De Stad van Morgen (Stichting STIR) hanteert het complexiteiten-model van Jean-Paul Close om de grote uitdagingen inzichtelijk te maken waar de mens lokaal en in de wereld mee te kampen heeft. Dit leidt tot een groot aantal ingrijpende vernieuwingen en bijbehorende spanningsvelden. Close en zijn team van betrokken maatschappelijk ondernemers (Sustainocraten) worden vaak gevraagd om er over te vertellen op podia in binnen en buitenland. Dat komt onder andere omdat vanuit de Stad van Morgen het voorbeeld wordt gegeven in een concreet onderdeel van de transitie, de waardengedreven co-creatie.
AiREAS, STIR Academy en FRE2SH zijn daar voorbeelden van met betrokkenheid van duizenden mensen en evenveel functies. De invloed van deze maatschappelijk transities zijn zodanig zichtbaar dat het de nieuwsgierigheid en steun opwekt van bestuurders, ondernemers, wetenschappers en bevolkingsgroepen.
In de rest van de wereld zijn er soortgelijke groepen actief. Zij leveren ook baanbrekende innovaties die de oude wereld versteld doen staan en tot voor kort voor onmogelijk werden gehouden. De huidige reeks avondcolleges zijn proefsessies van Close om visies en ontwikkelingen te delen die in de wereld zichtbaar worden en ze een logische plek te geven in de transitie. De vraag die Close steeds aan zijn publiek stelt is: “Wat doen we met die inspiratie voor onszelf?”
Voedsel en mobiliteit
Twee colleges hebben al plaatsgevonden volgens deze aanpak. De thema’s sluiten aan op de waardengedreven actualiteit van “Global issues, local solutions, global application”, ofwel wereldwijde problemen eerst zelf lokaal aanpakken voor eigen gebruik.
Voedsel: Het college ging over de basisbehoefte voor de mens om zich te voeden en de afstand die wij tegenwoordig hebben tot de oorsprong ervan. Het bewustzijn dat gepaard gaat met de levenswijsheid over ons voortbestaan, de kwaliteit van het leven en onze relatie met de natuurlijke omgeving wordt teniet gedaan waardoor er situaties kunnen ontstaan zoals de klimaatverandering, opwarming van de Aarde, vervuiling, uitdroging van de Aarde, hongermigraties, enz. In het belang van de mens zelf als zelfbewust wezen is het nodig dat we onze relatie met de natuur herstellen, met name om er weer met een vorm van ethiek en gewetensbesef mee om te gaan. We zijn zo afhankelijk geworden van geld en de macht die eraan ontleend wordt dat we ons de basisvragen van ethisch bestaan niet meer stellen. We achten de schijn van overvloed normaal terwijl onze aandacht uitsluitend naar consumptie gaat, totdat een enorme crisis ons treft. De grote omslag dat door voedsel wordt veroorzaakt is niet zo zeer de terugkeer van intensiteit van arbeid op het platteland maar vooral die van onze verantwoordelijkheid naar onszelf door op zelfbewuste wijze om te gaan met onze natuurlijke omgeving en invulling van basisbehoeften. Het bewustzijn van ons eigen moleculaire bestaan, de interactie met microscopisch kleine levende wezens en de behoefte aan water en energie laat zich doordringen in ons gewetensbesef op het moment dat de schijn van overvloed plaats maakt voor schrijnende tekorten. Overal in de wereld is dat zichtbaar en komt steeds dichterbij. Voedselbanken, daklozen, werklozen, enz zijn zichtbare groepen die steeds meer moeite hebben om zich toegang te verschaffen tot de geldafhankelijke circuits. Er ontstaan initiatieven om voedsel (en drinkwater) dichter bij de medemens te brengen door consumptie en productiviteit weer aan elkaar te koppelen. In de 65% verstedelijking van de wereld is dat een enorme uitdaging, enerzijds door gebrek aan betrokkenheid van de stadsmens, anderzijds door de ruimtelijke en logistieke problematiek in en rondom steden voor effectieve voedselproductie en voorziening. Hoe zit de stad van morgen eruit? Een afhankelijkheid bolwerk in een wereldwijd machtspel? Of een parelende schakel van zelfredzaamheid en onderlinge harmonie?
In Eindhoven en omgeving experimenteert de Stad van Morgen met het FRE2SH concept dat de stedelingen uitnodigt zich coöperatief te betrekken bij hun eigen voedselvoorziening. Dat gebeurt enerzijds door een netwerk van boerderijen in de buurt van de stad in beheer te nemen en vruchtgebruik af te stemmen op burgerinzet, en anderzijds door een oude industrieel pand in Eindhoven te benutten voor indoor voedselproductie in een nagebootste natuurlijke omgeving. De ervaringen die opgebouwd worden worden gedeeld met de wereld middels dit soort colleges waarbij vooral het onbewuste en bewustzijn van de mens aandacht krijgt.
