In Amsterdam blijken meetbuisjes aan te geven dat er delen van de stad structureel boven de norm van NO2 uitkomen. De burgers pikken het werken op basis van gemiddeldes door de lokale overheid niet langer. Hierdoor staat de individu steeds machteloos terwijl de politiek gewoon doorgaat met ziekmakend beleid uit politiek of economisch gewin. Handhavingsverzoeken worden genegeerd of tussen instanties gepingpongd. Wie neemt verantwoordelijkheid? De politieke overheid schijnbaar niet.

Volgens samenwerkingsverband AiREAS gaat het juist om de individuele blootstelling aan luchtvervuiling, niet de stadsgemiddeldes. Individueel gebeuren teveel ellendige dingen in een stad die zich uiteindelijk uiten in verminderde kwaliteit van leven, productiviteit en betrokkenheid, en vergroting van ergernissen, boosheid en zorgen. De “grote gemene deler”, de stille meerderheid die hooguit tijdens de verkiezingen van zich laat horen en alleen in statistieken op een vaak verkeerde manier te zien is, is misschien politiek relevant maar op lokaal menselijk niveau schandalig ineffectief.
Dat is zoiets als het verhaal dat er twee personen zijn met honger. Er is één gebraden kip. De politiek zegt dat statistisch gezien allebei een halve kip hebben gegeten. De werkelijkheid toont dat eentje de hele kip verorberde.
Kortom, als het gaat om menselijke kernwaarden dan is politiek niet de aangewezen volksvertegenwoordiging. Wanneer het gaat om het bouwen en onderhouden van algemene zaken zoals een infrastructuur, wat huishoudelijke regels of een gemeenschappelijk zorgsysteem dan kunnen we redelijk overweg met de politiek mits we ze ook hier houden aan de kernwaarden in hun keuzes en debatten.
Als de politiek aangestuurde overheid en semi-overheid de menselijke kernwaarden in onze huidige maatschappelijke paraplu niet of onvoldoende vertegenwoordigen, en zelfs aantoonbaar schaadt door ongezonde keuzes te maken, wie dient dan de verantwoordelijkheid te dragen?
Wijzelf! Uiteindelijk zijn wij die overheid zelf. Politiek en overheid zijn niet hetzelfde. Politiek bepaalt beleid, overheid acht het uit te voeren. Dan komen we op een van de grote problemen van deze tijd. Het politieke systeem heeft alle macht. Dat is onterecht maar wel de werkelijkheid waar we tegenaan lopen. Deze macht uit zich op twee fronten:
- regels creëren en uitoefenen op de mens om deze macht in stand houden,
- middelen op eisen van de burgers om deze macht in stand te houden.
Tijdens de verkiezingen komen alleen de grote lijnen van maatschappelijke belangen aan bod die via de “grote gemene deler” aanpak gesaust worden in partijpolitieke kleuren die allemaal zekerheden verkopen maar geen verantwoordelijkheden nemen. Vele politici bevolken tevens de luxe banen in de overheid waardoor ook de overheid politiek gekleurd wordt. Het menselijk belang is dan ver te zoeken.
Als wij derhalve een gezonde en veilige straat of wijk willen dan moeten we er zelf voor gaan zorgen. Dat betekent dat we specifiek voor onze kernwaarden de macht die we hebben weggeven terugnemen. Een tweede stap zou zijn dat we ook de middelen terugnemen en deze zelf investeren in de innovaties die we nodig achten voor onze duurzame menselijke vooruitgang gestuurd door de kernwaarden die we via Sustainocratie hebben leren kennen in onderbouwde vorm.
De beroemde lichamelijk invalide maar geestelijk uiterst bekwame fysicus, kosmoloog en wiskundige, Stephen Hawking, zegt zelfs dat “het nu gevaarlijker is dan ooit” voor de mens. Het gevaar komt niet van buitenaf maar uit onszelf. De gewone mens voelt zich in de steek gelaten door “hun leiders”.
Politici zijn echter niet “onze leiders”, het zijn mensen die een netwerk van instanties in stand houden waar de mens afhankelijk van is gemaakt. Die instanties zouden voortreffelijke innovatieve prestaties kunnen leveren als ze zich zouden richten op het creëren en in stand houden de natuurlijke kernwaarden van mens. Dan zouden eerst de politici zich eraan dienen te gaan houden. Er zou zelfs een geheel nieuwe samenhang komen tussen de regionale bestuurlijke instanties, de bevolking, de wetenschap en de ondernemers. Die samenhang bestaat al, in prille kwetsbare vorm, aangestuurd door de kernwaarden, bevolkt door burgers met de hulp van geprofessionaliseerde en gespecialiseerde instanties én vaak samen met uiterst betrokken en bekwame ambtenaren en politieke bestuurders die zich als mens herkennen in deze verantwoordelijkheid. Grappig genoeg genieten bestuurders die deze keuze maken veel meer maatschappelijk aanzien en steun dan zij die het niet doen.
Het is geen kwestie van opstand tegen de gevestigde orde, maar een zaak om de gevestigde orde middels dringende uitnodiging ondergeschikt te maken aan de natuurlijke kernwaarden en condities van onze duurzaam vooruitstrevende samenleving zoals in Sustainocratie wordt beschreven en georganiseerd. Als onze regionale bestuurders (beter woord dan leiders) zich niet ondergeschikt maken dan doen we dat eerst zelf. Door ons te groeperen en bestuurders erbij uit te nodigen ontstaat er een dialoog, ook als de bestuurders niet meedoen en zich publiekelijk dienen te verantwoorden “waarom niet”.
De evolutie van de mens is vaak een revolutie van de systemen.