Het laatste woord

We worden weer overspoeld met speelgoedreclame dus zal de Sinterklaastijd wel weer in aantocht zijn. Steeds vroeger in het jaar wordt de goedheiligman verbonden aan de verkoopbelangen van een consumptie gedreven maatschappij. Zijn kerkelijke boodschap als redder van kinderzieltjes uit de moordende hebzucht van een handelaar wordt zo ontkracht.

Het zwarte gezicht van zijn knechten wordt door de vieze schoorsteen veroorzaakt wanneer hij presentjes aflevert voor de kinderen. Maar nu wordt het zwarte gezicht met dezelfde schijnheiligheid verbonden aan slavernij en discriminatie, een oud schaamtegevoel uit onze eigen “gouden eeuw”.

Hebben of gebruiken?

“Papa, dat speelgoed hoef ik het niet te “hebben”, ik wil er gewoon een keer mee spelen”. Datzelfde geldt ook voor mij. Ik hoef die auto niet te hebben, ik heb er alleen af en toe een nodig, soms uit noodzaak, soms om er mee te spelen. Volgens de minister president dien ik echter beter het landsbelang door de auto in eigendom te nemen. Daar heb ikzelf andere opvattingen over als ik naar al die geparkeerde blikken bakken kijk die de straten bevolken. We hebben nog een cultuur van hebben. Die van gebruiken komt eraan.

Het systeem wil dat ik consumeer door aan te schaffen, ik wil gewoon gebruiken en teruggeven.
Het systeem wil dat ik consumeer door aan te schaffen, ik wil gewoon gebruiken en teruggeven.

Mens of systeem?

Mijn dochters groeien op in een wereld waarin we zelf leren kijken naar de werkelijkheid en het interpreteren op basis van ethische aspecten en verantwoordelijkheden die de omgevingscultuur stelselmatig lijkt af te breken. Op school “waar iedereen zichzelf mag zijn” moet men huiswerk inleveren over het verschil tussen allochtonen en autochtonen. Ik was 42 toen ik de woorden moest opzoeken in het woordenboek bij terugkeer naar Nederland. Ik was 27 jaar allochtoon geweest en had het nooit geweten. In Nederland werd mijn gezin bestempeld met discriminerende woorden.  De blog van Paul de Blot praat over “legalen en illegalen”, recht en onrecht over de onmenselijkheid van systemen die mensen beoordelen en veroordelen op afkomst.

Burgerparticipatie of verantwoordelijkheid in menselijkheid?

Tijdens een recente “burgerparticipatie” bijeenkomst vertelt de kersverse wethouder dat de burger mag meepraten maar de overheid het laatste woord heeft. Dat is een boeiende opstelling als burgers samenkomen om te praten over verantwoordelijkheid, ethiek of verwijtbaarheid in schending van menselijke en milieuwaarden. Men stelt gemeenschappelijke acties voor om te ondernemen om daarna terug gefloten te worden door de toestemming en beoordelingscriteria.

Een week later zit een andere wethouder aan tafel om samen met de burgerbevolking verantwoordelijkheid te nemen in een sustainocratisch proces over de gezonde stad. Dezelfde wereld, hetzelfde systeem, andere mensen, andere opvattingen en betrokkenheid of keuzes. De een doet het wel, de ander niet. Menselijkheid!

Wat leren wij onze kinderen?

Maar het gaat om verantwoordelijkheid nemen. Wat leren wij onze kinderen? Hoe gaan wij met elkaar om op straat? Welke verantwoording is nodig als je zelfbewust hebt leren bijdragen aan leefbaarheid? Waarom een kostbare bureaucratie van kwartjes om dubbeltjes te beoordelen? Hoe zit dat met verantwoordelijkheid en ethiek?

Het laatste woord heeft niet de wethouder, niet het systeem, niet de overheid noch de bank. Het laatste woord heeft de mens, de natuur en ons ge-weten in maatschappijspel dat we samen spelen. Het laatste woord heeft duurzame menselijke vooruitgang. Morgen is gisteren begonnen om er vandaag verantwoordelijkheid voor te nemen.

Een kind weet dat en dit kind zit in ons allemaal. We hebben niets, ook al bezitten we alles. In het spel van het leven gebruiken we alleen maar en geven alles terug wanneer we klaar zijn. Het laatste woord hebben wij niet want dan zouden onze kinderen niets meer te zeggen hebben. We hebben het laatste woord als we als mens uitgespeeld uitgespeeld zijn. Dan is het te laat.

 

Plaats een reactie