Mobiliteit
Het college vroeg zich af waarom er zoveel mobiliteit is van mensen? Wat bezielt de mens om zich zo heen en weer te bewegen? Het lichamelijke aspect van de mens heeft er in onze oorsprong voor gezorgd dat wij mobiel zijn om te zorgen voor onze voedselvoorziening. Maar nu voedsel voorverpakt en voorbereid aanwezig is in de supermarkt zou de behoefte aan mobiliteit zich hooguit beperken tot bevoorrading vanuit winkels en recreatie van de mens. Wat veroorzaakt dan al die verkeersopstoppingen en bewegingen van mensen van hot naar haar? De oorzaak wordt gevonden in wat wij “economie” noemen, ofwel onze afhankelijkheid van een geldsysteem. Om toegang te krijgen tot voedsel in winkels heeft men eerst geld nodig. Om aan geld te komen dienen wij te werken in een systeem. Het woon werk verkeer is een intense bezigheid waar een infrastructuur en activiteit mee is gemoeid.

Het doel is niet om aan voedsel te komen maar aan geld. De voedselproductiviteit en stromen zijn weer een ander circuit dat er voor zorgt dat de voorzieningen dicht bij ons terecht komen in supermarkten en winkels. Mens en voorzieningen zijn redelijk dicht bij elkaar te vinden maar om met elkaar om te kunnen gaan in de nabijheid moet men bij wijze van spreken eerst de wereld rondreizen. Hoe groter de afstanden des te meer “economie” ook al ligt consumptie en behoeften invulling op meters van elkaar. De mobiliteit zelf is een belangrijk onderdeel van de economie. De voertuigen, infrastructuur, dienstverlening, het energieverbruik, parkeren, enz zijn allemaal geldafhankelijk en gedreven activiteiten waar een hele bureaucratie en geldsysteem aan wordt ontleend.
Close toont aan dat op elk front binnen mobiliteit exponentiële groeicurves te zien zijn die allemaal op zichzelf al tot een crisiselement zijn aangeland. De explosieve groei van de wereldbevolking en geldgedreven, systeemafhankelijke mobiliteitsbehoefte zet het crisisstuk alleen maar verder onder druk. Close maakt in de hele transitie discussie onderscheid tussen twee innovatie stromen:
* de systeemdenkers: dat zijn de mensen die mobiliteit en geldafhankelijkheid zelf niet ter discussie stellen en in het fragment van probleemsituaties vernieuwingen introduceren. We denken dan aan kleinere of zuinigere voertuigen, nieuw openbaar vervoer, ander vormen van energie, aangepaste infrastructuur, parkeerbeleid, enz.
* de cultuurveranderaars: dat zijn degenen die mobiliteit en geldafhankelijkheid wél ter discussie stellen en bijdragen aan het transformeren van de maatschappij door basisbegrippen van menselijkheid (gezondheid, veiligheid, voeding, enz) te koppelen aan bewustzijn, zelf en samen-redzaamheid, experimentele nieuwe omgangsvormen, toegepaste wetenschappen, enz. Als men dit doorvoert tot een uiterste dan zou geld en mobiliteit in zijn geheel teniet doen en in tussenfasen wellicht leiden tot vele directere lokale economieën en waardecreatie.
Spanningsveld
Zoals altijd is er een spanningsveld tussen de systeemdenkers en cultuurveranderaars waarin crisis en chaos een belangrijke rol speelt om beiden te voeden met een innovatiedrang. Stad van Morgen verbindt beide partijen door een hoger menselijk doel te stellen vanuit de definitie duurzame menselijke vooruitgang. Hierin kan zowel de systeemtransitie én cultuurverandering zich op elkaar afstemmen voor bevredigend resultaat voor beide uitersten. Zo is AiREAS actief op gebied van luchtkwaliteit en volksgezondheid waarin zowel infrastructuur, mobiliteit en energieconsumptie als gedragsverandering, sociale innovatie en bewustwording een even fundamentele rol spelen. Dan blijkt het spanningsveld zich niet te uiten in onderlinge strijd maar juist elkaar aan te vullen in de complexiteit naar nieuwe harmonieuze verhouding.
Het volgende proefcollege is op 22 oktober en gaat over gezondheid en zorgsystemen
[…] aanleiding van het STIR avondcollege over mobiliteit vroeg Michiel Visser van de Brabantse Milieu Federatie aan mij om aanwezig te zijn als […]