“We hebben als overheid zoveel te doen en er is zo weinig geld“.
Dat is de noodkreet die we te horen krijg uit overheidskringen als we aanspraak trachten te maken op kleine bedragen voor het voeden van Sustainocratische processen.
“Er is veel geld maar het wordt aan de verkeerde dingen uitgegeven“, is het tegengeluid dat we eveneens horen.
Waar zit de logica in die tegenstrijdigheden als we beredeneren dat de belastingdruk over de bevolking in 13 jaar tijd bijna is verdrievoudigd?
Waar komt dit contrast in visies en beleid vandaan? Wat verwachten we eigenlijk van de overheid, en wat niet? Waar zit het probleem? Hoe lossen we (wie?) het op?
De overheid
We zijn het er allemaal wel over eens dat wij niet zonder “overheid” kunnen. De maatschappij zou uitmonden in een chaos van allerlei tegenstrijdigheden. Er is gaandeweg een instituut ontstaan dat verantwoordelijkheden draagt in een afgebakend gebied. Wat voor betekenis geven wij aan die overheid verantwoordelijkheden?
Een democratische systeem biedt soelaas om tot een grote gemene deler te komen in de keuzes van de massa, met een oppositie die het beleid steeds toetst op houdbaarheid. Dat is een prachtig ideaal maar in de huidige praktijk gaat dat fout. Er ontstaan zelfs crisissen! Waarom?
Collectief bewustzijn en democratie
Wanneer we naar het recente avondcollege van Dabrowski teruggrijpen dan zien we dat het gros van de bevolking op niveau 1 (1e integratie) van het bewustzijn verkeert. Men beredeneert de werkelijkheid vanuit een onbewust overlevingsmechanisme, het pure ongenuanceerde eigenbelang. De democratische maatschappijvorm geeft stemrecht aan iedereen. In de gelaagdheid van bewustzijn regeert dus het minst bewuste. Vanuit dit bewustzijn stemt men op zekerheden waar men zich daarna zelf niet meer druk over hoeft te maken.
Hoe meer zekerheden men op dit bewustzijnsniveau aangeboden krijgt hoe loyaler men zich opstelt ten opzichte van het systeem. Het systeem op haar beurt ontleent macht (de overheid is de baas) aan deze afhankelijkheid.
Daarop is een parlementaire democratie gebaseerd.
Maar alle aangeboden externe zekerheden moeten opgebracht worden. Hoe? Dat maakt op dit bewustzijnsniveau niet uit. “Belofte maakt schuld” is de simpele redenering van stemgerechtigden en laat de keuzes over aan de gekozen.
In onze moderne maatschappij worden alle zekerheden uitgedrukt in geld en diensten. In die combinatie van beperkt collectief bewustzijn, geldafhankelijkheid en verworven zekerheden zit de kern van het terugkerende probleem:
- welke zekerheden biedt de overheid in een democratisch proces om support voor zichzelf te winnen in een wereld waarin eigenbeland onbewust domineert?
- wat kan de overheid waarmaken met de middelen die het aan de maatschappij kan onttrekken?
- waar komen die middelen vandaan?
- wat gebeurt er als die middelen minderen in plaats van meerderen?
In dit introductiefilmpje van Kassa zien we al een opeenstapeling van consequenties door manipulatie op niveau 1 van bewustzijn. Zijn wij zo dom? Is de manipulatie zo slim?
Geen van beiden. Het heeft niets met intelligentie te maken maar met (gebrek aan) bewustzijn in een functionerende, georganiseerde menselijke werkelijkheid waar niemand vraagtekens bij zet, totdat het te laat is en ons bewustzijn bereikt.
