Genneper parken is een prachtig stukje Gestel in Eindhoven. Ik leg de nadruk op Gestel omdat er al ruim 580 jaar geschiedenis drukt op het gebied volgens het al even oude lokale St. Joris Gilde. De Genneper watermolen werd zelfs al in 1249 genoemd! Pas in 1920 is Gestel als dorp geannexeerd bij de stad Eindhoven die zich sindsdien tracht te profileren als wereldstad van innovatie met behoud van een groene inslag. Dat levert prachtige gebieden en routes op om te wandelen, te fietsen, te ontmoeten en te recreëren. Drie fundamentele groene stroken worden gekenmerkt als “stadspoorten”: Wasven, Genneper park en de Wielewaal (nu ook de Groene Corridor) maar zijn vooral nog verbindende zones van de oude dorpsgemeenschappen van destijds. Nu levert het een uniek beeld op van een Eindhoven dat een authentieke samenstelling heeft van harde zakelijke en zachte natuurlijke impressies. Nog doorgeslagen hard en koud in de binnenstad ondanks vooruitgang op gebied van terrasjes en ontmoetingsmogelijkheden, mooi zacht op vele beeldschone plekken langs de Dommel en in de Stadspoorten.
Eindhovenaren identificeren zich sterk met deze samenhang waarin men kan genieten van de ijsvogel, een 300 jaar oude plataan en ongekende natuurschoon terwijl we verwikkeld zitten in de grootste technologische en design uitdagingen van deze tijd. Deze contrasten van yin-yang, rust en stress, groen en beton, zorgen voor een lokale mentaliteit van aanpakken onder de paraplu van Brabantse gezelligheid en gemoedelijkheid. Deze realiteit is verder geprikkeld door de wereldwijde eisen voor onze evolutionaire kernwaarden. Dat Eindhoven als eerste gemeenschap zich manifesteert op het gebied van Sustainocratie, de democratie vanuit menselijke kernwaarden, kan alleen evolutionair worden gezien als logische stap.
Maar dat gaat niet zonder schermutselingen met onszelf in diezelfde dualiteit. Zo ook de bestuurlijke transitie in de nieuwe samenhang. Met passie en gedrevenheid verbindt bestuurlijk Eindhoven zich met onze AiREAS beweging voor gezonde verstedelijking vanuit luchtkwaliteit, om met net zoveel tegenstelling in onhandigheid en gebrek aan faciliterende stellingname te klungelen met het gesloten Milieu Educatie Centrum en de cocreatie van de Genneper park positionering, inclusief de boerderij, het zwembad, de schaatsbaan, enz. Een en ander heeft natuurlijk een belangrijke achtergrond. Terwijl AiREAS een gemeenschappelijke investering is in allerlei innovatiestromen, zonder ander oud zeer dan onze luchtvervuiling, blijken de sociaal recreatieve milieu gebouwen en gebieden uit de kluiten gewassen subsidieslurpers te zijn geworden uit een oud economische groeitijdperk in het kielzog van de vooruitstrevende komeet die sinds 2009 de broekriem aan dient te trekken. Semi-overheid als “psuedo-maatschappelijk-ondernemerschap” is nu eenmaal in de volksmond een relatief veilig subsidieputje voor afgeschreven of geparkeerde ambtenaren en, als de instellingen groot genoeg zijn, ook voor oud bestuurders uit het ons kent ons netwerk. Semi-overheid is altijd een kostenpost, een wildgroei tijdens hoogtijdagen en een last in moeilijke tijden.
Als de kink in de kabel van de economie komt dan dienen kosten bespaard te worden. En dat kan alleen door het scheppen van chaos juist omdat onze wettelijke kaders wel instrumenten hebben voor saneringen, faillissementen en afschrijvingen van gedwongen ontslagen maar niet voor netjes gestructureerde transities naar een betere en opgeschoonde samenwerkingsvorm met respect voor de medemens. De andere kant van de transitie blijft dan met de ellende van de voorgangers zitten terwijl men juist een schone lei wenst. Dat in die ambtelijke chaos ook jarenlange gebruikers de dupe worden is “colateral damage” (nevenschade) omdat het opschoon doel van chaos de gebruikte middelen heiligt. Het is nooit een eerzame zaak.
