen zien er dan heel anders uit dan nu met geheel andere infrastructuur en platteland behoeften. De innovatiekracht van de regio kan zich hierop uitleven door de transitie van energie, mobiliteit en productiviteit te voorzien van de nodige duurzame hoogstandjes van vernuft en techniek.
Als parel van zelfredzaamheid en innovatieve zelfvoorziening presenteren wij ons ook aan de andere regios die kampen met transitie issues en bieden hen de kennis en mogelijkheden die wij reeds bedacht hebben. E.e.a. is voorgelegd aan de Brabantse Milieu Federatie om te bezien of er een basis is tot samenwerking in deze door de kleinere gemeenten uit te nodigen zich multidisciplinair te verenigen vanuit FRE2SH. De aanpak roept natuurlijk allerlei vragen en weerstanden op maar in essentie is het een lijn die doorgetrokken wordt en die al zo’n jaar op 15 geleden is ontstaan toen de landelijke groei-economie structureel begon te haperen en de regios steeds meer aangewezen werden op eigen beleidskeuzes.
En de Ruit? Eerst dienen vragen zich te beantwoorden over de manier waarop we vorm geven aan de toekomst van onze regio. Gaan we nog steeds op in de druk van groei economie van Den Haag en misschien deels de Provincie? Of krijgt de waarden gedreven verandering de ruimte? De gevoelsenergie van de steden Tilburg – Eindhoven – Den Bosch met het Groene Woud is stevig aanwezig. Ook de verbinding Eindhoven – Helmond en tussenliggende gebieden