Tekortkomingen van de democratie
De standaard democratische samenlevingsvorm toont twee standaard tekortkomingen:
- In tijden van crisis staat het verandering in de weg. “Crisis” is een metafoor voor “een onhoudbare situatie van zekerheden die weg dreigen te vallen”. De politieke macht is afhankelijk van haar historische beloftes van zekerheden en tracht die in stand te houden uit eigenbelang. Het weghalen ervan ondermijnt de electorale basis en bestaande macht. Niemand stemt op minder, wel op meer, zeker als dit wordt uitgedrukt in geld.
- Het model is gebaseerd op de grote gemene deler in lokaal menselijk bewust en onbewust eigenbelang. Verandering wordt nooit door meerderheden gedragen, zeker niet als het gaat om aanpassong van een luxe levensstijl, alleen door zelfbewuste minderheden.
In een democratie lijkt het dus niet te gaan om wat een natuurlijke overheidstaak zou zijn maar “wat men politiek kan verkopen aan haar onbewuste stemgerechtigde burgers om daarna macht uit te oefenen?”. De menselijke natuur doet de rest zowel in het stemgedrag rond zekerheden als de bijbehorende manipulatie om macht. In dat spanningsveld is amper ruimte voor de grote verantwoordelijkheden van deze tijd. Die zijn niet democratisch verkoopbaar zonder consequenties voor de oude zekerheden of de machtsposities.
200 jaar opbouw van explosieve nieuwe werkelijkheden
Het democratische overheidsmodel is ontstaan in de periode 1798 – 1814 (eerste Nederlandse grondwet) met aanscherping in 1848 (Thorbecke) en 1970 (marktwerking). Destijds (1814) was er een wereldbevolking van 1 miljard (nu 7 miljard!). De maatschappij bestond uit agrarische processen met een groeiend spanningsveld door de industriële, geldgedreven activiteiten en bijbehorende verstedelijking. Medio 20e eeuw werd de voornamelijk industriële economie (productiviteit via industrieel ondernemen en arbeid) getransformeerd naar de lokale consumptie economie (logistiek, retail en koopkracht) van producten. Geld werd stuurmiddel waar zekerheden aan werden ontleend. Later kwam daar ook de lokale gevolgen-economie bij (diensten en zorg). De gevolgen-economie legde druk via de belastingen op de consumptie waardoor in de jaren 70 de marktwerking in werd gesteld. Zo konden banken vrij gaan speculeren. Zorgsystemen moesten zich leaner gaan manifesteren en semi-overheid werd sterk gebureaucratiseerd. De speculatieve waardevermeerdering en inflatie werd belast wegens de stijgende maatschappelijke kosten. Op die manier ontstond een gigantische economische luchtballon, vooral door de stijgende huizenmarkt dat als maatschappelijk vermogen werd gerekend. Met dat weer als onderpand kon de overheid (via belastingen) en de bevolking (via de waardestijging van vastgoed, erfenissen, beleggingen) zich rijk blijven rekenen. De semi overheid kon zo uit haar voegen groeien met grote hiërarchische structuren en belangen die door speculatieve economische groei werden afgedekt. De kernwaarden van de regering werden uitgedrukt in groei economie. De kernwaarden van de bevolking in consumptie kracht.
Dom? Nee, in die tijd de normaalste zaak van de wereld. Slim? Nee, ook niet, gewoon “gezond” speculatief ondernemerschap waar jaarlijks een schepje bovenop werd gedaan. Het proces leek zich oneindig door te kunnen laten trekken. Niemand was zich bewust van de onbalans die zich opbouwde.
Nog steeds regeert deze zienswijze ondanks het bewustzijn dat het systeem niet meer voldoet aan de eisen van de tijd.