Uit deze situatie leren we twee belangrijke dingen:
- Semi-overheid is geen basis voor betrouwbare samenwerking, zeker niet in tijden van maatschappelijke heroriëntatie of transitie. Het dient zoveel mogelijk gemeden te worden. Ze probeert zich altijd in stand te houden met de hulp van de politieke partijbelangen en blokkeert de natuurlijke veerkracht van maatschappelijk ondernemerschap.
- De centrale overheid dient zich te houden aan haar basis verantwoordelijkheden als faciliterende ruggengraat van een maatschappij waaraan vruchtbare symbiotische (= wederzijds afhankelijke en elkaar steunende) relaties groeien gebaseerd op vertrouwen en samen(niet markt)werking.
De Graanschuur
Wat er overgebleven is van het Milieu Educatie Centrum is een geraamte met een dak vol asbest, een ziekelijke afspiegeling van de boodschap die het trachtte uit te stralen. Het gemeentelijke besluit tot sluiting had menigeen al tot actie gebracht om het gebied naar zich toe te trekken (ook de Stad van Morgen, om er een internationale school van Sustainocratie van te maken) maar met de overdracht ervan aan een zorginstelling (ook semi-overheid) was het gemeenschappelijke gevoel tot een dieptepunt gedaald. “We zijn het kwijt”, dacht menigeen triest. Totdat er ineens een oproep verscheen onder de naam “de Graanschuur”. Onder de bezielde, verkennende leiding van Wieteke Brocken werd er open huis gehouden deze week om te bezien hoe allerlei partijen zich weer kunnen verbinden aan de regionale uitdaging. Er werd een tijdpad van 2 jaar voorgelegd waarin men gebruik kan gaan maken van de installaties. Er kon horeca in, of bijeenkomsten worden gehouden. Dat van de asbest was zeker een probleem maar redelijk beheersbaar zolang men er rekening mee hield.
De belangstelling is groot, de onzekerheid ook
Het voorstelrondje duurde lang omdat iedereen een geheel eigen verhaal en emotie verbond aan de locatie. De situatieschets van Wieteke was helder en transparant. Voor een lange termijnplan was er voor het gevoel geen ruimte. De 2 jaar leek afgestemd op het afsluiten van deze bestuurlijke beleidsperiode en om besluitvorming over het gebied over de verkiezingen heen te tillen. Op zich ook een logische zaak, als dit echt de achterliggende gedachten zou zijn, gezien de andere brandhaarden in de regio die misschien met veel moeite financieel geblust waren, en menig bestuurder en beleidsambtenaar deed afbranden, maar nog steeds volop maatschappelijk aanwezig waren, ook in de volksmond. Deze politieke vooruit schuif praktijken in de 4 jaarlijkse beleidsperiodes is één van de grote tekortkomingen van de gangbare democratie en iets waar Sustainocratie bijvoorbeeld geen last van heeft.
Tijdelijk gebruik van de Graanschuur was een optie, in de sfeer van coaching bijeenkomsten, start van wandelroutes of opname in onze geluksinfrastructuur, creatieve experimenten met studenten in als gebouw maar vooral als gebied. Als het gebouw en de omgeving echter in onze handen van multidisciplinaire coöperatieve cocreatie zou komen op niveau 4 dan was een lange termijn gebied commitment essentieel met bijbehorende garantie dat degenen die meewerken aan de opbouw van het gebied ook delen in het vruchtgebruik. Investeren in een grotendeels gesloopt gebouw voor de korte periode van 2 jaar is op zijn minst risicovol, gebruik ervan maken niet natuurlijk maar dan is er al keuze genoeg in Eindhoven, allen in een soortgelijke afwachtende houding met veel tijdelijke gebruikers. Ook nieuwetijdse pioniers zoals wij willen zich ontwikkelen tot kwalitatief hoogwaardige sectoren die niet steeds op de afvalhoop van het verleden dienen te gedijen maar er ruimte in willen vinden voor het nieuwe elan, niet gefragmenteerd voor ons alleen maar voor allemaal samen als samenleving. Maar dan verwacht de overheid een zak met geld om te kunnen blijven reguleren en controleren in plaats van de uitnodiging te aanvaarden om samen te investeren in cocreatie. Een proactieve, loslatende en faciliterende partner zoals de overheid is net zo belangrijk als het enthousiasme van de diversiteit aan deelnemers die het nieuwe verhaal mee willen schrijven.
Gelukkig hebben we Wieteke nog……
Wordt vervolgt……