“Dom” en “roekeloos” zijn opvattingen van nu, ná de kredietcrisis, met terugwerkende kracht vanuit een nieuw bewustzijn. Maar het probleem lost zich daarmee niet op. Onze maatschappij is gebaseerd op die oude luchtballon die zekerheden heeft verschaft waar velen nog steeds van genieten (koopkracht en macht) en dit via democratische wegen blijven opeisen. We zijn ons nu misschien bewust van de fouten uit het verleden maar dat bewustzijn stelt ons niet in staat om een diepgewortelde, verankerde structuur te vervangen voor iets dat solide is en soortgelijke welvaart of welzijn biedt als voorheen. De huidige Haagse overheid is gebonden aan het zoeken naar oplossingen binnen de werkelijkheid die de problemen heeft gecreëerd. Dat geldt voor de democratische regering maar niet voor hele de bevolking. Verandering, zowel noodzaak als aanpak, komt niet vanuit het systeem maar van er buiten.
De tijden zijn daarbij nog veel meer veranderd dan uitsluitend lokaal politiek en economisch wordt verantwoord. Denk aan de aandachtspunten op gebied van klimaatverandering, vervuiling, volksmigraties, enz. Deze zien we niet terug in de democratie maar drukken wel al jaren op het lastenpakket van de overheid.
De rol van bewustzijn
Weer teruggrijpend op Dabrowski, nu we het hebben behandeld, zien we dat empathie pas aan de orde komt in gelaagdheid 3. Empathie is nodig om de bevolking mee te krijgen in moderne processen van sociale en milieu aanpassingen. Het zijn echter nog maar minderheden die op dat bewustzijnniveau zijn aangeland. Ons onderwijssysteem zou kunnen helpen maar is nog ingericht op het voeden van cognitie in functie van de overheersende en sturende democratische en economische werkelijkheid. Het voedt het bewustzijn niet om het eerste niveau van Dabrowski te overstijgen.
Isha foundation: “als er niet geïnvesteerd wordt in bewustwording dan blijft verduurzaming een onderwerp dat zich beperkt tot conferenties.”
De omstandigheden die veel mensen (ook jongeren) voor hun kiezen krijgen vouden wel de bewustwording “dat het anders moet” maar laten het verwerkingsproces over aan de individu zelf, zonder steun of hulp. Deze is al zoekende naar de eigen identiteit volgens de bewustwordingspatronen waardoor de kans op verwarring groter is dan duidelijkheid. Men begint te snappen dat zekerheden niet vrijblijvend ontstaan uit een democratisch proces maar als men ruimte zoekt naar eigen verantwoordelijkheid dan is die ook moeilijk te vinden of te verkrijgen omdat deze niet past in het gangbare economische en politieke belangen systeem.
Zo ontstaat het contrast van een overheid met een permanent geldtekort en een groeiende groep die vindt dat de middelen verkeert besteed worden.
Toch ligt in bewustwording de toekomst van onze democratische vrijheid en maatschappelijke ontwikkelingen op weg naar duurzame vooruitgang. Voordat empathie gemeengoed is geworden en de bevolking in staat stelt zelfstandig te veranderen moet ergens verantwoordelijkheid worden genomen. Dit wordt nog niet door de massa wordt gedragen door onbewust gedrag noch door het systeem wegens gebondenheid aan conservatieve materiële structuur belangen.
Als verandering niet volgens de oude democratische basis van vrijheid van keuze kan dan moet “ethisch verantwoord leiderschap” het op zich nemen. Maar wat is dan die vorm van leiderschap?
Dat betekent tevens dat wij de oude (huidige) democratische vorm ter discussie mogen stellen als ontoereikend voor de uitdagingen van deze tijd. We dienen daar die nieuwe vorm van leiderschap aan toe te voegen. Democratie met richting dus. Wat geeft voldoende geëmancipeerde vrijheid tot duurzame ontwikkeling zonder dictatoriale menselijke dominantie? Wat vermijdt het risico van chaos en opstand door weerbarstigheid van oude systemen?
Sustainocratie biedt een oplossing.
De rol van Sustainocratie
Sustainocratie voegt een concrete missie, een stip op de horizon, toe aan de democratie en maatschappelijke beleving: duurzame menselijke vooruitgang. Het beoogde leiderschap wordt niet door een charismatische (politieke) persoon verstrekt maar door deze definitie, stip en richting van maatschappelijke vooruitstrevendheid en balans. Het geeft richting en verantwoordelijkheid waar men vervolgens ook weer democratische, politieke en economische belangen aan kan ontlenen door er aan deel te nemen:
Duurzame menselijke vooruitgang: Samen blijven werken aan een gezonde, vitale, veilige en zelfredzame menselijke maatschappij binnen de context van onze aldoor veranderende natuurlijke omgeving.
Zowel bestuurlijk als persoonlijk, en in samenwerking, kan men er verantwoordelijkheid voor nemen. De definitie is een noodzakelijke moderne toevoeging aan de grondwet van een gebied. Maar om zover te komen dient de democratische onbalans van een 200 jarige ontwikkeling doorbroken te worden. Het is geen democratisch proces maar een van aanvaarding van collectieve basisverantwoordelijkheden namens de bevolking niet door de bevolking. Dat gebeurt dan eerst door Sustainocratische processen als experiment te organiseren waar alle maatschappelijke actoren direct bij betrokken zijn. Er ontstaan dan twee werkelijkheden (twee verschillende kaders: democratie en sustainocratie) waartussen een zelfbewuste transformatie plaats vindt doordat sustainocratie niet de handicap heeft van de oude werkelijkheid. Sustainocratie functioneert volgens een andere kader definitie dan onze huidige democratie (gebaseerd op een vernietigende consumptie economie).
Er kan naar hartelust geëxperimenteerd worden met de opbouw van nieuwe zekerheden onder moderne voorwaarden binnen een nieuw kader.
De kern van de overheid
We kunnen uit bovenstaande de kern van de overheid op twee manieren samenvatten:
* Oude overheid: “het regionale instituut dat lokale zekerheden faciliteert”
* Nieuwe overheid “het regionale instituut dat duurzame menselijke vooruitgang faciliteert”
Het onderscheid lijkt minimaal maar is significant groot. Aan lokale zekerheden ontleent de bevolking vermeende “rechten” terwijl duurzame menselijke vooruitgang juist een proces aanduidt waar men zekerheden aan ontleent door aan bij te dragen. Dat zijn twee totaal verschillende democratieën. Waar liggen verantwoordelijkheden bij de ene definitie van de overheid en de andere?
In Nederland, en een groot deel van de wereld, regeert een overheid die zekerheden tracht te faciliteren via democratisch gekozen “producten” (beloftes) die men niet meer waar kan maken door het wankele fundament waarop ze gebaseerd zijn. De structuur van de overheid heeft zich exponentieel ontwikkeld op basis van de zekerheden die het faciliteert. De wildgroei in de semi-overheid, die de zekerheden moet aanbieden, is gigantisch en wordt via stijgende belastingdruk in stand gehouden. De huidige politieke overheid is in dienst geraakt van de semi-overheid die losgeslagen is geraakt van de werkelijkheid door economische eigenbelangen.
Als wij de kernrol van de overheid echter in gedachten transformeren naar “het faciliteren van duurzame menselijke vooruitgang” dan kunnen we ook samen met de oude overheid de transitie gaan plannen:
- met de verandering van democratische keuzes die zich spiegelen aan een hoger verduurzamingsdoel,
- door de afbouw van de semi-overheid,
- en de opbouw van waardengedreven maatschappelijke betrokkenheid en initiatieven (participatie-maatschappij).
- door de transformatie van het onderwijs naar bewustwordingsprocessen
Er is een kader keuze met een transformatieve brug. Stap voor stap ontwikkelt zich de nieuwe maatschappij door loslaten en aanvaarden van doelgerichte vernieuwing binnen een kader dat de vernieuwing veroorzaakt.
De brug wordt geslagen door Sustainocratie.

[…] Eindhoven moet komen. Dit wegens de intense transformatieve complexiteit waar we voor staan in Sustainocratie. Het was voor mij veel interessanter om de ontwikkeling van de opstelling te observeren omdat […]